• No results found

3. Operationalisatie en onderzoeksopzet

3.1 Nadere invulling van het theoretisch model

3.2.2. Selectie van de onderzoeksgebieden

Bij de keuze van de onderzoeksgebieden zijn drie enigszins vergelijkbare objecten gekozen. Bij de selectie van de onderzoeksgebieden werden een drietal criteria gehanteerd:

1. Aard van het risico

2. Ligging ten opzichte van de woonomgeving 3. Verhuiskans

Aard van het risico

Bij de selectie van de chemische risicobronnen is uitgegaan van inrichtingen en complexen die, uitgaande van een worstcase scenario, een ernstig effect voor de omgeving kunnen hebben. De aard van de producten en het scenario (gifwolk, explosie) zijn niet als selectiecriterium gebruikt, aangezien het vrijwel onmogelijk zou zijn drie identieke inrichtingen of complexen te vinden die ook aan de andere eisen zouden voldoen. Wel is bij de selectie van de bedrijven gekeken naar inrichtingen die door omwonenden mogelijk als gevaarlijk worden ingeschat. Er is daarom gekozen voor objecten met een actieve buurt, waar in het recente verleden over gepubliceerd is in lokale media.

Ligging ten opzichte van de woonomgeving

Wat betreft de ligging is gekozen voor risicobronnen die in de directe omgeving, dat wil zeggen binnen 300 meter, van woningen liggen, om op deze wijze voldoende direct omwonenden te hebben om het onderzoek uit te kunnen voeren.

De keuze voor 300 meter is willekeurig, maar van belang is dat de woningen

dusdanig dicht in de buurt van de inrichting staan dat bewoners zich bewust zijn van de aanwezigheid van de inrichting en dat zij ook betrokken raken bij een eventuele ramp.

Verhuiskans

Ten slotte is gekeken naar de verhuiskans binnen de gemeente. De verhuiskans is bij het onderzoek betrokken om te voorkomen dat drie gebieden met een sterk

uiteenlopende algemene verhuiskans vergeleken zouden worden.

Gemeenten met een beperkt vertrekoverschot (0-4 per 1000 inwoners) en een beperkt vestigingsoverschot (0-3 per 1000 inwoners), in figuur 6 de lichtblauwe en lichtroze gebieden kwamen in aanmerking voor het onderzoek. 6

Aan de hand van deze drie criteria is een selectie gemaakt van BRZO-bedrijven en complexen die aan de eisen voldeden. Vervolgens is een keuze gemaakt uit deze lijst.

Het spoorwegemplacement in Venlo, Chemelot in de gemeente Sittard-Geleen en Elementis Specialties in de gemeente Hof van Twente zijn geselecteerd.

Over het spoorwegemplacement in Venlo komt 80% van al het goederenvervoer in Nederland. Het 20 hectare grote rangeerterrein ligt midden in de binnenstad van Venlo. In de afgelopen jaren hebben er enkele incidenten plaatsgevonden en zowel de gemeente Sittard-Geleen als de Tweede Kamer zijn voor verplaatsing van het emplacement naar een gebied buiten de stad. Tot op heden is hierover echter nog geen concreet besluit genomen.

Chemelot is een 800 hectare groot chemisch industriecomplex op het voormalige DSM-terrein bestaande uit meer dan 70 chemische installaties. Chemelot wordt onder andere omsloten door de woonkern Geleen. In het verleden hebben er enkele ernstige incidenten plaatsgevonden. Veel inwoners van Geleen zijn werkzaam bij Chemelot.

Elementis Specialties is een 16 hectare grote chemische fabriek waar surfactants gemaakt worden. In de directe omgeving bevinden zich circa 20 vrijstaande

woningen en enkele boerderijen. In het verleden hebben zich geen grote incidenten voorgedaan.

Door de keuze voor deze drie gebieden zijn de drie binnen het risicotype externe veiligheid meest voorkomende verschijningsvormen namelijk transport, een groot industrieel complex en een incidentele fabriek onderzocht.

In tabel 2 zijn de kenmerken van de onderzoeksgebieden wat betreft de drie criteria weergegeven. Een uitgebreide algemene beschrijving van de onderzoeksgebieden, inclusief kaartmateriaal is opgenomen in bijlage 7.

7Voor verklarende woordenlijst en afkortingenlijst zie bijlage 1 en 2 8 Alarmeringsgrenswaarde uitgaande van worstcase scenario

9 Gemeten vanaf de ingang aan de openbare weg tot de voordeur van de dichtstbijzijnde woning. Bron: Google Earth

10 Bron: 'Demografische kerncijfers per gemeente 2001' Centraal Bureau voor de Statistiek 11 Bron: 'Demografische kerncijfers per gemeente 2001' Centraal Bureau voor de Statistiek 12 Bron: informatie van gemeenten

13 Aantal binnenlands gemigreerde personen vanuit de gemeente in het jaar 2004 Bron: http://www.rivm.nl/vtv/object_map/o1480n21782.html

14 Uitgedrukt in percentage binnenlands gemigreerde inwoners vanuit de onderzoeksgemeente t.o.v. totaal aantal inwoners

Kenmerken onderzoeksgebieden Spoorweg- emplacement Venlo Chemelot Sittard-Geleen Elementis Specialties Hof van Twente

Aard van het risico:

Scenario Vrijkomen toxische stof, brand of BLEVE7 Vrijkomen toxische stof, brand of BLEVE Vrijkomen toxische stof, brand of BLEVE

Invloedsgebied8 5800 meter 14000 meter 3000 meter

Ligging: Ligging tot dichtstbijzijnde

woonbebouwing9

90 meter 35 meter 30 meter

Aantal inwoners gemeente10 90.500 97.950 34.855 Aantal huishoudens gemeente11 38.884 41.548 13.534 Aantal huishoudens in 2500 meter gebied12 23.122 17.090 2.440 Verhuiskans Aantal verhuizingen13 2.058 3.037 977 Verhuiskans14 2.27 % 3.10 % 2.79 %

3.2.3 Onderzoekspopulatie

De onderzoekspopulatie bestaat uit de omwonenden van chemische risicobronnen. Hierbij is het van belang goed in te kaderen wat onder omwonenden verstaan wordt. Hierbij waren twee keuzes mogelijk. De ene benadering gaat uit van het

invloedsgebied. Onder het invloedsgebied wordt verstaan:15 16

De andere benadering gaat uit van een vaste afstand rondom de risicobron, ongeacht of zich daarbinnen effecten van de calamiteit kunnen voordoen. Een argument voor het gebruik van het invloedsgebied is dat dat ook het daadwerkelijke gebied is waar effecten van calamiteit kunnen plaatsvinden met gevolgen voor de omwonenden. De mate waarin omwonenden slachtoffer worden heeft echter ook te maken met windrichting, windkracht et cetera bij een calamiteit. Anderzijds kan als argument voor het gebruik van vaste afstanden aangedragen worden dat omwonenden vaak niet weten of ze (net) wel of (net) niet binnen het invloedsgebied wonen.

Geen van beide benadering houdt rekening met de perceptie van burgers. Daarom is er uiteindelijk uit praktisch oogpunt voor gekozen te werken met een vaste afstand. Daarom wordt in dit onderzoek vanaf heden de volgende definitie gebruikt:

In principe is elke persoon woonachtig in de cirkel met een straal van 2500 meter onderdeel van de populatie. Uit praktisch oogpunt is ervoor gekozen de minimale leeftijd om deel te nemen op 18 jaar te stellen. Enerzijds mag er vanuit gegaan worden dat mensen vanaf die leeftijd zelfstandige beslismogelijkheden om al dan niet te verhuizen, en anderzijds is het aannemelijk dat zij zich bewust zijn van de aanwezigheid van risico's in hun woonomgeving.

Aangezien verhuizingen vaak beslissingen zijn die op huishoudenniveau genomen worden is besloten dat slechts één persoon per huishouden mag deelnemen aan het onderzoek. Per huishouden is de oudste persoon gevraagd om aan het onderzoek deel te nemen.