• No results found

Sociale innovatie

In document & Bloei groei (pagina 40-43)

hoe economische activiteit leidt tot

2.3 Sociale innovatie

Mensen hebben verschillende talenten gekregen en gaan daar op verschil-lende manieren mee om. De christendemocratie duidt deze verschillen posi-tief, omdat mensen elkaar op grond van deze verschillen nodig hebben en zo 75 | Rodrik (2004a).

nader tot elkaar komen77. Individu en gemeenschap versterken elkaar, zowel in economisch opzicht – omdat specialisatie en onderlinge uitwisseling tot welvaartsgroei leiden – als in sociaal opzicht – omdat mensen vreugde ervaren bij onderlinge samenwerking78. Deze houding kan aangeduid worden als een collegiale houding die gebaseerd is op vertrouwen en die gecultiveerd wordt met behulp van regels en gebruiken. Dit gebeurt bijvoorbeeld in arbeidsorgani-saties, waarin mensen een productieve samenwerking met elkaar aangaan. Dit betekent dat het verdienvermogen van een land in belangrijke mate beïnvloed wordt door het sociale weefsel tussen mensen.

De derde manier waarop individu en gemeenschap elkaar versterken is vrije tijd. Door specialisatie en samenwerking blijft er tijd over voor het onder-houden van sociale, culturele en religieuze banden. Bovendien biedt vrije tijd de mogelijkheid tot het gezamenlijk ontwikkelen van creatieve vaardigheden, wat indirect de economische capaciteit van mensen versterkt.

Een onderbelichte vorm van het bevorderen van menselijke bloei en economische groei is sociale innovatie. In het beleidsdebat gaat veel aan-dacht uit naar technische innovatie. Wanneer we echter economische activiteit opdelen in transformaties – het toevoegen van waarde, al dan niet met tech-nische hulpmiddelen, aan ruwe materialen – en transacties – het uitwisselen van toegevoegde waarde door middel van samenwerking – dan ontdekken we dat de kostenstructuur van moderne economieën in de afgelopen decennia sterk veranderd is. Waar in het verleden het grootste deel van de totale kosten gemaakt werd voor transformaties, gaat vandaag de dag een bijna even groot deel van de kosten op aan transacties79.

De oorzaak hiervoor is dat door toepassing van technologie en procesin-novaties de transformatie van ruwe materialen steeds goedkoper is geworden, terwijl door de toenemende complexiteit van de wereldeconomie – bijvoorbeeld als gevolg van globalisering en het opknippen van productieketens80 – transac-tiekosten relatief steeds hoger worden.

De komst van internet zorgt hierbij voor veel extra dynamiek: enerzijds maakt internet snellere, wereldwijde transacties mogelijk – wat een neerwaarts effect heeft op transactiekosten – anderzijds zorgt internet voor een explosie aan nieuwe, steeds complexere transacties – wat een opwaarts effect heeft op de transactiekosten. Al met al kunnen we concluderen dat de transactiekosten-economie in combinatie met de voortgaande digitale revolutie de aard van de economie wezenlijk verandert.

77 | Althusius schreef: ‘God has distributed his gifts in diverse ways among men. He did not give one person everything, but different things to different people, so that I need what you have and you need what I have; thus arose the necessity of sharing what is useful.’ Bron: Althusius (2010).

78 | De Middeleeuwse filosoof Marsiglio da Padua (1280-1343) sprak van de ‘civilis amicitia’. Bron: Black (2002).

79 | Wallis en North (1986).

BLOEI & GROEI

De veranderende aard van de economie heeft grote gevolgen voor de manier waarop we innoveren. We moeten daarom ons innovatiebegrip aanpassen, waarbij samenwerking een cruciale rol speelt. Zowel de organisatievorm als de organisatiecultuur hebben aantoonbare consequenties voor de hoogte van transactiekosten en de ontwikkeling van nieuwe producten en productiemetho-den81. Dit betekent dat sociale innovaties bij kunnen dragen aan productiviteits-verbeteringen en daarmee aan economische groei82.

Sociale innovatie is een relatief nieuw begrip dat haar intrede deed rond de eeuwwisseling. We definiëren sociale innovaties hierbij als vernieuwingen die aangebracht worden in de manier waarop mensen samenwerken, bijvoor-beeld vernieuwende organisatievormen, aansturingsvormen of samenwer-kingsvormen zoals flexibel werken, digitale samenwerkingsplatforms, inspira-tiesessies, het bevorderen van interdisciplinariteit, et cetera83. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat sociale innovatie tot betere prestaties van organisaties leidt; echter, deze onderzoeken hanteren veel en onderling verschillende invalshoeken en zijn bovendien veelal moeilijk toepasbaar in beleid84. Daarom gaan we hieronder concreet in op een aantal verschillende dimensies van, en randvoorwaarden voor samenwerking.

Wat betekent het aspect samenwerking voor de relatie bloei & groei? Samenwerking, en de verbetering daarvan door middel van sociale innovatie, draagt bij aan productiviteitsverbeteringen en arbeidsvreugde.

Samenwerking tussen mensen is nauw verbonden met kennisontwikkeling en technische innovatie. Samenwerking leidt namelijk tot nieuwe combinaties van ideeën, vernieuwingen die kunnen uitgroeien tot innovaties. Verder is samen-werking cruciaal voor het doorontwikkelen van complexe ideeën tot werkende goederen en diensten, evenals voor het vermarkten ervan. Daarbij komt dat kennis een zogenoemd niet-rivaliserend goed is: ideeën leiden niet alleen tot positieve effecten voor de bedenker, maar omdat iedereen er gebruik van kan maken, verhogen ze ook het algehele kennisniveau, waardoor weer nieuwe ideeën tot stand kunnen komen85. Samenwerking is daarmee naast onderwijs de tweede bron van kennisexternaliteiten86.

Economisch onderzoek wijst uit dat voor een vruchtbare kruisbestuiving van ideeën een fijne balans nodig is: enerzijds moet de cognitieve afstand tussen de samenwerkingspartners niet te klein zijn, want daar komen geen originele en 81 | Williamson (1985), hoofdstuk 1.

82 | Volberda (2007). 83 | Idem.

84 | Pot (2012).

85 | Hausmann et al. (2013), sectie 1. 86 | Stegeman (2012), pp. 12-15.

De veranderende aard van de economie heeft grote gevolgen voor de manier waarop we innoveren. We moeten daarom ons innovatiebegrip aanpassen, waarbij samenwerking een cruciale rol speelt. Zowel de organisatievorm als de organisatiecultuur hebben aantoonbare consequenties voor de hoogte van transactiekosten en de ontwikkeling van nieuwe producten en productiemetho-den81. Dit betekent dat sociale innovaties bij kunnen dragen aan productiviteits-verbeteringen en daarmee aan economische groei82.

Sociale innovatie is een relatief nieuw begrip dat haar intrede deed rond de eeuwwisseling. We definiëren sociale innovaties hierbij als vernieuwingen die aangebracht worden in de manier waarop mensen samenwerken, bijvoor-beeld vernieuwende organisatievormen, aansturingsvormen of samenwer-kingsvormen zoals flexibel werken, digitale samenwerkingsplatforms, inspira-tiesessies, het bevorderen van interdisciplinariteit, et cetera83. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat sociale innovatie tot betere prestaties van organisaties leidt; echter, deze onderzoeken hanteren veel en onderling verschillende invalshoeken en zijn bovendien veelal moeilijk toepasbaar in beleid84. Daarom gaan we hieronder concreet in op een aantal verschillende dimensies van, en randvoorwaarden voor samenwerking.

Wat betekent het aspect samenwerking voor de relatie bloei & groei? Samenwerking, en de verbetering daarvan door middel van sociale innovatie, draagt bij aan productiviteitsverbeteringen en arbeidsvreugde.

Samenwerking tussen mensen is nauw verbonden met kennisontwikkeling en technische innovatie. Samenwerking leidt namelijk tot nieuwe combinaties van ideeën, vernieuwingen die kunnen uitgroeien tot innovaties. Verder is samen-werking cruciaal voor het doorontwikkelen van complexe ideeën tot werkende goederen en diensten, evenals voor het vermarkten ervan. Daarbij komt dat kennis een zogenoemd niet-rivaliserend goed is: ideeën leiden niet alleen tot positieve effecten voor de bedenker, maar omdat iedereen er gebruik van kan maken, verhogen ze ook het algehele kennisniveau, waardoor weer nieuwe ideeën tot stand kunnen komen85. Samenwerking is daarmee naast onderwijs de tweede bron van kennisexternaliteiten86.

Economisch onderzoek wijst uit dat voor een vruchtbare kruisbestuiving van ideeën een fijne balans nodig is: enerzijds moet de cognitieve afstand tussen de samenwerkingspartners niet te klein zijn, want daar komen geen originele en 81 | Williamson (1985), hoofdstuk 1.

82 | Volberda (2007). 83 | Idem.

84 | Pot (2012).

85 | Hausmann et al. (2013), sectie 1. 86 | Stegeman (2012), pp. 12-15.

baanbrekende combinaties van ideeën uit voort; anderzijds moet de cognitieve afstand tussen samenwerkingspartners ook weer niet te groot zijn, want dan staat begripsverwarring een vruchtbare combinatie van ideeën in de weg87. Daarnaast is nabijheid een belangrijke factor: ideeën kunnen immers het gemakkelijkst worden overgedragen wanneer mensen elkaar kunnen treffen, bijvoorbeeld in regionale netwerken of clusters. Dit leidt tot agglomeratie-effecten c.q. kennisspilovers88.

Nabijheid van samenwerkingspartners in combinatie met een optimale cognitieve afstand van samenwerkingspartners ontstaat niet vanzelf. Nog moeilijker is het om, nadat een gezamenlijk idee is ontstaan, gezamenlijke investeringen tot stand te brengen. Met andere woorden, er is sprake van coördinatie-externaliteiten89: er zijn derde partijen, bijvoorbeeld overheden of kennisinstellingen, nodig die locatiekeuzes, uitwisselingskeuzes en investe-ringskeuzes op elkaar afstemmen.

Wat betekent het aspect sociale innovatie voor de relatie bloei & groei? De juiste cognitieve afstand, nabijheid en afstemming tussen samenwerkings-partners leidt tot een vruchtbare kruisbestuiving van ideeën (‘georganiseerde chaos’).

In document & Bloei groei (pagina 40-43)