• No results found

Slotconclusie en aanbevelingen

In document Een zonnige kijk op Duurzame Energie (pagina 51-54)

5. Discussie met aandachtspunten voor Noord-Nederland

5.5 Slotconclusie en aanbevelingen

Naar aanleiding van de discussie uitvoorgaande paragraven 5.1/4 wordt in deze slotconclusie de koppeling gemaakt tussen de theorie en de praktijk. Hiermee worden de hoofd- en deelvragen beantwoord uit paragraaf 1.4 die de basis vormen van dit onderzoek.

Als eerste kan worden geconcludeerd dat de ruimtelijke kansen en bedreigingen voor Noord-Nederland t.o.v. zonne-energie nog niet heel groot zijn. Door de huidige wet- en regelgeving is het voor grootverbruikers van elektrische energie nog niet rendabel om grootschalige zonneparken aan te leggen. Wat dat betreft wordt deze studie op het juiste moment uitgevoerd, zodat hier beleid op kan worden gemaakt voordat de eerste haalbare initiatieven zich gaan voordoen. Vanuit de theorie Multi-level Governance kan het ruimtelijke vraagstuk het beste worden opgepakt door de provincies, zodat voor homogene gebieden in Noord-Nederland eenzelfde beleid wordt gevoerd. Waar nodig kunnen provincies gemeenten samenbrengen en laten samenwerken om efficiënt beleid te maken voor de ruimtelijke inpassing.

De sociaaleconomische kansen en bedreigingen kunnen vooral worden beschouwd als kansen voor Noord-Nederland. Wanneer de transitie middels goed transitiemanagement wordt opgepakt en wanneer de kennistak samen met de implementatie wordt toegepast door zowel de provincie Groningen als gemeenten zijn de economische gevolgen positief. De provincies kunnen zich hierbij vooral informerend en faciliterend opstellen tegenover gemeenten en het bedrijfsleven. De gemeenten hebben als lokale overheid de taak om de burger initiatieven, first movers en woningbouwverenigingen te stimuleren en te informeren.

Op de vraag hoe ze het vraagstuk zonne-energie in Duitsland hebben opgepakt bestaan verschillende opvattingen. Om de transitie verder te helpen in Noord-Nederland heeft het zeker geholpen dat men in Duitsland een feed-in tarief heeft gebruikt. Hiermee zijn massaproductie en prijsverlagingen gerealiseerd, waardoor zonne-energie een meer concurrerende vorm van energie is geworden. Echter deze vorm van stimulering is alleen maar een kunstmatige aanpassing op het huidige systeem. De huidige belasting- en betalingsvorm moeten worden aangepast aan de nieuwe vorm van energiegebruik. Deze taak kan alleen door de Rijksoverheid worden vormgegeven, maar dit vergt tijd. Om deze transitie vorm te geven kunnen voorbeeldprojecten en proeftuinen worden gebruikt. Het Duitse systeem is dus niet heilig, maar heeft de transitie wel geholpen.

De vraag waarmee de overheid dan wel kan helpen om de transitie vorm te geven en zonne-energie een kans tot slagen te geven wordt het begrip Multi-level Governance gebruikt. Vanuit het Rijk wordt niet actief ingezet op een energietransitie. De burgers komen wel met initiatieven maar hebben hierbij ondersteuning vanuit de overheid nodig. De provincie kan de taak van het rijk overnemen en actief bezig gaan met de energietransitie. Dit houdt echter niet in dat de Rijksoverheid niks hoeft te doen. Kort gezegd moet ieder overheidsniveau de obstakels op haar eigen niveau weghalen. De Rijksoverheid kan zoals hierboven ook al is beschreven iets doen aan de wet en regelgeving omtrent de betalingsvorm. Hierbij moet de huidige manier van energiebelastingvoordelen voor grootverbruikers tegen het licht worden gehouden. Subsidies gaan nu naar zowel fossiele als duurzame energieprojecten. Om duurzame energieprojecten een eerlijke kans te geven moet de subsidie mogelijk verdwijnen of minstens worden gelijkgetrokken. Daarnaast moet de overheid een visie hebben voor zowel de korte, middellange en lange termijn. Dit geldt niet alleen voor de rijksoverheid maar zeker ook voor de provincies. Provincies hebben de middelen (koffie, geld en regels) om het energievraagstuk aan te pakken. Vanuit de Multi-level Governance benadering zitten zij precies op het juiste niveau. Voor homogene gebieden kan een visie worden gemaakt waaraan concrete doelstellingen en uitvoeringstaken kunnen worden opgezet met gemeenten, publiek- en private partijen. Vanuit de interviews is naar boven gekomen dat op de huidige manier de provincie geen toegevoegde waarde is bij het energievraagstuk, echter wordt met de MLG benadering duidelijk dat dit juist het goede

48 overheidsniveau is. Gemeenten moeten duidelijk en eenduidig naar buiten treden om valse verwachtingen bij particulieren en bedrijven tegen te gaan.

Op de laatste vraag, hoe overheden zich kunnen opstellen kan worden geantwoord met: informerend, stimuleren en faciliterend voor zowel de Rijksoverheid, als de provincies en de gemeenten. Dit moet dan wel gebeuren op het eigen niveau. Het Rijk zou kunnen uitdragen dat duurzame energie niet duur is en via Agentschap NL informatie kunnen verspreiden. Provincies kunnen faciliteren door gemeenten binnen de provincie en bedrijven samen te brengen en verduurzaming stimuleren in de vorm van procesgeld voor onderzoek naar toepassing en implementatie van kennis. Gemeenten kunnen beginnen met de individuele burger te ondersteunen en proactief bezig gaan met zonne-energie.

Juist op provinciaal niveau is het mogelijk om beleid (ruimtelijk, sociaaleconomisch en institutioneel) te voeren nu de rijksoverheid zich niet meer actief bemoeit met het vraagstuk. De middelen (regels, geld en koffie) zijn aanwezig om als initiator op te treden om zonne-energieprojecten in Noord-Nederland van de grond te krijgen. In de provincie Groningen is er al jarenlang de onderkenning voor de energietransitie. Hiermee moet de provincie nu doorpakken en ook de lagere overheden laten samenwerken en implementeren op het gebied van energie. De intentie vanuit de provincie om de energietransitie vorm te geven moet de basis vormen om zonne-energie uit te rollen in de provincie. De theorie sluit deels aan op het huidige beleid van de provincie Groningen, alleen de empirie blijft achter. De mooie woorden moeten worden omgezet in daden. Het beleid van de provincie is, nu zonne-energie rendabel is voor huishoudens, te pover vormgegeven. Om een echte stap in de verduurzaming te maken met zonne-energie zijn een korte, middellange en lange termijnvisie nodig en concrete projecten een vereiste. Deze projecten ontbreken in de huidige visie van de provincie Groningen.

Advies aan de provincie Groningen:

1) Taak van het rijk overnemen:

Nu het rijk zich niet meer actief bezig houd met de energietransitie zijn de provincies de partij die het energievraagstuk kunnen oppakken. Door het regime naar zich toe te trekken en door losse initiatieven te bundelen en te koppelen aan innovatie en kennis kunnen barrières en kansen in beeld worden gebracht binnen de energietransitie. Hierdoor laat de provincie haar proactieve houding zien aan het rijk, daarnaast kan de provincie laten zien hoe de energietransitie vorm kan worden gegeven aan het rijk.

2) Samenwerken:

Door samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen (triple helix) te stimuleren kan de provincie bijdragen aan een duurzamere energiemaatschappij. Met een visie op de korte, middellange en lange termijn weten partijen waar ze aan toe zijn en kan structureel naar oplossingen worden gezocht. Door kennis/innovatie te koppelen aan bedrijven kunnen innovatieve producten op de markt worden gebracht.

3) Kader stellend:

Op het ruimtelijke vlak moet de provincie kader stellend handelen. Nu het nog niet interessant is voor grootverbruikers om groots in te zetten op zonne-energie moet de beslissing worden genomen hoe de provincie Groningen in de toekomst om wil gaan met grootschalige zonne-energie. Gaat ze voor het principe van zuinig ruimtegebruik waarbij eerst de daken worden volgebouwd en vervolgens mogelijk door naar de open ruimte of is deze open ruimte direct wanneer de business case rendabel is een mogelijkheden voor grootschalige zonne-energie projecten. Door nu duidelijkheid te scheppen weet iedereen waar hij aan toe is en met een goede onderbouwing en duidelijkheid voorkom je problemen. Nu is het moment om de keuze te maken.

49 Vanuit de gebruikte methodologie en de gestelde deelvragen zijn een aantal vragen open gebleven. Middels nader onderzoek, kunnen deze essentiële vragen worden beantwoord om de implementatie van zonne-energie en de transitie naar een duurzame energiemaatschappij vorm te geven.

Nader onderzoek:

- Het optimaal samenbrengen van vraag, kennis en aanbod is essentieel om zonne-energie bij particulieren groot te maken. Om dit bij elkaar te brengen moet dit laagdrempelig en decentraal worden georganiseerd. Er zijn diverse manier en tools om dit vorm te geven.

- Financiën zijn de sleutel voor een grote uitrol (bedrijven en grootverbruikers). Hoe kan de overheid zonder subsidies, maar in de vorm van bijvoorbeeld resolverende fondsen of garanties helpen. Hierbij moet ook de mogelijk rol van de bancaire sector worden meegenomen.

- Kennis over energie is essentieel, proefprojecten en onderzoeken moeten opgezet worden voordat tegen problemen aan wordt gelopen (saldering, spanningsvariabelen, energieopslag slimme meters, etc.). Ga actief bezig met onderzoek naar de economische kansen in de energietransitie. Voer hierbij ook onderzoek naar de implementatie (dit wordt nog wel eens vergeten).

50

In document Een zonnige kijk op Duurzame Energie (pagina 51-54)