• No results found

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2015 indien toepassing van de ver-ordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt (Verver-ordening Wmo art.22).

8.2 Wijziging situatie

Indien de situatie van de cliënt wijzigt heeft hij de plicht het college hiervan onmiddellijk op de hoogte te stellen als men kan vermoeden dat dit invloed kan hebben op de verstrekte voorziening. Zo zal bij overlijden de voorziening stopgezet kunnen worden en dienen de erven dit zo snel mogelijk te melden (Verordening Wmo art.15).

8.3 Intrekking

Een besluit, genomen op basis van deze verordening, kan in bepaalde omstandigheden geheel of ge-deeltelijk ingetrokken worden. In die situatie bestaat ook de mogelijkheid tot terugvordering, indien de voorziening zich daartoe leent (Verordening Wmo art.15).

8.4 Privacy

Bij verzamelen en verwerken van persoonsgegevens wordt de Wet bescherming persoonsgegevens in acht genomen. Daarnaast zal in overeenstemming worden gehandeld met de vastgestelde beleids-regels en het afwegingskader Privacy in het Sociaal Domein.

8.5 Terugvordering

Indien een besluit is ingetrokken kan eventueel tot terugvordering worden overgegaan. Voorwaarde is dat het recht op de voorziening is ingetrokken. Een voorziening in natura of een pgb kan worden terug-gevorderd (Verordening Wmo art.15).

8.6 Overgangsrecht

Naar aanleiding van het overgangsrecht in de Wmo 2015 heeft de VNG het overgangsrecht van de AWBZ als volgt beschreven:

- Uitgangspunt is dat mensen met een AWBZ indicatie die in 2015 doorloopt, de uit die indicatie voortvloeiende rechten en plichten (zoals de omvang van de aanspraak en de te betalen bijdrage) behouden tot het einde van de indicatie, maar uiterlijk tot 1 januari 2016.

- Hetzelfde uitgangspunt geldt voor mensen die in de AWBZ een persoonsgebonden budget ont-vangen. Voor deze mensen geldt wel dat zij geen geld meer krijgen op eigen rekening, maar dat het trekkingsrecht al in gaat en betalingen plaatsvinden via de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

- Voor mensen die in een beschermd wonen-woonvorm wonen, geldt een overgangstermijn van in ieder geval vijf jaar.

- Mensen die wel een AWBZ indicatie hebben, maar feitelijk nog geen zorg afnemen, behouden het recht op die zorg, zoals die beschreven is in de indicatie. Zij moeten wel de gemeente in de gelegenheid stellen om, in gezamenlijk overleg, te bezien op welke wijze de zorg het beste kan worden ingevuld. De gemeente is immers gehouden een goede voortzetting van de ondersteuning te bieden na afloop van de duur van de AWBZ indicatie.

- Voor mensen die op basis van de AWBZ doventolkzorg ontvangen – die niet door het CIZ wordt geïndiceerd – is bepaald dat de overgangsperiode aansluit bij de wijze waarop deze vorm van zorg is toegekend en uiterlijk tot 1 januari 2016.

- Voor de voormalig AWBZ-voorzieningen die in 2015 geleverd worden door de gemeente geldt dat de eigen bijdrage blijft – indien van toepassing –gedurende het overgangsjaar. De eventuele baten zijn daarmee voor de gemeente.

Het overgangsrecht in de Wmo 2015 geldt voor bestaande AWBZ cliënten, die:

- Op 1 januari 2015 18 jaar of ouder zijn en een geldige indicatie hebben voor AWBZ zorg (begelei-ding, kortdurend verblijf, vervoer, persoonlijke verzorging 3 en doventolk die volgens de Wmo 2015 uiterlijk per 1 januari 2016 vervalt).

- Per 1 januari 2015 18 jaar of ouder zijn en een indicatie hebben voor beschermd wonen (ZZP C pakket). Cliënten kunnen gebruik blijven maken van beschermd wonen gedurende een nog vast te stellen termijn, maar tenminste voor een periode van vijf jaar of, indien de lopende indicatie voor een kortere termijn geldt, voor de nog resterende duur van die indicatie.

Daarnaast gelden nog de volgende uitzonderingen:

- Cliënten met een ZZP die deze per 1 januari 2015 niet verzilveren in verblijf, maar gebruik maken van extramurale zorg, vallen onder de overgangsregeling van de Wet langdurige zorg (Wlz). Zij kunnen tot 1 januari 2016 alsnog kiezen voor verblijf op grond van de Wlz. Het overgangsrecht voor deze cliënten van de Wlz bepaalt dat deze persoon uiterlijk 1 januari 2016 schriftelijk kenbaar moet maken of hij wil gaan verblijven in een instelling op grond van de Wlz, of op grond van de Wmo 2015 thuis wil blijven wonen. Zolang de cliënt de keuze niet maakt, krijgt de cliënt, tot uiterlijk 31 december 2015, de zorg vanuit de Wlz.

- Voor de Fokuswoningen wordt een apart subsidie-artikel opgenomen in de Wlz ter vervanging van hetgeen nu in de tijdelijk aanspraak 24-uurs ADL is geregeld.

De AWBZ-cliënten die een maatwerkvoorziening ontvangen behouden in de Wmo hun oude ”rechten”

maar de begeleiding kan door de “oude” leverancier geleverd worden maar dat kan ook door een an-dere leverancier worden verstrekt.

De AWBZ-cliënten zullen door de gemeente geherindiceerd worden in de periode 1 januari tot ongeveer juli 2015, daarna geeft de gemeente een nieuwe beschikking af. In een aantal gevallen zullen andere voorzieningen geleverd kunnen worden, als de cliënt het eens is met die nieuwe beschikking zal direct overgegaan worden op die nieuwe voorzieningen. Als de cliënt echter zich vast wil blijven houden aan de “oude” rechten kan dat tot 31 december 2015. Bij deze laatste groep cliënten gaat dan het nieuwe recht in op 1 januari 2016.

In de eerste helft van 2015 zullen cliënten die in 2014 een Wmo-voorziening hadden opnieuw beoordeeld worden in het kader van de Wmo 2015. Die cliënten behouden hun recht totdat het college een nieuw besluit heeft genomen. Indien het college besluit tot een wijziging in de voorziening krijgt de cliënt een half jaar overgangsrecht. Dit overgangsrecht heeft tot doel om cliënten te laten wennen aan de nieuwe situatie.

De regiotaxi is een algemene voorziening gezien. Wmo-cliënten die deze voorziening hebben zullen worden beoordeeld in het kader van de Wmo 2015. Ook voor hen zal een half jaar overgangsrecht

Op 1 januari 2015 bestaan er geen financiële tegemoetkomingen meer. Na 1 januari 2015 kan in inci-dentele gevallen een vergoeding voor meerkosten als individuele maatwerkvoorziening worden toege-kend. Het college stelt de hoogte van de vergoeding voor meerkosten vast in het Financieel Besluit.

8.7 Citeertitel en inwerkingtreding

1. Dit besluit wordt aangehaald als “Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Westland 2015”

2. De beleidsregels treden in werking op 1 januari 2015.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 december 2014

De secretaris, De burgemeester

M. van Beek, J. van der Tak