• No results found

Sectorspecifieke aandachtspunten

Primair onderwijs Cao

Binnen de cao po 201322 zijn diverse uitzonderingen op de reguliere wet- en regelgeving

opgenomen met betrekking tot arbeidscontracten. Zo is er een maximum termijn van 12 maanden voor 1 tijdelijk contract. Daarnaast is vastgelegd dat als tijdelijke contracten de duur van 36 maanden overschrijden en er geen onderbrekingen zijn geweest van 3 of meer maanden, het contract op moment van overschrijding vast dient te worden. Het maximaal aantal tijdelijke contracten is daarentegen niet vastgelegd in de cao.

20 Wetsvoorstel Wet Werk en Zekerheid, 29-11-2013.

21 http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/btw/tarieven_en_

vrijstellingen/vrijstellingen/onderwijs/vrijstelling_in_het_onderwijs.

22 Tijdens het opstellen van dit rapport vinden er onderhandelingen plaats over de nieuwe cao voor het primair onderwijs. Op moment van schrijven is hierover nog geen overeenkomst.

Het tussentijds beëindigen van contracten voor bepaalde tijd is in principe niet mogelijk, maar kan op grond van bepalingen in de cao wel tussentijds beëindigd of opgezegd worden. Dit is

bijvoorbeeld het geval wanneer iemand de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, de werknemer overlijdt, in het geval van plichtsverzuim, onbekwaamheid of ongeschiktheid voor de functie en het opheffen van de school of de functie zelf.

Als het gaat om het ontslaan van werknemers met een vast contract, zijn er in de cao po 2013 twee regelingen opgenomen (werkgever dient de ene dan wel de andere te hanteren):

• Ontslagbeleid:23

De werkgever stelt een afvloeiingslijst op en personeel wordt ontslagen op grond van hun positie op de lijst. Het personeel dat ontslagen dient te worden, wordt tenminste 1 schooljaar in het risicodragend deel van de formatie (rddf) geplaatst. Het besluit tot plaatsing in het rddf en communicatie hierover naar de betreffende werknemers dient voor de zomervakantie te gebeuren, na instemming van de GMR (anders kunnen de betreffende werknemers niet in het jaar daarop ontslagen worden);

• Werkgelegenheidsbeleid:24

Onder dit beleid heeft het personeel een zogenaamde werkgelegenheidsgarantie. Wanneer de werkgever deze garantie niet meer kan bieden, moet hij in overeenstemming met vakbonden tot een sociaal plan komen waarin gedwongen ontslag voorkomen dient te worden. Gedwongen ontslagen zijn op zijn vroegst mogelijk 2 jaar nadat dit plan is afgesloten. Hier kan van afgeweken worden (in overleg met vakbonden), mocht dit noodzakelijk zijn.

Uitgangspunt voor het aanstellen van werknemers is vanuit de cao po 2013 altijd voor onbepaalde tijd, tenzij het gaat om:

• een eerste dienstverband waarbij uitzicht op vast wordt gegeven;

• een voorziening in een tijdelijke vacature;

• vervanging van een tijdelijk afwezige werknemer, bijvoorbeeld wegens ziekte/zwangerschap;

• werkzaamheden uitsluitend in het kader van contractactiviteiten;25

• werkzaamheden in het kader van projecten waarvoor extra geld ter beschikking is gesteld.

Voor werknemers met een tijdelijk contract (in dienst van de instelling in het primair onderwijs zelf) gelden dezelfde bepalingen vanuit de cao als voor werknemers met een vast contract. Dit betreft o.a. het aantal cursusdagen en pensioenregelingen.

Met betrekking tot de inzet van externe flexibele krachten, staan in de cao po 2013 enkele voorwaarden opgenomen. In de cao wordt alleen de term uitzendkracht gebruikt, maar is wel expliciet opgenomen dat het tevens gaat om werknemers die onder artikel 7:690 van het Burgerlijk Wetboek vallen. Diverse payrollorganisaties claimen dat hun werknemers ook onder dit artikel vallen, wat inhoudt dat hier ook ‘payrollkracht’ gelezen zou kunnen worden.26

Een werkgever mag gebruik maken van een uitzendkracht in het geval van:

• vervanging wegens ziekte of buitengewoon verlof;

• activiteiten van kennelijke tijdelijke aard;

• kennelijke onvoorziene omstandigheden.

23 http://www.poraad.nl/sites/www.poraad.nl/files/stappenplan.pdf.

24 http://www.poraad.nl/sites/www.poraad.nl/files/stappenplan.pdf.

25 Hiermee wordt bedoeld: werkzaamheden en cursussen die instellingen voor eigen rekening uitoefenen ten behoeve van derden.

26 Juristen zijn hier echter nog niet over uit: bij payrolling ligt de werving en selectie immers bij de inlenende partij (in tegenstelling tot uitzenden). Daarmee zou niet helemaal voldaan worden aan artikel 7:690 BW. Bron:

In alle andere gevallen dient een contract met de werkgever zelf (in tijdelijke of vaste dienst) te worden afgesloten.

Wanneer een werkgever in het primair onderwijs uitzendkrachten inhuurt, dienen deze volgens de cao po 2013 via het uitzendbureau hetzelfde salaris, inclusief toeslagen en onkostenvergoeding te krijgen als werknemers die in gelijke of gelijkwaardige functies die in dienst zijn van de inlenende instelling. De inlenende partij, in dit geval de werkgever in het primair onderwijs, is verplicht dit bij het uitzendbureau te regelen via de uitzendovereenkomst.

Overige wet- en regelgeving

Binnen het primair onderwijs wordt, in tegenstelling tot de andere onderwijssectoren, gebruik gemaakt van het Vervangingsfonds en het Participatiefonds.

Het Vervangingsfonds is in 1992 opgericht door sociale partners in het onderwijs en ondersteunt schoolbesturen wanneer een werknemer uitvalt, door de vervangingskosten (onder bepaalde voorwaarden) te vergoeden. Het fonds adviseert tevens besturen in het primair onderwijs en speelt een bemiddelende rol om uitgevallen werknemers terug te laten keren op de werkvloer. Om dit mogelijk te maken dragen schoolbesturen premie af vanuit de lumpsum.27

Binnen het primair onderwijs zijn schoolbesturen eigen risicodrager als het gaat om WW-uitkeringen. Wanneer een bestuur een contract beëindigt kan het bestuur een verzoek om vergoeding van de uitkeringskosten indienen bij het Participatiefonds, welke in 1995 is opgericht.

Aan dit verzoek wordt voldaan, wanneer de werkgever voldoet aan de voorwaarden van het regelement van het fonds (instroomtoets). Ook voor dit fonds dragen de schoolbesturen premie af.

Het participatiefonds houdt zich ook bezig met de re-integratie van werkloze werknemers in het primair onderwijs (door het eigenrisicodragerschap valt dit niet onder het UWV), informeert hen over hun rechten en plichten als zij een werkloosheidsuitkering aanvragen en adviseert schoolbesturen over personeelsbeleid.28

Voortgezet onderwijs Cao

Als het gaat om uitzonderingen op de reguliere wet- en regelgeving, zijn in de cao vo 2011-201229 dezelfde bepalingen opgenomen aangaande het aantal tijdelijke contracten in loondienst en de maximale periode dat een tijdelijk contract kan duren als in de cao po 2013. Daarnaast is net als in het primair onderwijs in de cao vo 2011-2012 opgenomen dat het uitgangspunt voor het aanstellen van werknemers in principe voor onbepaalde tijd is. Uitzonderingen hierop zijn:

• een eerste dienstverband. In dit geval is het mogelijk een tijdelijk contract met uitzicht op vast te bieden (maximaal 12 maanden; in bijzondere gevallen is een extra verlenging van 12 maanden mogelijk);

• ter vervulling van een tijdelijke vacature (tijdelijk contract van maximaal 1 jaar);

• ter vervanging van een werknemer bij bijvoorbeeld ziekte, langdurig verlof, etc. (telkens voor maximaal 1 jaar);

• werkzaamheden in het kader van contractactiviteiten30 (tijdelijk contract van maximaal 3 jaar);

27 www.vervanginsfonds.nl.

28 www.participatiefonds.nl.

29 Tijdens het opstellen van dit rapport vinden er onderhandelingen plaats over de nieuwe cao voor het voortgezet onderwijs.

Op moment van schrijven is hierover nog geen definitieve overeenkomst (wel een onderhandelingsakkoord, waar later in deze sub paragraaf kort op ingegaan wordt).

30 Hiermee wordt bedoeld: werkzaamheden en cursussen die instellingen voor eigen rekening uitoefenen ten behoeve van derden.

• werkzaamheden in het kader van (een) project(en) uit te voeren waarvoor extra geld ter beschikking is gesteld (tijdelijk contract van maximaal 3 jaar);

• wanneer een werknemer reeds gepensioneerd is, is een tijdelijk contract van steeds 1 jaar mogelijk.

Voor leraren zonder onderwijsbevoegdheid voor het voortgezet onderwijs is in de cao vo 2011-2012 een uitzondering opgenomen. Zij krijgen twee jaar de tijd om hun bevoegdheid te halen (gefaciliteerd door de onderwijsinstelling waar zij werkzaam zijn). Als zij binnen die twee jaar hun bevoegdheid niet halen, eindigt het contract van rechtswege31. Na het behalen van zijn

bevoegdheid krijgt de betreffende leraar gelijk een contract voor onbepaalde tijd.

Uitzendarbeid is in de cao vo 2011-2012 onder voorwaarden als mogelijkheid opgenomen. Net als in de cao po 2013 wordt alleen de term uitzendkrachten gebruikt, maar wordt tevens benoemd dat het naast uitzendkrachten ook gaat om werknemers die onder artikel 7:690 van het Burgerlijk Wetboek vallen. Zoals eerder aangegeven bij de toelichting van de cao po 2013, claimen diverse payrollorganisaties dat hun werknemers ook onder dit artikel vallen, wat inhoudt dat hier ook

‘payrollkracht’ gelezen zou kunnen worden.

Onderwijsinstellingen kunnen gebruik maken van uitzendarbeid in het geval van:

• vervanging wegens ziekte of buitengewoon verlof;

• activiteiten van kennelijke tijdelijke aard;

• kennelijk onvoorziene omstandigheden.

Verder gelden voor uitzendkrachten dezelfde regels met betrekking tot taakbeleid en de arbeids- en rusttijdenregeling zoals opgenomen in de cao. Daarnaast dienen de uitzendkrachten volgens de cao vo 2011-2012 via het uitzendbureau hetzelfde salaris, inclusief toeslagen en

onkostenvergoeding te krijgen als werknemers die in gelijke of gelijkwaardige functies die in dienst zijn van de inlenende instelling. De inlenende partij, in dit geval de werkgever in het voortgezet onderwijs, is verplicht dit bij het uitzendbureau te regelen via de uitzendovereenkomst.

Cao vo in de toekomst

Op moment van schrijven is er een onderhandelaarsakkoord cao vo 2014-2015 (de cao vo 2011-2012 blijft van kracht tot 1 augustus 2014). Deze noemt de volgende punten die van belang zijn met betrekking tot contractvormen in het voortgezet onderwijs:

• aannemen en behouden van jonge docenten (financiering vanuit Nationaal Onderwijsakkoord);

• tegengaan sprokkelbanen (niet langer mogelijk om docenten voor minder dan 0,5fte een baan te bieden)32;

• aannemen werknemers met afstand tot de arbeidsmarkt (als sector de verplichting om dit te doen vanuit het Sociaal Akkoord);

• het nakomen van de afspraken rondom de WW die in het Sociaal Akkoord zijn opgenomen33 waarvan de nadere invulling hiervan wordt later afgestemd onder de cao-partijen;

• een werkgroep (werkgevers en werknemers) brengt de gevolgen van de WWZ in kaart voor de cao in het voortgezet onderwijs en de rechtsbescherming van het personeel. Dit zal resulteren in een notitie die voor 1 oktober 2014 wordt voorgelegd aan het cao-overleg. Met betrekking tot de wijziging van de ketenbepaling, zoals opgenomen in de WWZ, zal een aanpassing in de cao plaatsvinden voor 30 juni 2015 (in de WWZ staat opgenomen dat 1 juli 2015 de wijziging met betrekking tot de ketenbepaling in werking treedt).

31 In bijzondere gevallen kan na deze periode het contract nog maximaal twee keer met een jaar verlengd worden.

32 Uitzonderingen hierop zijn: wanneer een docent dit zelf schriftelijk verzoekt of wanneer er sprake is van zwaarwegende bedrijfsbelangen (zoals krimp).

33

Bijlage 2: Tabellen

Tabel B2.0.1 Verdeling contractvormen naar type functie per sector34

PO VO

% %

Onderwijzend / onderzoeks-personeel

Vast contract 88 80

Tijdelijk contract met uitzicht op vast 3 7 Tijdelijk contract zonder uitzicht op vast 4 4

Stage-/opleidingscontract 1 4

Uitzendcontract 0 1

Tijdelijk contract met uitzicht op vast 3 4 Tijdelijk contract zonder uitzicht op vast 4 2

Stage-/opleidingscontract 2 3

Uitzendcontract 0 1

Tijdelijk contract met uitzicht op vast 4 2 Tijdelijk contract zonder uitzicht op vast 3 2

Stage-/opleidingscontract 2 4

Uitzendcontract 3 0

Tijdelijk contract met uitzicht op vast 1 3 Tijdelijk contract zonder uitzicht op vast 1 1

Stage-/opleidingscontract 0 0

Uitzendcontract 0 0

Interviews