• No results found

COMPENSATIE EN OPLOSSINGEN

4 Resultaten vragenlijstonderzoek

4.2 Hinder en slaapverstoring

4.2.3 Slaapverstoring door geluid

Het aandeel van de bevolking dat aangeeft ernstige slaapverstoring te ervaren door geluid gedurende de afgelopen 12 maanden is weergegeven in Figuur 8. Als belangrijkste bron van slaapverstoring wordt militair vliegverkeer genoemd (Totaal: 5,7%), waarbij de gemeenten Onderbanken (28,6%), Brunssum (12,7%) en Schinnen (12,6%) het meest in het oog springen. Opvallend is het grote aandeel dat ernstige slaapverstoring ervaart in de verder van de vliegbasis gelegen gemeente Voerendaal (10,2%). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat met name Voerendaal in de invloedssfeer van de vliegroutes van meerdere vliegvelden ligt (vliegbasis Geilenkirchen, Maastricht Aachen Airport en Liège Airport), waarbij het onderscheid tussen vliegtuigen van de verschillende luchthavens door de respondenten moeilijk is aan te geven. Wellicht dat een deel van de slaapverstoring door burgerluchtvaart, ten onrechte, aan militair vliegverkeer wordt toegeschreven.

Er zijn grote verschillen binnen de gemeenten Brunssum en Onderbanken. In Onderbanken loopt het aandeel dat ernstige slaapverstoring ervaart uiteen van 8,1% in Jabeek (postcode 6454) tot 34,3% in Schinveld (6451). In Brunssum loopt het aandeel uiteen van 3,7% in Treebeek-Zuid (6446) tot 25,0% in Brunssum Noord-Oost (6442) (Tabel X 4).

Het aantal nacht- en weekendvluchten in het jaar voorafgaand aan dit onderzoek (augustus 2006 tot en met juli 2007 bedroeg in totaal 10 vluchten (Commissie AWACS Limburg, 2007). Dit roept de vraag op of dit aantal nachtvluchten kan leiden tot het gevonden aandeel ernstige slaapverstoring. Bij nachtvluchten gaat men uit van vluchten die optreden tussen 22.00 uur en 8.00 uur (de ‘vliegnacht’) (Commissie AWACS Limburg, 2007). Slaapverstoring kan ook buiten de ‘nacht’ optreden, overdag. In de vragenlijst is geïnformeerd of mensen overdag slapen. Ongeveer 30% van de inwoners geeft aan dat zij wel eens gedurende de dag moeten slapen. Van deze groep geeft 11% aan dat zij ernstige slaapverstoring ondervindt tegenover 4% van degenen die overdag niet hoeven te slapen. Het aandeel inwoners dat slaapverstoring ervaart, wordt dus niet alleen veroorzaakt door vliegtuiggeluid gedurende de nacht maar ook door geluid overdag. In de vragenlijst is overigens niet gevraagd naar de reden van het overdag slapen. ‘Overdag slapen’ bleek redelijk evenredig over mannen en vrouwen en leeftijdscategorieën verdeeld te zijn.

0% 5% 10% 15% 20% wegve rkeer milit air vl iegve rkeer ande r vli egve

rkeer buren treine n gronda ctivit eiten vliegba sis bedri jven/ indus trie bouw - en slo opw erken

Totaal Brunssum, Onderbanken, Schinnen Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Simpelveld, Voerendaal

Figuur 8 Aandeel van de bevolking dat aangeeft ernstige slaapverstoring te ervaren door diverse bronnen van geluid.

Grondactiviteiten (Totaal: 1,3%) op de vliegbasis worden voornamelijk in Schinveld (18,8%) en Brunssum Noord-Oost (10,7%) genoemd als oorzaak van ernstige slaapverstoring. Van de overige bronnen worden slaapverstoring door wegverkeer (5,6%) en buren (3,8%) het meest genoemd. Deze bronnen vormen ook op landelijk niveau de belangrijkste bronnen van (ernstige) slaapverstoring, hoewel de hier gevonden percentages lager zijn dan het landelijk gemiddelde (Franssen et al., 2004)

4.2.4

Hinder door geur en trillingen

De ervaren hinder door geur en trillingen door overkomende militaire vliegtuigen bedraagt 5,2% respectievelijk 7,6%. De overlast beperkt zich voornamelijk tot de gemeenten Brunssum, Onderbanken en Schinnen (Tabel 3). Het aandeel dat ernstige hinder ervaart door geur is het grootst in de postcodegebieden Schinveld (45,4%) en Merkelbeek (29,9%). In de overige gemeenten binnen het onderzoeksgebied blijft het aandeel ernstig gehinderden door geur onder de 5% (Tabel X 2). Het aantal personen (volwassenen) in het onderzoeksgebied dat ernstige hinder door geur van militaire vliegtuigen ervaart, bedraagt naar schatting 11.500.

Het aandeel dat ernstige hinder ervaart door trillingen veroorzaakt door overkomende militaire vliegtuigen is hoger dan voor geurhinder (Tabel 3). De trillingen hangen samen met het geluid dat een vliegtuig produceert. Vooral het laagfrequente deel in het geluidspectrum veroorzaakt trillingen die tot hinder kunnen leiden.

Het zwaartepunt ligt in de gebieden Schinveld en Merkelbeek en aan de noordkant van de gemeente Brunssum. Het aantal personen (volwassenen) in het onderzoeksgebied dat ernstige hinder door trillingen van militaire vliegtuigen ervaart, bedraagt naar schatting 16.900. Ervaren ernstige hinder door trillingen van grondactiviteiten op de vliegbasis Geilenkirchen is geconcentreerd in de gebieden Schinveld (22,9%) en Brunssum Noord-Oost (13,4%) (Tabel X 3, Bijlage 5 Tabellenboek).

Tabel 3 Ernstige hinder door geur en trillingen door militair vliegverkeer en grondactiviteiten van de vliegbasis Geilenkirchen.

Gebied (postcode) Ernstige geurhinder militaire vliegtuigen (%) Ernstige trillingshinder militaire vliegtuigen (%) Ernstige trillingshinder grondactiviteiten vliegbasis (%) Puth (6155) 12,4 20,3 1,6 Sweikhuizen (6174) 6,0 12,3 0,0 Nagelbeek (6365) 1,6 6,6 0,8 Amstenrade (6436) 9,6 18,2 1,7 Oirsbeek (6438) 11,1 24,3 2,1 Groot-Doenrade (6439) 15,9 20,7 3,3 Brunssum-NW (6441) 15,2 28,0 7,1 Brunssum-NO (6442) 18,6 36,9 13,4 Brunssum-ZO (6443) 11,2 9,3 8,5 Brunssum-ZW (6444) 6,6 10,5 2,8 Brunssum-Zuid (6445) 3,1 8,1 3,3 Treebeek-Zuid (6446) 4,2 8,1 1,2 Merkelbeek (6447) 29,9 39,2 6,8 Schinveld (6451) 45,4 49,8 22,9 Jabeek (6454) 13,5 20,0 2,7 Bingelrade (6456) 18,7 20,4 7,8

Van de overige bronnen voor geur- en trillingshinder wordt wegverkeer het meest genoemd. Het aandeel ervaren ernstige hinder in het totale onderzoeksgebied bedraagt 7,2% door geur en 6,7% door trillingen van wegverkeer. De hinder is redelijk uniform verspreid over het onderzoeksgebied en is vergelijkbaar met de resultaten van de nationale Hinderinventarisatie (Franssen et al., 2004).

4.3

Woontevredenheid

Tevredenheid met het leven kan worden gezien als een optelsom van tevredenheden met afzonderlijke domeinen waaronder de woning en de woonomgeving (Campbell et al. 1976, Leidelmeijer en Van Kamp, 2003). De tevredenheid met de woning en woonomgeving wordt op haar beurt weer bepaald door een groot aantal factoren. Fysieke kenmerken van de woning (zoals grootte en kwaliteit) en fysieke, sociale en ruimtelijke kenmerken van de woonomgeving (bijvoorbeeld geluid- en geuroverlast, criminaliteit, bevolkingssamenstelling van de buurt, aanwezigheid en kwaliteit van voorzieningen) spelen hierbij een rol (Van Poll, 1997; Bonaiuto et al., 1999 en 2003; Connerly en Marans, 1988; Ellaway en Mcintyre, 2001). De oordelen over deze feitelijke kenmerken bij elkaar genomen, leiden tot een totaaloordeel over de woonomgeving: woontevredenheid. Persoonskenmerken, zoals leeftijd, opleidingsniveau en gezinssamenstelling, beïnvloeden de manier waarop deze feitelijke situatie beleefd wordt. Persoonskenmerken hebben overigens niet alleen effect op de wijze waarop die beleving bijdraagt aan tevredenheid, maar hebben ook een direct effect op tevredenheid. Oftewel, sommige mensen zijn meer tevreden dan anderen.

De woontevredenheid in Nederland is hoog. Ongeveer 90% zegt tevreden tot zeer tevreden te zijn over zijn of haar woonomgeving (Buys et al. 2007, VROM, 2007). Tevredenheid varieert naar stedelijkheidsgraad. Naarmate een gebied meer verstedelijkt is, neemt de woontevredenheid af. De woontevredenheid in de verstedelijkte gebieden ligt op ongeveer 80%, terwijl deze voor landelijke gebieden op ongeveer 90% ligt (VROM, 2007).

51In de vragenlijst is onder andere gevraagd naar tevredenheid met de woning, de woonomgeving en het geluid in de woonomgeving.