• No results found

7. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

7.1 Samenvatting literatuuronderzoek

De hoeveelheid literatuur over bewegen, fysieke activiteit, sporten, gymmen en aanverwante termen is overweldigend. Ook het aantal adviezen over het belang van lichamelijke activiteit uitgebracht door commissies, raden en organisaties is indrukwekkend. En allemaal komen ze tot de conclusie: bewegen is gezond. Hoe hard is deze conclusie als we kijken naar leerlingen in groep 5 en 6 van het primair

onderwijs? Helpt aanvullend bewegingsonderwijs hen bij het (schoolse) leren?

Het eerste deel van het onderzoek Slim door Gym bestond uit een uitgebreid literatuuronderzoek naar de

causale effecten van fysieke activiteit op aandacht, executieve functies en schoolprestaties, en op

74

Resultaten meta-analyse

Om zoveel mogelijk studies te achterhalen zijn verschillende elektronische databases geraadpleegd. Deze zoekstrategie leverde 3032 studies op. Uiteindelijk bleven er op basis van een aantal criteria (zie paragraaf 2.1) 31 interventiestudies over voor de meta-analyse. De geselecteerde studies zijn onderverdeeld in studies die de effecten van acute fysieke activiteit (één beweegsessie) en studies die de effecten van langdurige fysieke activiteit (weken of maanden durend) op cognitie onderzochten.

Uit de meta-analyse blijkt dat zowel acute fysieke activiteit (één beweegsessie) als langdurige fysieke activiteit (een aantal weken of maanden durend) effectief is in het verbeteren van aspecten van cognitie van basisschoolleerlingen. De fysieke activiteiten verschillen in de effecten die ze op de cognitie hebben. Het gaat hier om een verzameling van executieve functies, (inhibitie, werkgeheugen, cognitieve

flexibiliteit en planning), aandacht en schoolprestaties (rekenen, lezen en spelling). Activiteiten van een matig tot intensieve intensiteit, zoals hardlopen, kwamen het meeste voor.

Na het samennemen van de studies, was een klein positief effect te zien van acute fysieke activiteit op aandacht (effectgrootte = 0.43). Er is geen significant effect gevonden voor executieve functies en schoolprestaties. Langdurige fysieke activiteit had een klein positief effect op executieve functies (effectgrootte = 0.24), een groot positief effect op aandacht (effectgrootte = 0.90) en een klein positief effect op schoolprestaties (effectgrootte = 0.26). Met andere woorden: acute fysieke activiteit kan gezien worden als een effectieve strategie voor het verhogen van de aandacht, maar niet voor het verbeteren van executieve functies en schoolprestaties.

Daarentegen kunnen bewegingsinterventies die bestaan uit langdurige fysieke activiteit wel een effectieve strategie vormen om, naast aandacht, executieve functies en schoolprestaties te verbeteren. Wanneer fysieke activiteit eenmalig wordt aangeboden is matig tot intensieve fysieke activiteit effectiever voor het verbeteren van cognitie of schoolprestaties dan cognitief uitdagende fysieke activiteit. Voorts lijkt de effectiviteit van langdurige fysieke activiteit vergroot te kunnen worden door deze te combineren met sterke cognitieve uitdaging. Dit kan door fysieke activiteit te combineren met training van executieve functies, door aanpassingen in regels van een spel waardoor bijvoorbeeld het werkgeheugen van de kinderen aangesproken wordt.

Heterogeniteit

Een opvallende bevinding was dat de resultaten van de individuele studies sterk uiteenlopend waren. Deze heterogeniteit werd niet verklaard door de kwaliteit van het onderzoek, maar wel door verschillen in type fysieke activiteit en door de gebruikte uitkomstmaat (de cognitieve effectmaat). Bij de duur van de interventies bleek acuut of langdurig namelijk wel uit te maken voor effecten, maar het aantal minuten bij acuut of aantal weken bij langdurig niet. Dit betekent dat de meta-analyse geen precieze randvoorwaarden biedt voor het ontwerp van nieuwe interventies. Daar komen we later in het hoofdstuk op terug. Belangrijk is te constateren dat de heterogeniteit de zeggingskracht van de overall conclusies niet ondermijnt. Dat de studies in een aantal opzichten van elkaar verschillen en per cognitieve uitkomstmaat toch tot dezelfde resultaten en aanwijzingen leiden, valt binnen de bandbreedte van Slim door Gym.

75

Conclusie

Over het geheel genomen, levert de meta-analyse overtuigend bewijs voor positieve effecten van fysieke activiteit op cognitieve functies en schoolprestaties. Daarnaast geeft de meta-analyse enige

aanknopingspunten voor het ontwerp van nieuwe, succesvolle bewegingsinterventies. Acute interventies van één beweegsessie zijn vooral geschikt voor het verbeteren van aandacht. Langdurige interventies zijn naast aandacht ook geschikt voor het verbeteren van executieve functies en schoolprestaties.

Resultaten systematische review en meta-analyse

Deze zoekstrategie leverde 1902 studies op. Uiteindelijk bleven er op basis van een aantal criteria (zie paragraaf 2.2) zeventien interventiestudies over voor het review. Uit de systematische review komt naar voren dat acute fysieke activiteit positieve effecten heeft op het neurofysiologisch functioneren. In de helft van de studies bleken de neurofysiologische effecten geassocieerd met verbeterde prestaties op cognitieve taken of verbeterde schoolprestaties bij gezonde kinderen of bij kinderen met ADHD. Alle studies die gericht waren op langdurige fysieke activiteit bij kinderen lieten effecten zien op de hersenstructuur of neurofysiologisch functioneren. Dit geldt zowel voor gezonde kinderen als voor kinderen met obesitas. Bovendien werden in een aantal studies ook verbeterde prestaties op cognitieve taken geobserveerd bij gezonde kinderen. Slechts in één studie bleken de verbeterde cognitieve prestaties gerelateerd aan de veranderingen in het neurofysiologisch functioneren.

De resultaten van de meta-analyse behorende bij het review laten een klein positief effect zien van

langdurige fysieke activiteit op het neurofysiologisch functioneren (effectgrootte P3-amplitude = 0.48, P3- latentie = 0.35). De onderzochte studies vormen bewijs voor een causaal effect van fysieke activiteit op veranderingen in hersenstructuur en het neurofysiologisch functioneren van kinderen. Resultaten van het literatuuronderzoek naar effecten op hersenfuncties moeten evenwel met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd, omdat er relatief weinig studies zijn uitgevoerd bij gezonde kinderen en de resultaten heterogeen zijn. Verder is het in de literatuur niet altijd duidelijk of deze veranderingen ook leiden tot verbeteringen in het executief functioneren en schoolprestaties.

Conclusie

De systematische review en meta-analyse naar hersenstructuur en neurofysiologische effecten toont aan dat fysieke activiteit van invloed is op hersenstructuur en het neurofysiologische functioneren van gezonde kinderen. En dat deze veranderingen in enkele studies ook samengaan met verbeteringen in cognitieve functies. Op dit vlak is echter meer onderzoek nodig, vanwege het zeer geringe aantal studies onder gezonde kinderen. Ook de resultaten van de studies verschillen sterk. Voorlopig beschouwen we deze resultaten als sterke aanwijzingen.