• No results found

Srebrenica: tussen moraal en verantwoording (3) Morele correctheid

In document NA DE DREUN S D Srebrenica (pagina 109-113)

W I L L E M W I T T E V E E N

Het

n

10

d

-rapport over de tragedie van Srebre­ nica concludeert dat de Nederlandse regering zich bij de uitzending van Dutchbat beter door realisme dan door idealisme had kunnen laten leiden. Onder druk van de publieke opinie en de media die aandrongen op een humanitaire inter­ ventie, heeft men teveel de held willen uithan­ gen op het wereldtoneel. Dat getuigt, nog steeds volgens het rapport, van gezinningsethiek en niet van verantwoordingsethiek.

Geen mooi woord, gezinningsethiek. Laten we het vertalen met morele correctheid. De be­ hoefte om telkens zichtbaar te laten blijken datje in ethisch opzicht goed bent, schone handen hebt, dat je intenties zuiver zijn. Morele correct- heidheeft een schaduwzijde, of zelfs twee: onwil om de realiteiten van de machtspolitiek onder ogen te zien en geneigdheid om mensen die an­ ders redeneren of andere keuzen maken als vreemd, als anders, en al gauw als verwerpelijk te zien: zij zijn niet moreel correct en dus ‘fout’. Het alternatief is verantwoordingsethiek. Wat dat is, werd duidelijk bij het aftreden van het kabinet- Kok. Hij nam als verantwoordelijk minister die alle vier fasen van de tragedie had meegemaakt ‘integraal verantwoordelijkheid’ voor het gehele beleid. De schuldigen aan de massamoord zijn Mladic en de zijnen, legde hij uit, maar Neder­ land is politiek medeverantwoordelijk voor het falen van de internationale gemeenschap om de mensen in Bosnië te beschermen. ‘De internatio­ nale gemeenschap is anoniem en kan niet op zichtbare wijze verantwoordelijkheid nemen Over de auteur Willem Witteueen is s e n a t o r e n lid

R e d a c t i e r a a d s&d

tegenover de slachtoffers en nabestaanden van Srebrenica. Ik kan en doe dat wel.’

Het was een moment om kippenvel van te krijgen. Hier werd eindelijk afstand genomen van de sorry-democratie. In de internationale re­ acties zou grote waardering opklinken over deze unieke daad die in de Nederlandse parlemen­ taire geschiedenis zonder precedent is. Ook de Nederlandse politici en journalisten toonden zich aanvankelijk onder de indruk. Maar korte tijd later sloeg de morele correctheid weer toe en werd de taalhandeling van Kok tot een strategi­ sche politieke zet gereduceerd; Kok was immers fout (en de criticus per definitie goed).

Vooral het parlement had moeite om passend te reageren. Het logische vervolg (vanuit de ver­ antwoordingsethiek) van het op zich nemen van politieke verantwoordelijkheid is dat er zonder verder uitstel een open en grondig debat gevoerd wordt over de zaak waar het om gaat: de tragedie zelf, de manier waarop niet alleen de regering maar ook parlement, publieke opinie en media hadden gefaald, de mogelijkheden om meer te doen voor de slachtoffers en bij te dragen aan de opbouw van de gemeenschap van Srebrenica.

Maar zo zou het niet gaan. Het wordt niet het 1 o 9 scenario van de tragedie maar van de klucht.

Nog voor het debat met de minister-president staat vast dat een grote meerderheid

(w d

tegen) een parlementaire enquête wenst. Waarover die moet gaan? Dat laten we uitzoeken door een commissie van oudgedienden die eerder betrok­ ken zijn geweest bij de kwestie. O ja, die enquête kan best door de Tweede Kamer zelf gedaan wor­ den en de vraag of het niet staatsrechtelijk zui­ verder is de Eerste Kamer daarmee te belasten,

Srebrenica: tussen moraal en verantwoording W illem Witteveen Morele correctheid komt niet eens aan de orde. Dan het debat zelf.

Het begint vol respect en waardering, maar el­ kaar in de rede vallend komen de fractieleiders al snel uit bij de schuldvragen waar morele correct­ heid zo mee worstelt: wat de rol van Pronk ge­ weest is en van De Grave, alsof dat door de op­ stelling van de premier niet irrelevante kwesties zijn geworden. Het respect verdampt, Balken­ ende probeert te scoren met het oog op de verkie­ zingscampagne. De Kamer blijkt pas over Srebre­ nica te willen praten als het kabinet eerst nog een uitvoerig stuk schrijft met haar visie op het NiOD-rapport. Dat daarvan de hoofdlijnen zijn onderschreven is niet genoeg, want wat zijn die hoofdlijnen? Nou, dan wil Kok wel precies zeg­ gen om welke 40 of 5 o pagina’s het gaat. Onze­ kerheid bevangt de sprekers. Zij lijken te vinden dat zij eerst een regeringsstandpunt nodig heb­ ben voor ze zelf iets kunnen zeggen en dat ze niet zomaar over het rapport (en de brief van het kabinet die er al ligt) kunnen praten. De daad van Kok komt in een vacuüm terecht. De enige slot­ som van de Kamer is dat nader onderzoek drin­ gend gewenst is. Dat wordt dus wachten tot de

beloofde enquête afgerond is en we met een an­ der parlement te maken hebben, met een grote nieuwe partij en met een regering onder Balken­ ende; met mensen kortom die helemaal geen rol hadden in de vier fasen van de echte tragedie. Is het een wonder als uit een enquête blijkt dat de kiezers Srebrenica niet laten meewegen bij hun politieke keuze?

De hele gang van zaken laat zien hoe domi­ nant het perspectief van morele correctheid is, hoe onwennig men reageert als iemand bij wijze van uitzondering eens verantwoordelijkheid neemt en hoe intern gericht het parlement func­ tioneert, in de greep van die wonderlijke fascina­ tie voor het detail. Er zijn nauwelijks lezers van de Handelingen in dit land — op zich een teken hoe weinig publieksgericht de parlementaire de­ mocratie functioneert — maar wie die Hande­ lingen voor een keer eens echt leest, krijgt een onthullend beeld van een instituut dat voorna­ melijk met zichzelf in gesprek is. En dat terwijl een volgende tragedie om de hoek ligt.

110

B O E K E N

~ ~ \ Schijntolerantie

De lege tolerantie. Over vrijheid en vrijblijvendheid in Nederland Marcel ten Hooven (redactie)

Boom, Amsterdam 2002 DE LEGE TOLERANTIE Over vrijheid en vrijblijvendheid ' in Nederland

GE RRI T MANE NS CHI J N

Een actuele bundel, met niet minder dan eenen­ twintig auteurs, onder wie bekende namen als Paul Cliteur, Jos de Beus, Kees Schuyt, Andreas Kinneging en E.H. Kossmann. Marcel ten Hoo­ ven, redacteur bij het dagblad Trouw, verzorgde niet alleen de redactie, maar schreef ook de inlei­ ding en het besluit. De leidende gedachte is dat in ontzuild Nederland tolerantie een leeg begrip dreigt te worden, wat zich uit in pure onverschil­ ligheid van de dominante (liberale) cultuur voor de verschillende subculturen die ons land rijk is. Nodig is een nieuw besef van tolerantie, dat zo­ wel recht doet aan de deugd van verdraagzaam­ heid als aan de legitieme behoefte volgens de ei- i gen cultuur te leven. Dat is niet eenvoudig, want ; tolerantie is niet het enige principe voor een samenleving met een bonte verscheidenheid aan cultuur, religies en levensovertuigingen. Er is ook nog het principe van de non-discriminatie en het onfatsoen van grove beledigingen. Om orde te scheppen in deze onoverzichtelijkheid moetje beginnen met een aantal onderscheidin­ gen. Tolereren is niet hetzelfde als gedogen. Ge­ dogen is het opzettelijk niet handhaven van wetsregels en voorschriften, tolereren het toe­ staan van meningen en gedragingen waarmee Over de auteur Gerrit Manenschijn is emeritus­

hoogleraar ethiek

men het niet eens is en die men kan verbieden omdat men daartoe de macht heeft. Tolerantie is een politiek principe, verdraagzaamheid een persoonlijke deugd. Tolerantie houdt niet alleen in het tolereren van opvattingen die als onver­ draagzaam te boek staan, maar ook het tolereren van onverdraagzaamheidjegens zulke opvattin­ gen. Ten Hooven geeft het voorbeeld van de cul­ tuurhistoricus Thomas von der Dunk, die laat­ dunkend spreekt over ‘christelijke inboorlingen’ met hun ‘vermaledijde geloof dat God in de bij­ bel de waarheid heeft geopenbaard’. Dat is on­ verhulde onverdraagzaamheid. Het zou echter intolerant zijn de overheid te hulp te roepen om hem te verbieden onverdraagzaam te zijn jegens andersdenkenden. Wie verdraagzaam is moet beledigingen van welke blaaskaak ook kunnen incasseren. In tolerantie zit nu eenmaal iets

paradoxaals: je tolereert onverdraagzaamheid 111 niet uit onverschilligheid voor beledigingen,

maar omdat je van mening bent dat vrijheid van meningsuiting een zó groot goed is voor een open samenleving, datje daar geen afstand van wilt doen.Terecht komt in verschillende opstel­ len in deze bundel tot uitdrukking dat tolerantie pas inhoud krijgt in de confrontatie met princi­ piële verschillen. Het tolereren van zaken waar­ mee men het eens is, is een leeg gebaar. Helaas zijn veel mensen daarin zeer bedreven. Die

B O E K E N Gerrit M anenschijn bespreekt De lege tolerantie

112

schijntolerantie wordt in deze bundel overtui­ gend aan de kaak gesteld.

Gemeenschappelijkgoed

Van groot belang zijn de opstellen van Jan W il­ lem Sap en Remieg Arts over de geschiedenis van de tolerantie in Nederland. Het is allemaal begonnen met de godsdienstvrijheid. Dat had door auteurs die de tolerantie laten beginnen bij de Verlichting wel wat meer ter harte genomen mogen worden. In de Verlichting is er niet al­ leen sprake van discontinuïteit, maar ook van continuïteit. Dat ontdekje als je ziet hoe toleran­ tie in verband wordt gebracht met individua­ lisme. Dat brengt mij bij een eerste kritische kanttekening. In zijn Inleiding beweert Ten Hooven dat het individualisme begonnen is met de Verlichtingsfilosofen Johann Gotlob Fichte (1762-1811) en JohnStuart Mill (1806-1876), maar dat was typisch een romantisch ideaal van idealisme, dat exclusief was voorbehouden aan een culturele en bestuurlijke elite, zoals Ten Hooven zelf zegt. Veel indringender is het indi­ vidualisme geanalyseerd door Thomas Hobbes (1588-1679), die het rechtstreeks in verband bracht met de verbrokkeling van het gemeen­ schappelijk goed (bonum commune). Hobbes de­ finieerde ‘goed’ als datgene wat iedereen voor zichzelf als goed ervaart. Daarmee valt het bo­ num commune uiteen in ontelbaar veel stukjes particulier goed, die soms aan elkaar te lijmen zijn tot een nieuw gemeenschappelijk goed, maar veel vaker niet. Als vervolgens iedereen een strikt particuliere opvatting van het goede voor universeel geldig houdt (men definieert het eigen goed als een goed voor allen) en dat aan de samenleving wil opleggen, ontstaat het gevaar dat de samenleving desintegreert en wegglijdt

naar de ‘oorlog van allen tegen allen’. Daarbij moeten we erop bedacht zijn dat de eigen opvat­ ting van het goede maar al te vaak een verhuld eigenb elang is, dat men tot elke prij s wil laten zegevieren. Daarvoor is macht nodig. Om te voorkomen dat de oorlog van allen tegen allen losbreekt, is superieure macht nodig, staats­ macht. Staatsmacht is niet alleen superieur door het monopolie van de geweldsmiddelen, maar ook door erkenning van de burgers (legitimatie). Dat is de reden waarom we niet over tolerantie van een dominante cultuur tegenover een sub­ cultuur kunnen spreken zonder daarbij belan­ gen, macht en bevoegd gezag ter sprake te bren­ gen. Concreet: moslims in Nederland hebben niet de macht om meningen die zij hartgrondig verwerpen niet te tolereren, maar zijn zelf voor het getolereerd worden van hun cultuur geheel afhankelijk van de verdraagzaamheid van de do­ minante cultuur. Die leemte is onvoldoende op- gemerlct: je zoekt onder de eenentwintig auteurs tevergeefs naar een allochtoon.

Een tweede kanttekening: de bundel is wel erg op de Nederlandse situatie geënt, alsof wij een eilandje zijn met een specifieke cultuur van tolerantie en multiculturaliteit. In werkelijkheid maken we deel uit van een groter geheel, waar men zo zij n ervaringen heeft opgedaan met nieuwe vormen van tolerantie voorbij het libera­ lisme. Ik denk hierbij aan de Verenigde Staten en Canada. Daar zijn de laatste decennia studies verschenen over de noodzaak niet langer libe­ raal te denken, maar pluralistisch. De eigen­ zinnige Amerikaanse filosoof John Kekes heeft met boeken als The Morality ofPluralism en Against Liberalism voor deze nieuwe ontwikke­ ling de toon gezet. Zijn naam ontbreekt in het re­ gister. Misschien iets voor een volgende bundel?

S & D P O L E M I E K

i. Meurs vs. Van der Zwan

In z ijn b e s p r e k in g v a n h e t W R R -r a p p o rt N e d e r la n d a ls im m ig r a t ie -

s a m e n le v in g in h e t v o r i g e n u m m e r v a n s o m c o n c lu d e e r t V a n d e r Z w a n d a t ‘d e w r r h e e ft v e r z u im d d e h e t e h a n g i jz e r s s m e e d b a a r te m a k e n ’.

P a u lin e M e u r s b e s t r ij d t d e z e c o n c lu s ie e n d ie n t V a n d e r Z w a n v a n r e p lie k .

In document NA DE DREUN S D Srebrenica (pagina 109-113)