• No results found

Samenvatting van bewijs: yoga

In document Aspecifieke lagerugpijn (pagina 56-60)

Achtergrond

Yoga is de laatste jaren een populaire vorm van oefenen geworden. De nadruk ligt op versterking van de spieren die ervoor zorgen dat het lichaam in de correcte balans staat en die de

wervelkolom ondersteunen. Het is onbekend wat het effect is van yoga op het verminderen van pijn en beperkingen bij patiënten met aspecifieke lagerugpijn.

Uitgangsvragen

A Is yoga aan te bevelen bij patiënten met aspecifieke lagerugpijn?

Cruciale uitkomstmaten

Rugpijn

Functionaliteit/mate van beperking Tijdsduur tot herstel

Complicaties

Bij de beantwoording van deze uitgangsvraag werd uitgegaan van een systematisch

literatuuronderzoek (SR) van Cramer uit 2013 naar de effectiviteit van yoga bij lagerugpijn. 61

Resultaten

Beschrijving onderzoeken

In de SR werden 10 RCT’s (n = 967) geïncludeerd waarin de effectiviteit van yoga bij lagerugpijn werd onderzocht. Inclusiecriteria waren RCT’s die patiënten met aspecifieke lagerugpijn

includeerden, onafhankelijk van oorzaak, duur of uitstraling, en yoga vergeleken met geen behandeling, standaardzorg of een actieve behandeling. Acht onderzoeken includeerden alleen patiënten met aspecifieke lagerugpijn, 9 onderzoeken includeerden alleen patiënten met chronische lagerugpijn (klachtenduur meer dan 12 weken). 2 RCT’s vergeleken yoga met

standaardzorg, 7 RCT’s vergeleken yoga met een vorm van educatie en 3 RCT’s vergeleken yoga met een ander oefenprogramma. Er is geen onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van yoga.

Kwaliteit van bewijs

De kwaliteit van het bewijs varieerde van zeer laag tot matig. Er werd in alle gevallen afgewaardeerd vanwege onnauwkeurigheid van de resultaten. Daarnaast werd voor enkele uitkomstmaten afgewaardeerd vanwege kans op vertekening, inconsistentie of indirect bewijs. Effectiviteit

Yoga vs. standaardzorg. De enige uitkomstmaat die gepoold kon worden, was functionaliteit op

de korte termijn (6 tot 24 weken, 2 RCT’s, n = 106). Hierin was geen verschil tussen yoga en standaardzorg (SMD -0,65; 95%-BI -1,62 tot 0,33).

Yoga vs. educatie. Op de korte termijn (12 tot 16 weken) leidde yoga tot verbetering van pijn en

functionaliteit ten opzichte van educatie, maar de verschillen waren niet klinisch relevant (5 RCT’s, n = 494; pijn: SMD -0,45; 95%-BI -0,63 tot -0,26; functie: SMD -0,28; 95%-BI -0,65 tot -0,25). Op de lange termijn (26 tot 52 weken) was het verschil in pijn niet meer aan te tonen (SMD -0,28; 95%-BI -0,58 tot 0,02); het verschil in functionaliteit bleef bestaan, maar was niet klinisch relevant (SMD -0,39; 95%-BI -0,66 tot -0,11).

Yoga vs. ander oefenprogramma. De enige uitkomstmaat die gepoold kon worden, was

functionaliteit op de korte termijn (1 tot 12 weken, 2 RCT’s, n = 263). Hierin was geen verschil tussen yoga en standaardzorg (SMD -0,59; 95%-BI -1,85 tot 0,67).

Complicaties

Drie RCT’s rapporteerden het optreden van bijwerkingen. In één RCT traden geen ernstige bijwerkingen op. In een andere RCT traden lichte tot matig ernstige bijwerkingen op bij 13 personen (niet nader toegelicht); 1 persoon in de yogagroep kreeg een discushernia (niet nader toegelicht). In de derde RCT traden bij 11 personen lichte bijwerkingen op, voornamelijk pijn; bij 1 persoon in de yogagroep was de pijn zo hevig dat deze als ernstige bijwerking werd beschouwd.

Conclusie

Het is zeer onduidelijk of er klinisch relevante verschillen bestaan in functionaliteit tussen yoga en standaardzorg of tussen yoga en een ander oefenprogramma bij patiënten met chronische

aspecifieke lagerugpijn (algehele kwaliteit van bewijs zeer laag). Het is aannemelijk dat er geen klinisch relevante verschillen bestaan in pijn en functionaliteit tussen yoga en educatie bij patiënten met chronische aspecifieke lagerugpijn (algehele kwaliteit van bewijs matig).

Samenvatting van bewijs: Pilates

Achtergrond

Pilates is de laatste jaren een populaire vorm van oefenen geworden. De nadruk ligt op

versterking van de spieren die ervoor zorgen dat het lichaam in de correcte balans staat en die de wervelkolom ondersteunen. Het is onbekend wat het effect is van pilates op het verminderen van pijn en beperkingen bij patiënten met aspecifieke lagerugpijn.

Uitgangsvragen

Is pilates aan te bevelen bij patiënten met aspecifieke lagerugpijn?

Cruciale uitkomstmaten

Rugpijn

Functionaliteit/mate van beperking Tijdsduur tot herstel

Bij de beantwoording van deze uitgangsvraag werd uitgegaan van een Cochrane-review naar de effectiviteit van pilates bij lagerugpijn. 62

Resultaten

Beschrijving onderzoeken

In de SR werden 10 RCT’s (n = 535) geïncludeerd waarin de effectiviteit van pilates werd

onderzocht. Inclusiecriteria waren RCT’s die patiënten met aspecifieke lagerugpijn includeerden, onafhankelijk van de duur hiervan. Eén RCT includeerde patiënten met een klachtenduur van minimaal 6 weken, de overige RCT’s met een minimale klachtenduur van 12 weken tot 6 maanden. 6 RCT’s (n = 280) vergeleken pilates met een minimale interventie: in vrijwel alle gevallen

voortzetting van de gebruikelijke zorg, in één RCT werd een educatieve folder uitgereikt. De overige 4 RCT’s (n = 255) vergeleken pilates met een ander oefenprogramma.

Kwaliteit van bewijs

De kwaliteit van het bewijs was laag tot matig. Er werd in alle gevallen afgewaardeerd vanwege onnauwkeurigheid. Daarnaast werd voor veel uitkomstmaten afgewaardeerd vanwege kans op vertekening of inconsistentie.

Effectiviteit

Pilates vs. minimale interventie. Zowel op de korte termijn (tot 3 maanden) als op de

middellange termijn (3 tot 12 maanden) was er een significante verbetering van pijn en functionaliteit in de groepen die pilates kregen ten opzichte van de groepen die een minimale (controle-)interventie kregen. De gemiddelde verschillen liepen uiteen van 8 tot 14 punten op een schaal van 100, en de bijbehorende 95%-BI’s van 3 tot 20. De verschillen waren zo klein dat ze niet of beperkt klinisch relevant waren.

Pilates vs. ander oefenprogramma. De resultaten van pijn konden niet gepoold worden omdat er

te veel heterogeniteit tussen de onderzoeken was. Geen enkel onderzoek gaf echter een klinisch relevante verbetering van pijn aan, zowel op de korte als op de middellange termijn. Er was geen verschil in functionaliteit tussen pilates en andere oefeningen.

Complicaties

Twee RCT’s onderzochten het optreden van bijwerkingen. In de ene RCT traden geen bijwerkingen op. In de andere RCT traden lichte bijwerkingen op in zowel de pilatesgroep

(eenmaal knie- en tweemaal schouderpijn; in alle gevallen kon het programma worden voortgezet) als de groep die algemene oefeningen kreeg (tweemaal rugspasmen, waarna het oefenprogramma kon worden voortgezet; tweemaal verergering van de rugpijn, waardoor het oefenprogramma moest worden gestopt).

Zie voor het GRADE evidenceprofiel het deel Totstandkoming en methoden bij de webversie van deze standaard.

Conclusie

Het is onduidelijk of er klinisch relevante verschillen bestaan wat betreft pijn en functionaliteit tussen pilates en een minimale (controle-)interventie of tussen pilates en een ander

In document Aspecifieke lagerugpijn (pagina 56-60)