• No results found

SCENARIO 3. BLUSWATER

PROBLEMATISCHE LOZINGEN

6.3 SCENARIO 3. BLUSWATER

6.3.1 SCENARIO BESCHRIJVING

Als gevolg van het blussen van een brand bij een bedrijf komt er product van dat bedrijf, blus-water en/of blusschuim in de riolering. Dit blusblus-water bevat vervuilende stoffen, waaronder PAK’s die zich binden aan het slib of die ongezuiverd met het effluent in het ontvangende oppervlakte-waterlichaam terecht komen. Verder is er een risico aanwezig dat er nog andere toxische componenten in het afvalwater zitten.

Voorbeeld. Brand in de buurt van een rwzi. Het bluswater is in een afgesloten sloot gebufferd en daarna

overgepompt naar een schip. Dit bluswater is vervolgens via een actiefkoolfilter geloosd op de rwzi. Bij een brand is een hoeveelheid bluswater vrijgekomen. Door snel handelen is het rioolgemaal stop gezet. Er zijn vervolgens remmingstesten uitgevoerd. Op basis van deze testen is besloten het bluswater naar een afvalverwerker af te voeren.

Mogelijke oorzaken:

• Toevoer van product van het bedrijf met bluswater

• Omzettingsproducten door hoge temperaturen (inclusief PAK’s) • Brandbestrijdingsmiddelen

Mogelijke gevolgen:

• Overbelasting rwzi (eventueel vergiftiging rwzi door toxische stoffen) • Niet voldoen aan de effluentwaarden

• Eventueel slibuitspoeling door schuim, toxische stoffen • Hogere slibproductie door de piekvracht product • (mogelijk) geuroverlast

• Schuimvorming op de nabezinktank

• (ontoelaatbare) verhoging van conc. PAK in slib

6.3.2 BOS BLUSWATER Melding brand, bluswater onderweg Melden bij bevoegdgezag Getroffen Rioolstreng afsluiten Aanvoer hervatten Bufferen in omgeving Inschatten risico Operationeel opschalen Aanvoer uit Steekmonster aanvoerstelsel RWA? Nee Ja Lijst strengen/putten aanvoerstelsel Monstername protocol Sneltesten + pH + geleidbaarheidsmeting

Lijst BRZO en overige bedrijven Risico Aanwezig? Nee Te kort O2? Check effluent? Bijplaatsen beluchting Lijst leveranciers Nee Ja Niet Ok afschalen Aanvoer geleidelijk op de rwzi bij DWA

Ok

Ok

Apart afvoeren naar afvalwaterverwerker Strengen afkoppelen mogelijk? Nee Lokaal behandelen Ja Hoog Ja Risico laag of hoog? Laag

6.3.3 OPSCHALINGSCRITERIA

In de meeste gevallen van bluswateraanvoer is dit snel bekend bij het waterschap. Er moet bij industriële bedrijven in alle gevallen worden opgeschaald, omdat van te voren sowieso de reikwijdte van deze bluswaterlozing niet is in te schatting. Er moeten snel keuzen worden gemaakt om de toevoer te stoppen of om voorzorgsmaatregelen op de desbetreffende rwzi te treffen. Het is belangrijk dat snel bekend is wat voor soort bluswater er richting de rwzi gaat, welk mogelijk product (levensmiddelen, olie of afval, et cetera) en hoeveel product en toxisch of niet toxisch.

Bij de afweging om (verder) te gaan opschalen naar de volgende (alarmering)fase spelen de volgende aspecten een rol:

• Toxiciteit bluswater

• Bedreiging van het actiefslib • Slechte zuiveringsprestaties

• Tijdsduur van de verstoring (RWA of DWA)

• Kwetsbaarheid van het ontvangende oppervlaktewater • Gevaar voor gezondheid medewerkers

Voor opschaling naar een andere coördinatiefase kunnen de volgende criteria als voorbeeld gehanteerd worden. Dit is echter per waterschap verschillend en er moet dus per waterschap beoordeeld worden welke criteria gehanteerd worden.

Voorbeeld opschalen naar een andere coördinatiefase6

Coördinatiefase Criteria voor opschaling

1 • Geverifieerde melding van aanvoer bluswater

• Effluenteisen en/of dagstreefwaarden worden niet gehaald

2 • Nitraat en/of ammonium buiten grenswaarden (bijvoorbeeld Nitraat-N gehalten hoger dan 10 mg/l, ammonium-N hoger dan 20 mg/l)

• P-totaal valt buiten de grenswaarden (P-tot hoger dan 5 mg/l) • Duur hoge effluentwaarden langer dan een dag

• Lozing is potentieel gevaar voor de stabiliteit van de rwzi

3 • Verwachting dat ongezuiverd moet worden geloosd (kwetsbaar oppervlaktewater) • Verwachting van een ernstige bedreiging voor het in leven houden van het actiefslib • Verwachting langdurige ontregeling zuiveringsproces

• Afzet slib komt in gevaar door aanwezigheid toxische stoffen

6.3.4 TIJDSVERLOOP

Begin t0 • Moment van de melding van de lozing 0 -1 uur • Bevestigen, verkennen, verifiëren van de melding

• Indien mogelijk stop zetten gemalen

• Inschatten effect lozing op transportsysteem en rwzi, hoeveelheid, mogelijk aanwezige producten, mogelijke toxiciteit

• Inschatten van locatie en omvang (begin/eind) van de lozing in het aanvoersysteem, en de verwachte tijd van aankomst op de rwzi

• Beoordelen en besluitvorming over verschillende mogelijkheden om ergens te bufferen

• Indien de piek op weg is naar de rwzi, start maatregelen treffen (bijv. extra beluchten, maatregelen in de slibverwerking)

• Start monstername, zie hoofdstuk 9

• Vaststellen afwijking reguliere bedrijfsvoering en opschalen indien nodig (melden aan voorzitter WAT) • Treffen van eerste maatregelen om incident te beheersen

1 - 4 uur • Waarschuwen en inschakelen van externe partijen indien nodig

• Afweging en inzet maatregelen om effecten te beheersen en te stabiliseren (bijv. afschakelen gemalen of wegpompen uit aanvoerput)

• Checken trendings van meetapparatuur om de huidige situatie in te kunnen schatten (nulsituatie en verloop van meetwaarden gedurende de calamiteit)

• Checken waterkwaliteit aanvoer op rwzi en slibactiviteit

• Vervolg maatregelen nemen bij vervuilende bron of aan voorkant van de rwzi indien effect op rwzi groter dan verwacht

• Beschikbare middelen inzetten; gericht op maximaal 8 uur stilstand van aanvoer 4 – 24 uur • Afweging en inzet maatregelen om effecten te beheersen en te stabiliseren

Inzet externe middelen indien nodig

1 – 3 dagen • Maatregelen nemen ter bevordering van herstel en nazorg

• Inzet externe middelen indien nodig ten behoeve van herstel werking aanvoersysteem, bijvoorbeeld het schoonmaken van leidingen

6.3.5 TE NEMEN MAATREGELEN DOOR DE TECHNOLOOG

De volgende maatregelen kunnen in beeld zijn afhankelijk waar de situatie om vraagt: 1. Inschatten omvang calamiteit

2. Informeren hoofd WAT (actieteam)

3. Toxiciteitsmeten van het geloosde bluswater 4. Toevoer afvalwater rwzi stopzetten

5. Aanvoer beperken of stoppen door bufferen afvalwater in de rioolstreng, op het terrein, in een sloot in de buurt of in bufferzakken

6. Bemonstering influent en effluent

7. Maatregelen om bluswater gedoseerd naar rwzi afvoeren (bufferen, via (smaakmaker) tank7 op het bedrijf die zeer geleidelijk kan doseren)

8. Indien schuim ontstaat, dat verstoring geeft van het proces, hetzij actief kool hetzij anti-schuim doseren

9. Conditioneren, bijvoorbeeld bijstellen pH 10. Inzetten extra (ingehuurde) beluchtingscapaciteit

11. Aanpassen slibverwerking (bijvoorbeeld isolatie primair slib) 12. Stilzetten slibontwatering (indien aanwezig) om de rwzi te ontlasten 13. Waarschuwen personeel en publiek voor gezondheids-/explosiegevaar 14. Verdunnen indien er sprake is van toxische stoffen, zie ook paragraaf 6.4

15. Eventueel gebufferd (geconcentreerd) afvalwater afvoeren naar externe afvalverwerker 16. Metingen luchtkwaliteit

17. Evalueren effecten lozing op kwaliteit oppervlaktewaterlichaam/waterbodem 18. Beoordeling van schade door inspectie van leidingen/gemalen/aanvoerstelsel 19. Lessons learned – contact met veroorzaker

6.4 SCENARIO 4. TOXISCHE LOZING