• No results found

Schema ter ondersteuning voor het vinden van een alternatieve practicum uitwerking

Titratie zwak zuur (azijnzuur) sterke base (NaOH)

5.5. Schema ter ondersteuning voor het vinden van een alternatieve practicum uitwerking

Zoals duidelijk geïllustreerd in het voorgaande, is het opzoeken van alternatieven niet altijd eenvoudig, zeker als men niet weet waar of hoe er gestart dient te worden. Daarom worden een aantal hulpmiddelen aangereikt.

Op basis van de 36 practica die geanalyseerd werden, is er een schema opgesteld dat leerkrachten ondersteunt in hun zoektocht naar een alternatief. Vooraleer het schema kan gebruikt worden, dient de leerkracht gebruik te maken van het Hulpmiddel Omtrent

Productveiligheid (HOPV) om zo na te gaan welke producten er al dan niet verboden zijn. Op

basis hiervan kan de leerkracht starten met het schema te doorlopen om zo een alternatief te vinden. Aangezien er verschillende practica-onderwerpen geanalyseerd werden voor de gehele derde graad, biedt het schema zeker ondersteuning in deze graad. Voor het opstellen van het schema is er beroep gedaan op het leerplan derde graad TSO techniek-wetenschappen3. Ook al

heeft het leerplan chemie derde graad ASO andere doelstellingen, toch komen er vele onderwerpen van TSO practica ook in het ASO leerplan aan bod3,19. Hierdoor kan het schema ook gebruikt worden in de ASO richtingen. Het gebruik van het schema en HOPV zou bovendien in de lagere graden niet voor problemen mogen zorgen, aangezien de methodiek dezelfde blijft.

Het is echter mogelijk dat het schema niet voor alle onderwerpen een alternatief weergeeft. Indien dit het geval is, dient de leerkracht zelf een alternatief te zoeken. De gebruikte methodiek van het schema kan dan wel als leidraad dienen om zelf dit alternatief te vinden. Om een alternatief te vinden kan er ook beroep gedaan worden op collega’s, vakgroepen, internet (gebruik Engelse zoektermen), externe instanties, … Er wordt aangeraden om op elk alternatief HOPV en vervolgens een aanvullende risicoanalyse toe te passen. Het uitgewerkte schema wordt in figuur 21 weergegeven.

67

68

6. Conclusie

Door de structuur van onderwijs bloot te leggen, zijn er verschillende zaken gevonden die het verhogen van de veiligheid kunnen ondersteunen en zodoende een veiligheidscultuur kunnen creëren bij jongeren. Het reeds op jonge leeftijd creëren van een veiligheidscultuur kan een enorme vooruitgang zijn om de veiligheid in zowel de chemische sector als het dagelijks leven verder te verhogen.

Veiligheidsaspecten worden reeds vermeld in de eindtermen, maar deze kunnen nog explicieter vermeld worden. De eindtermen van de eerste graad zijn onlangs herzien, maar die van de tweede en derde graad dienen nog herzien te worden. Deze nog uit te voeren herzieningen zijn het ideale moment om veiligheid sterker te implementeren in deze eindtermen.

De verschillende onderwijskoepels maken op basis van deze eindtermen een leerplan op dat leerkrachten gebruiken bij de opstelling van hun jaarplan. In de leerplannen van het Katholiek Onderwijs worden er verschillende practica onderwerpen opgegeven waarvan er verschillende niet conform de wetgeving uitgevoerd kunnen worden. Vooral het uitvoeren van organische practica conform de wetgeving is een uitdaging doordat het gebruik van o.a. hoog geconcentreerde zuren verboden is.

Er zijn verschillende veiligheidsaspecten uitgewerkt gaande van beleid tot een praktisch hulpmiddel (HOPV) om verboden of producten die aandacht vragen naar veiligheid te identificeren. Tot slot is er op basis van 36 practicumnota’s, die worden uitgevoerd in de derde graad TSO technisch scheikunde, een schema uitgewerkt met veilige alternatieven.

Om het welzijn van zowel leerling als leerkracht te garanderen is de uitwerking van een efficiënt veiligheidsbeleid van groot belang. Om scholen hierbij te ondersteunen zijn de acht dragers

van beleidsvoerend vermogen specifiek toegepast op het vlak van veiligheid.

Aangezien het voor leerkrachten vaak niet duidelijk is welke producten er tijdens een practicum gebruikt mogen worden, is er een hulpmiddel (HOPV) uitgewerkt dat hen hierbij ondersteunt. Op basis van de H-zinnen die van toepassing zijn op de producten, kan HOPV bepalen of het gebruik van deze producten al dan niet is toegestaan in een onderwijscontext.

Daarnaast kunnen met behulp van een uitgewerkt schema verschillende alternatieven voor verboden producten gevonden worden, die conform de wetgeving zijn.

Door zowel gebruik te maken van HOPV als het schema met verschillende alternatieven wordt de veiligheidscultuur van de school verbeterd. Het gebruik van HOPV op zich is niet voldoende om een volwaardige risicoanalyse te verkrijgen.

69

7. Vervolgonderzoek

Vervolgonderzoek is zeker nog mogelijk en noodzakelijk aangezien HOPV momenteel nog niet kan gebruikt worden voor het opstellen van een volledige risicoanalyse. Om leerkrachten nog verder te ondersteunen kan er ook hiervoor een hulpmiddel uitgewerkt worden of kan HOPV uitgebreid worden. Momenteel wordt er bij HOPV enkel een indicatie gegeven voor contact/blootstellingsgevaar, gevaar bij inademing en brandgevaar. Om een volwaardige risicoanalyse te worden kunnen er nog zaken aan toegevoegd worden zoals het aantal leerlingen, compatibiliteit producten,…

Op het vlak van practica kan er nagegaan worden welke onderwerpen essentieel zijn voor de opleiding. Wanneer deze onderwerpen gekend zijn, kunnen er volledige practica, die conform de wetgeving zijn, worden uitgewerkt.

Indien het niet mogelijk is om bepaalde practica onderwerpen conform de wetgeving uit te voeren, maar ze toch als noodzakelijk worden geacht voor de opleiding, dan wordt er best via de verschillende onderwijskoepels gecommuniceerd dat die bepaalde onderwerpen onontbeerlijk zijn voor de opleiding en onder welke strikte vereisten ze als onontbeerlijk kunnen worden beschouwd. Gezien de risico’s van deze practica dient er een volwaardige risicoanalyse opgesteld te worden waarin preventiemaatregelen zijn uitgewerkt evenals een noodplan indien er toch een incident is.

70

8. Bijlage