B. EMPIRICAL RESEARCH
B.1.2. Sent Information for Pilot Research
Verkorte Onderzoeksopzet
In het kader van de MSc BA Strategy & Innovation van de Faculteit Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen verricht ik een afstudeeronderzoek. Bij dit afstudeeronderzoek staat het fenomeen ‘superstereffecten’ centraal. Het doel van het onderzoek is om de factoren in kaart te brengen die het salaris van een superster-voetballer beïnvloeden. Dit zal worden gedaan aan de hand van de onderstaande onderzoeksvraag: “Welke kenmerken van voetbalspelers leiden tot
superstereffecten binnen het selectiesysteem van de voetbalindustrie?”. Ik wil hierbij benadrukken dat ik niet de
specifieke salarissen van voetbalspelers te weten wil komen.
De onderzoeksvraag wordt beantwoord aan de hand van een verklarend onderzoek dat bestaat uit een pilot-onderzoek dat voorafgaat aan een enquêteonderzoek. Het pilot-onderzoek komt tot stand door middel van literatuuronderzoek, gecombineerd met de kennis van experts uit de voetbalindustrie. De uitkomst van dit pilot-onderzoek is een conceptueel model dat de determinanten van het salaris van voetbalspelers weergeeft. Het conceptueel model zal worden getoetst door middel van enquêtes die worden verstuurd naar zowel voetbalclubs als vertegenwoordigers van voetbalspelers.
In Bijlage 1 staat het voorlopig conceptueel model. Dit model geeft de factoren weer die het salaris van een voetballer beïnvloeden. Deze factoren zijn vervolgens vertaald in meetbare eigenschappen in de tabel onder het conceptueel model. Het pilot-onderzoek heeft als doel dit model te evalueren en aan te passen, zodat dit een zo goed mogelijk beeld geeft van de inputs voor het salaris van een voetballer. Een toelichting van het pilot-onderzoek vindt u in Bijlage 2. De bedrijfskundige concepten die bij het onderzoek worden toegepast zijn onder meer: selectiesystemen (Wijnberg, 199522), creating en capturing value (Bowman & Ambrosini, 200023) en het superster-effect (Rosen, 198124).
Bijlage 1. Voorlopig conceptueel model met bijbehorende eigenschappen
22 Wijnberg. 1995. Selection Processes and Appropriability in Art, Science, and Technology. Journal of Cultural Economics. 19(3): 221-235
23 Bowman, C., Ambrosini, V. 2000. Value Creation Versus Value Capture: Towards a Coherent Definition of Value in Strategy.
British Journal of Management. 11: 1-15.
-Figuur 1. Voorlopig Conceptueel Model- Loon Superster Voetballer 1. Talent 2. Reputatie 7. Grootte van Markt 3. Leeftijd 4. Contract 6. Kwaliteit van Team 5. Nationaliteit
R. Woestenenk, s. 1231006 p. 79
S & I
Superstardom in the Football Industry-Appendices-
Loon Superster Voetballer 1. Talent 2. Reputatie 3. Leeftijd
Aantal: - wedstrijden gespeeld - doelpunten - assists - doelpunten tegen
Aantal keren geselecteerd voor (U21) internationale wedstrijden
≥ 28 jaar*
Specialiteiten (vrije trap / ingooi / penalties stoppen)
Aandacht / waardering kranten, magazines en /of televisie
≤ 28 jaar* Prestaties in Europese
competitie
Waardering door experts (bv Cruijff) Belangrijke prestaties in
verleden (bv. beslissende doelpunten, assists of
reddingen.
Nominaties voor awards (bv. FIFA’s Gouden Schoen)
Opbrengsten persoonlijke merchandise Opbrengsten sponsorcontracten buiten
voetbal Voetballers die tot de 20
topverdieners van hun competitie behoren.
Blessuregevoeligheid
Concrete interesse andere voetbalclubs
*Onder de veronderstelling dat spelers ouder dan 28 jaar
minder hoge salarissen kunnen eisen.
4. Contract - Transfer 5. Nationaliteit 6. Kwaliteit van Team 7. Grootte van Markt Duur in maanden / jaren Afkomstig uit regio (binnen 50
km van club)
Prestaties in nationale competitie Inkomsten televisierechten nationale competitie Hoogte salaris vorige contract Afkomstig uit Europese Unie Prestaties in Europese competities Inkomsten televisierechten
Europese competities Flexibiliteit toekomstige
transfer (bv. clausules over vastgestelde transfersom) Hoogte transfersom betaald
door nieuwe club
Niet afkomstig uit Europese Unie
Aantal supersterren in het team Gemiddelde ‘Matchday’ Inkomsten per club
S & I
-Appendices-
Bijlage 2. Pilot-onderzoek
Hieronder staan de vier aandachtspunten voor het pilot-onderzoek, telkens gevolgd door een aantal vragen.
A. Definiëren Superster
Volgens Rosen (1981) kenmerkt het fenomeen ‘superster-effect’ zich als een situatie waarin een kleine groep mensen een relatief grote som geld verdienen, doordat zij meer talent hebben dan hun collega’s. De superster voetballers zijn dus de voetballers die relatief veel verdienen ten opzicht van hun collega’s. Dit komt overeen met gegevens van de Nederlandse Vereniging Van Contract Spelers. Volgens VVCS (2004) is het jaarsalaris van 78 % van de voetballers in de Eredivisie € 200.000,00 of lager. Dit terwijl 1 % van de spelers in dezelfde competitie salarissen verdienen van rond de € 1.000.000,00. Deze laatste groep vertegenwoordigt dus de supersterren in de Eredivisie.
Voor het afstudeeronderzoek moet ik een duidelijke definitie geven van een superstervoetballer. Ik wil de superstervoetballer gaan definiëren als de voetballers die tot de twintig topverdieners in hun competitie behoren. Op deze manier hoef ik namelijk niets te weten / zeggen over de concrete salarissen die worden verdiend. Dit is immers gevoelige informatie die niet eenvoudig aan de oppervlakte te krijgen is.
▪ Wat is uw idee van een voetbalsuperster?
▪ Hoe kan deze maatstaaf worden aangepast zodat het een meer betrouwbaar / objectief beeld geeft?
B. Evaluatie van het conceptueel model
Het conceptueel model dient zo veel mogelijk factoren te behelzen die het salaris van een voetballer kunnen beïnvloeden. Dit model dient als basis van het onderzoek en tevens als uitgangspunt voor het verdere enquêteonderzoek.
▪ In hoeverre moeten deze worden aangepast om een correct beeld te krijgen van de mogelijke determinanten van het salaris van voetballers?
▪ Wilt u de factoren en / of eigenschappen in het conceptueel model die het salaris niet beïnvloeden met rood markeren?
▪ Ontbreken er nog factoren en / of eigenschappen in het conceptueel model? Hieronder een verkorte tabel voor eventuele toevoegingen.
1. Talent 2. Reputatie 3. Leeftijd 4. Contract - Transfer 5. Nationaliteit
6. Kwaliteit van Team 7. Grootte van Markt 8. ……….. 9. ……… 10. ……….
C. Evaluatie meetinstrument voor het toekomstige enquêteonderzoek :
Zoals gezegd zal er na het pilot-onderzoek een enquêteonderzoek gestart worden. Hierbij wordt het conceptueel model getest door middel van enquêtes die worden gestuurd aan vertegenwoordigers van voetbalclubs en zaakwaarnemers van voetbalspelers. Hieronder staat een voorbeeld van de vraagstelling van deze enquête.
Verschillende eigenschappen worden hier geëvalueerd, in dit geval:
“ het aantal selecties voor (u21) international wedstrijden"
Geheel mee oneens Geheel mee eens 1 2 3 4 5
Stelling 1a Het aantal selecties voor (u21) internationale wedstrijden heeft een positieve invloed op het salaris van een voetballer
√
1 2 3 4 5
Stelling 1b Het aantal selecties voor (u21) internationale is een belangrijke determinant voor het salaris van een superster voetballer
√
▪ Ik vraag me af of deze vraagstelling in uw ogen duidelijk is gesteld.
▪ Verder vraag ik me af of een dergelijke enquête ook het beoogde resultaat aflevert: in hoeverre komen volgens u hierdoor factoren van superster-salarissen boven water door deze enquête?
R. Woestenenk, s. 1231006 p. 81
S & I
Superstardom in the Football Industry-Appendices-
D. In hoeverre gebruiken voetbalclubs en zaakwaarnemers dezelfde onderhandelingscriteria? E. Heeft u verder nog vragen, op- en / of aanmerkingen?
Bedankt voor het invullen van het pilot-onderzoek! De resultaten van het onderzoek kunnen eventueel naar u worden opgestuurd, geeft u dit dan alstublieft aan.
René Woestenenk
Rijksuniversiteit Groningen Tel. 06-169 345 17
S & I
-Appendices-