• No results found

SLOOTMAATREGELEN 1 ALGEMEEN

NASLAG WERKINGSMECHANISME IN REGIOSCAN ZOETWATERMAATREGELEN

FIGUUR D.1 STAPPEN IN REKENWIJZE REGIOSCAN ZOETWATERMAATREGELEN

D.2 SPECIFIEKE BEREKENINGSWIJZE VOOR DE VERSCHILLENDE MAATREGELEN

D.2.4 SLOOTMAATREGELEN 1 ALGEMEEN

• De maatregel wordt toegepast op het gehele areaal van het bedrijf.

• Slootmaatregelen zijn vertaald naar een maximale opzet van de gemiddelde voorjaars- grondwaterstand (GVG). Deze maximale opzet is afhankelijk van de fysieke kansrijkheid (grondsoort bijvoorbeeld), de maximale opzet van de GVG in het perceel zonder natschade te veroorzaken en de maximale opzet in de sloot of maximale verhoging van de slootbo- dem.

• Deze GVG is via Waterwijzer berekeningen per grondsoort/gewas gerelateerd aan de op- tredende droogte- en natschade. Veranderingen in de GVG zijn daarmee te vertalen in veranderingen in optredende droogte- en natschade.

D.2.4.2 PERCEELSTUW

• Een perceelstuw is vertaald naar een maximale opzet van de gemiddelde voorjaarsgrond- waterstand (GVG). Deze maximale opzet is afhankelijk van de fysieke kansrijkheid (grond- soort bijvoorbeeld), de maximale opzet van de GVG in het perceel zonder natschade te veroorzaken en de maximale opzet in de sloot.

• Er blijkt een goede relatie tussen GVG en de gewasverdampingsreductie. Voor verschil- lende gewassen en bodemtypen is deze relatie afgeleid. De maximale opzet van de GVG wordt hiermee vertaald in een vermindering van de gewasverdampingsreductie. De droogteschade neemt hierdoor navenant af.

• Kosten voor Perceelstuwen zijn afhankelijk van het aantal ha aangelegd: 20 €/ha/jr. D.2.4.3 PERCEELSTUW MET REGULIERE BEREGENING

• Als perceelstuw.

• De overblijvende droogteschade wordt vermeden door beregening. De droogteschade is nul, maar er worden wel kosten gemaakt voor reguliere beregening.

• De kosten voor reguliere beregening worden berekend door Agricom aan de hand van de benodigde beregeningsgift per jaar. In de huidige situatie ongeveer 30 €/ha/jr.

D.2.4.4 PERCEELSTUW MET DRUPPELIRRIGATIE • Als perceelstuw.

• De overblijvende droogteschade wordt vermeden door Druppelirrigatie. De droogtes chade is nul, maar er worden wel kosten gemaakt voor Druppelirrigatie.

• Druppelirrigatie kent vaste kosten per ha: 675 €/ha/jr. D.2.4.5 SLOOTBODEMVERHOGING (OF VERONDIEPING)

• Slootbodemverhoging is vertaald naar een maximale stijging van de gemiddelde voor- jaarsgrondwaterstand (GVG). Deze maximale opzet is afhankelijk van de fysieke kansrijk- heid (grondsoort bijvoorbeeld) en de maximale opzet van de GVG in het perceel zonder natschade te veroorzaken en de maximale verhoging van de slootbodem.

• Er blijkt een goede relatie tussen GVG en de gewasverdampingsreductie. Voor verschil- lende gewassen en bodemtypen is deze relatie afgeleid. De maximale opzet van de GVG wordt hiermee vertaald in een vermindering van de gewasverdampingsreductie. De droogteschade neemt hierdoor navenant af.

• Kosten voor Slootbodemverhoging zijn afhankelijk van het aantal ha aangelegd: 226 €/ha/jr.

D.2.4.6 SLOOTBODEMVERHOGING MET REGULIERE BEREGENING • Als Slootbodemverhoging.

• De overblijvende droogteschade wordt vermeden door beregening. De droogteschade is nul, maar er worden wel kosten gemaakt voor reguliere beregening.

• De kosten voor reguliere beregening worden berekend door Agricom aan de hand van de benodigde beregeningsgift per jaar. In de huidige situatie ongeveer 30 €/ha/jr.

D.2.4.7 SLOOTBODEMVERHOGING MET DRUPPELIRRIGATIE • Als Slootbodemverhoging.

• De overblijvende droogteschade wordt vermeden door Druppelirrigatie. De droogtescha- de is nul, maar er worden wel kosten gemaakt voor Druppelirrigatie.

D.2.5 BODEMVERBETERINGSMAATREGELEN D.2.5.1 ALGEMEEN

• De maatregel wordt toegepast op het gehele areaal van het bedrijf.

• Bodemverbetering is geïmplementeerd als een additionele buffer in de bodem.

• Deze extra buffer is beschikbaar voor gewasverdamping aan het begin van het groeisei- zoen en kan gaande het groeiseizoen door neerslag worden aangevuld (jaar-specifiek). De droogteschade neemt hierdoor navenant af.

D.2.5.2 BODEMVERBETERING

• In deze eenvoudige implementatie worden de veelheid aan mogelijke bodemverbeterende maatregelen samengevat (bijvoorbeeld niet-kerende grondbewerking, rijden met een lage bandenspanning, spitmachine). Hierbij wordt uitgegaan van 5mm in zandbodems en 2mm in klei.

• Kosten voor bodemverbetering zijn afhankelijk van het aantal ha aangelegd: 93 €/ha/jr. D.2.5.3 BODEMVERBETERING MET REGULIERE BEREGENING

• Als bodemverbetering.

• De na de maatregel overblijvende droogteschade wordt vermeden door beregening. De droogteschade is nul, maar er worden wel kosten gemaakt voor reguliere beregening. • De kosten voor reguliere beregening worden berekend door Agricom aan de hand van de

benodigde beregeningsgift per jaar. In de huidige situatie ongeveer 30 €/ha/jr. D.2.5.4 BODEMVERBETERING MET DRUPPELIRRIGATIE

• Als bodemverbetering.

• De na de maatregel overblijvende droogteschade wordt vermeden door Druppelirrigatie. De droogteschade is nul, maar er worden wel kosten gemaakt voor Druppelirrigatie. • Druppelirrigatie kent vaste kosten per ha: 675 €/ha/jr.

D.2.5.5 BODEMVERBETERING DOOR TOEDIENING EXTRA ORGANISCHE STOF

• Bodemverbetering door toediening extra organische stof is geïmplementeerd als een kaart met de additionele buffer in de bodem. Deze varieert aan de hand van bodemeigenschap- pen en is – waar kansrijk – in de orde van 1 mm.

• Deze extra buffer is beschikbaar voor gewasverdamping aan het begin van het groeisei- zoen en kan gaande het groeiseizoen door neerslag worden aangevuld. De droogteschade neemt hierdoor navenant af.

• Kosten voor bodemverbetering door toediening extra organische stof zijn afhankelijk van het aantal ha aangelegd: 95 €/ha/jr.

D.2.5.6 BODEMVERBETERING DOOR TOEDIENING EXTRA ORGANISCHE STOF MET REGULIERE BEREGENING

• Als bodemverbetering door toediening extra organische stof.

• De na de maatregel overblijvende droogteschade wordt vermeden door beregening. De droogteschade is nul, maar er worden wel kosten gemaakt voor reguliere beregening. • De kosten voor reguliere beregening worden berekend door Agricom aan de hand van de

D.2.5.7 BODEMVERBETERING DOOR TOEDIENING EXTRA ORGANISCHE STOF MET DRUPPELIRRIGATIE

• Als bodemverbetering door toediening extra organische stof.

• De na de maatregel overblijvende droogteschade wordt vermeden door Druppelirrigatie. De droogteschade is nul, maar er worden wel kosten gemaakt voor Druppelirrigatie. • Druppelirrigatie kent vaste kosten per ha: 675 €/ha/jr.

D.2.5.8 BODEMVERBETERING DOOR OPHEFFEN VERDICHTING

• Bodemverbetering door opheffen verdichting is geïmplementeerd als een kaart met de additionele buffer in de bodem. Deze varieert aan de hand van bodemeigenschappen en risico op bodemverdichting en is – waar kansrijk – in de orde van 15 mm.

• Deze extra buffer is beschikbaar voor gewasverdamping aan het begin van het groeisei- zoen en kan gaande het groeiseizoen door neerslag worden aangevuld. De droogteschade neemt hierdoor navenant af.

• Kosten voor bodemverbetering door opheffen verdichting zijn afhankelijk van het aantal ha waarvoor de maatregel wordt uitgevoerd: 50 €/ha/jr.

D.2.5.9 BODEMVERBETERING DOOR OPHEFFEN VERDICHTING MET REGULIERE BEREGENING

• Als bodemverbetering door opheffen verdichting.

• De overblijvende droogteschade wordt vermeden door beregening. De droogteschade is nul, maar er worden wel kosten gemaakt voor reguliere beregening.

• De kosten voor reguliere beregening worden berekend door Agricom aan de hand van de benodigde beregeningsgift per jaar. In de huidige situatie ongeveer 30 €/ha/jr.

D.2.5.10 BODEMVERBETERING DOOR OPHEFFEN VERDICHTING MET DRUPPELIRRIGATIE • Als bodemverbetering door opheffen verdichting.

• De overblijvende droogteschade wordt vermeden door Druppelirrigatie. De droogte schade is nul, maar er worden wel kosten gemaakt voor Druppelirrigatie.