Samenwerking met (coalitie)partners

In de organisatie en coördinatie van de projecten is de afgelopen drie jaar voorname-lijk samengewerkt tussen professionele zorgorganisaties, bewonersinitiatieven/ bewo-nersverenigingen, professionele welzijnsinstellingen en (deel)gemeenten. De projecten werken het minst vaak samen met zelforganisaties van migranten, religieuze organisa-ties of sportverenigingen.

Geen enkel initiatief geeft aan niet samen te werken met andere organisaties. In de

‘anders, namelijk’ categorie wordt onder andere samenwerking met scholen en/of jeugd-centra een aantal keer genoemd. Verder noemt een project de speeltuin en anderen de wijktuin, woningcorporatie, schaakclub of fotoclub als samenwerkingspartner.

Projecten zijn in de loop der tijd met steeds minder organisaties een vaste samenwer-kingsrelatie aangegaan. Het heeft zich uitgekristalliseerd welke partners van belang zijn in het lopende project (en welke niet) en met wie het goed samenwerken is. Niet alle organisaties die betrokken waren bij of voor de start zijn nu nog in beeld.

Groep 7 van basisschool De Kubus uit de wijk helpt mee bij De tuin van de Plataan op de Nationale Boomfeestdag. Jong en oud delen verhalen.

Coaching van Adviesbureau Van de Bunt

We hebben de projectleiders gevraagd of zij gebruik hebben gemaakt van de coaching van Adviesbureau Van de Bunt, aangeboden door het Oranje Fonds. Twintig van de 24 projecten hebben dit in 2017 gedaan en negentien van de 23 in 2018. Het ging in deze coaching volgens de projectleiders vooral over samenwerking met coalitiepartners (beide jaren 12x), samenwerking met externe organisaties (beide jaren 8x), en finan-ciering en continuïteit, wat in het laatste jaar meer aan de orde was (2017: 7x, 2018:

11x). Ook thema’s als contact tussen cliënten en de buurt, gebrek aan belangstelling van en samenwerking met gemeenten worden enkele keren aangekruist. Uit de open antwoorden bleek dat persoonlijke ontwikkeling als projectleider in 2017 ook een belangrijk thema was bij Van de Bunt, dit werd acht keer genoemd. Bij de coaching in Waar bij de nulmeting één onvoldoende werd gegeven (door Groen Trefpunt,

IJssel-stein), zijn de onvoldoendes in 2016, 2017 en 2018 weg. Drie projecten gaven de samen-werking in het eerste jaar een zes: de Riebeeck tuin in Hilversum, de AZC buurtmoes-tuin Westlinge Groen in Heerhugowaard, en Stadsbuurtmoes-tuin de Eendracht, in Appingedam.

Twee daarvan geven een verklaring: bij een project is de derde partner afgehaakt, maar heeft een nieuwe zich aangemeld. In het laatste jaar geeft alleen de coördinator van het project in Heerhugowaard nog een 6, omdat er weinig contact is met de welzijnsorgani-satie. Zes projecten die een 7 geven, hebben allemaal problemen in de samenwerking.

Eén loopt aan tegen verschillen in bedrijfscultuur in de zorginstelling, bij twee andere zijn er problemen in de samenwerking tussen de partners enerzijds, en de buurtbewo-ners (wijkvereniging) anderzijds.

Negen projecten geven de samenwerking een 8. Knelpunten daar zijn het wegvallen van een partner, wat gepaard gaat met het wegvallen van een deel van de financiering;

ongelijke verdeling van werklasten; wisseling van betrokken personen wat gepaard gaat met verlies van kennis en ervaring; stroeve samenwerking met de bewonersvereni-ging. Ondanks deze punten dus toch nog een 8. Positieve toelichtingen op een 8 gaan over de soepele samenwerking en overleg tussen de betrokken partijen. Vier projecten geven de samenwerking een 9, en geven als toelichting dat het goed loopt en er fijn contact is. Drie projecten geven de samenwerking tussen coalitiepartners een 10: Moestuin Havenpark in Apeldoorn, Groen Verbindt in Harderwijk en Geluk kweek jezelf in Biezenmortel.

Twee van hen lichten toe: “Het gaat buitengewoon goed, we pakken alles samen op.” En

“Er is gewoon een hele goede verbinding tussen de partners en subpartners ontstaan met één duidelijk doel.”.

werkt met professionele zorg- en welzijnsorganisaties neemt toe (zorg: 2017: 9x, 2018:

14x). Het aantal projecten dat samenwerkt met vrijwilligersorganisaties in natuurbe-heer of milieueducatie neemt af (2016: 9x, 2017: 8x, 2018: 7x genoemd). Een handvol projecten verwacht nog samen te gaan werken met een professionele organisatie voor natuurbeheer en milieueducatie of met een sportvereniging. In 2016 werkten geen projecten niet samen met andere partners dan de coalitiepartners. Twee projecten in 2017 en drie in 2018 geven aan niet samen te werken met andere partijen buiten de coalitiepartners. Binnen de ‘anders, namelijk’ categorie worden partijen genoemd als scholen en opleidingen, het bedrijfsleven en vluchtelingenwerk.

Tabel 15. Met welke partijen werkt u, buiten de coalitiepartners, verder nog samen binnen dit project? Meerdere antwoorden mogelijk. (N=27/25/24/23). Bron: Vragenlijst coördinatoren.

Mogelijke samenwerkingen T0 2016 2017 2018

(deel)Gemeente 13 13 11 14

Professionele zorgorganisatie(s) 10 9 14 9

Professionele welzijnsinstelling(en) 8 5 11 7

Professionele organisatie voor natuurbeheer en milieu

educatie 10 6 8 5

Sportvereniging(en) 9 5 4 3

Ondernemersvereniging 10 8 5 3

Bewonersinitiatief/Bewonersvereniging 11 11 11 9

Zelforganisatie van migranten 6 7 2 4

Vrijwilligersorganisatie in zorg of welzijn 10 7 6 5 Vrijwilligersorganisatie in natuurbeheer of milieu

educatie 13 9 8 7

Religieuze organisatie 4 7 5 6

Anders, namelijk… 7 5 11 8

Wij werken niet samen met andere organisaties dan de

coalitiepartners 0 0 2 3

2018 was dit bij vier coördinatoren een thema. Met gemiddeld een 8,3 in 2017 en een 8,6 in 2018 geven de projectleiders aan dat ze veel aan deze coachinggesprekken hebben gehad. Het laagste cijfer was een 7 (beide jaren 1x). Eén coördinator gaf de coaching in 2017 een 10 (in 2018 twee projectleiders). Die zegt over de coaching:

“Als coördinator [en] kartrekker kun je je uitgeblust en eenzaam voelen als het niet lekker loopt. Je voelt je verantwoordelijk voor zaken waarop je geen invloed hebt. De coaching heeft geholpen bij het nemen van een andere rol, waarbij ik alleen doe waar ik wel zelf invloed op heb.”

Zes mensen geven aan dat het fijn is te kunnen sparren met iemand. Een iemand geeft aan dat het de samenwerking binnen het project ten goede is gekomen. De rest spreekt in het algemeen lof uit of geeft geen toelichting.

Knelpunten en verwachtingen

De coördinatoren is in een open vraag in de loop der tijd vier keer gevraagd naar knel-punten in de samenwerking met de coalitiepartners. Communicatie was het grootste knelpunt in 2016 (2017, 4x; 2018, 2x), maar is in de laatste twee jaar nauwelijks nog een probleem. Zeven projecten zien geen enkel knelpunt: dat is vier meer dan in het eerste jaar. De knelpunten die aan het eind nog een enkele keer gesignaleerd worden, zijn:

verschillen in bedrijfscultuur en uiteenlopende verwachtingen van elkaar. Steeds vaker komen personele problemen aan de orde (2018, 5x; 2017, 6x ) zoals tijdgebrek, onder-bezetting, en het vertrek van mensen met ervaring. Ook het motiveren van vrijwilligers, concreet aan de slag gaan (sic!), en het draagvlak in de organisatie zijn net als vorig jaar genoemd als knelpunten.

Over samenwerking met andere partners dan de coalitiepartners melden de coör-dinatoren het volgende. Ongeveer de helft van de projecten werkt samen met (deel) gemeenten (2016: 13x, 2017: 11x, 2018: 14x) en hetzelfde geldt voor bewonersinitia-tieven/verenigingen (2016: 11x, 2017: 11x, 2018: 9x). Het aantal projecten dat

samen-8.6 Performing in PR

Binnen het programma hebben een aantal projecten zich de afgelopen drie jaar meer dan positief onderscheiden wat betreft de combinatie van samenwerking, projector-ganisatie en PR. In ons onderzoek hebben wij ze koplopers genoemd. Het gaat dan om Groen Verbindt Enschede Zuid, Voedseltuin Overvecht in Utrecht, De tuin van de Plataan in Amersfoort, Het Groen Trefpunt in IJsselstein, Moestuin Havenpark in Apeldoorn, de Beleeftuin van Revalidatiecentrum Vogellanden in Zwolle, en de Tref-tuin in Roden/ Noordenveld.

Projecten die het goed doen hebben vaak expliciet aandacht besteed aan draagvlak bij cliënten én buurtbewoners. Bij De Treftuin in Roden geven de cliënten en vrijwilli-gers aan dat de projectleider goed luistert naar wat ze willen, wat hun enthousiasme aanwakkert. In elke fase is de betrokkenen naar hun mening en eigen ideeën gevraagd.

De koplopers maken ook werk van relaties met externen. Roden trok gespecialiseerde pr-vrijwilligers aan - mensen met vaardigheden, ambities en competenties op het publi-citeitsvlak. Zo kwam het dat het project 500 bezoekers kon verwelkomen op de jaarlijkse markt op de tuin.

Bij het Groen Trefpunt in IJsselstein kun je vriend worden van de tuin. Dat kost 10 euro per jaar en wordt geregeld door een zeer ondernemend kernteam van zes vrijwilligers, met veel contacten in het dorp. Zij zorgen er ook voor dat lokale organisaties de weg naar het project kennen. De sportvereniging, de wijkagent, de bedrijven uit de buurt, de gemeenteamb-tenaren etc. Als zij de weg naar het project kennen, dan kunnen ze er anderen weer op attenderen en zo gaat de sneeuwbal steeds harder rollen. Bij Samen scheppen in Renkum/

Oosterbeek kun je de tuin als locatie huren. De Beleeftuin in Zwolle heeft een goede relatie met andere organisaties in de wijk: het Pierikoverleg. En ook de Daktuin in Zaandam is veel samenwerkingen aangegaan onder andere met het sociale wijkteam.