• No results found

Zienswijzen Cultuur

6. Schutterij St. Oda Boshoven

7. Stedelijke Harmonie St. Antonius Weert 8. Stichting St. Nicolaas Weert

9. CV de Heiknuiters

Organisatie Zanggroep Vocus

Reactie op Conceptnota Subsidiebeleid en Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013

1. Mogelijk ledenverlies door financiële gevolgen nieuwe subsidieregels. Verzoek om de sector cultuur meer te ontzien.

2. Bezwaar tegen de definitie van een “openbaar optreden”.

Toelichting

1. De zangverenigingen hebben te maken met stijgende kosten. Voorbeeld: huur repetitielokaal bij Rick is in 2012 met 25% verhoogd. Ook is het steeds moeilijker om buiten de contributies inkomsten te genereren. Contributieverhoging is dan de enige oplossing. Dit kan leiden tot ledenverlies. De leden nemen naast de contributie al vrijwillig andere kosten op zich (reiskosten, kledingkosten e.d.) en investeren tijd in vrijwilligerstaken.

2. Als subsidieontvanger zijn wij verplicht minimaal 3 keer per jaar een openbaar optreden te doen. In de definitie van een openbaar optreden staat dat het een optreden is in de gemeente Weert. Wij treden veel buiten Weert op. Zo promoten wij Weert en leggen contacten, zodat andere koren ook in Weert willen optreden. Bij het handhaven van deze verplichting zijn in Weert steeds dezelfde koren te

beluisteren. Ook moeten wij dan vaker een concert organiseren wat extra geld kost. Verder de vraag of een “openbare repetitie” ook onder een openbaar optreden valt.

Reactie B&W

1. Vrijwel alle verenigingen en burgers hebben te maken met stijgende lasten. De gemeente moet bezuinigingen en ontkomt er niet aan de subsidies te verlagen.

2. Aan de bezwaren die u inbrengt tegen de eis dat de optredens in Weert moeten plaatsvinden willen wij tegemoet komen. We willen uiteraard graag dat de Weerter verenigingen met regelmaat in de

gemeente Weert optreden. Dit gebeurt gelukkig ook. We begrijpen dat verenigingen ook graag buiten Weert optreden en dat de eis dat de optredens in Weert moeten plaatsvinden zwaar is. Een openbare repetitie is geen openbaar optreden.

Voorstel B&W voor wijzigingen 1. Geen wijzigingen.

2. De tekst “in de gemeente Weert” uit de definitie (art. 1, lid c) te halen.

21 Organisatie

Samenwerkende Koren Groenewoud

Reactie op Conceptnota Subsidiebeleid en Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013

1. De subsidieregeling voor dirigentkosten is nadelig voor een vereniging met meer dan één koor. Verzoek om voor de dirigentkosten subsidie per koor te verstrekken.

2. Harmonieën en fanfares ontvangen een hogere maximale vergoeding voor de dirigentkosten dan zangverenigingen. Dit is een ongelijke behandeling.

Toelichting

1. Wij zijn een vereniging met 5 koren, circa 135 leden waarvan veel jeugdleden. Uitbreiding naar 6 koren staat gepland. Belangrijk speerpunt van onze vereniging is talentontwikkeling. Het wordt steeds

moeilijker de kosten te dekken. In de huidige verordening en de “Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013” geldt een maximale vergoeding voor dirigentkosten per vereniging. Verenigingen met meer dan één koor (dus hogere kosten) worden hierdoor benadeeld. Dit is strijdig met uw doelstelling dat subsidie wordt verstrekt op basis van “redelijkheid, billijkheid en draagkracht”. Wij verzoeken u om voor de dirigentkosten per koor subsidie te verstrekken.

2. Instrumentale muziekverenigingen krijgen in de “Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013” een hogere maximale vergoeding voor dirigentkosten dan zangverenigingen, terwijl de (loon)kosten vergelijkbaar zijn. Dit is geen gelijke behandeling.

Reactie B&W

1. Bij het bepalen van de nieuwe grondslagen voor de subsidie voor dirigentkosten hebben wij mede gekeken naar de verstrekte subsidie in 2011. Er zijn drie verenigingen die meer dan één koor hebben.

Samenwerkende Koren Groenewoud (5 koren), Cantarella (3 koren) en The Streetsingers (2 koren).

The Streetsingers krijgen voor beide koren apart subsidie (aparte rechtspersonen). Deze verenigingen hadden in vergelijking met andere verenigingen geen bijzonder hoge dirigentkosten. De gemiddelde dirigentkosten per vereniging waren in 2011: € 4.255. De kosten van Samenwerkende Koren Groenewoud waren € 4.192,40, van Cantarella € 5.275 en van The Streetsingers € 6.985,-

(volwassenenkoor) en € 1.498,- (jeugdkoor). De kosten van de laatste twee lagen dus wel boven het gemiddelde, maar dit geldt ook voor 6 andere verenigingen (met één koor). Bij verenigingen met een groot koor (groter dan 50 personen) zien we gemiddeld hogere kosten dan bij een klein koor. Voor een jeugdkoor zijn de kosten gemiddeld lager dan bij een koor van volwassenen.

Opgemerkt wordt dat de dirigentkosten van deze vereniging in 2013 flink stijgen. In 2011 waren de kosten € 4.192,40. In 2012 zijn de kosten begroot op € 4.082,40 (- 3%) en in 2013 op € 10.000,- (+

145%). De reden van deze kostenstijging is ons niet bekend. De gemiddelde kosten per koor zijn € 2.000. Vergeleken met de verenigingen met één koor zijn dit geen hoge kosten.

De gedachte achter het bezwaar vinden wij terecht. Elk koor heeft een dirigent nodig en voor elk koor worden dus dirigentkosten gemaakt.

2.

De maximale subsidie voor dirigentkosten van zangverenigingen is in de “Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013” € 2.500,- (art. 8 lid d). Bij de instrumentale

muziekverenigingen is de maximale vergoeding € 5.000,- (art. 7 lid d). Dit komt omdat de meeste instrumentale muziekverenigingen meer dan één afdeling hebben. Voor een toelichting, zie onze reactie bij: Schutterij St. Oda, punt 1. Ook is het bepalen van de nieuwe subsidiegrondslagen gebeurd per doelgroep. Hierbij is gekeken naar een redelijke omvorming van de huidige grondslagen. Ook om deze reden is er sprake van verschillen per doelgroep

.

Voorstel B&W voor wijzigingen

1. De subsidie voor dirigentkosten verstrekken per koor, waarbij de maximale vergoeding € 2.500,- is voor een koor van volwassenen en € 1.500,- voor een jeugdkoor. Er blijft sprake van één

subsidieaanvraag per vereniging. Deze wijziging heeft gevolgen voor de begroting 2013. De totale meerkosten worden geraamd op € 4.250 (structurele meerkosten).

2. Geen wijzigingen.

Organisatie

Zangvereniging Cantarella

Reactie op Conceptnota Subsidiebeleid en Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013

1. De subsidieregeling voor dirigentkosten is nadelig voor een vereniging met meer koren. Verzoek om voor de dirigentkosten subsidie per koor te verstrekken.

2. Hoe gaat u in 2013 om met de subsidie van onze dansgroep?

Toelichting

1. Wij zijn een grote vereniging in Swartbroek met circa 145 leden. Wij hebben drie koren (kinderkoor, jongerenkoor en dameskoor Cantarella) en een dansafdeling, “Dancing Kids”. Het wordt steeds moeilijker de kosten te dekken. Vooral de kosten van onze dirigente en instructrices (voor de dansgroep) vormen een probleem. Het samenbrengen van meerdere koren binnen één vereniging is conform de wens van de gemeente (één subsidieaanvraag). Bij de subsidieverstrekking worden verenigingen met meer dan één koor benadeeld. De maximale vergoeding is voor elke vereniging gelijk. Door onze hoge kosten van € 11.125 (begroting 2013) bereiken wij snel de maximale

vergoeding. Wij zijn in 2013 genoodzaakt de contributie te verhogen. Enkele leden hebben hierdoor al opgezegd. Binnen Swartbroek zorgt onze vereniging voor een sociale binding. Het is jammer als dit verloren gaat. Wij verzoeken u daarom om voor de kosten van de dirigente en instructrice per koor/afdeling subsidie te verstrekken.

Noot gemeente: de genoemde kosten van € 11.125,- zijn de totale kosten van de dirigente (koren) en de instructrices (dansgroep). Op grond van de verdeling in 2011 schatten wij de begrote dirigentkosten in 2013 circa € 8.120,-. De reden van deze kostenstijging is ons niet bekend. De gemiddelde kosten per koor zijn € 2.700. Vergeleken met de verenigingen met één koor zijn dit geen hoge kosten.

2. Onze hoofdactiviteit is zang. Daarnaast hebben we de dansgroep. Hierdoor stimuleren wij bewegen, muziek en cultuur samen. Hoe wenst u in de toekomst om te gaan met de subsidieverstrekking voor onze dansgroep?

Reactie B&W

1. Zie reactie bij Samenwerkende Koren Groenewoud, punt 1.

Bij deze vereniging wordt opgemerkt dat de dirigentkosten in 2012 flink zijn gestegen. In 2011 waren de kosten € 5.275. In 2012 zijn deze begroot op € 7.800 (+ 48%) en in 2013 op € 8.120 (+ 4%).

2. Het is goed dat diverse activiteiten worden ondergebracht in één vereniging. Zeker in de kleine kernen draagt dit bij aan het behoud van verenigingen. De huidige en nieuwe subsidieverordening voorziet niet in subsidieverstrekking aan zogenaamde “multidisciplinaire” verenigingen (in dit geval zang en dans).

Cantarella krijgt nu toch subsidie voor de dansafdeling. De ledensubsidie die geldt voor de

zangactiviteiten wordt ook toegepast voor de dansactiviteiten. De gemeente past de regels nu dus flexibel toe. Voor de rechtszekerheid van de verenigingen is het van belang de subsidieregels correct toe te passen. Voor de activiteit dans kan vanaf 2013 subsidie worden verstrekt op grond van de

“Concept Deelsubsidieverordening Sport 2013”. De vereniging kan hiervoor een aparte aanvraag indienen.

Voorstel B&W voor wijzigingen

1. Zie voorstel bij Samenwerkende Koren Groenewoud, punt 1.

De dansafdeling vanaf 2013 als afzonderlijke sportvereniging aanmerken en subsidie verstrekken op grond van de “Deelsubsidieverordening Sport 2013”. Uiteraard geldt wel dat de vereniging en de activiteiten dienen te voldoen aan de eisen en verplichtingen zoals opgenomen in de “Deelsubsidieverordening Sport 2013”, wat op basis van de huidige inzichten het geval is. In de huidige berekeningen van de subsidie 2013 is bij Cantarella (zangvereniging) géén subsidie ingerekend voor de dansactiviteiten. De hoogte van de subsidie voor de dansactiviteiten via de “Deelsubsidieverordening Sport 2013” bedraagt in 2013 circa € 1.700,-

23 Organisatie

Kerkelijke Harmonie St.-Joseph 1880 Weert

Reactie op Conceptnota Subsidiebeleid en Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013 De korting op de subsidie aan onze vereniging is hoger dan 10%. Verzoek om dit te herzien.

Toelichting

Wij hebben op basis van de laatst ingediende bedragen van de subsidievaststelling 2011 een berekening gemaakt van het verschil in de subsidie op basis van de huidige en nieuwe verordening. Het betekent voor onze vereniging een daling van 13%. Dit is ruim boven de beoogde 10%. Met name de onderdelen

“vast bedrag” en “bedrag per bespeeld instrument” leveren wij bijna 20% in. Wij verzoeken u dringend dit te herzien.

Reactie B&W

Een korting van exact 10% per vereniging kan alleen worden bereikt als de grondslagen niet worden aangepast. Bij een stelselherziening is dit niet mogelijk. We hebben bij de nieuwe grondslagen gekeken naar een redelijke verdeling van de beschikbare gelden. Voor de kerkelijke harmonie St. Josehh 1880 betekent dit een daling van € 18.776,- naar € 16.398,- (conform de berekening van de vereniging op basis vastgestelde gegevens 2011). Dit is een nadeel van 12,7% i.p.v. 10%.

Bij de berekening van de daling van de subsidie met 12,7% plaatsen wij ook de kanttekening dat hierin een bedrag van € 1.298,- is opgenomen voor de aanschaf van uniformen en instrumenten. Dit is 12,15%

over een investering in 2011 van € 10.683,-. De hoogte van deze subsidie verschilt van jaar tot jaar. In de jaren 2009 en 2010 is door de vereniging minder geïnvesteerd en bedroeg deze subsidie € 245,03 en

€ 923,40.

Ook komt deze vereniging op grond van de “overgangsregeling voor uniformen” in de jaren 2013 t/m 2017 nog in aanmerking voor een bijdrage in de kosten van aanschaf van uniformen van de

muziekafdeling. Het financiële nadeel kan daardoor in 2013 minder zijn dan de 12,7% die door de vereniging is berekend.

Voorstel B&W voor wijzigingen Geen wijzigingen.

Organisatie Schutterij St. Job

Reactie op Conceptnota Subsidiebeleid en Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013 1. De nieuwe verordening betekent voor onze schutterij 42% minder subsidie. Verzoek om art. 10, lid 2

aan te passen. Noot gemeente: dit is subsidiegrondslag voor de schuttersactiviteiten.

2. Het verschil in de hoogte van de subsidie aan instrumentale muziekverenigingen en muziekafdelingen van een schutterij is niet terecht. Verzoek om beiden gelijk te behandelen.

3. Het is niet terecht (ongelijke behandeling) dat de gemeente alleen subsidie verstrekt voor opleidingen verzorgd door het Rick. Verzoek om de verordening op dit punt aan te passen.

4. De subsidieregeling voor investeringen in o.a. instrumenten en uniformen verdwijnt. Ook hier is sprake van ongelijke behandeling.

Toelichting

1. Onze schutterij krijgt met de nieuwe verordening 42% minder subsidie dan bij de huidige verordening.

Dit wijkt sterk af van 10% (berekening is bijgevoegd). Wij verzoeken om artikel 10, lid 2 van de Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013” aan te passen.

2. Zowel in de huidige verordening als in de “Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013” verordening wordt een onderscheid gemaakt in de hoogte van de subsidie van instrumentale muziekverenigingen.

Nu is er een onderscheid tussen “harmonieën en (drum)fanfares” en “drumbands, trommel- en fluitkorpsen”. Straks geldt een onderscheid tussen “instrumentale muziekverenigingen” en

“instrumentale muziekafdelingen van een schutterij”. Er is geen duidelijke onderbouwing voor dit verschil. De kosten van ons fluit- en tambourskorps verschillen nauwelijks van de kosten van een harmonie of (drum)fanfare of een andere muziekvereniging. Wij vinden het niet relevant of de instrumentale muziekbeoefening deel uitmaakt van een schutterij. Als onze muziekafdeling een zelfstandige vereniging was, zouden wij een hogere subsidie krijgen. Uit een berekening (op basis van globale cijfers 2013) blijkt dat wij in 2013 op grond van de “Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013” € 6.153,- subsidie krijgen. Bij een indeling bij de instrumentale muziekverenigingen is dit € 8.316,-.

3. Wij vinden dat alle opleidingskosten in aanmerking dienen te komen voor subsidie, wanneer deze voorzien in de behoeften van de instrumentale muziekverenigingen. Het Rick kan niet altijd voldoen aan de behoeften van verenigingen betreffende de opleiding van muzikanten. Om deze reden maken wij ook gebruik van andere professionele muzikale docenten (instructeurs). Er is sprake van ongelijke behandeling als alleen voor opleidingskosten van het Rick subsidie wordt verstrekt. Wij vinden het veel belangrijker dat muzikanten een goede en passende opleiding krijgen. Alleen dit waarborgt de

toekomst van de verenigingen.

4. In de “Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013” is de subsidie voor instrumenten en uniformen verdwenen. Bij de instrumentale muziekverenigingen is dit (gedeeltelijk) verdisconteerd in een verhoging van de vergoeding per spelend lid. Bij de schutterijen is dit geheel verdwenen. Onze vereniging moet binnenkort investeren in nieuwe instrumenten. Uit cijfers (bijgevoegd) blijkt dat onze schutterij en het fluitkorps hierdoor € 5.900 en € 8.500 mislopen. Dit is een ongelijke behandeling ten opzichte van verenigingen die in de afgelopen jaren al hebben geïnvesteerd. Wij verzoeken u ons hierin tegemoet te komen.

Reactie B&W

1. Volgens uw berekening daalt de subsidie voor de schuttersactiviteiten van € 529,50. Dit is een daling van 42%. De subsidie voor uw fluitkorps stijgt echter met € 585,92. Per saldo voor de schutterij als geheel is er geen sprake van een nadeel. De daling van de subsidie bij de schutterij komt door het vervallen van de subsidieregeling voor uniformen, attributen en schietbenodigdheden. In de huidige verordening krijgen de schutterijen een subsidie voor de aanschaf van uniformen, attributen en schietbenodigdheden (12,15% van de gemaakte kosten). Hier wordt vanaf 2013 geen aparte subsidie meer verstrekt. Het budget dat via de huidige verordening beschikbaar is voor deze specifieke subsidie

25 2. Bij de instrumentale muziekverenigingen geldt een hogere maximale vergoeding voor dirigentkosten.

Dit komt omdat de meeste instrumentale muziekverenigingen meer dan één afdeling hebben. De hoogte van de dirigentkosten is dus gekoppeld aan de omvang van de muziekactiviteiten (aantal afdelingen. Voor een verdere toelichting hierop zie onze reactie bij Schutterij St. Oda, punt 1.

Ten opzichte van de huidige verordening wordt uw vergoeding voor dirigentkosten in de nieuwe verordening € 865,95 hoger.

3. In de huidige én de nieuwe subsidieverordening wordt uitsluitend subsidie verstrekt voor opleidingen die worden verzorgd door een plaatselijk centrum voor kunstzinnige vorming (Het Rick). De

verenigingen hebben in januari 2012 aangegeven dat het Rick niet altijd de door hen gewenste

opleiding kan verzorgen. Zij leiden op met eigen leden of door inhuur van andere docenten. Zij hebben gevraagd ook voor deze opleidingen een subsidie te verstrekken. Wij hebben dit afgewogen en

besloten de huidige regeling te handhaven in de “Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013”. De reden hiervoor is de borg van de kwaliteit én het kostenniveau van de opleidingen. Het Rick is een professionele instelling zonder winstoogmerk. De gemeente verstrekt aan het Rick jaarlijks subsidie zodat zij de kosten van haar producten laag kan houden. De verenigingen krijgen via de subsidie een deel van deze kosten terug. Het is voor de gemeente niet mogelijk om een oordeel te vellen over de kwaliteit en het kostenniveau van opleidingen die niet worden verzorgd door het Rick.

4. Zoals aangeven bij punt 1 is het budget dat via de huidige verordening beschikbaar is voor subsidies voor investeringen vertaald in hogere subsidies voor de leden van de instrumentale muziekafdelingen.

Deze vertaling is een keuze binnen de stelselherziening.

Omdat verenigingen zich niet op deze wijziging hebben kunnen voorbereiden, geldt er tot 2017 een overgangsregeling. Deze overgangsregeling beperkt zich tot de uniformen van de “instrumentale muziekverenigingen” en “muziekafdelingen van schutterijen”. De overgangsregeling voorziet dus niet in subsidie voor de aanschaf van uniformen, attributen en schietbenodigdheden voor de

schuttersactiviteiten van de schutterijen en in muziekinstrumenten voor de “instrumentale muziekverenigingen” en “muziekafdelingen van schutterijen”. Dit is nadelig voor verenigingen die hierin op korte termijn moeten investeren. Of dit voor deze schutterij leidt tot het genoemde nadeel van € 5.900,- en € 8.500,- (totaal € 14.400,-). kunnen wij niet beoordelen. Een totale subsidie van € 14.400,- wordt in de huidige verordening toegekend bij een investeringsbedrag van € 118.500,-.

Voorstel B&W voor wijzigingen 1 t/m 3: geen wijzigingen.

4. Wij stellen voor de “overgangsregeling uniformen” te verbreden. Deze regeling ook van toepassing verklaren voor de aanschaf van uniformen, instrumenten en schietbenodigdheden van de

instrumentale muziekverenigingen en de muziek- en schuttersafdeling van de schutterijen. Deze wijziging heeft financiële gevolgen van de begroting 2013. De kosten zijn € 4.500,- per jaar (tijdelijk:

periode 2013 t/m 2017).

Organisatie Schutterij St. Oda

Reactie op Conceptnota Subsidiebeleid en Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013 1. Het verschil in de hoogte van de subsidie voor dirigentkosten tussen instrumentale

muziekverenigingen en muziekafdelingen van schutterijen is niet terecht.

2. Het is niet terecht dat voor leden van een schutterij, niet zijnde muzikanten, geen subsidie per lid wordt verstrekt.

Toelichting organisatie

1. In de huidige verordening is er voor de drumfanfare van onze schutterij geen verschil in subsidie met de harmonieën en fanfares. In de “Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013” wordt een

onderscheid gemaakt tussen instrumentale muziekverenigingen en muziekafdelingen van schutterijen.

Voor de laatste groep geldt een lagere maximale vergoeding voor dirigentkosten. Dit onderscheid is onterecht. Onze dirigentkosten kunnen gelijk zijn aan die van een instrumentale muziekvereniging.

Het onderscheid is gemaakt omdat een aantal instrumentale muziekverenigingen meerdere afdelingen heeft. Ook een drumfanfare kan beschikken over een jeugdafdeling.

2. Het subsidiebeleid is voor wat betreft uniformen en instrumenten gericht op een subsidie per lid waarin alle kosten zijn inbegrepen, uitgezonderd opleidingskosten en dirigentkosten. Deze opzet vinden wij niet terug bij de schutterijen. Hier geldt alleen een vast bedrag voor de schuttersactiviteiten. Bij de aanschaf van nieuwe uniformen wordt een grote schutterij benadeeld ten opzichte van een kleine schutterij. Daarom graag ook voor de schutterijen een subsidie per lid.

Reactie B&W

1. Momenteel wordt voor de subsidie van instrumentale muziek een onderscheid gemaakt tussen

“harmonieën, en (drum)fanfares” en “drumbands, trommel- en fluitkorpsen”. Voor de eerste groep gelden hogere vergoedingen voor alle subsidiecomponenten. Bij de dirigentkosten is de maximale vergoeding voor de eerste groep € 2.042,01 en voor de tweede groep € 1.134,45”. De

muziekafdelingen van de schutterijen vallen nu onder de regeling van “drumbands, trommel- en fluitkorpsen” uitgezonderd schutterij St. Oda, die een drumfanfare heeft en daarom onder de regeling voor “harmonieën, en (drum)fanfares” valt.

In de “Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013” is gekozen voor een nieuwe indeling:

“instrumentale muziekverenigingen” en “muziekafdelingen van schutterijen”. De grondslagen van de

“muziekafdelingen van schutterijen” zijn onderdeel van de subsidieregeling voor “schutterijen”. Een schutterij hoeft hierdoor vanaf 2013 geen aparte aanvraag meer te doen voor de muziekafdeling. De hoogte van de subsidies is voor beide groepen is gelijk, uitgezonderd de maximale vergoeding voor dirigentkosten. Deze is voor verenigingen die onder de regeling “instrumentale muziekverenigingen”

vallen € 5.000,- en bij de verenigingen die onder de regeling “schutterijen” vallen € 2.000,-.

De reden hiervoor is dat de hoogte van de dirigentkosten vanaf 2013 niet meer gekoppeld is aan de aard van de muziekactiviteit, maar aan de omvang van de activiteiten (aantal afdelingen).

Binnen de groep “instrumentale muziekverenigingen” hebben vier van de zes verenigingen meer dan één muziekafdeling (maximaal 3), ondergebracht in aparte rechtspersonen. Deze krijgen nu per rechtspersoon apart subsidie. De maximale vergoeding voor dirigentkosten is voor deze groep nu:

5.218,47 ( 2 x € 2.042,01 + 1 x € 1.134,45). In de “Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013” is deze maximale vergoeding verlaagd naar € 5.000,- (-4%). De schutterijen hebben allemaal één muziekafdeling. Daarom is binnen de regeling “schutterijen” voor een maximale vergoeding voor dirigentkosten gekozen van € 2.000,-. Hierbij is aansluiting gezocht bij de huidige maximale

5.218,47 ( 2 x € 2.042,01 + 1 x € 1.134,45). In de “Concept Deelsubsidieverordening Cultuur 2013” is deze maximale vergoeding verlaagd naar € 5.000,- (-4%). De schutterijen hebben allemaal één muziekafdeling. Daarom is binnen de regeling “schutterijen” voor een maximale vergoeding voor dirigentkosten gekozen van € 2.000,-. Hierbij is aansluiting gezocht bij de huidige maximale