• No results found

Sociale binding op het platteland

In document Mei-in-oar ien (Met elkaar één) (pagina 34-36)

4 Bevorderende factoren voor onderlinge verbondenheid in de gemeente

4.1 Sociale binding op het platteland

De hervormde gemeente van Twijzelerheide zoekt naar factoren die volwassenen van 18 tot 50 jaar opnieuw stimuleren tot de binding aan de gemeente. Twijzelerheide is een dorp op het platteland, vandaar dat het onderzoek ‘de dorpse doe democratie’ dat de SCP heeft gedaan naar binding die mensen hebben met het dorp me op weg kan helpen (SCP, 2016). Er wordt gekeken naar sociale contacten, sociale oriëntatie (vrienden en bekenden in het dorp), culturele binding, functionele binding en landschappelijke binding. Voor dit onderzoek is interessant hoe de sociale contacten en sociale oriëntatie van dorpsbewoners is.

4.1.1 Verschillende typen dorpsbewoners geeft verschillende gradaties van binding

In het genoemde SCP onderzoek worden verschillende dorpsbewoners onderscheiden, ik neem hieronder de beschrijving over van het SCP: Traditioneel gebonden, Sociaal gebonden, sociale rustzoekers, goede bekenden, rustzoekers, ongebonden en rustmijders (SCP, 2016):

 ‘Traditioneel gebonden’ bewoners (12% van bewoners van Friesland) hebben meestal meer

contacten in het dorp dan erbuiten. Deze gemiddeld oudere, lageropgeleide bewoners hebben daarbij een relatief sterke culturele en landschappelijke binding. Onder hen zijn veel dorpsautochtonen en kerkelijke bewoners.

 ‘Sociaal gebonden’ bewoners (7%) hebben eenzelfde sterke sociale binding en zijn vaak in het

dorp geboren en getogen. Anders dan ‘traditioneel gebonden’ bewoners ervaren zij weinig landschappelijke, culturele en functionele binding en zijn ze overwegend jong.

 ‘Sociale rustzoekers’ (25%) hebben ook veel contacten in het dorp, maar minstens evenveel

contacten buiten het dorp. Verder hebben zij een sterke landschappelijke binding, vaak een middelbare leeftijd (34% is 45 – 59 jaar) en een lange geschiedenis in het dorp.

 ‘Goede bekenden’ (21%) hebben eveneens veel contacten in het dorp, zonder sociaal gezien

sterk op het dorp georiënteerd te zijn. Deze groep heeft geen sterke landschappelijke binding. Iets vaker dan gemiddeld zijn zij vrouw en ouder van thuiswonende kinderen. Ook de leeftijdsgroep 45 – 59 jaar is hier sterk vertegenwoordigd met 31%.

 ‘Rustzoekers’ (24%) hebben weinig contacten in het dorp, maar de landschappelijke binding

van deze groep is sterk. Onder deze groep zijn veel nieuwe bewoners, hoger opgeleiden en bewoners van middelbare leeftijd (34% is 45 – 59 jaar).

 ‘Ongebonden’ bewoners (9%) hebben eveneens weinig contacten in het dorp. Ze wonen relatief

kort in het dorp, zijn relatief vaak alleenstaand en hebben vaak een laag inkomen.

 ‘Rustmijders’ (2%) vormen een kleine groep. Het zijn vooral jonge bewoners die ‘het landschap’

33

Een aantal zaken valt op als ik het onderzoek bestudeer en het vergelijk met de situatie in Twijzelerheide. Sociale rustzoekers en rustzoekers zijn samen goed voor 49% van de Friese plattelandsbevolking, verwacht wordt dat in het als gesloten dorpsgemeenschap getypeerde Twijzelerheide de verhouding anders zal zijn. Twijzelerheide kent meer traditioneel gebonden en sociaal gebonden bewoners en minder rustzoekers die van buiten komen.

Uit het SCP onderzoek blijkt dat traditioneel gebonden bewoners zijn het sterkst vertegenwoordigd onder ouderen (de leeftijdsgroepen 45 tot 59, 60 tot 74 en 75+), een groot deel van de kerkbezoekers in Twijzelerheide.

Verder blijkt dat de leeftijdsgroep tussen 15 en 29 goed vertegenwoordigd is bij de groepen: Sociaal gebondenen (39%), Rustmijders (53%), goede bekenden (21%) en bij ongebonden dorpsbewoners (23%). Dit zijn groepen die volgens hetzelfde onderzoek verhoudingsgewijs minder betrokken zijn op de geloofsgemeenschappen.

De groep van 30-44 jaar is gelijkmatig verdeeld over alle typen dorpsbewoners, van elke groep maakt zij ongeveer 20% uit (SCP, 2016).

4.1.2 Onderlinge relaties in het dorp:

Uit hetzelfde onderzoek van SCP blijkt dat 94% van de ondervraagde mensen 6 of meer mensen kent uit het dorp waarin ze wonen. Er wordt gevonden dat maar liefst 71% aangeeft dat 6 of meer dorpsbewoners bij hen over de vloer komen. Er zijn dus veel onderlinge contacten in een doorsnee dorp in Nederland, dat is een positief teken als het gaat om onderlinge relaties.

Het onderzoek vroeg ook of mensen dorpsgenoten om hulp kunnen vragen als zij dat nodig hebben, 45% van de bewoners reageerde hierop positief. En op de vraag of men wel eens iets persoonlijks bespreekt met 6 of meer dorpsbewoners reageerde 36% positief (SCP, 2016).

Ook kwam in het onderzoek naar voren dat traditioneel gebonden en sociaal gebonden bewoners een grotere sociale oriëntatie op het dorp hebben, dat betekent dat zij meer kennissen en vrienden binnen het dorp hebben dan daarbuiten. Zij zijn dus meer sociaal afhankelijk van het dorp en hebben daar dus ook hechtere relaties. Deze twee groepen bewoners, zetten zich ook meer in voor initiatieven die de onderlinge ontmoeting stimuleren. De activiteit van andere dorpsbewoners in vrijwilligerswerk hangt sterk af van de beleving van de leefbaarheid binnen een dorp:

Als dorpsbewoners positiever zijn over de leefbaarheid, dan participeren ze meer in vrijwilligerswerk. Zijn ze minder positief, dan verleggen ze hun activiteiten naar andere activiteiten of contexten. Traditioneel gebonden dorpsbewoners zijn hierop een uitzondering zij zijn meer plichtsgetrouw en besteden ook tijd aan activiteiten als zij minder positief zijn (SCP, 2016).

Dat is goed om te weten, want dit geldt ook voor de kerk, als leden die minder behoefte hebben betrokken te zijn, positiever zijn over het klimaat in de kerk, zullen zij zich eerder inzetten en meedoen met de activiteiten die er zijn.

Onderzoek van Motivaction in 2011 leverde het resultaat op dat de PKN met de manier van communiceren van het evangelie vooral bepaalde groepen mensen bereikt. Motivaction kent acht mentality milieus. Van die milieus worden vooral de traditionele burgerij en de postmaterialisten aangesproken. Als tip om ook moderne en postmoderne milieu meer aan te spreken met het evangelie geeft motivaction (Kerk mag minder bescheiden zijn, 2011):

34

Verbind de boodschap van het evangelie met hier en nu in plaats van met ver weg en straks. Heb aandacht voor vragen in het dagelijks leven van mensen en de gevoelens die deze met zich meebrengen. Wees als kerk minder bescheiden; de ingetogen stijl sluit niet aan bij de meerderheid van de Nederlanders. Geef een duidelijk verhaal en wees trots waar je voor staat. De troost, de kracht en de richting die geloven biedt zijn bij velen onbekend. Sluit als kerk aan bij wat mensen werkelijk raakt (Kerk mag minder bescheiden zijn, 2011).

Verwacht wordt dat het mentality milieu van Traditionele burgerij van Motivaction een sterke overlap heeft met wat in het onderzoek van SCP de traditioneel gebonden dorpsbewoner wordt genoemd.

4.1.3 Conclusie en samenvatting

Bovenstaande gegevens zeggen iets over trends in onderlinge verbindingen in de dorpsgemeenschap in algemene zin. Sommige mensen hebben minder behoefte om in grote mate betrokken te zijn op andere mensen, een meer oppervlakkige binding is voor hen voldoende. Door de mobiliteit zijn sociale contacten buiten het dorp gemakkelijk te onderhouden en kiest men ook bewust voor contacten die men wil verdiepen buiten het dorp zoals relaties via hobby’s en sportverenigingen of vrienden van vroeger. Daarnaast is men functioneel minder aangewezen op het dorp: werkgelegenheid en winkels zijn veelal buiten het dorp. Dat heeft als gevolg dat er ook minder vanzelfsprekend onderlinge ontmoetingen zijn. Mensen moeten dus zelf kiezen om betrokken te zijn bij de dorpsgemeenschap. Ondanks dat kennen mensen elkaar vaak nog wel in het dorp en komen bij elkaar over de vloer. En ze vragen zo nodig om hulp bij elkaar. Er is dus wel onderlinge verbinding.

Mensen zijn bereid zich in te zetten als zij positiever zijn over de leefbaarheid in hun omgeving, dan zien zij meer het nut van de bijdrage die ze kunnen leveren. Ergens kan die positieve leefbaarheid dus ook gestimuleerd worden, is hier een rol voor de kerk weggelegd?

Opgemerkt wordt dat traditionele dorpsbewoners plichtsgetrouw zijn en zich ook inzetten als zij het nut of de relevantie ervan niet inzien. Daarmee vraag ik me af of mensen (traditionele dorpsbewoners) de kerk zien als iets wat verplicht in stand moet worden gehouden? En zijn ze daarmee net als de overige groepen eigenlijk ook van mening dat de kerk gezien minder relevant voor hen is? Voordeel van de traditioneel gebonden bewoners is dat zij betrokken zijn bij de kerk en daarnaast ook erg betrokken zijn in andere verbanden van het dorp, deze bewoners hebben veel netwerken in het dorp, dat is een kans voor de kerk.

Voor de groep mensen die betrokken is bij de kerk is het van belang om het advies van Motivaction ter harte te nemen: trots zijn op de troost, kracht en richting die het geloven biedt in het leven door alle situaties heen, dan zal er meer van de relevantie die gelovigen zien in het evangelie uitstralen uit de gemeenschap. De gemeenschap wordt dan meer uitnodigend en uitdagend.

In document Mei-in-oar ien (Met elkaar één) (pagina 34-36)