• No results found

Speciale voorzieningen

In document Basisschool Wereldwijs Schoolgids (pagina 12-0)

3. De organisatie van het onderwijs

3.10 Speciale voorzieningen

Op bs Wereldwijs wordt de buitenomgeving de komende jaren omgevormd tot een speel- be-leef- ontdek- en leertuin, waar de kinderen spelenderwijs doorgaan met leren en ontdekken.

Deze wordt bijgehouden door een tuinteam bestaande uit ouders en leraren, maar vooral door de leerlingen zelf! In de tuin is ruimte voor talentontwikkeling, maar ook voor alle natuur en technieklessen. Zo gaan spelen en leren hand in hand.

Computergebruik

De computer is belangrijk in het onderwijs. We willen als school aansluiten bij de ontwikkelin-gen in de maatschappij. Ons doel is kinderen vertrouwd te maken met de computer en die functioneel te gebruiken. Vanaf groep 1 werken de kinderen regelmatig met de tablet.De kin-deren leren in de eerste jaren vooral de motorische vaardigheden. We doen dit spelenderwijs.

Naarmate de kinderen ouder worden gebruiken ze de computer als tekstverwerker en als in-formatie- en communicatiemiddel. Naast deze activiteiten gebruiken we de computer als hulp bij ons onderwijsproces. De leerlingen uit alle groepen maken gebruik van de diverse leer- en oefenprogramma’s. We hebben educatieve software op het gebied van lezen, reken, taal, zaakvakken en ook voor individuele leerlingbegeleiding.

schoolgids basisschool Wereldwijs 2020-2021 13 4. De zorg voor de leerlingen

4.1 Nieuwe leerling

Wanneer een kind de leeftijd van vier jaar bereikt heeft, kan het toegelaten worden op de ba-sisschool. Enige tijd voordat het kind op school komt, sturen we het kind ter verwelkoming een kaart waarop staat in welke groep het komt. In de tussentijd mag het kind alvast vijf dag-delen komen wennen. De ouder(s)/ verzorger(s) doen er verstandig aan om hun kind geruime tijd voordat het vier jaar wordt aan te melden. Tijdens de aanmelding kunnen de ouder(s)/

verzorger(s) en het kind kennis maken met bs Wereldwijs en alles wat daarbij hoort. De loca-tieleider geeft een rondleiding en informatie.

Als een leerling van een andere school naar ons toe komt, wordt door de directeur, vooraf, contact opgenomen met de vorige school. De vorige school stuurt dan een onderwijskundig rapport naar ons toe. Op die manier kunnen wij zo goed mogelijk inspelen op wat een leerling aan mogelijkheden heeft. Om grote kleutergroepen, de zogeheten “plofklassen” te voorko-men houden we een maximale groepsgrootte van 30 leerlingen aan in de kleutergroep. Om het onderwijs toch te kunnen waarborgen hebben we met de Drunense scholen het beleids-plan ‘Instroom 4-jarigen' (bijlage B11) opgesteld.

4.2 Het volgen van de leerling

Binnen ons systeem van leerstofjaarklassen streven we ernaar het onderwijs zo te organise-ren, dat er rekening gehouden wordt met de specifieke behoeften en mogelijkheden van elk kind. Doordat we werken met combinatiegroepen is het eenvoudig te organiseren wanneer leerlingen een niveau hoger of lager aanbod nodig heeft. In het rooster zijn de lessen zo ge-pland dat ze tegelijk aangeboden worden waardoor kinderen instructies kunnen volgen op ni-veau. Wie moeite heeft met bepaalde onderdelen krijgt extra hulp of oefening. De sterke leer-lingen krijgen extra uitdagende opdrachten. Er wordt steeds gezocht naar oplossingen die zo dicht mogelijk aansluiten bij de gewone leer- en werksituatie van leerling en leraar.

Belangrijk in het zorgsysteem van de school is de planmatige aanpak. Deze aanpak omvat on-der meer de geregelde bespreking van alle leerlingen, het houden van groepsgewijze school-onderzoeken, het leerlingvolgsysteem, de interne begeleiding.

4.3 Zorgstructuur

Om goed te kunnen inspelen op wat kinderen wel en niet kunnen, heeft bs Wereldwijs ervoor gekozen één van de personeelsleden te belasten met het organiseren van leerlingenzorg, onze interne begeleider; Monique Albers. Onze kinderen worden gevolgd via het leerlingvolgsys-teem van onze school. Voor kinderen met speciale hulpvragen wordt een handelingsplan op-gesteld en uitgevoerd binnen de eigen groep.

In het systeem van onze zorgverbreding onderscheiden we 4 fases:

1. Signalering

2. Analyse en diagnose

3. Opstellen en uitvoeren van groeps- en handelingsplannen 4. Evaluatie

schoolgids basisschool Wereldwijs 2020-2021 14

4.3.1 Signalering

De leerlingen van groep 1-2 worden tweemaal per jaar groepsgewijs bekeken op passief en actief taalgebruik, op motorische ontwikkeling, op sociaal-emotionele ontwikkeling en op ge-drag op het gebied van leren en uitvoeren van taken. In de hogere groepen worden de leer-lingen op vaste momenten in het schooljaar getoetst m.b.v. landelijk genormeerde toetsen van o.a. het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (CITO). Verder worden ook de vorderin-gen en de resultaten van toetsen die specifiek bij een bepaalde methode horen, geregistreerd in de groepsmap.

4.3.2 Analyse en diagnose

De gegevens van de toetsen, aangevuld met de observaties van de leraar en de resultaten van het dagelijks werk, worden besproken door de leraar en de interne begeleider. Er wordt daar-bij nadrukkelijk ook rekening gehouden met sociale en emotionele aspecten. Soms is die be-spreking aanleiding voor nader onderzoek, voor een individuele of groepsgewijze aanpak of een aanpassing van de geboden leerstof.

4.3.3 Opstellen en uitvoeren groeps- en handelingsplannen

Gebruikelijk is dat 2 keer per jaar in een groepsbespreking alle leerlingen doorgesproken wor-den door de leraar en de interne begeleider. Daaruit volgt per vakgebied een groepsoverzicht met clusters leerlingen. Op basis van patronen in het groepsoverzicht kiest de leraar voor acti-viteiten met de hele groep, subgroepen en/of individuele leerlingen. Deze clustering is flexi-bel.

De clustering gaat in maximaal 4 niveaus per leerjaar.

1. Basisgroep (standaard aanbod)

2. Subgroep 1 (standaard aanbod +aanvullende doelen o.a. herhaling)

3. Subgroep 2 (standaard aanbod + aanvullende doelen verrijking en verdieping) 4. Extra groep (eigen aanbod met eigen doelen)

4.3.4 Evaluatie

Groeps- en handelingsplannen worden steeds voor een beperkte periode gemaakt (half jaar).

Daarna wordt door de leraar en de interne begeleider besproken wat de volgende stap zal zijn. Individuele plannen worden besproken met de ouder(s)/ verzorger(s) en vastgelegd in het leerlingendossier.

schoolgids basisschool Wereldwijs 2020-2021 15

4.4 Passend onderwijs Vooraf

Het Samenwerkingsverband PO3010 omvat alle

basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs in de gemeenten Aalburg, Heusden, Loon op Zand en Waalwijk.

Sinds 1 augustus 2014 is het samenwerkingsverband verantwoordelijk voor de toelaatbaarheid en de bekostiging van leerlingen in het speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs. Om goed te kunnen bepalen wat nodig is voor een leerling heeft het samenwerkingsverband

daar een speciale commissie voor, de Toelatings- en adviescommissie (TAC). Voor leerlingen die gewoon in het basisonderwijs blijven maar ook extra ondersteuning nodig hebben geeft de TAC ook adviezen aan de scholen en kan verder voor een korte periode extra hulp bieden.

Deze hulp wordt geboden voor leerlingen die meer nodig hebben dan de afgesproken

ondersteuning die alle scholen moeten kunnen bieden, de zogeheten basisondersteuning. Het samenwerkingsverband vindt dat deze basisondersteuning van hele goede kwaliteit moet zijn en geeft samen met de verantwoordelijke schoolbesturen richting aan de ontwikkeling daarvan in de komende jaren. Uiteindelijk doel is dat het onderwijs en de ondersteuning op scholen van zo’n goede kwaliteit is dat scholen praktisch alles wat nodig is om de leerlingen te bedienen zelf kunnen.

Het samenwerkingsverband heeft als uitgangspunt voor de ondersteuning op de scholen, of deze nu door de scholen zelf of via de TAC wordt geleverd, dat deze aan twee voorwaarden moet voldoen. Op de eerste plaats moet de ondersteuning er toe leiden dat het kind leert om zelfstandig te zijn. Dat betekent niet dat het kind niet geholpen mag worden als dat nodig is, maar dat er gewerkt moet worden van heel veel hulp naar zo min mogelijk. Dat hoeft

overigens niet binnen een heel korte tijd maar is iets dat in de hele schooltijd opgebouwd kan worden.

Het tweede belangrijke punt is dat kinderen moeten leren om in een groep te werken. Ook hier geldt dat het tijdelijk buiten de klas ondersteunen van kinderen om achterstanden weg te werken en dergelijke zeker moet kunnen maar dat het uiteindelijk doel is om in de klas, met de andere kinderen, mee te kunnen.

Het samenwerkingsverband kiest hiervoor omdat de kinderen na de periode in het

basisonderwijs verder gaan in het voortgezet onderwijs en daarna het beroepsonderwijs. Om goed mee te kunnen komen in het voortgezet onderwijs en daarna is het nodig dat een leerling, zonder afhankelijk te zijn van voortdurende hulp, in een klas met de andere

leerlingen kan functioneren. Het voortgezet onderwijs is namelijk anders georganiseerd dan het basisonderwijs: meer vakken, meer leraren, roosters, huiswerkplanning en weinig tot geen mogelijkheden om buiten de klassen apart les te krijgen. Het is de taak van het

basisonderwijs, naast persoonlijke ontwikkeling, om de leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op hun verdere leer- en ontwikkelingsloopbaan. Iets wat wij samen met ouders en andere betrokkenen de komende jaren op zullen bouwen.

Zorgplicht

Vanaf 1 augustus 2014 worden de besturen verantwoordelijk voor de uitvoering van de zorg-plicht. Dat is in de wet geregeld. Het betekent dat scholen alles moeten doen om aan ieder kind goed onderwijs te geven. Het kan echter zijn dat de ondersteuningsbehoefte van een kind voor een school te groot is. De school heeft alles al gedaan wat mogelijk was, maar het

schoolgids basisschool Wereldwijs 2020-2021 16

lukt niet om het kind echt te ondersteunen. Op dat moment moet de school op zoek naar een school die wel in staat is om de gevraagde ondersteuning te bieden. Uiteraard worden ouders daarvan uitgebreid op de hoogte gehouden. Het is de bedoeling dat door de zorgplicht alle leerlingen op een passend plaats onderwijs krijgen. Geen kind tussen wal en schip!

De ouders

Het belang van een goede samenwerking tussen school en ouders wordt onderstreept. Vooral voor leerlingen met een ondersteuningsvraag is een goede samenwerking van het grootste belang. Alle scholen willen op een open en eerlijke manier communiceren met de ouders.

De scholen zien de ouders als educatief partner. Daarbij gaan wij uit van een wederzijdse be-trokkenheid van ouders en school om de schoolloopbaan van het kind te ondersteunen. In een gelijkwaardige relatie worden beslissingen ten aanzien van het kind gezamenlijk geno-men, uiteraard met inachtneming van de verschillende eindverantwoordelijkheden van ou-ders en school.

Kortom: ouders en school hebben elkaar hard nodig bij de vormgeving van passend onderwijs.

Basisondersteuning

Iedere school heeft in de afgelopen jaren al veel gedaan als voorbereiding op de invoering van passend onderwijs. Op iedere school van het samenwerkingsverband staat de zorg voor leer-lingen centraal. De scholen in het samenwerkingsverband hebben afspraken gemaakt over wat in ieder geval iedere school in het kader van passend onderwijs uitvoert. Dat noemen we de basisondersteuning. We noemen dan thema’s als: leerlingvolgsysteem, het zo vroeg moge-lijk signaleren van problemen, omgaan met verschillen tussen leerlingen, het geven van gedif-ferentieerde instructie, het voorkomen van pesten, samenwerking met instellingen voor jeugdhulp, het werken met een ondersteuningsteam e.d.

Iedere school heeft een eigen schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Daarin staat precies be-schreven wat de school doet. De medezeggenschapsraad heeft daar een advies over mogen geven.

Extra ondersteuning en aanmelding

Het kan zijn dat het met uw zoon of dochter niet gaat zoals je dat wenst. Als de school in het kader van de basisondersteuning alles heeft gedaan wat mogelijk is dan moet de school een beroep kunnen doen op extra ondersteuning en middelen. Die middelen zijn beschikbaar bij het Samenwerkingsverband LangstraatHeusdenAltena. Door een aanmelding bij de Toelaat-baarheids- en adviescommissie (TAC) kan de school een aanvraag indienen voor extra onder-steuning. Het is bedoeling dat de TAC maatwerk gaat leveren en precies gaat aangeven wat de school en het kind nodig hebben. De TAC en daarmee het Samenwerkingsverband Langstraat-HeusdenAltena stelt de school middelen en/of menskracht ter beschikking om meer passend onderwijs voor deze leerling mogelijk te maken. Wij noemen dat een arrangement. De school vraagt dat arrangement aan bij de TAC.

Het kan ook zijn dat de ondersteuningsbehoefte van uw zoon of dochter te groot zijn voor het regulier onderwijs. Samen met de ouders, de huidige school en de leden van de TAC wordt dan gekeken naar een plaats op het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. Daar-voor is in de toekomst een toelaatbaarheidsverklaring Daar-voor nodig.

schoolgids basisschool Wereldwijs 2020-2021 17

Ontwikkelingsperspectief

Als de school extra ondersteuning (middelen en/of menskracht) ontvangt van het Samenwer-kingsverband LangstraatHeusdenAltena dan moet dat op een goede manier worden ingezet.

Daar is een plan voor nodig. Dat plan heet een Ontwikkelingsperspectief.

De school schrijft in dat plan hoe zij de extra ondersteuning gaat inzetten bijvoorbeeld door nieuwe leermiddelen in te zetten, meer individuele begeleiding te geven of door steunlessen.

De school is verplicht met de ouders overleg te voeren over dat plan en u moet het er natuur-lijk mee eens zijn.

Bij conflict of geschil

Uiteraard is het denkbaar dat u als ouder het niet eens bent met een maatregel over uw kind.

Uiteraard is dan de eerste stap dat u in contact treedt met de groepsleerkracht en uw stand-punt kenbaar maakt. We hopen allemaal dat het dan lukt om het probleem op te lossen.

Indien dat niet lukt, is het denkbaar dat een bemiddelaar of ‘een derde persoon’ wordt inge-schakeld. Dat kan bijvoorbeeld een van de onderwijsconsulenten zijn. De overheid heeft extra middelen hiervoor ter beschikking gesteld en via de site: www.onderwijsconsulenten.nl kunt u in contact komen met deze organisatie. De school zelf is voor de behandeling van klachten te-vens aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie. Deze commissie onderzoekt de klacht en beoordeelt of deze gegrond is. De klachtencommissie brengt advies uit aan het schoolbestuur en kan aan haar advies aanbevelingen verbinden.

Het kan ook zijn dat u het niet eens bent met een beslissing van de TAC van het Samenwer-kingsverband LangstraatHeusdenAltena. Het SamenwerSamenwer-kingsverband LangstraatHeusdenAl-tena zelf heeft een adviescommissie van deskundigen samengesteld. Deze commissie advi-seert over bezwaarschriften betreffende beslissingen van het samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid van leerlingen tot het speciaal onderwijs. Indien u hiervan gebruik wenst te maken verzoeken wij u contact op te nemen met het Samenwerkingsverband LangstraatHeus-denAltena, voor meer informatie over de landelijke klachtenregelingen in het kader van pas-send onderwijs.

4.5 Naar het Voortgezet Onderwijs

Het is voor kind en ouder(s)/ verzorger(s) vaak een grote overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Het is vooral voor het kind erg belangrijk dat het daarbij de juiste keuze maakt. Om een goede keuze te kunnen maken wordt in het najaar een algemene informatieavond voor de ouder(s)/ verzorger(s) van de leerlingen van groep 8 van alle basis-scholen in Drunen gehouden. Op die avond wordt nader ingegaan op de vormen van voortge-zet onderwijs en de verdere gang van zaken. Vooraf ontvangen ouders een indicatie advies om wat gerichter te kunnen aansluiten bij presentaties op deze avond.

In de adviesgesprekken met de ouder(s)/ verzorger(s) wordt door de leraar verteld welke vorm van voortgezet onderwijs ons het meest geschikt lijkt voor het kind. Dat advies komt tot stand in samenspraak met directeur, de interne begeleider en de leraren van groep 6 tot en met 8. Het leerlingvolgsysteem speelt hierbij een belangrijke rol. Ook maken de leerlingen de Eindtoets. De uitslag van die toets is een extra aanwijzing bij het gegeven advies. De toets vindt plaats in april. Het adviesgesprek vindt in januari plaats.

Tegen de tijd van aanmelding op de scholen voor voortgezet onderwijs houden de meeste scholen open dagen, waarop kind en ouder(s)/ verzorger(s) de school eens goed kunnen bekij-ken. De aanmelding naar de verschillende scholen voor voortgezet onderwijs verlopen via die

schoolgids basisschool Wereldwijs 2020-2021 18

scholen. Tijdens de open dagen kunt u de aanmeldingsformulieren meenemen. Sommige for-mulieren worden via de basisschool verstrekt. De leraar vult voor de gekozen school een on-derwijskundig formulier in. In april neemt de toelatingscommissie van de gekozen school een beslissing over de toelating. Na toelating krijgen de kinderen de gelegenheid om alvast een dag naar hun nieuwe school te gaan.

4.6 Jeugdgezondheidszorg.

De afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD Hart van Brabant heeft tot doel de lichame-lijke- en psychosociale gezondheid van de kinderen te bewaken en te bevorderen. De begelei-ding door deze afdeling omvat het geven van adviezen en voorlichting en het vroegtijdig op-sporen van ziektes en afwijkingen.

De kinderen worden op een aantal vaste momenten tijdens de schoolperiode onderzocht.

Voor kinderen van de basisschool zijn deze momenten:

* gr. 2 Periodiek Gezondheidsonderzoek

* gr. 4 Indicatieonderzoek (indien nodig)

* gr. 7 Onderzoek

Het telefoonnummer van de GGD is 0900-4636443 4.7 Kanjertraining / Pestbeleid

Pesten is het gedrag dat min of meer bewust gericht is op een of meer kinderen en dat tot doel én gevolg heeft, dat degene die gepest wordt, zich gekwetst, geraakt, vernederd, afgewe-zen of buitengesloten voelt. Het is een vorm van psychische mishandeling van kinderen die niet meer in staat zijn zich daartegen te verdedigen.

Pesten komt meer voor dan men denkt; gemiddeld één op de twintig kinderen heeft dagelijks last van pesterijen. Dag in, dag uit gaan zij met een enorme tegenzin naar school. Slechts een klein deel van de gepeste kinderen vertelt thuis of op school, dat er gepest wordt.

Pesten is dus een zeer belangrijk, sluimerend probleem. Preventief werken we hier in de klas aan door dit regelmatig met de leerlingen te bespreken. In schooljaar 2015-2016 heeft het hele team de Kanjertraining gevolgd en zijn we de kanjermethode gaan toepassen voor de so-ciaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. De kanjertraining is geen methode die enkel ingezet wordt om het pesten aan te pakken, doel van de kanjertraining is vooral het realiseren en behouden van een veilig klimaat in de school waarbij pesten voorkomen wordt.

In de klachtenprocedure (zie hoofdstuk 11) lezen ouder(s)/ verzorger(s) en kinderen precies welke weg ze kunnen bewandelen, als hun klachten in hun ogen niet afdoende behandeld worden.

Vertrouwenspersonen

Het kan gebeuren dat er problemen ontstaan die niet zomaar even kunnen worden opgelost.

Leerlingen, leraren en ouder(s)/ verzorger(s) kunnen dan een beroep doen op de vertrou-wenspersonenvan onze school; Peggy de Jong

( Peggy.de.Jong@scalascholen.nl) en Ingrid van Logten (ingrid.van.logten@scalascholen.nl). Zij hebben de specifieke taak van vertrouwenspersoon op zich genomen. Zij zijnin principe altijd bereikbaar: voor en na schooltijd, telefonisch of schriftelijk op school of thuis. De vertrou-wenspersoon kan hulp bieden op de volgende probleemgebieden:

schoolgids basisschool Wereldwijs 2020-2021 19

1. Problemen van leerlingen, waarover ze niet met hun leraar kunnen of durven praten.

2. Machtsmisbruik op school tussen leerlingen onderling, leerlingen en leraren, leraren onderling en school en ouder(s)/ verzorger(s).

3. Machtsmisbruik of onmacht binnen het gezin, zoals kindermishandeling of seksueel misbruik.

De werkwijze van de vertrouwenspersoon is als volgt:

1. De betrokkene legt het probleem zo duidelijk mogelijk uit aan de vertrouwenspersoon.

2. De vertrouwenspersoon en de betrokkene bespreken samen de te nemen stappen.

3. De vertrouwenspersoon bewaart alle informatie in een dossier op een veilige plaats.

4. Er wordt geen informatie aan derden verstrekt zonder uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene.

5. Zo nodig roept de vertrouwenspersoon externe deskundigheid in.

6. Als het probleem is verholpen wordt dat in een afsluitend gesprek bevestigd.

Eenmaal per jaar wordt de functie van vertrouwenspersoon geëvalueerd. Hoe vaak werd er een beroep gedaan op de vertrouwenspersonen? Hoe goed zijn zij bereikbaar? Etc.

Voor klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek

Voor klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek

In document Basisschool Wereldwijs Schoolgids (pagina 12-0)