• No results found

3.2 Metingen aan het spouwdoek gedurende de proef

3.2.2 Spectrum onder verduisteringsdoek

Gedurende de metingen (21-03-2017 tussen 13:15 en 14:15) was de PAR intensiteit buiten gemiddeld 1341 µmol (5 minuten waarde), vrij constant en licht afnemend: de laatste meting was 1014 µmol. In totaal liet het schermdoek 0.0142% van alle straling door. Verschillen tussen de afdelingen waren nihil.

Uitgedrukt in Lux gaven de metingen onder gesloten doek gemiddeld 3.4 lux aan. Dit niveau zit tussen de lichtintensiteit bij schemering (10 lux) en donker schemering (1 lux) aan. Dit niveau ligt net aan binnen het meetbereik van het apparaat (in lux is meetbereik 2 – 60000), waardoor de meting mogelijk aan nauwkeurigheid inboet.

In Figuur 28 is het spectrum onder het open (blauw, schaal op het rechter y-as) en het gesloten doek (groen, schaal op het linker y-as) getoond.

Belangrijk is dat beide spectra, als er gecorrigeerd wordt voor de enorme schaal verschillen

(factor 10.000!), praktisch een op een op elkaar vallen, waarbij straling buiten het PAR gebied over het

algemeen meer door het doek wordt tegengehouden dan PAR licht (zie ook Figuur 29, waar het per soort straling in % is weergegeven van het totaal met doek open). Er is dus geen reden om aan te nemen dat door het doek straling van buiten het PAR-gebied de kas in komt tijdens het verduisteren in de zomer.

Figuur 28 Spectrum onder het open doek (geen verduistering, rechter y-as) en onder het gesloten doek. Licht

Figuur 29 % straling dat door het doek in een van de drie afdelingen binnendringt, in relatie tot de straling

wat door het kasdek heen komt als het doek openligt. De percentages zijn extreem klein en net aan binnen het meetbereik van het apparaat.

3.2.3

Doektemperatuur

Zoals in 2.6 toegelicht, wordt de temperatuur van de beide lagen doek van het verduisteringsdoek geregistreerd. In Figuur 30 is deze voor de periode januari tot en met april weergegeven in vergelijking met de temperaturen van de kaslucht, van de plant (gemeten met een IR camera) en van de lucht boven de schermen (onder de nok). Van 10 uur tot 17 uur is de verduisteringsdoek gemiddeld minder dan 80% dicht, en stijgt de temperatuur van het gevouwen doek sterk. Daarom zijn de data uit het bestand gefi lterd.

In de grafi ek is te zien dat:

• De temperatuur van het onderste schermdoek uit het spouwscherm erg dicht ligt bij de temperatuur van de kaslucht.

• De lucht boven de schermen, onder de nok, ligt heel dicht bij de buitentemperatuur, onder de 10°C.

• De temperatuur van het bovenste schermdoek uit het spouwscherm dichter bij de kasluchttemperatuur zit dan bij de lucht boven het scherm. Dit komt omdat in nachten met een buitentemperatuur onder 10°C, naast het verduisteringsdoek ook het energiescherm dicht licht.

• Er is een stijging van de temperatuur van alle schermen, de kaslucht en de planten volgend op de start van de belichting rond 7 uur ‘s ochtends

• De temperatuur van de plant in de nacht onder de gesloten schermen is net iets lager dan de

schermtemperatuur en gelijk aan of iets hoger dan de kastemperatuur. Dit is afwijkend van de verwachting: zonder licht of straling zal de planttemperatuur lager zijn dan de kastemperatuur. Immers de plant zal ten gevolge van enige verdamping die plaats vindt afkoelen en de energie daarvoor wordt door de omgeving, kaslucht, eventueel warme verwarmingsbuizen of andere warme kasdelen weer aangevuld. Naar boven toe vanuit het gewas gezien kan in een nachtsituatie waarin geen belichting wordt gebruikt de temperatuur alleen maar afnemen. De getoonde profi elen laten dit patroon, op de gewastemperatuur gedeeltelijk na, dan ook zien. In de praktijk wordt dit echter ook regelmatig waargenomen (pers. mededeling E. Dings). Mogelijk speelt de nauwkeurigheid van de gewastemperatuur meting of de aanwezigheid van “warme” verwarmingsbuizen in het camerabeeld hierin ook een rol. Verdere analyse van het verschil in plant- en kasluchttemperatuur laat zien dat de verschillen per dag wel iets verschillen maar dat vrijwel de gehele periode die Figuur 30 beschrijft dit in de nacht het geval is.

Wageningen Plant Research Report 698

| 37

- de temperatuur van het onderste schermdoek uit het spouwscherm erg dicht ligt bij de temperatuur van de kaslucht.

- de lucht boven de schermen, onder de nok, ligt heel dicht bij de buitentemperatuur, onder de 10 °C. - de temperatuur van het bovenste schermdoek uit het spouwscherm dichter bij de

kasluchttemperatuur zit dan bij de lucht boven het scherm. Dit komt omdat in nachten met een buitentemperatuur onder 10 °C, naast het verduisteringsdoek ook het energiescherm dicht licht. - er is een stijging van de temperatuur van alle schermen, de kaslucht en de planten volgend op de start van de belichting rond 7 uur ‘s ochtends

- de temperatuur van de plant in de nacht onder de gesloten schermen is net iets lager dan de schermtemperatuur en gelijk aan of iets hoger dan de kastemperatuur. Dit is afwijkend van de verwachting: zonder licht of straling zal de planttemperatuur lager zijn dan de kastemperatuur. Immers de plant zal ten gevolge van enige verdamping die plaats vindt afkoelen en de energie daarvoor wordt door de omgeving, kaslucht, eventueel warme verwarmingsbuizen of andere warme kasdelen weer aangevuld. Naar boven toe vanuit het gewas gezien kan in een nachtsituatie waarin geen belichting wordt gebruikt de temperatuur alleen maar afnemen. De getoonde profielen laten dit patroon, op de gewastemperatuur gedeeltelijk na, dan ook zien. In de praktijk wordt dit echter ook regelmatig waargenomen (pers. mededeling E. Dings). Mogelijk speelt de nauwkeurigheid van de gewastemperatuur meting of de aanwezigheid van “warme” verwarmingsbuizen in het camerabeeld hierin ook een rol. Verdere analyse van het verschil in plant- en kasluchttemperatuur laat zien dat de verschillen per dag wel iets verschillen maar dat vrijwel de gehele periode die Figuur 30 beschrijft dit in de nacht het geval is.

Uit deze waardes volgt dat er een zeer klein netto straling verlies is te verwachten, zie 3.2.5.

Figuur 30. Cyclisch gemiddelde van het spouwdoektemperatuur (scherm boven en scherm onder) tussen januari en april als het spouwdoek meer dan 80% gesloten is. Ter vergelijking wordt ook de temperatuur getoond van de plant, de kas, en de lucht boven de schermen (onder de nok) op dezelfde tijdstippen.