• No results found

Screening naar hart en vaatziekten

U. S Preventive Services Task Force; Verenigde Staten (2008)(9)

6.2 Screening naar hart en vaatziekten

‘Het Preventieconsult’

In december 2008 is een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen het Diabetes Fonds, de

Nederlandse Hartstichting en de Nierstichting: LekkerLangLeven.(68) Het doel van LekkerLangLeven is het verminderen van de gezondheidsschade ten gevolge van diabetes, hart- en vaatziekten en nierschade. Eén van de manieren waarop men dit wil bereiken, is het ontwikkelen van een GezondheidsCheck.

Dit heeft geleid tot een concept NHG-standaard genaamd: ‘Het PreventieConsult’.(69) ‘Het PreventieConsult, cardiometabole module’ bestaat uit drie onderdelen: een vragenlijst voor risicoprofilering, een consult voor aanvullend onderzoek en een consult waarin de risico’s worden besproken en eventuele behandeling wordt afgestemd.

De vragenlijst die wordt gebruikt voor de risicoprofilering, bevat de volgende variabelen: leeftijd, geslacht, buikomtrek, gebruik van bloeddrukmedicatie, geschiedenis van zwangerschapsdiabetes, familiegeschiedenis van diabetes en infarcten, kortademigheid en rookgedrag. Deze vragenlijst is gevalideerd in een Nederlandse populatie (van 50 tot 75 jaar; sensitiviteit = 0,71 bij

specificiteit = 0,68).(70) Aan de hand van deze vragenlijst wordt de hele populatie van 18 jaar en ouder ingedeeld in drie groepen met een oplopend risico. Personen in de groep met een laag risico krijgen algemene aanbevelingen voor een gezonde leefstijl. Personen in de groep met een licht verhoogd risico krijgen individueel leefstijladvies. Personen met een verhoogd risico wordt geadviseerd een afspraak te maken voor een consult bij hun arts. Tijdens dit consult wordt aanvullende informatie verzameld, zoals gewicht, middelomtrek en bloeddruk. Als er ook op basis van deze aanvullende gegevens sprake blijkt te zijn van een verhoogd risico wordt ter afsluiting een vervolgafspraak gemaakt en een

aanvraagformulier voor laboratoriumonderzoek meegegeven. Het laboratoriumonderzoek omvat een nuchtere glucose bepaling en cholesterolbepalingen.

Tijdens de vervolgafspraak worden de uitslagen van het laboratoriumonderzoek en het bijbehorende risico besproken. Indien van toepassing kan verdere behandeling plaatsvinden volgende de bestaande NHG-standaarden voor ‘Cardiovasculair risicomanagement’, ‘Diabetes mellitus type 2’ en/ of ‘Stoppen met roken’, en/ of de CBO richtlijnen ‘Diagnose en behandeling obesitas bij volwassenen en kinderen’ en/ of ‘Preventie en diagnostiek chronische nierschade’.

Over de termijn waarop ‘Het Preventieconsult’ moet worden herhaald, bestaat nog geen duidelijkheid. In oktober 2009 is een pilot gestart om de effectiviteit van ‘Het Preventieconsult’ te beoordelen. Deze evaluatie wordt uitgevoerd door het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL).

‘Het Preventiekompas’

Het NDDO Institute for Prevention and Early Diagnostics (NIPED) beoogt met ‘Het Preventiekompas’ hetzelfde te bereiken als het ‘Preventieconsult’.(71) Binnen ‘Het Preventiekompas’ wordt eerst een geïntegreerd risicoprofiel voor onder andere diabetes en hart- en vaatziekten in kaart gebracht. Hiertoe worden (digitaal) vragenlijsten afgenomen, dient door de deelnemer de bloeddruk te worden gemeten en worden bepalingen van de glucose- en cholesterolconcentratie in het bloed verricht. Vervolgens worden de deelnemers geïnformeerd over hun risicoprofiel, de manieren waarop zij hun risicoprofiel zelfstandig kunnen verbeteren en de eventuele vervolgstappen die nodig zijn om de risico’s van

(pre)diabetes, een te hoge bloeddruk en te hoog cholesterol te beteugelen. Dit alles is volledig geïntegreerd in een van huis uit te benaderen computerprogramma. De gegevensverzameling wordt binnen ‘Het Preventiekompas’ elk jaar herhaald.

Verschillende werkgevers, arbodiensten, eerstelijnspartijen en verzekeringsmaatschappijen werken al met ‘Het Preventiekompas’. Op dit moment vindt onderzoek naar de effectiviteit van het kompas plaats op basis van gegevens verzameld binnen diverse bedrijven. Wellicht dat in de toekomst ook studies uitgevoerd gaan worden in de algemene Nederlandse populatie.

‘De GezondheidsRisicoTest’

De GezondheidsRisicoTest, gelanceerd door ziekenhuis Bronovo, bestaat uit een uitgebreide vragenlijst die mensen op internet kunnen invullen. De antwoorden op de vragen leiden tot een analyse van het risico op dertig veelvoorkomende ziektebeelden, waaronder diabetes en hart- en vaatziekten. Als de uitkomst van de test daartoe aanleiding geeft, wordt de deelnemer geadviseerd de resultaten uit te printen en de huisarts te bezoeken. Hiermee wordt gestreefd naar vroegere detectie van aandoeningen.

‘Vascular Checks Programme’

In Groot-Brittannië is al in een eerder stadium een soortgelijk initiatief gestart als in Nederland. Ook hier beoogt men de preventie en vroegdetectie van diabetes, hart- en vaatziekten en nierziekten te integreren in één programma: de ‘NHS Health check’.(72) Dit vindt plaats in het kader van het overkoepelende programma ‘Putting Prevention First’. De eerste pilot van dit programma is in oktober 2009 van start gegaan.

De eerste stap binnen het ‘Vascular Checks Programme’ is risicoprofilering. Hiertoe worden gegevens verzameld over: leeftijd, geslacht, rookgedrag, lichamelijke activiteit, etniciteit en de BMI. Tevens wordt bloed afgenomen voor een cholesterolbepaling. Het risicoprofiel wordt aan de patiënt teruggekoppeld. Indien er sprake is van een verhoogd risico op diabetes, hart- en vaatziekten en nierziekten in combinatie met een ongezonde leefstijl, worden leefstijlinterventies voorgesteld. Bij een verhoogd risico op diabetes vindt een bloedglucosetest plaats. Wanneer deze te hoog uitvalt wordt een OGTT verricht om de diagnose diabetes te kunnen stellen. Indien de bloeddruk te hoog is, wordt de bloeddrukmeting herhaald en vindt er een bloedonderzoek plaats om te bepalen of er sprake is van nierschade. Behandeling vindt plaats als een te hoge bloeddruk of nierschade aanwezig is. Wanneer het risico op hart- en vaatziekten erg hoog is, wordt behandeling met statines voorgesteld. Tevens wordt deze mensen aangeraden het ‘Vascular Checks Programme’ jaarlijks te herhalen.

6.3

Conclusies

- De risicofactoren voor diabetes, hart- en vaatziekten en nierziekten overlappen grotendeels. Het lijkt dan ook effectief screening naar diabetes te combineren met screening naar hart- en vaatziekten en nierschade.

- Er bestaan verschillende programma’s waarbinnen men probeert vroegdetectie en preventie van diabetes, hart- en vaatziekten en nierschade te integreren. In Nederland gaat het hierbij om ‘Het Preventieconsult’ en ‘Het Preventiekompas’. In Engeland heet een vergelijkbaar programma het ‘Vascular Checks Programme’.

- Binnen deze programma’s vindt eerst risicoprofilering plaats. Dit wordt gevolgd door risicocommunicatie en, indien nodig, leefstijlinterventies en medicamenteuze interventies.

- De effectiviteit en doelmatigheid van deze programma’s is nog niet bewezen. De eerst resultaten worden verwacht in de loop van 2010-2011.

7

Conclusies

In dit rapport zijn de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van screening naar diabetes

geïnventariseerd. Hiervoor is literatuuronderzoek en webonderzoek uitgevoerd en is een vragenlijst uitgezet onder Europese diabetesepidemiologen. Diabetesscreening wordt in Nederland en andere landen niet aanbevolen, omdat de effectiviteit van screening naar diabetes niet is bewezen. De meest relevante recente ontwikkelingen op het gebied van diabetesscreening zijn daarom de ontwikkelingen die de effectiviteit van de screening verhogen.

Naarmate diabetes vaker voorkomt in de gescreende populatie is de effectiviteit van screening hoger. Dit kan worden bewerkstelligd door voorafgaand aan de screentest een hoog-risico groep te definiëren, zogenaamde risicoprofilering. Een andere manier om de effectiviteit van screening naar diabetes te verhogen is een nieuwe screentest met goede testeigenschappen te gebruiken waarvoor geen bloed geprikt hoeft te worden en die weinig tijd en geld kost. Een weinig belastende test zal de opkomst voor en daarmee de effectiviteit van de screening verhogen.

Risicoprofilering met een vragenlijst of een score verdient de voorkeur boven nieuwe screentests. Van de vragenlijsten voor risicoprofilering is namelijk veel bekend over de prestaties in het onderscheiden van mensen met en zonder hoog risico op diabetes. De nieuwe screentests die in het rapport aan de orde zijn gekomen bevinden zich meer in de ontwikkelingsfase: grondige evaluatie van de prestaties van de tests moet nog plaatsvinden.

De meeste winst in effectiviteit van diabetesscreening is te verwachten van de combinatie van diabetesscreening met screening naar hart- en vaatziekten. Of deze combinatie ook kosteneffectief is zal nog moeten blijken. Nederland is een van de landen waarin evaluatie plaatsvindt van deze geïntegreerde screening naar diabetes, hart- en vaatziekten en nierziekten.

Literatuur

1. Gezondheidsraad. Screening: tussen hoop en hype. Den Haag: Gezondheidsraad, 2008; publicatienr. 2008/05.

2. Baan CA, Schoemaker CG, Jacobs-van der Bruggen MAM, Hamberg-van Reenen HH, Verkleij H, Heus S, Melse JM. Diabetes tot 2025. Preventie en zorg in samenhang. RIVM-rapport

260322004/2009.

3. Wilson J, Jungner Y. Principles and practice of screening for disease. Geneva: World Health Organization, 1968.

4. Gezondheidsraad. Screening op type 2 diabetes. Den Haag: Gezondheidsraad, 2004; publicatie nr 2004/16.

5. Harris R, Donahue K, Rathore SS, Frame P, Woolf SH, Lohr KN. Screening adults for type 2 diabetes: a review of the evidence for the U.S. Preventive Services Task Force. Ann Intern Med. 2003;138(3):215-29.

6. Sundhedsstyrelsen. Center for Evaluering og Medicinsk Teknologvurdering. Type 2-diabetes. Medicinsk teknologivurdering af screening, diagnostik og behandling. Medicinsk

Teknologivurdering 2003;5(1).

7. Wareham NJ, Griffin SJ. Should we screen for type 2 diabetes? Evaluation against National Screening Committee criteria. Bmj. 2001;322(7292):986-8.

8. World Health Organization. Screening for type 2 diabetes. Report of a World Health Organization and International Diabetes Federation Meeting. Geneva, 2003.

9. Norris SL, Kansagara D, Bougatsos C, Fu R. Screening adults for type 2 diabetes: a review of the evidence for the U.S. Preventive Services Task Force. Ann Intern Med. 2008;148(11):855-68. 10. http://www.screening.nhs.uk/vascularrisk. Mei 2010.

11. National Screening Committee. Handbook for vascular risk assessment, risk reduction and risk management. United Kingdom, 2008.

12. Department of Health. Putting Prevention First. Vascular checks: risk assessment and management. London, 2008.

13. Agence Nationale d’accréditation et d’évaluation en santé. Principes de depistage du diabete de type 2. Paris, 2003.

14. http://www.msc.es/organizacion/sns/planCalidadSNS/pdf/excelencia/cuidadospaliativos- diabetes/DIABETES/estrategia_diabetes_sistema_nacional_salud.pdf. Mei 2010.

15. Rutten G, Grauw de WJC, Nijpels G, Goudswaard AN, Uitewaal PJM, Does van der FEE, et al. NHG-Standaard diabetes mellitus type 2. Tweede herziene versie. Huisarts en Wetenschap. 2006;49(3):137-52.

16. American Diabetes Association. Standards of Medical Care in Diabetes-2009. Diabetes Care 2009;32(S1):S13-S9.

17. UK Prospective Diabetes Study (UKPDS) Group. Intensive blood-glucose control with sulphonylureas or insulin compared with conventional treatment and risk of complications in patients with type 2 diabetes (UKPDS 33). Lancet 1998;352(9131):837-53.

18. UK Prospective Diabetes Study Group. Tight blood pressure control and risk of macrovascular and microvascular complications in type 2 diabetes: UKPDS 38. BMJ 1998;317(7160):703-13.

19. Knowler WC, Barrett-Connor E, Fowler SE, Hamman RF, Lachin JM, Walker EA, et al. Reduction in the incidence of type 2 diabetes with lifestyle intervention or metformin. N Engl J Med. 2002; 346(6):393-403.

20. Tuomilehto J, Lindstrom J, Eriksson JG, Valle TT, Hamalainen H, Ilanne-Parikka P, et al.

Prevention of type 2 diabetes mellitus by changes in lifestyle among subjects with impaired glucose tolerance. N Engl J Med. 2001;344(18):1343-50.

21. Knowler WC, Fowler SE, Hamman RF, Christophi CA, Hoffman HJ, Brenneman AT, et al. 10-year follow-up of diabetes incidence and weight loss in the Diabetes Prevention Program Outcomes Study. Lancet 2009;374(9702):1677-86.

22. Lindstrom J, Ilanne-Parikka P, Peltonen M, Aunola S, Eriksson JG, Hemio K, et al. Sustained reduction in the incidence of type 2 diabetes by lifestyle intervention: follow-up of the Finnish Diabetes Prevention Study. Lancet. 2006;368(9548):1673-9.

23. Glumer C, Carstensen B, Sandbaek A, Lauritzen T, Jorgensen T, Borch-Johnsen K. A Danish diabetes risk score for targeted screening: the Inter99 study. Diabetes Care. 2004;27(3):727-33. 24. Hoerger TJ, Harris R, Hicks KA, Donahue K, Sorensen S, Engelgau M. Screening for type 2

diabetes mellitus: a cost-effectiveness analysis. Ann Intern Med. 2004;140(9):689-99.

25. Waugh N, Scotland G, McNamee P, Gillett M, Brennan A, Goyder E, et al. Screening for type 2 diabetes: literature review and economic modelling. Health Technol Assess. 2007;11(17):iii-iv, ix- xi, 1-125.

26. Herman WH, Hoerger TJ, Brandle M, Hicks K, Sorensen S, Zhang P, et al. The cost-effectiveness of lifestyle modification or metformin in preventing type 2 diabetes in adults with impaired glucose tolerance. Ann Intern Med. 2005;142(5):323-32.

27. Lindgren P, Lindstrom J, Tuomilehto J, Uusitupa M, Peltonen M, Jonsson B, et al. Lifestyle intervention to prevent diabetes in men and women with impaired glucose tolerance is cost- effective. Int J Technol Assess Health Care. 2007;23(2):177-83.

28. Gillies CL, Lambert PC, Abrams KR, Sutton AJ, Cooper NJ, Hsu RT, et al. Different strategies for screening and prevention of type 2 diabetes in adults: cost effectiveness analysis. Bmj.

2008;336(7654):1180-5.

29. Lauritzen T, Griffin S, Borch-Johnsen K, Wareham NJ, Wolffenbuttel BH, Rutten G. The ADDITION study: proposed trial of the cost-effectiveness of an intensive multifactorial

intervention on morbidity and mortality among people with Type 2 diabetes detected by screening. Int J Obes Relat Metab Disord. 2000;24 Suppl 3:S6-11.

30. International Diabetes Federation. Federation of European Nurses in Diabetes. Diabetes, the Policy Puzzle: Is Europe making progress? Brussels, 2008.

31. Nederlandse Diabetes Federatie. Nationaal Actieprogramma Diabetes-programmavoorstel. Amersfoort, 2009.

32. http://www.actieprogrammadiabetes.nl/. Mei 2010.

33. Nationales Aktionsforum Diabetes Mellitus. Nationaler Aktionsplan. Metabolisches Syndrom, Adipositas, Diabetes. 2008.

34. http://195.30.228.47/home.html. Mei 2010. 35. www.image-project.eu. Mei 2010.

36. Schwarz PE, Lindstrom J, Kissimova-Scarbeck K, Szybinski Z, Barengo NC, Peltonen M, et al. The European perspective of type 2 diabetes prevention: diabetes in Europe--prevention using lifestyle, physical activity and nutritional intervention (DE-PLAN) project. Exp Clin Endocrinol Diabetes. 2008;116(3):167-72.

37. Janssen PGH. Screening for type 2 diabetes in general practice. Proefschrift, Utrecht, 2008. 38. Klein Woolthuis EP, de Grauw WJ, van Gerwen WH, van den Hoogen HJ, van de Lisdonk EH,

Metsemakers JF, et al. Yield of opportunistic targeted screening for type 2 diabetes in primary care: the diabscreen study. Ann Fam Med. 2009;7(5):422-30.

39. Spijkerman AMW. Targeted screening for type 2 diabetes: the Hoorn Screening Study. Proefschrift Vrije Universiteit, Amsterdam, 2003.

40. Eriksson KF, Lindgarde F. Prevention of type 2 (non-insulin-dependent) diabetes mellitus by diet and physical exercise. The 6-year Malmo feasibility study. Diabetologia. 1991;34(12):891-8. 41. Mannucci E, Ognibene A, Sposato I, Brogi M, Gallori G, Bardini G, et al. Fasting plasma glucose

and glycated haemoglobin in the screening of diabetes and impaired glucose tolerance. Acta Diabetol. 2003;40(4):181-6.

42. http://www.g-ba.de/downloads/62-492-280/RL-Gesundheit_2008-06-19.pdf. Mei 2010. 43. http://195.30.228.47/praevention.html. Mei 2010.

44. http://www.stmugv.bayern.de/gesundheit/giba/gewicht/diabetes.htm. Mei 2010.

45. Development programme for the prevention and care of diabetes in Finland. Tampere: Finnish Diabetes Association, 2001.

46. Lindstrom J, Tuomilehto J. The diabetes risk score: a practical tool to predict type 2 diabetes risk. Diabetes Care. 2003;26(3):725-31.

47. Schulze MB, Hoffmann K, Boeing H, Linseisen J, Rohrmann S, Mohlig M, et al. An accurate risk score based on anthropometric, dietary, and lifestyle factors to predict the development of type 2 diabetes. Diabetes Care. 2007;30(3):510-5.

48. Schmidt MI, Duncan BB, Bang H, Pankow JS, Ballantyne CM, Golden SH, et al. Identifying individuals at high risk for diabetes: The Atherosclerosis Risk in Communities study. Diabetes Care. 2005;28(8):2013-8.

49. Herman WH, Smith PJ, Thompson TJ, Engelgau MM, Aubert RE. A new and simple questionnaire to identify people at increased risk for undiagnosed diabetes. Diabetes Care. 1995;18(3):382-7. 50. Hippisley-Cox J, Coupland C, Robson J, Sheikh A, Brindle P. Predicting risk of type 2 diabetes in

England and Wales: prospective derivation and validation of QDScore. Bmj. 2009;338:b880. 51. Ruige JB, de Neeling JN, Kostense PJ, Bouter LM, Heine RJ. Performance of an NIDDM screening

questionnaire based on symptoms and risk factors. Diabetes Care. 1997;20(4):491-6.

52. Griffin SJ, Little PS, Hales CN, Kinmonth AL, Wareham NJ. Diabetes risk score: towards earlier detection of type 2 diabetes in general practice. Diabetes Metab Res Rev. 2000;16(3):164-71. 53. Baan CA, Ruige JB, Stolk RP, Witteman JC, Dekker JM, Heine RJ, et al. Performance of a

predictive model to identify undiagnosed diabetes in a health care setting. Diabetes Care. 1999 ;22(2):213-9.

54. Alssema M NG, Bouter LM, Stehouwer CDA, Heine RJ, Dekker JM. Predicting diabetes: performance of six risk questionnaires. Diabetologia 2007. 52(suppl.1);S7.

55. Alssema M. VU Medical Center, Amsterdam. Personal communication, 2009.

56. van 't Riet E AM, Nijpels G, Dekker JM. Schatting van het individuele risico op diabetes: niet op grond van overgewicht alleen. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. 2008;152:2385-8. 57. Kolberg JA, Jorgensen T, Gerwien RW, Hamren S, McKenna MP, Moler E, et al. Development of

a type 2 diabetes risk model from a panel of serum biomarkers from the Inter99 cohort. Diabetes Care. 2009;32(7):1207-12.

58. Lin X, Song K, Lim N, Yuan X, Johnson T, Abderrahmani A, et al. Risk prediction of prevalent diabetes in a Swiss population using a weighted genetic score--the CoLaus Study. Diabetologia. 2009;52(4):600-8.

59. Meigs JB, Shrader P, Sullivan LM, McAteer JB, Fox CS, Dupuis J, et al. Genotype score in addition to common risk factors for prediction of type 2 diabetes. N Engl J Med. 2008 20;359(21):2208-19.

60. http://www.diagnoptics.com/index.php. Mei 2010.

61. Maynard JD, Rohrscheib M, Way JF, Nguyen CM, Ediger MN. Noninvasive type 2 diabetes screening: superior sensitivity to fasting plasma glucose and A1C. Diabetes Care. 2007;30(5):1120- 4.

62. Lutgers HL, Gerrits EG, Graaff R, Links TP, Sluiter WJ, Gans RO, Bilo H J, Smit A.J. Skin autofluorescence provides additional information to the UK Prospective Diabetes Study (UKPDS) risk score for the estimation of cardiovascular prognosis in type 2 diabetes mellitus. Diabetologia, 2009. 52(5):789-97.

63. http://www.impeto-medical.com/impetocms/about-ezscan.html. Mei 2010. 64. http://www.diabetesscan.nl/. Mei 2010.

65. Field MG, Elner VM, Puro DG, Feuerman JM, Musch DC, Pop-Busui R, et al. Rapid, noninvasive detection of diabetes-induced retinal metabolic stress. Arch Ophthalmol. 2008;126(7):934-8. 66. Dillon EL, Janghorbani M, Angel JA, Casperson SL, Grady JJ, Urban RJ, et al. Novel noninvasive

breath test method for screening individuals at risk for diabetes. Diabetes Care. 2009;32(3):430-5. 67. Rao PV, Reddy AP, Lu X, Dasari S, Krishnaprasad A, Biggs E, et al. Proteomic identification of

salivary biomarkers of type-2 diabetes. J Proteome Res. 2009;8(1):239-45. 68. http://www.lekkerlangleven.nl/. Mei 2010.

70. Alssema, M. One risk questionnaire to identify persons at risk for cardiovascular disease and type 2 diabetes-The Hoorn Study. Diabetologia 2007. 52(suppl.1);S324.

71. http://www.preventiekompas.nl. Mei 2010.

72. http://www.improvement.nhs.uk/nhshealthcheck. Mei 2010.

73. Baan CA, Schoemaker CG, Jacobs-van der Bruggen MAM, Hamberg-van Reenen HH, Verkleij H, Heus S, Melse JM. Diabetes tot 2025. Preventie en zorg in samenhang. RIVM rapport

260322004/2009.

74. Rathmann W, Haastert B, Icks A, Lowel H, Meisinger C, Holle R, et al. High prevalence of undiagnosed diabetes mellitus in Southern Germany: target populations for efficient screening. The KORA survey 2000. Diabetologia. 2003;46(2):182-9.

75. National Diabetes Audit. Key findings about the quality of care for people with diabetes in England incorporating registrations of Wales. Abridged report for the audit period 2004/2005. The

Bijlage 1: Diabetes