• No results found

 

Het werk dat in dit proefschrift beschreven wordt, gaat over membranen en membraantechnologie.  Een membraan is een barrière die selectief stoffen door kan laten. Dat kan op basis van grootte zijn,  zoals bij een zeef, maar ook op basis van interacties met het membraanmateriaal. Membranen kun  je  als  vlakke  films,  holle  vezels  of  buizen  kopen  en  worden  gemaakt  van  metaal,  keramiek  en/of  plastic.  Omdat  je  er  zowel  vaste,  vloeibare  als  gasvormige  stoffen  mee  kunt  scheiden,  zijn  membranen  bijzonder  breed  inzetbaar.  Op  dit  moment  worden  membranen  op  grote  schaal  toegepast voor bijvoorbeeld het bereiden van drinkwater en voor scheidingen in de petrochemische  industrie. Het gaat dan om modules van enkele meters lang. Toepassingen op kleinere schaal, met  modules  van  een  aantal  decimeter  in  lengte,  zijn  nierdialyse  en  kunstmatige  longen.  Wanneer  we  naar nog kleinere dimensies gaan, komen we terecht in de wereld van de microfluïdische systemen,  wat het onderwerp is van dit proefschrift.  

Het woord ‘microfluïdisch’ betekent stroming op kleine schaal. Hoewel er geen strakke definitie  is, wordt met ‘klein’ meestal kleiner dan grofweg een halve millimeter bedoeld. Een bloedvat en de  kop  van  een  inkjet  printer  zijn  voorbeelden  van  microfluïdische  systemen.  Het  vakgebied  microfluïdica houdt zich bezig met het ontwikkelen van methoden en apparatuur waarmee stroming  op  die  kleine  schaal  gecontroleerd,  gemanipuleerd  en  geanalyseerd  kan  worden.  Dit  is  interessant  om verschillende redenen. Allereerst kunnen op deze schaal vele testen gedaan worden met kleine  hoeveelheden  vloeistof,  dankzij  de  kleine  interne  volumes.  Door  microfluïdische  systemen  te  stapelen kan dit ook nog tegelijkertijd, het zogenaamde high throughput screening. Dat betekent dat  je in korte tijd heel veel informatie kan verkrijgen. Deze aanpak biedt grote kansen op het gebied van  DNA testen, het analyseren van bloed, en de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Andere voordelen  liggen in de richting van de reactorkunde. In een microfluïdisch systeem is stroming voorspelbaar en  veel  beter  te  controleren  dan  op  grote  schaal.  Daarnaast  kan  warmte  veel  effectiever  aan‐  of  afgevoerd  worden.  Hierdoor  kunnen  chemische  reacties  efficiënter  en  veiliger  uitgevoerd  worden,  met  betere  producten  en  minder  afval  als  resultaat.  Men  verwacht  dat  microfluïdische  systemen  voor een revolutie zullen zorgen in de chemie en biologie, met een vergelijkbare impact als die van  micro‐electronica  op  ICT  in  de  vorige  eeuw.  Maar  voor  het  zover  is,  moet  nog  het  nodige  onderzoekswerk gedaan worden. 

Waarom  zou  je  eigenlijk  membraantechnologie  met  microfluïdische  systemen  willen  combineren? Dat heeft te maken met de trend binnen de microfluïdica om standaard laboratorium  handelingen te verkleinen en te integreren in een enkele module: het zogenaamde lab‐op‐een‐chip  concept. Veel van dit soort handelingen, zoals filtratie, mixen van stoffen, reactie, en/of scheiding,  kunnen  met  behulp  van  membranen  uitgevoerd  worden.  Daarnaast  is  er  binnen  het  vakgebied 

membraantechnologie veel kennis en ervaring aanwezig op gebieden die voor de microfluïdica van  nut  kunnen  zijn,  waaronder:  stoftransport,  interacties  tussen  verschillende  materialen,  materiaalverwerking,  afdichting  en  module‐ontwerp.  Het  voornaamste  doel  van  dit  proefschrift  is  daarom  om  een  brug  te  slaan  tussen  de  vakgebieden  membraantechnologie  en  microfluïdica,  en  hierbij  nieuwe  mogelijkheden  te  demonstreren.  De  inhoud  is  daardoor  van  een  conceptuele  en  exploratieve aard. Wat heeft dit werk dan uiteindelijk toegevoegd?  

 

• Gecategoriseerd  literatuuroverzicht  van  hoe  membraanfunctionaliteit  in  een  chip  geïntegreerd kan worden en welke mogelijkheden dit biedt. (Hoofdstuk 2). 

• Beschrijving  van  een  fabricagemethode  om  poreuze  microfluïdische  chips  te  maken.  Een  voorbeeld staat op de voorkant van dit proefschrift. In poreuze chips hebben de wanden van  de  kanaaltjes  membraaneigenschappen  en  deze  kunnen  voor  verschillende  doeleinden  ingezet  worden.  Ter  illustratie  is  gastransport  door  de  wand  van  microkanalen  gedemonstreerd (Hoofdstuk 3).  

• Fabricage  van  micro  gas‐vloeistof  contactoren,  waarbij  het  grensvlak  door  een  membraan  gestabiliseerd  wordt.  Aangetoond  is  dat  gassen  gebruikt  kunnen  worden  om  lokaal  de   samenstelling van een vloeistof te beïnvloeden. Dit concept is gebruikt voor de controle van  de  zuurgraad  in  micro  fermentatie  experimenten,  waarbij  gistcellen  suiker  omzetten  (Hoofdstuk 4) en voor het creëren van lokale concentratiegradiënten (Hoofdstuk 5).  

• Ontwikkeling van een nieuwe methode om poreuze coatings aan te brengen in microkanalen  door  middel  van  fasescheiding  van  polymeeroplossingen.  Aangetoond  is  dat  functionele  microdeeltjes  in  deze  coatings  geïntegreerd  kunnen  worden.  Door  katalysatordeeltjes  te  gebruiken kan een soort microreactor gemaakt worden. In samenwerking met de vakgroep  katalyse  is  aangetoond  dat  in  deze  microreactoren  glucose  kan  worden  omgezet  naar  gluconzuur, een grondstof voor de chemische industrie (Hoofdstuk 6). 

• Ontwikkeling  van  een  concept  om  membranen  snel  en  bij  kamertemperatuur  een  microstructuur te kunnen geven, gebaseerd op embossen. Daarbij is aangetoond dat lokale  verdichting tot transparantie kan leiden, wat visualisatie mogelijk maakt (Hoofdstuk 7).  • Demonstraties van nieuwe mogelijkheden om op basis van commerciële membranen  microfluïdische systemen te maken (Hoofdstuk 7):  ‐ gebruik van holle vezel membranen;   ‐ fabrikage van monolieten en gepakte bedden in holle vezel membranen   ‐ integratie van poreuze membranen in dichte films om de neiging om te zwellen in  oplosmiddelen te verminderen en de mechanische sterkte te verbeteren.    

Behalve  een  uitleg  over  het  waarom  van  bovengenoemde  punten  en  de  beschrijving  van  hoe  alles gerealiseerd is, is in dit proefschrift ook veel achtergrondinformatie opgenomen. Daarnaast  worden  diverse  suggesties  voor  mogelijke  toepassingen  gegeven.  Het  proefschrift  eindigt  met  een kritische evaluatie van de gepresenteerde concepten en een blik op de toekomst.  

DANKWOORD 

 

Het zit er op! De periode van een promotie leek van te voren oneindig lang, maar is toch snel voorbij  gevlogen. Ik kijk met veel plezier terug op de afgelopen jaren: een bijzonder creatieve tijd met veel  vrijheid,  congressen  in  binnen‐  en  buitenland,  veel  uitdaging  en  omringd  door  aardige  en  slimme  mensen. Dit is de juiste plek om een aantal mensen te bedanken. 

Allereerst wil ik mijn promotor Matthias Wessling van harte bedanken voor het aanbieden van  de  promotieplek.  Matthias,  ik  ben  blij  dat  je  me  overtuigd  hebt  om  aan  dit  avontuur  te  beginnen.  Mede door onze persoonlijke klik zijn het voor mij enorm inspirerende jaren geweest.  

Tijdens mijn promotie ben ik door twee personen begeleid. Geert Henk Koops wil ik bedanken  voor de samenwerking op het gebied van stervormige vezels, aan het begin van mijn promotie. Na  een aantal maanden ben ik geswitched naar het project dat in dit proefschrift beschreven staat, en  hierbij  werd  Rob  Lammertink  mijn  begeleider.  Rob,  jij  bent  een  ideale  sparringpartner  voor  mij  geweest.  Doordat  we  het  persoonlijk  ook  goed  konden  vinden,  is  het  project  duidelijk  naar  een  hoger  plan  getild.  Ik  wil  je  bijzonder  bedanken  voor  het  snelle  correctiewerk,  en  de  coachende  woorden als ik in een motivatiedipje zat. Jij verdient duidelijk een deel van de credits. 

Verder wil ik de promotiecommissie bedanken voor het goedkeuren van mijn proefschift, en de  gebruikerscommissie voor hun input tijdens de overlegvergaderingen.  

Een  promotie  doe  je  zeker  niet  in  je  eentje,  en  ik  ben  blij  dat  zoveel  mensen  mij  hierbij  geholpen hebben. In het begin ben ik door Laura Vogelaar ingewijd in de wondere wereld van phase  separation micromolding. Heiko van der Linden, voorheen werkzaam in Groningen, heeft mij op weg  geholpen met de CNC frees. Bij het werk op het lab en de SEM heb ik hulp gehad van de technici.  Voor financiële en arbo technische vragen kon ik bij Antoine terecht (zelfs na 10 uur!). Greet zorgde  intussen  voor  al  het  regelwerk  op  de  achtergrond,  een  praatje,  een  luisterend  oor  en  ‐niet  onbelangrijk‐  het bijvullen van de snoeppot. Allemaal enorm bedankt!   Daarnaast heb ik ook hulp gehad van een aantal studenten, die een hoop werk voor mij verzet  hebben. Marloes en Greg, jullie werk is niet direct teruggekeerd in dit proefschrift, maar het heeft  wel bijgedragen aan mijn algemene kennis en inzicht in de materie. Pascal en Bouke, jullie bijdrage  heeft zich uitbetaald in twee artikelen, en daar wordt een promovendus als ik natuurlijk erg blij van!  Hartelijk bedankt hiervoor.   Tijdens mijn AIO‐schap heb ik met verschillende mensen mogen samenwerken. Allereerst met  Lidwien  van  Sprundel  en  vervolgens  Ruben  Kolfschoten  in  Wageningen.  Daarnaast  met  Dejan  Radivojevic  van  de  vakgroep  katalyse.  Dejan,  ik  vond  onze  samenwerking  heel  prettig,  en  het  is 

bijzonder  jammer  dat  we  net  toen  het  ging  lopen  moesten  ophouden.  Toch  is  het  ons  gelukt  een  proof‐of‐principle  te  realiseren,  die  in  hoofdstuk  6  terecht  is  gekomen.  Verder  wil  ik  Erik  Krommenhoek bedanken voor het maken van de sensoren voor de fermentatie experimenten en de  discussie daar omheen. 

Samenwerken kan ook op niet‐technisch vlak. Met veel plezier heb ik meegedacht binnen het  promovendinetwerk  van  de  UT  (P‐NUT).  Daarnaast  heb  ik  als  personeelslid  in  de  universiteitsraad  plaats  mogen  nemen,  wat  een  enorme  leerervaring  voor  mij  is  geweest.  Hoewel  de  gemoederen  tijdens de discussies met het college dikwijls hoog opliepen, was de sfeer in de CC‐fractie goed. Ik wil  daarom mijn fractiegenoten en de griffie hartelijk bedanken voor de prettige samenwerking.   Tijdens een promotie kan de boog niet altijd gespannen zijn, en is er af en toe tijd nodig voor  ontspanning. Wat dat betreft heb ik het erg getroffen in de membraangroep, waar vele activiteiten  plaatsvonden. Variërend van Batavierenraces, BBQ’s en bruiloften  tot AIO uitjes in het buitenland,   verjaardagen, kraamvisites en borrels (picture of the month, vrijdagmiddag, flesjesavond in de Geus).  Dit alles maakte dat ik me altijd thuis voelde. Ik wil al mijn collega’s bedanken voor de enorm leuke  tijd die ik gehad heb en de prettige sfeer in de groep. Dit zal ik zeker gaan missen! Specifiek wil ik  ook mijn kamergenoten bedanken, met wie ik een groot deel van mijn (vrije) tijd heb doorgebracht.  Allereerst in het oude vertrouwde CT gebouw op kamer 1336: Marius, Dana, Joerg, Nilesh, Karina en  Hylke.  En in   Meander kamer 322: Saiful, Schwan, Szymon en  Mayur. Tymen  en Hylke, behalve op  het  werk  hebben  we  ook  daarbuiten  vaak  afgesproken.  Met  veel  plezier  denk  ik  terug  aan  bijvoorbeeld de zeiltochten of het Kubbsen. Hoewel de afstand naar Canada een aardig eind is hoop  ik jullie nog regelmatig te kunnen zien.  Vele lunchpauzes heb ik wandelend doorgebracht met Wilbert en Bernke, en we hebben veel  samen meegemaakt. Ik ben erg blij dat jullie de ‘zware taak’ van paranimf op jullie willen nemen en  tijdens de verdediging achter mij zullen zitten!  Dan wil ik hier ook nog even mijn opa noemen, de ‘andere’ ingenieur in de familie. Omdat hij  een voorbeeld voor mij is geweest vind ik het bijzonder jammer dat hij mijn verdediging niet meer  mee mag maken.   Tot slot wil ik nog mijn oud‐huisgenoten Marcel en Christiaan, al mijn overige vrienden en mijn  familie  bedanken  voor  de  interesse  in  mijn  werk  of  juist  de  afleiding  daarvan.  En  dan  natuurlijk  speciaal Heit, Mem en Elske. Het is altijd fijn om ‘echt’ thuis te komen! 

 

Allemaal nogmaals enorm bedankt!   

CURRICULUM VITAE 

  Jorrit de Jong was born on the 17th of June 1978 in Leeuwarden, in the north of the Netherlands. In  July 1996, he received his VWO diploma from the OSG Sevenwolden in Heerenveen. In August 1996  he started his study Chemical Engineering at the University of Twente. After his propaedeutic year in  Leeuwarden at the NHL, he moved to Enschede. During his industrial training in 2001 he worked for  three  months  on  ceramic  membranes  for  pervaporation  at  SINTEF  Material  Teknologi  in  Oslo,  Norway.  In  February  2003,  he  received  his  Masters  degree.  His  Master  thesis  concerned  the  fabrication of double‐layer ceramic hollow fibers, for which he was awarded the Unilever Research  Award 2003. After briefly working on the development of membrane adsorbers for Mosaic Systems,  he started his PhD in October 2003 in the Membrane Technology Group of prof. Matthias Wessling.  His project was initially focused on the production of star shaped hollow fiber membranes. In June  2004, a switch was made to membranes and microfluidics, of which the results are described in this  thesis.  During  his  PhD  period,  he  was  involved  in  the  PhD  network  at  the  University  of  Twente   (P‐NUT) and an elected member of the University Council.  

   

LIST OF PUBLICATIONS 

 

1. J.  de  Jong,  D.  Radivojevic,  L.  Lefferts,  R.G.H.  Lammertink,  M.  Wessling,  Preparation  of  porous  polymeric coatings in micro channels, In preparation 

2. J. de Jong, P.W. Verheijden, R.G.H. Lammertink, M. Wessling, Generation of local concentration  gradients by gas liquid contacting, Accepted for Anal. Chem (2008), DOI: ac7023602 

3. J.  de  Jong,  M.J.  Geerken,  R.G.H.  Lammertink,  M.  Wessling,  Porous  microfluidic  devices  ‐  Fabrication and applications, Chem. Eng. Techn.30 (3) (2007), p. 309‐315  

4. J. de Jong, R.G.H. Lammertink, M.Wessling, Membranes and microfluidics: a review, Lab Chip 6  (9) (2006), p. 1125‐1139  

5. J.  de  Jong,  B.  Ankoné,  R.G.H.  Lammertink,  M.  Wessling,  New  replication  technique  for  the  fabrication of thin polymeric microfluidic devices with tunable porosity, Lab Chip 5 (11) (2005), p.  1240‐1247. The cover picture of this issue showed a chip prepared by this method. 

6. W.  Nijdam,  J.  de  Jong,  C.J.M.  van  Rijn,  T.  Visser,  L.  Versteeg,  G.  Kapantaidakis,  G.H.  Koops,  M.  Wessling,  High  performance  micro‐engineered  hollow  fiber  membranes  by  smart  spinneret  design, J. Membrane Sci. 256 (1‐2) (2005), p. 209‐215  

7. J. de Jong,  N.E. Benes,  G.H.  Koops, M. Wessling, Towards single  step production of  multi‐layer  inorganic hollow fibers, J. Membrane Sci. 239 (2) (2004), p. 265‐269 

GERELATEERDE DOCUMENTEN