• No results found

Samenvatting interview met Jeroen Scholten over NAR op 19/03/2015

In document Wat na de incubator? BIJLAGEN (pagina 114-117)

U gaf aan dat de enquête moeilijk was in te vullen omdat er binnen NAR niemand meer werkt die er vanaf het begin is bij geweest. Kunt u kort vertellen wat u wel weet van de geschiedenis van NAR en wat uw functie daarbinnen is?

Ja, ik heb de enquête zo ver mogelijk ingevuld als ik kon. Ik ben een adviseur die sowieso veel met afstudeerders doet binnen ons bedrijf en ik werk hier als één van de langste, sinds 2007, dus vandaar dat ik de aangewezen persoon binnen het bedrijf was om dit te doen. Degene die het bedrijf heeft opgericht is vorig jaar vertrokken en medewerkers die er sinds de start waren, werken hier inmiddels ook niet meer. Binnen het bedrijf ben ik senior adviseur en wij adviseren op het gebied van risicomanagement en zijn voornamelijk actief in de publieke en semipublieke sector. Het bedrijf is begonnen met software waarbij het mogelijk was voor gemeenten om risico’s te delen met elkaar. Langzaamaan is die portefeuille wat verbreed omdat het wat te kwetsbaar leek op de markt en langzaamaan heeft het vakgebied risicomanagement zich ook ontwikkeld en daarin zijn wij mee ontwikkeld. De portefeuille kon verbreed worden omdat het proces en de inhoud van risicomanagement altijd hetzelfde is dus op die manier is het ook redelijk makkelijk geweest de markt uit te breiden en minder kwetsbaar te zijn als bedrijf.

U gaf aan het bedrijf als spin-off van de UT te zien, waarom is dit zo en hoe zijn de banden met de UT geweest tijdens de opstartfase?

Degene die het bedrijf heeft opgericht heeft bedrijfskunde gestudeerd in Enschede, dus dat is al de eerste connectie. Bovendien zijn er banden met de UT omdat een aantal van mijn collega’s ook docent zijn voor de Masteropleiding Risicomanagement op de UT. De oprichter van dit bedrijf is ook een van de drijvende krachten geweest achter de opstart van die master. Op die manier zijn wij heel verweven met de universiteit. En doordat wij adviseurs hebben die ook werkzaam zijn bij de UT is die relatie wel heel waardevol voor ons. En zeker in de beginfase zijn de contacten met de UT heel nauw geweest. Er waren contacten met onderzoekers en docenten waarbij het doorspelen van kennis mogelijk was. Daarnaast vermoed ik dat ook het kennis maken met de eerste klanten via de UT is verlopen. Zodoende dat de band met de UT in het begin echt geholpen heeft voor een goede start van het bedrijf. Die relatie is bij mijn weten erg belangrijk om op het goede niveau binnen te komen en goede ingangen te krijgen. En het wekt vertrouwen bij potentiele opdrachtgevers wanneer je een via een grote, bekende binnenkomt.

Aanwezigheid van de UT was een belangrijke reden voor de keuze van de startlocatie, waar is het bedrijf gestart?

Ja, aanwezigheid van de UT was van belang zeker door de relaties die de oprichter had binnen de universiteit. Het bedrijf is daarom begonnen op het Kennispark in een pand van het BTC, echt aan de overkant van de UT. En op een gegeven moment kwamen er ook afstudeerders van de UT binnen het

115

U heeft weinig ingevuld of kunnen invullen over het leggen van bedrijfsrelevante contacten in de opstartfase, u weet daar niks van? Waar contacten zich bevonden en hoe het leggen van contacten is aangepakt?

Nee, daar weet ik echt te weinig van en durf ik niet te zeggen. Ik vermoed dat klanten zich al gelijk door heel Nederland bevonden en niet alleen in de regio Twente. Hoewel de UT waarschijnlijk wel een rol heeft gespeeld in het leggen van eerste klantcontacten, denk ik dat de klanten van NAR toen al op veel verschillende plekken binnen Nederland konden worden gevonden. Zeker als ik kijk naar waar klanten zich bevinden die al heel lang klant van ons zijn, kunnen dat best uiteenlopende plekken zijn.

Weet u niet precies hoe lang de opstartfase heeft geduurd? En wat kenmerkte de stagnatiefase?

Nee, de opstartfase weet ik niet precies doordat ik in 2007 pas begonnen ben. De opstart begon in ieder geval bij de start van het bedrijf in 2001 maar ik weet niet hoe lang die fase heeft geduurd of dat er een overlevingsfase is geweest. Tussen 2008 en 2012 was er sprake van groei maar in 2012 stagneerde de groei enigszins. Er waren wat minder opdrachten en er was wat minder optimisme over de markt. Er was in elk geval minder groei van omzet dan gedacht. Dat heeft tot 2014 ongeveer geduurd en vorig jaar kwamen we in een accumulatiefase en dat vind ik gekenmerkt worden doordat we selectief kunnen zijn in welke opdrachten we aanpakken.

U gaf drie verhuizingen aan in de enquête, waar bent u op die momenten heen verhuisd en welke motieven lagen daaraan ten grondslag?

In 2006 zijn wij binnen Enschede, tegenover de Saxion Hogeschool gaan zitten. Vervolgens zijn wij in 2008 vlakbij het station in Enschede gaan zitten. Sinds 2013 zitten wij in Roombeek, een wijk in het noorden van Enschede. We zijn dus gestart op het Kennispark maar hebben in 2006 het Kennispark verlaten. De aanwezigheid van de UT bleef belangrijk in de verhuisoverwegingen maar er kwam inmiddels meer bij kijken dan alleen de band met de UT. De band met de UT is er nog steeds maar die is wel minder intens dan toen in de opstartfase van het bedrijf. Er is nog steeds contact en een warme band, vandaar dat wij onszelf ook nog zien als spin-off. Maar bij de laatste verhuizing zijn ook de huurprijs en de aanwezigheid van IT team van belang geweest. De huurprijs was van belang omdat op dat moment ons huurcontract afliep en er was door algehele economische malaise ruimte voor onderhandelingen over een huurprijs. De aanwezigheid van het IT team was belangrijk omdat het een belangrijke partner is waardoor in Enschede blijven erg belangrijk was. We hebben toen ook alleen in Enschede gekeken naar nieuwe locaties. Overigens hebben we ook in Baarn een vestiging, die voor het werven van adviseurs weer erg makkelijk is. We hebben eerst in Utrecht op twee plekken gezeten, dat is geopend in 2008 of 2009 en later zijn we in Baarn gaan zitten.

Heeft het imago van het Kennispark nog een rol gespeeld in de locatiebeslissingen?

Het imago van het Kennispark heeft denk ik niet direct een rol gespeeld in het beslissen voor een nieuwe locatie. Bovendien hebben wij na de eerste verhuizing het Kennispark verlaten en zijn daar niet meer terug geweest. Toch is uitstraling wel belangrijk in overwegingen voor welk pand je kiest want de uitstraling van toen nog het BTC is wel een factor geweest waardoor er in 2006 een verhuizing heeft plaatsgevonden. Het was een best oud pand dat niet echt iets positiefs uitstraalde.

Maar ik kan me voorstellen dat het Kennispark voor bepaalde bedrijven een belangrijke uitstraling kan hebben.

In welke intensiteit is er nog contact met de UT en van wat voor contact is er dan sprake?

Dat weet ik niet zo goed want dat betreft mijn collega’s. Maar van het doorspelen van opdrachten is geen sprake maar het stimuleren van onderzoek bijvoorbeeld wel. Wij hebben natuurlijk via afstudeerders wel contact over nieuwe en interessante onderwerpen binnen het vakgebied. Maar daarvoor hebben we ook niet heel direct contact met de UT zelf.

Zijn er andere horizontale partners waarmee u kennis uitwisselt en zijn deze belangrijk geweest in de locatiebeslissing?

Naast de UT hebben we ook wel contact met de Haagse Hogeschool en Nijenrode bijvoorbeeld. Het gaat dan voornamelijk kom het geven van colleges. Deze zijn niet belangrijk geweest in locatieoverwegingen. De UT dus wel maar dan kan je tegelijkertijd geen rekening houden met de afstand tot de Haagse Hogeschool bijvoorbeeld. Verder weet ik daar ook het fijne niet van omdat mijn collega’s daar meer in zitten.

Wat zijn uw belangrijkste bedrijfsrelaties, zijn dat horizontale of verticale partners?

Beetje flauw misschien maar dat zijn beide soorten relaties. Ideaal is een klant of afnemer waar je ook nog eens wat van kunt leren. Dus iemand die je feedback geeft op je dienst of waarbij een specifieke vraag wordt gesteld zodat je misschien ook eens vanuit een andere hoek naar een issue aankijkt. Met dit soort relaties is de band ook goed en het is belangrijk die ook goed te houden omdat deze relaties juist zo nuttig zijn. In deze relaties zijn vertrouwen en persoonlijke interactie heel erg belangrijk sowieso. Dat hangt ook wel heel erg met elkaar samen want de persoonlijke interactie zorgt voor vertrouwen vaak. Afspraken nakomen en laten zien welke kennis je hebt ondersteunt dit. En ook aangeven wanneer je iets niet weet, transparantie daarover is van belang.

117

In document Wat na de incubator? BIJLAGEN (pagina 114-117)