• No results found

Als u een onderwerpsstand (digitaal Vari-programma) selecteert, worden automatisch de optimale instellingen voor het gekozen onderwerp geselecteerd. Creatief fotograferen was nog nooit zo eenvoudig.

: Automatisch ( 14) : Landschap ( 20) : Sport ( 20) : Nachtportret ( 20)

: Portret ( 19) : Kinderen ( 20) : Close-up ( 20)

Standen voor richten-en-schieten (onderwerpsstanden) Standen voor richten-en-schieten (onderwerpsstanden)

Inleiding—Eerste stappen

1

Schakel de camera uit en verwijder de body-dop. Verwijder de achterste lensdop van het objectief.

2

Houd de bevestigingsmarkering op het objectief gelijk met de markering op de camerabody en plaats het objectief op de bajonetvatting van de camera. Draai het objectief linksom (tegen de klok in) tot dit op zijn plaats klikt. Zorg ervoor dat u hierbij niet op de objectiefontgrendelingsknop drukt.

Eerste stappen

Een objectief bevestigen

Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer u het objectief verwijdert.

Objectieven verwijderen

Let erop dat u de camera uitzet wanneer u objectie-ven verwijdert of verwisselt. U verwijdert het objectief door de objectiefontgrendelingsknop ingedrukt te houden terwijl u het objectief rechtsom (met de klok mee) draait.

Diafragmaring

Als het objectief van een diafragmaring is voorzien, zet u het diafragma vast op de kleinste instelling (hoogste f/-waarde). Raadpleeg de handleiding van het objectief voor meer informatie.

8

Inleiding—Eerste stappen

1.1 Sluit hiervoor het netsnoer aan op de lader en steek de stekker in het stopcon-tact.

1.2 Plaats de batterij in de lader. Het laad-lampje knippert terwijl de batterij wordt opgeladen. Het duurt circa 135 minuten om een lege batterij volledig op te laden.

1.3 De batterij is volledig opgeladen als het laadlampje niet meer knippert. Verwijder de batterij uit de lader en haal de stekker van de lader uit het stopcontact.

De batterij opladen en plaatsen

Gebruik de meegeleverde EN-EL3a batterij en MH-18a snellader.

1

Laad de batterij op

De batterij en de lader

Lees alle waarschuwingen en instructies op pagina’s ii–iii en 118–119 van deze handleiding en de waarschuwingen en instructies die door de batterijfabri-kant worden meegeleverd, en neem deze in acht.

Gebruik de batterij niet bij een omgevingstemperatuur van minder dan 0 °C of meer dan 40 °C. Tijdens het opladen moet de temperatuur tussen 5–35 °C liggen. Tijdens het gebruik kan de batterij heet worden. Laat de batterij afkoelen voordat u deze oplaadt. Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kan de batterij bescha-digd raken, kunnen de prestaties afnemen of wordt de batterij mogelijk onvoldoende opgeladen.

Het meegeleverde netsnoer is uitsluitend bedoeld voor gebruik met de MH-18a en is alleen bestemd voor gebruik in Nederland. Voor gebruik in het buitenland moet u wellicht een andere kabel aanschaffen. Neem hierover contact op met een erkende Nikon leverancier of servicedienst.

Inleiding—Eerste stappen 2.1 Nadat u hebt gecontroleerd of de camera

uit staat, opent u het klepje van de bat-terijruimte.

2.2 Plaats een volledig opgeladen batterij, zo-als rechts is aangegeven. Sluit het klepje van de batterijruimte.

2

Plaats de batterij

10

Inleiding—Eerste stappen

3

2 4

5 1

Basisinstellingen

De eerste keer dat de camera wordt aangezet, verschijnt het menu voor taalselectie uit stap 1 op de monitor. Volg de onderstaande stappen om een taal te kiezen en de datum en tijd in te stellen.

Taalselectiemenu wordt weergegeven. Selecteer een taal.

Het menu DATUM verschijnt. Duw de multi-selector naar links of naar rechts om een item te

selecte-ren en duw deze omhoog of om-laag om de waarde te wijzigen.

Verlaat het menu DATUM. De monitor wordt uitgeschakeld.

Een taal kiezen via het setup-menu ( 68)

Als u Taal (LANG) selecteert in het setup-menu, wordt het menu uit stap 1 weerge-geven. Markeer een optie met de multi-selector en druk op de knop om terug te keren naar het setup-menu.

De datum en tijd wijzigen ( 68)

Als u Datum selecteert in het setup-menu, wordt het menu uit stap 3 weergegeven.

Stel de datum en tijd in zoals wordt beschreven in stap 4 en druk op de knop om terug te keren naar het setup-menu.

Inleiding—Eerste stappen

1.1 Voordat u een geheugenkaart plaatst of verwijdert, moet u de camera uitzetten en het klepje over de kaartsleuf openen.

1.2 Plaats de geheugenkaart zoals rechts is aangegeven tot deze op zijn plaats klikt.

Het lampje voor geheugenkaarttoegang brandt ongeveer één seconde. Sluit het klepje van de geheugenkaartsleuf.

1.3 Zet de camera aan. Als het aantal res-terende opnamen op het LCD-venster wordt weergegeven, is de kaart gereed voor gebruik.

Als het bovenstaande bericht op de mo-nitor wordt weergegeven, moet u de ge-heugenkaart formatteren voordat u deze in de camera kunt gebruiken. Ga verder met stap 2.

Een geheugenkaart plaatsen

De camera slaat foto’s op op SD-geheugenkaarten (Secure Digital, apart verkrijgbaar).

1

Plaats een geheugenkaart

Voorkant

12

Inleiding—Eerste stappen

2

.1

2

.2

2

.3

2

Formatteer de geheugenkaart

Als u een geheugenkaart formatteert, worden alle foto’s en andere gegevens op deze kaart permanent verwijderd. Kopieer daarom alle gegevens die u wilt behouden naar een ander opslagmedium voordat u de kaart formatteert.

Markeer Ja. Start het formatteren. Zet de came-ra niet uit en verwijder de batterij of de geheugenkaart niet voordat

het formatteren is voltooid.

De monitor wordt uitgeschakeld nadat het formatteren is vol-tooid.

Geheugenkaarten formatteren

Gebruik de optie Formatteren van de camera om geheugenkaarten te formatteren.

De prestaties kunnen afnemen als een kaart via een computer wordt geformat-teerd.

Een geheugenkaart verwijderen 1 Controleer of het toegangslampje uit staat.

2 Zet de camera uit en open het klepje over de geheugenkaartsleuf.

3 Druk op de kaart, zodat deze naar buiten komt (햲).

U kunt de kaart vervolgens met de hand verwijderen (햳).

Inleiding—Eerste stappen

1

Verwijder de lensdop en zet de camera aan.

2

Draai de dioptrie-instelknop omhoog of omlaag tot de scherpstelhaakjes scherp zijn. Let erop dat uw vingers of nagels niet in uw ogen komen wanneer u de dioptrie-instelknop gebruikt terwijl u uw oog voor de zoeker houdt.

De scherpstelling van de zoeker aanpassen

U kadreert foto’s in de zoeker. Controleer voordat u een foto maakt of het beeld in de zoeker scherp is.

Scherpstel-haakjes U kunt het oculairkapje verwijderen wanneer u de scherpstelling van de zoeker aanpast.

14

Instructies—Foto’s maken in de stand

1.1 Verwijder de lensdop en zet de camera aan. Het LCD-venster gaat aan en de aanduidingen in de zoeker lichten op. De monitor blijft uit terwijl u fotografeert.

1.2 Controleer het batterijniveau in de zoeker of op het LCD-venster.

LCD-venster Zoeker

Beschrijving

Batterij volledig opgeladen.

Batterij gedeeltelijk opgeladen.

Batterij bijna leeg. Houd een volledig opgeladen

1.3 De opnametellers op het LCD-venster en in de zoeker geven aan hoeveel foto’s nog op de geheugenkaart kunnen wor-den opgeslagen. Controleer het aantal resterende opnamen.

Als er onvoldoende geheugen beschik-baar is om foto’s op te slaan bij de hui-dige instellingen, knippert de aanduiding die u hier rechts ziet. U kunt pas foto’s maken als u de geheugenkaart vervangt of foto’s verwijdert.

Instructies:

Fotograferen en weergeven

Foto’s maken in de stand

Fotograferen met richten-en-schieten In dit gedeelte wordt beschreven hoe u foto’s maakt in de stand (automa-tisch). Dit is een automatische stand voor “richten-en-schieten” waarin de ca-mera de meeste instellingen bepaalt op basis van de opnameomstandigheden.

1

Zet de camera aan

Instructies—Foto’s maken in de stand 2.1 Draai de keuzeknop naar .

2.2 Draai de keuzeknop voor de scherpstel-stand naar AF (autofocus).

2.3 Schuif de A-M-schakelaar naar A (auto-focus). Raadpleeg de handleiding van het objectief voor meer informatie.

2

Selecteer de stand en pas de camera-instellingen aan

16

Instructies—Foto’s maken in de stand

3.1 Houd de camera vast zoals hier is aange-geven.

De camera vasthouden

Houd de handgreep in uw rechterhand en houd de camerabody of het objectief vast met uw linkerhand. Druk uw ellebogen tegen uw lichaam ter ondersteuning.

3.2 Kadreer de foto in de zoeker en zorg dat het hoofdonderwerp zich binnen een van de vijf scherpstelvelden bevindt.

3

Kadreer het beeld

Scherpstel-veld Een zoomobjectief gebruiken

Zoom met de zoomring in op het onder-werp, zodat dit een groter deel van het beeld vult, of zoom hiermee uit, zodat in de uiteindelijke foto een groter gebied zichtbaar is.

Inzoomen

Uitzoomen

Instructies—Foto’s maken in de stand 4.1 Druk de ontspanknop half in. De camera

selecteert automatisch het scherpstelveld waarin zich het onderwerp bevindt dat zich het dichtst bij de camera bevindt en stelt scherp op dit onderwerp. Wanneer de camera heeft scherpgesteld, licht het geselecteerde scherpstelveld op, hoort u een pieptoon en verschijnt de scherpstel-aanduiding (●) in de zoeker. De scherp-stelling blijft vergrendeld zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.

Als het onderwerp donker is, kan de AF-hulpverlichting aan gaan, zodat de camera beter kan scherpstellen, en wordt de fl itser mo-gelijk uitgeklapt.

4.2 Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te ontspannen en de foto te ma-ken. De foto wordt op de monitor weer-gegeven en het toegangslampje naast het klepje over de kaartsleuf brandt. U mag de geheugenkaart niet verwij-deren, de camera niet uitzetten en de voeding niet verwijderen of loskop-pelen tot het lampje uitgaat en de opname is voltooid.

4

Stel scherp en druk af

De ontspanknop

De camera heeft een ontspanknop met twee standen. De camera stelt scherp wanneer de knop half wordt ingedrukt en de scherpstelling wordt vergrendeld tot de knop wordt losgelaten. U maakt een foto door de ontspanknop helemaal

18

Instructies—Foto’s maken in de stand

De ingebouwde fl itser

Als in stand voor een correcte belichting extra licht nodig is, wordt de ingebouwde fl itser automatisch uit-geklapt wanneer u de ontspanknop half indrukt. On-derwerpen buiten het bereik van de fl itser (0,6– 7,5 m) worden mogelijk niet correct verlicht. Verwijder de zonnekap wanneer u de fl itser gebruik.

Wanneer de fl itser eenmaal is uitgeklapt, zal deze al-leen ontsteken wanneer dit nodig is voor aanvullende verlichting. Indien fl itsen nodig is, kan de foto alleen worden gemaakt als de (fl itser-gereed) aanduiding wordt weergegeven. Wacht tot de fl itser-gereedaan-duiding wordt weergegeven voordat u gaat fotogra-feren.

Als u de fl itser niet gebruikt, kunt u de batterij sparen door de fl itser in te klappen. Hiervoor drukt u de fl itser zacht omlaag tot deze vastklikt.

U kunt de fl itser desgewenst uitschakelen, zodat deze niet wordt gebruikt, zelfs niet bij weinig licht. Druk op de knop en verdraai de instelschijf totdat op het LCD-venster wordt weergegeven. Als u de fl itser weer wilt inschakelen, drukt u op de knop en verdraait u de instelschijf totdat op het LCD-venster wordt weergegeven.

Flitser wordt gebruikt bij weinig licht

Flitser uit Automatisch met

rode-ogenreduc-tie (zie ‘Naslag’)

Instructies—Onderwerpsstanden

1

Draai de keuzeknop naar de gewenste on-derwerpsstand.

Onderwerpsstanden

Creatieve fotografi e Naast biedt de D50 een keuze uit zes onderwerpsstanden. Als u een onderwerpsstand selecteert, worden automatisch de optimale instellingen voor het gekozen onderwerp geselecteerd. Creatief fotograferen was nog nooit zo eenvoudig.

Stand Beschrijving

Portret Voor portretten.

Landschap Voor landschappen.

Kinderen Voor foto’s van kinderen.

Sport Voor bewegende onderwerpen.

Close-up Voor close-upopnamen van kleine onderwerpen.

Nachtportret Voor portretten tegen een nachtelijke achtergrond.

Foto’s maken met een onderwerpsstand:

2

Kadreer de foto, stel scherp en druk af zoals is beschreven voor de stand .

Portret: een portret tot leven laten komen Gebruik deze stand voor portretten. De camera selecteert het scherpstelveld met het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt. Dit onderwerp wordt scherp vastgelegd, terwijl de achtergronddetails zacht worden weergegeven, zodat de compositie diepte krijgt. Kleuren

wor-den zo verwerkt dat dit zachte, natuurlijk uitziende huidtinten oplevert.

• De mate van ontscherpte van de achtergrond hangt af van de beschik-bare hoeveelheid licht. Vergroot de afstand tussen het onderwerp en de

20

Instructies—Onderwerpsstanden

Kinderen: kinderfoto’s met levendige kleuren maken Gebruik deze stand voor kiekjes van kinderen.

Kleding en achtergronddetails worden levendi-ger, terwijl huidtinten zacht en natuurlijk blijven.

• De camera selecteert het scherpstelveld met het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt.

Landschap: de natuur in al zijn glorie vastleggen Gebruik deze stand voor levendige landschapsfoto’s waarin contouren, kleuren en contrasten in onderwer-pen als vergezichten en bossen worden benadrukt.

• De camera selecteert het scherpstelveld met het on-derwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt.

• De ingebouwde fl itser en de AF-hulpverlichting worden automatisch uitgeschakeld.

Sport: mensen in actie fotograferen

Door de langere sluitertijd wordt de beweging vastgelegd voor dynamische sportfoto’s waarin het hoofdonderwerp duidelijk afsteekt.

• De camera stelt voortdurend scherp op het onderwerp in het middelste scherpstelveld terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt.

Er wordt geen pieptoon weergegeven wanneer de camera scherpstelt.

• De ingebouwde fl itser en de AF-hulpverlichting worden automatisch uitgeschakeld.

Close-up: kleine voorwerpen fotograferen Gebruik deze stand voor close-upfoto’s van bloe-men, insecten en andere kleine voorwerpen.

• De camera stelt scherp op het onderwerp in het middelste scherpstelveld.

• Een statief wordt aanbevolen om onscherpte bij langere sluitertijden te voorkomen.

Nachtportret: ’s nachts portretten maken Deze stand biedt een natuurlijk evenwicht tussen het hoofdonderwerp en de achtergrond bij por-tretten die bij weinig licht worden genomen.

• De camera selecteert het scherpstelveld met het on-derwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt.

• Een statief wordt aanbevolen om onscherpte bij langere sluitertijden te voorkomen.

Instructies—Een opnamestand kiezen

Een opnamestand kiezen

De opnamestand bepaalt hoe de camera foto’s maakt: één tegelijk of door-lopend zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden.

Stand Beschrijving

Enkelvoudi-ge opname (standaard)

De camera maakt één foto wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.

Continu (burst-stand)

De camera maakt foto’s met een snelheid van ongeveer 2,5 beelden per seconde zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden.

U kiest een opnamestand door op de knop te drukken en de instelschijf te verdraaien tot de gewenste stand op het LCD-venster wordt weer-gegeven.

De geheugenbuffer

De camera is voorzien van een geheugenbuffer voor tijdelijke opslag, zodat u kunt blijven fotograferen terwijl de foto’s op de geheugenkaart worden opge-slagen. Wanneer de buffer vol is, wordt de ontspanknop uitgeschakeld tot er voldoende gegevens naar de geheugenkaart zijn overgezet om plaats te maken voor een nieuwe foto. In de continustand worden er foto’s gemaakt zolang de

22

Instructies—De zelfontspanner of afstandsbediening gebruiken

1

Plaats de camera op een statief (aanbevolen) of zet de camera op een stabiel, horizontaal vlak.

2

De huidige stand voor zelfontspanner/

afstandsbediening wordt weergegeven op het LCD-venster. Selecteer een van de vol-gende standen met de knop :

Stand Beschrijving

GEEN PICTO-GRAM

Timer uit

Er wordt een foto gemaakt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.

Zelfontspan-ner

Ongeveer 10 sec nadat de ontspanknop is ingedrukt, wordt een foto gemaakt.

Afstandsbe-diening met vertraging

Ongeveer 2 sec nadat de ontspanknop van de afstandsbediening is in-gedrukt, wordt een foto gemaakt.

Afstands-bediening met directe respons

Er wordt een foto gemaakt wanneer de ontspanknop van de afstandsbediening wordt ingedrukt.

3

Kadreer de foto.

4

Om te voorkomen dat het licht dat via de zoeker binnenvalt van invloed is op de be-lichting, dekt u het zoekeroculair af met het meegeleverde kapje (zie rechts).

De zelfontspanner of afstandsbediening gebruiken

U kunt de zelfontspanner of de optionele ML-L3 afstandsbediening ge-bruiken om foto’s te maken waar u zelf ook op staat. De zelfontspanner gebruiken:

Stand selecteren

U kunt de stand voor zelfontspanner/afstandsbediening ook selecteren door de knop ingedrukt te houden en de instelschijf te verdraaien.

Instructies—De zelfontspanner of afstandsbediening gebruiken

5

Maak de foto.

Zelfontspanner: Druk de ontspanknop helemaal in om de zelfontspan-ner te starten. Het zelfontspanzelfontspan-nerlampje (AF-hulpverlichting) knippert gedurende ongeveer acht seconden. Twee seconden voordat de foto wordt gemaakt, stopt het lampje met knipperen en blijft het branden tot de sluiter ontspant.

Afstandsbediening: Richt de afstandsbedie-ning vanaf een afstand van 5 meter of min-der op de infraroodontvanger op de voorzijde van de camera en druk op de ontspanknop op de afstandsbediening. In de vertraagde afstandsbedieningsstand ontspant de sluiter ongeveer twee seconden nadat u de ont-spanknop hebt ingedrukt.

24

Instructies—Eenvoudig weergeven

Druk op de knop als u de foto die op de mo-nitor wordt weergegeven, wilt wissen. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven. Druk nogmaals op de knop om de foto defi nitief te wissen en naar de weergavestand terug te keren. Druk op een andere knop om het bericht te sluiten zonder de foto te wissen.

Eenvoudig weergeven

Nadat u een foto hebt gemaakt, wordt deze au-tomatisch weergegeven. Als er geen foto op de monitor wordt weergegeven, kunt u de meest recente foto bekijken door op de knop te drukken. U kunt andere foto’s weergeven door de instelschijf te verdraaien of de multi-selector naar links of naar rechts te duwen.

U beëindigt de weergave en keert terug naar de opnamestand door de ontspanknop half in te drukken.

Ongewenste foto’s wissen

Naslag

Naslag

In dit gedeelte wordt verder gebouwd op de instructies en worden meer geavanceerde opname- en weergaveopties behandeld.

De beeldkwaliteit en -grootte aanpassen op basis van het gebruik van de foto

Beeldkwaliteit: 31 Beeldformaat: 32 Het scherpstelveld selecteren of

handma-tig scherpstellen

Het scherpstelveld kiezen: 33 Handmatig scherpstellen: 35 Foto’s maken bij weinig licht Flitssynchronisatiestand: 36 Flitscorrectie: 38 Gevoeligheid (ISO-equivalent): 39 De sluitertijd en het diafragma door de

camera laten kiezen

Belichtingsstand P

(Programma-automatiek): 42 Beweging scherp of onscherp vastleggen Belichtingsstand S

(sluitertijdvoorkeuze): 43

De scherptediepte bepalen Belichtingsstand A

(diafragmavoorkeuze): 44 Sluitertijd en diafragma handmatig

kie-zen

Belichtingsstand M (handmatig): 45 Maak foto’s lichter of donkerder, of

verbe-ter het contrast

Belichtingscorrectie: 47 Stem de witbalans af op het licht voor

natuurlijke kleuren.

Witbalans: 49

Foto’s bekijken 51

Foto’s bekijken op een computer 59

Foto’s afdrukken 62

26

Naslag—Cameramenu’s gebruiken

Cameramenu’s gebruiken

De meeste opname-, weergave- en instelopties zijn toegankelijk via de cameramenu’s. Als u de menu’s wilt weergeven, drukt u op de knop . U hebt de keuze uit

menu’s voor weer-gave, opname, per-soonlijke instellingen en setup (zie onder).

Er wordt een schuif-balk weergegeven als er meer opties in het huidige menu beschikbaar zijn.

De huidige instelling voor elke optie wordt aangegeven met een pictogram.

De huidige menuoptie is gemar-keerd.

Dit pictogram geeft aan dat er hulp beschikbaar is voor de huidige me-nuoptie. Druk op de knop om de

hulpinformatie weer te geven.

Menu Beschrijving

Weergave Weergave-instellingen aanpassen en foto’s beheren.

Opname Opname-instellingen aanpassen.

Persoonlijke

instellingen Camera-instellingen aanpassen aan uw voorkeuren.

Setup Geheugenkaarten formatteren en basisinstellingen voor de camera opgeven.

Naslag—Cameramenu’s gebruiken

Navigeren door de menu’s

Als u een menuoptie wilt wijzigen, selecteert u eerst het menu voor weer-gave, opname, persoonlijke instellingen of setup (1). Vervolgens selecteert u de menuoptie (2) en ten slotte selecteert u een instelling (3).

(1) Kies een menu : Duw de multi-selector omhoog of omlaag : Duw de multi-selector naar rechts

(2) Markeer een optie

(3) Kies een instelling

Sommige menu’s bestaan uit meerdere pagina’s. Voor sommige opties kunt u een instelling selecteren via een submenu.

28

Naslag—Cameramenu’s gebruiken

2 1

3

4 5

Een selectie maken

Met de multi-selector navigeert u door de cameramenu’s.

Cursor omhoog verplaatsen Waarde verhogen

Submenu weergeven Selectie maken (u kunt ook een selectie maken met de knop )

Cursor omlaag verplaatsen Waarde verlagen

Teruggaan naar vorige menu Annuleren (dit kan ook

met de knop )

Menu-instellingen wijzigen:

Menu’s weergeven Pictogram voor huidige menu markeren

Menu selecteren

Menu selecteren