DEEL 3: METHODOLOGIE 27
2.3. Sociaal – cultureel in België als pushfactor? 41
In België vormen de participanten een etnische minderheid. Ze geven aan frequent behandeld te worden als lid van een etnische minderheid door etnische Belgen. Zo wordt geaccentueerd wat zij niet zijn: ze zijn “anders” en maken geen volwaardig deel uit van de Belgische samenleving. Doordat ze in de Belgische samenleving voortdurend anders bekeken worden, wordt hun Turkse identiteit versterkt:
Gewoon die Turkse identiteit is zo centraal, dat is het verschil en dat wordt belicht dat wordt benadrukt. Hier voel ik me meer Turks dan in Turkije. Want hier is uw Turkse identiteit relevant, dat is hetgeen je anders maakt dan de rest. -‐Lale
De sociale omgeving speelt een belangrijke rol bij het bepalen van de identiteit. De wij-‐ zij-‐opdeling heeft een grote impact op de mate waarin de participanten zich verbonden voelen met de Belgische samenleving. Ondanks het feit dat zij geboren zijn in België en zichzelf aanvankelijk niet als een buitenstaander zien, voelen ze zich door het labelen gaandeweg meer en meer zo. Om dit te duiden, geeft Emine bijvoorbeeld aan dat zij derde generatie jongere nog steeds beschouwd wordt als “allochtoon”, waarbij de buitenwereld haar benadert alsof zij pas gisteren is aangekomen.
Deze wij-‐zij-‐opdeling en de daaraan gekoppelde houding tegenover etnische minderheden, wordt volgens de participanten alleen maar verstrekt door de opkomst van rechtste partijen en de media. Het is volgens vijf participanten een doorslaggevende factor in de huidige polarisatie van de samenleving en de daarmee gepaard gaande stigmatisering. De participanten geven aan dat sinds 9/11 moslims negatiever voorgesteld worden in de media. Dit is een reden voor Ece en Nevzat om het nieuws in België niet meer te volgen. Ze ontwikkelden een afkeer waardoor zij meer focussen op internationale nieuwskanalen.
Daarnaast creëert hun islamitische achtergrond het gevoel een “tweederangsburger” te zijn. Zo haalden twee participanten aan dat het dragen van een hoofddoek hun schoolcarrière hinderde. In onderstaand citaat legt Lale de situatie uit:
Kijk hier heb ik bepaalde jobs totaal niet heb kunnen overwegen zelf. Omdat ik een hoofddoek draag en dat vind ik jammer. Ik zou graag leerkracht willen worden, dat was één van de dingen waar ik aan dacht. Maar daar zou ik nooit werk vinden met een hoofddoek. Dus ik kon dat zelfs niet
overwegen om dat te studeren.
Het dragen van haar hoofddoek zorgde er niet alleen voor dat ze bepaalde studierichtingen niet overwoog. Het zorgde ook voor ongemakkelijke situaties in het secundair. Ze benadrukt dat ze hierdoor anders benaderd werd en ze zich op school niet op haar gemak voelde doordat ze zich constant moest verantwoorden over haar religieuze achtergrond. Dit gevoel van onbehagen deelt ook Emre. Zijn voornaamste drijfveer om te verhuizen is het hoofdoekenverbod op school in België. Hij maakt zich zorgen over het mentaal welzijn van zijn dochters. Leerlingen die bij de schoolpoort hun hoofddoek moeten afzetten, krijgen volgens hem het gevoel dat zij daar niet thuis horen. Hij geeft aan dat hij zijn dochters dit gevoel wilt besparen. Vervolgens stellen vier participanten dat structureel de rechten van moslims afgenomen worden:
Als er meer vrijheid komt voor moslims in plaats van meer beperkingen. Nu er is weer iets met verdoofd slachten en daarvoor was het met besnijdenis met moslims. Ik zie dat structureel de rechten van de moslims wordt afgenomen. Dus als er iets ten voordele van de gelovigen zou veranderen dan blijf ik liever hier.
-‐Emre
De meervoudige identiteit wordt niet erkend en dit zorgt voor een groeiend gevoel van onbehagen bij acht participanten. Het wekt de indruk op dat ze zicht gedwongen moeten identificeren met één van de culturen. Eén van deze participanten, Lâle maakt in het volgende citaat duidelijk hoe moeilijk dit voor haar is:
Soms heb ik echt het gevoel van ik pas hier precies niet. Alsof ik zo een puzzelstuk aan het forceren ben.
De daarmee gepaarde conflicten vormen, voor vijf van de negen participanten, één van de prominentste redenen om naar Turkije te verhuizen. Deze vijf, willen hun kinderen het leed van uitsluiting besparen en hen behoeden voor vervreemding van hun Turkse cultuur:
Ik vind dat heel belangrijk en dat ze ook zo éénheidsgevoel hebben met Turkije. Want ik ben nu zowel echt extreem pro Turkije omdat daar zo van hou. Maar niet iedereen is zo hier. Ik zou niet willen bijvoorbeeld dat mijn kinderen ook zo'n beetje vervreemd worden van onze cultuur of van wat er daar gebeurt.
Soms denk ik ook van ik wil mijn kind dit niet aandoen en gewoon meenemen naar Turkije en dat hij zich 100% Turk kan voelen. En zich niet verdeeld voelt.
-‐Nur
Dit toenemend ongenoegen over de houding tegenover etnische minderheden wordt door zeven van de negen participanten als voornaamste drijfveer aangehaald om België te verlaten. Het anders bekeken worden en de daarmee gepaard gaande moeilijkheden vallen volgens hen weg in Turkije. Daarnaast vrezen zij dat de komende generaties de Turkse identiteit zullen verliezen. Enkelen willen remigreren om assimilatie te voorkomen, zodat zij hun Turkse cultuur en islamitische geloof kunnen behouden.