• No results found

6.6 Beoogde en bereikte resultaten en producten

6.6.3 Scouting door adviseurs in 2009

Begin juni is een bijeenkomst gehouden met adviseurs van Van Iperen. We hebben ervoor gekozen met één bedrijf aan het werk te gaan, zodat in alle openheid gewerkt kan worden en de adviseurs met een beperkte inspanning goed begeleid kunnen worden. Met de adviseurs zijn de volgende acties uitgevoerd:

• Cursus en demo over scouten (herkenning, schadedrempels, inzet middelen). De werkwijze en resultaten van 2008 zijn besproken. Een vereenvoudigd

scoutingprotocol voor aardappel is opgesteld en besproken (bijlage V). Daarnaast is een presentatie gegeven over de kenmerken van verschillende plaaginsecten en natuurlijke vijanden. In het veld hebben de adviseurs uitleg gekregen over het scouten en zijn ze zelf aan de slag gegaan.

• Scouten bij klanten, waarbij de adviseurs contact in de gelegenheid waren vragen te stellen aan PPO en DLV over de manier waarop zij hun manier van

scouten/inspecteren konden verbeteren.

• De scoutingsresultaten van de adviseurs van Van Iperen zijn genoteerd op

formulieren, zijn door PPO in grafieken gezet en teruggekoppeld aan de adviseurs. Evaluatie

Een evaluatie met de adviseurs van Van Iperen heeft plaatsgevonden in september/ oktober. Hieronder zijn de uitkomsten weergegeven.

Herkennen van insecten

De herkenning van volwassen luizen vinden de adviseurs niet moeilijk. De herkenning van natuurlijke vijanden is moeilijker; met name als deze wegrennen of -vliegen. De kennis en ervaring van de scout spelen een belangrijke rol bij de telresultaten.

Benodigde tijd

Bij droog weer duurt het scouten 20-30 minuten.

Schadedrempels

De schadedrempels in aardappel zijn zo hoog dat waarschijnlijk geen teler het zo ver laat komen. Deze stammen uit de jaren ’80, toen er nog zwaardere (systemische) middelen bestonden en de opbrengsten lager waren. Wellicht is het goed om deze te herzien? Verlagen naar 20?

Looproute

Tijdens het scouten in 2009 is een vaste looproute aangehouden. Wanneer de adviseurs normaal gesproken het veld in gaan, dan wordt niet elke keer dezelfde plek bezocht. In praktijk wordt vooral gekeken op de plekken waar de plaagdruk al hoger is en daar waar een risico verwacht wordt.

Effect van scouting op de advisering

De adviseurs hebben het scouten ervaren als een zetje om wat beter in het gewas te gaan kijken. De systematiek is handig om met een goed onderbouwd advies te komen. Het is een handige methode om van het “automatische piloot-spuiten” (bijv. 10 juni toprolbespuiting) af

Toch is er bij een van de telers bewust gekozen voor een ander middel (Gazelle) en bij een andere teler is op advies van de adviseur een bespuiting tegen vuilboomluis achterwege gebleven.

Toekomstperspectief van scouten

Telers kijken over het algemeen niet veel zelf in het gewas. Veel telers komen pas de trekker uit als het probleem vanuit de trekker zichtbaar is. Er wordt nauwelijks gekeken naar het soort luis.

Activiteiten zoals scouten zullen steeds meer op het bordje van de adviseur terecht komen. Als hij adviseert om (nog) niet te spuiten, dan zal de adviseur ook vaker moeten gaan kijken. Als er toezicht is, dan durft men een bespuiting vaak wel uit te stellen. Een teler zal zelf niet zo vaak gaan waarnemen. Het scouten moet plaatsvinden in een drukke periode, waardoor ook adviseurs hier weinig tijd voor hebben. Dit geeft een praktisch probleem.

Scouten is alleen interessant voor telers met 1-2 percelen aardappelen. Voor bedrijven met meer percelen is het niet te behappen.

Lang niet alle telers zullen mee willen lopen als de adviseur zou komen scouten. Toch krijgt de teler hier alleen gevoel voor als hij er zelf mee aan de gang gaat. Adviseurs kunnen daarbij helpen.

Uit de ervaringen in 2009 bleek dat, als de teler meegaat, dit hem meer bewust maakt van de situatie in het perceel.

Scouting zou zo kunnen werken:

• de teler neemt globaal waar in zijn perceel

• wanneer er plaaginsecten worden waargenomen (zeker na een bespuiting), dan wordt een adviseur om advies gevraagd.

• de adviseur komt dan een paar keer extra kijken. Hierbij kan gewerkt worden volgens de scoutingmethodiek. Om te weten of er voldoende natuurlijke vijanden in het perceel zijn, is het van belang vaker te gaan kijken, zodat zichtbaar wordt hoe de populatie zich ontwikkelt.

• met de onderbouwing van de scoutingresultaten kan mogelijk een bespuiting uitgesteld worden. Ook kunnen er middelen geadviseerd worden die minder schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden.

De economische winst van scouten is beperkt, want er zijn goedkope insecticiden.

Maatschappelijk gezien is er wel winst, als telers kunnen laten zien dat ze zich inzetten om minder schadelijke middelen te gebruiken. Dit geeft politiek draagvlak voor behoud van middelen.

Verbetering van het scoutingsysteem en plannen voor 2010

In 2010 zullen de adviseurs van Van Iperen gaan scouten in aardappel en tarwe.

De systematiek voor aardappelen heeft goed gewerkt. Een mogelijkheid is om een aanpassing te maken in de looproute: in plaats van een vaste looproute zou ook gekozen kunnen worden voor een variabele route. Hierbij wordt (vergelijkbaar aan de manier waarop in de praktijk gewasinspectie plaatsvindt) waargenomen op risicoplekken, waarbij niet elke keer dezelfde plekken worden bezocht. Er wordt dan op 1 locatie naast de rand

waargenomen en de andere 3 plekken worden bij elk bezoek door de adviseur bepaald, afhankelijk van de omstandigheden. Binnen FAB2 zal besproken worden of het zinvol is om deze aanpassing door te voeren.

De systematiek voor tarwe zal nog vastgesteld worden, zowel binnen FAB2 als voor de adviseurs van Van Iperen. Een idee is om vooral te scouten op momenten rond de opbouw

van de luizenpopulatie in het voorjaar en later rond de piek in de aren (=wel of geen middel toevoegen aan de bespuiting tegen afrijpingsziekte).

6.7 Conclusies