• No results found

• De meldingsplicht heeft betrekking op naamloze vennootschappen opgericht naar Nederlands recht, waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt en op rechtspersonen die zijn opgericht naar het recht van een staat die niet een lidstaat is en waarvan de aandelen zijn toe­

gelaten tot de handel op de gereglementeerde markt in Nederland.

• De Wft is niet van toepassing op een beleggingsmaatschappij waarvan de rechten van deelneming op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa van deze beleggingsmaatschappij direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald.

• Een ieder die de beschikking krijgt of verliest over aandelen in het kapitaal van een uitgevende instelling waardoor, naar hij weet of behoort te weten, het percentage van de aandelen waarover hij beschikt een drempelwaarde bereikt, overschrijdt dan wel onderschrijdt, is meldingsplichtig Hetzelfde geldt voor stemmen die op het geplaatste kapitaal van een uitgevende instelling kunnen worden uitgebracht.

• De drempelwaarden zijn 5, 10, 15, 0, 5, 0, 40, 50, 60, 75 en 95 procent. Voor de vennootschappen als genoemd in artikel 5:47 Wft zijn de drempelwaarden 5, 10, 15, 0, 5, 0, 50 en 75 procent.

• Ook bij een (noemer)wijziging van de uitgevende instelling die het percentage van het kapitaal of de stemmen van een persoon doet wijzigen, zodat een drempelwaarde wordt bereikt, over­ of onderschreden, geldt er een meldings­

plicht.

• Onder de Wft moet eveneens worden gemeld wanneer een persoon de beschikking krijgt of verliest over één of meer aandelen met een bijzonder statutair recht met betrekking tot de zeggenschap in de uitgevende instelling.

• Ook rust een meldingsplicht op degene die een substantiële deelneming heeft, of één of meer aandelen met een bijzonder statutair recht heeft in een naam­

loze vennootschap naar Nederlands recht die een uitgevende instelling wordt.

Ook een belang in een naar buitenlands recht opgerichte rechtspersoon die een uitgevende instelling wordt, moet bij de AFM worden gemeld.

• Als een substantiële deelneming op 1 december om 4.00 uur een afwijkende samenstelling heeft ten opzichte van de vorige melding, doordat opties of elke andere verhandelbare waardebewijzen, niet zijnde opties, zijn omgewisseld in aandelen of certificaten of omgekeerd, of doordat aandelen zijn omgewisseld in certificaten of omgekeerd, moet daarvan binnen vier weken na dat tijdstip aan de AFM melding worden gedaan. Hetzelfde geldt als de afwijkende samenstelling is ontstaan doordat rechten met betrekking tot verkrijging van stemmen zijn uitgeoefend.

• Voor zowel kapitaalbelang als stemrecht kunnen de volgende situaties zich

45 voordoen: rechtstreeks reëel, rechtstreeks potentieel, middellijk reëel en mid­

dellijk potentieel.

• Iemand beschikt over aandelen die hij houdt en/of over stemmen die hij kan uitbrengen als houder van aandelen. De persoon wordt geacht te beschikken over de aandelen die door een derde voor zijn rekening worden gehouden als­

mede over de stemmen die deze derde kan uitbrengen. Dit laatste is het geval als aandelen en/of stemmen worden ondergebracht bij een bank.

• Een persoon kan beschikken over de stemmen die hij als pandhouder of vrucht­

gebruiker, indien het toepasselijke recht daarin voorziet en is voldaan aan de daarvoor geldende wettelijke vereisten, kan uitbrengen.

• Een persoon wordt geacht te beschikken over de stemmen waarover een derde beschikt, als hij met die derde een overeenkomst heeft gesloten waarin een tijdelijke en betaalde overdracht van deze stemmen is geregeld.

• In het geval van certificering van aandelen is het administratiekantoor mel­

dingsplichtig omdat het zelf de aandelen houdt en beschikt over de aan deze aandelen verbonden stemmen. De certificaathouder is eveneens meldings­

plichtig omdat hij degene is die de certificaten zelf houdt.

• Een persoon wordt geacht te beschikken over de aandelen en de daaraan ver­

bonden stemmen die de gecontroleerde onderneming zelf houdt. De gecon­

troleerde onderneming wordt geacht niet meer meldingsplichtig te zijn omdat de moedermaatschappij haar belangen (middellijk) dient te melden.

• Indien belangen binnen de groep worden verschoven, dus van de gecon­

troleerde onderneming naar de moedermaatschappij vice versa, en tussen gecontroleerde ondernemingen onderling, levert dit geen meldingsplicht op, althans zolang er geen drempelwaarde wordt bereikt, onder of overschreden.

• Ieder der beherend vennoten moet zich het kapitaalbelang en/of stemrecht dat door de cv of vof wordt gehouden, (middellijk) geheel toerekenen. Indien het door de beherend vennoot gehouden percentage kapitaalbelang en/of stemrecht als gevolg daarvan een drempelwaarde bereikt, over­ of onder­

schrijdt, is hij meldingsplichtig. Op de cv of vof rust geen zelfstandige mel­

dingsplicht.

• De maten van een maatschap en andere deelgenoten in een gemeenschap moeten zich de aandelen en stemmen die de gemeenschap houdt naar even­

redigheid van hun gerechtigdheid in de maatschap toerekenen als rechtstreeks kapitaalbelang en/of stemrecht.

• De stemmen die deel uitmaken van een wettelijke gemeenschap van goederen als bedoeld in artikel 1:9 BW worden toegerekend aan de echtgenoot die deze stemmen in de gemeenschap heeft ingebracht.

• De beheerder van een beleggingsfonds wordt geacht te beschikken over de in het fonds ondergebrachte aandelen in uitgevende instellingen en de daaraan verbonden stemmen. Op de bewaarder rust geen meldingsplicht omdat hij niet geacht wordt te beschikken over de aandelen en de stemmen.

46

• Iemand wordt meldingsplichtig als hij een volmacht krijgt om naar eigen goed­

dunken en zonder instructies van de volmachtgever diens stemrechten in een uitgevende instelling uit te oefenen. De gevolmachtigde wordt geacht te beschikken over de stemmen, waardoor hij, voor zover sprake is van een sub­

stantiële deelneming, een rechtstreeks (of middellijk) reëel stemrecht moet melden. In een situatie waarbij de volmacht slechts geldt voor één AVA en de gevolmachtigde beschikt over stemmen die naar eigen goeddunken kunnen worden uitgebracht, kan worden volstaan ­ zowel door de volmachtgever als door de gevolmachtigde – met een enkele melding aan de AFM indien in die melding, naast de gegevens als genoemd in artikel 5, eerste lid, Besluit indien en voor zover die van toepassing zijn, de datum van de AVA waarvoor de meldingsplichtige gevolmachtigde is en het aantal stemmen waarover de mel­

dingsplichtige beschikt ná de AVA wordt vermeld.

• Als partijen een overeenkomst hebben gesloten die voorziet in een duurzaam gemeenschappelijk beleid inzake het uitbrengen van de stemmen wordt iedere individuele partij geacht te beschikken over de stemmen waarover de andere partij beschikt. Van een dergelijke overeenkomst is sprake wanneer deze personen zijn overeengekomen een duurzaam beleid ten opzichte van de uitgevende instelling te gaan voeren, wat zij gestalte geven door de gezamen­

lijke uitoefening van hun stemrecht. Eveneens is van belang dat deze overeen­

komst niet voor één enkele AVA zal gelden. Het beleid van de AFM is dat bij een duurzame overeenkomst niet alleen sprake hoeft te zijn van een schriftelijke overeenkomst. Ook bij een mondelinge overeenkomst kan hier sprake van zijn.

De AFM kan haar bevoegdheden tot het doen van onderzoek aanwenden om nadere informatie bij partijen op te vragen. Wanneer een grootaandeelhouder/

belegger uitspraken doet over het standpunt van collega­beleggers ten aan­

zien van een uitgevende instelling, een overname of een door een bedrijf gehanteerde strategie, en de desbetreffende partijen hebben het gepreten­

deerde belang niet bij de AFM gemeld dan zal dit voor de AFM een reden kunnen zijn tot het instellen van een nader onderzoek.

• De meldingsplichten voor securities lending overeenkomsten en repo’s zijn als volgt. De inlener/koper hoeft niet te melden, indien de inlener/koper de aan­

delen vóór het einde van de volgende handelsdag doorleent of anderszins de beschikking verliest over de aandelen. Indien de inlenende partij/koper de aandelen langer in bezit heeft dan het einde van de volgende handelsdag dan moet zij melden op basis van artikel 5:8 jo 5:45, eerste lid, Wft. Bij het uit­ en inlenen van aandelen wordt in de regel het recht tot recall bedongen. In het geval niet een recht tot recall is bedongen, geldt onverkort voorgaande mel­

dingsplicht. In het geval de uitlener een recht van recall heeft bedongen, kan de uitlener op elk gewenst moment de overeenkomst beëindigen en de aande­

len teruggeleverd krijgen. Bij het uitlenen van de aandelen verschuift het be­

lang bij de uitlener van reëel naar potentieel in verband met het recht tot re­

47 call. De uitlener had al het reële belang reeds gemeld op basis van artikel 5:8

jo 5:45, eerste lid, Wft. De verschuiving van reëel naar potentieel levert alleen een extra meldingsplicht op voor de uitlener wanneer op 1 december om

4.00 uur zijn deelneming als gevolg van bepaalde omzettingen is gewijzigd in vergelijking met zijn meest recente melding (zie artikel 5:41, tweede lid, Wft). Het uit­ en inlenen kan er derhalve toe leiden dat de belangen meerdere malen worden opgenomen in het register.

• Een wijziging in het kapitaalbelang van een uitgevende instelling door een fusie of splitsing moet volgens de Wft worden aangemerkt als een noemer­

wijziging waarvoor de meldingsplichtige persoon een meldingsplicht heeft.

• Het percentage kapitaalbelang geeft de verhouding weer tussen de nominale waarde van de aan een persoon toe te rekenen aandelen (teller) en het totaal geplaatste (nominaal) aandelenkapitaal van de uitgevende instelling (noemer).

• Het percentage stemrecht geeft de verhouding weer tussen het aantal stem­

men, dat een persoon op een AVA kan uitbrengen (teller) en het theoretisch maximale aantal op de aandelen van deze uitgevende instelling uit te brengen stemmen (noemer).

• Statutaire bepalingen kunnen invloed hebben op het percentage stemrecht.

• De meldingsplicht ontstaat op het tijdstip dat een persoon de beschikking krijgt of verliest over aandelen en/of stemmen waardoor het percentage een drempelwaarde bereikt, over­ of onderschrijdt. Ook bij een (noemer)wijziging van de uitgevende instelling die het percentage van het kapitaal of de stem­

men van een persoon doet wijzigen, zodat een drempelwaarde wordt bereikt, over­ of onderschreden, moet aan de AFM worden gemeld.

• De termijn waarbinnen daadwerkelijk moet worden gemeld, wordt bepaald door het tijdstip waarop een persoon weet of behoort te weten dat de mel­

dingsplicht is ontstaan. Dit is uiterlijk twee handelsdagen nadat een persoon de beschikking heeft verkregen of verloren over de aandelen dan wel stemmen waarbij een drempelwaarde wordt bereikt, over­ of onderschreden . Vanaf dat moment dient de persoon onverwijld te melden.

• Meldingsplichtigen kunnen elektronisch hun meldingen aan de AFM toesturen via het extranet (https://www.loket.afm.nl).

• De AFM zal, nadat zij een melding van een meldingsplichtige persoon heeft ontvangen hierover onverwijld een mededeling doen aan de uitgevende in­

stelling waarin het substantiële belang is gemeld en aan de persoon zelf door middel van een e­mail. De mededeling van de AFM aan de persoon is het be­

wijs dat hij aan zijn verplichting tot het doen van een melding heeft voldaan.

• Behoudens de mogelijkheid om de verwerking van de mededeling op te schor­

ten, verwerkt de AFM de in de melding opgenomen gegevens in het openbare register binnen één werkdag volgend op de werkdag waarop de melding is ontvangen.

• Op basis van de Wft houdt de AFM een register geplaatst kapitaal uitgevende instellingen bij, een register substantiële deelnemingen en een register be­

48 stuurders en commissarissen. De registers waarin de meldingsgegevens zijn

verwerkt, zijn kosteloos te raadplegen via de website van de AFM.

• In artikel 5:46, eerste lid, Wft is een vrijstelling van de meldingsplicht opge­

nomen voor (financiële) ondernemingen,instellingen en instanties die uit­

sluitend geldt voor zover de aandelen of stemmen worden gehouden in de regelmatige uitoefening van hun beroep of bedrijf en gedurende een korte periode. Onder een korte periode wordt verstaan een periode van ten hoogste drie handelsdagen nadat de beschikking is verkregen of verloren over aan­

delen en de daaraan verbonden stemmen.

• De vrijstelling bedoeld in artikel 5:46, tweede lid, Wft is van toepassing op bewaarnemers van aandelen, voor zover zij de aan deze aandelen verbonden stemmen niet naar eigen goeddunken kunnen uitbrengen. Ook geldt de vrij­

stelling voor personen die werkzaamheden verrichten als bedoeld in onder­

deel c en f van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht die de beschikking krijgen of verliezen over aan­

delen en/of stemmen waardoor, naar zij weten of behoren te weten, het percentage van het kapitaal of de stemmen waarover zij beschikken de drem­

pelwaarde van 5 procent bereikt, over­ of onderschrijdt, voor zover deze geen invloed uitoefenen in het bestuur van de desbetreffende uitgevende instelling en in hun lidstaat van herkomst een vergunninghebben voor de uitoefening van hun bedrijf.

• De artikelen 5:40, 5:41 en 5:4 Wft zijn niet van toepassing op aandelen of stemmen in een rechtspersoon, opgericht naar het recht van een staat die niet een EU­lidstaat is, maar waarvan aandelen zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in Nederland, en voor welke aandelen Nederland lidstaat van ontvangst is als bedoeld in artikel , eerste lid, onderdeel n, van de Transparantierichtlijn. Daarbij gelden de drempelwaarden 5 procent, 10 pro­

cent, 15 procent, 0 procent, 5 procent, 0 procent, 50 procent en 75 procent.

• De AFM kan de persoon die een onjuiste melding heeft gedaan, of die ten onrechte geen melding heeft gedaan, door middel van een aanwijzing ver­

plichten om binnen een door de AFM gestelde redelijke termijn alsnog een juiste melding te doen. Ook kan de AFM inlichtingen (doen) inwinnen bij een ieder.

• Het niet voldoen aan bepaalde bepalingen van de Wft levert een overtreding en een economisch delict op in de zin van de Wet op de economische delicten.

Wanneer sprake is van het opzettelijk begaan van een economisch delict is sprake van een misdrijf.

• Wanneer bepaalde voorschriften van de Wft door een persoon of een uit­

gevende instelling niet worden nageleefd, kunnen bestuursrechtelijke, straf­

rechtelijke en civielrechtelijke sancties worden opgelegd. De bestuursrechte­

lijke sancties zijn de aanwijzing, de last onder dwangsom en de bestuurlijke boete.

• De AFM publiceert een opgelegde boete of last onder dwangsom op basis van de daarvoor gestelde regels.

49

16 Voorbeelden

Voorbeeld 1

Het totaal geplaatste kapitaal van uitgevende instelling Y bedraagt € 10 000 000 en het aandelenkapitaal is verdeeld in 00.000 aandelen van nominaal € 50. Uit­

gevende instelling Y heeft in de statuten een x%­regeling opgenomen, welke be­

paalt dat overdracht van aandelen niet mogelijk is, indien de verkrijger reeds 1%

van het geplaatste kapitaal van uitgevende instelling Y houdt.

Door een administratiekantoor zijn tegen de aandelen royeerbare certificaten uitgegeven. De omwisselverhouding tussen de aandelen en de certificaten is 1:1.

Stel, A, een rechtspersoon, houdt 10.000 certificaten van aandelen. Het percen­

tage kapitaalbelang van A wordt als volgt berekend. Het totale percentage kapi­

taalbelang van A bedraagt:

10.000 x 50

10.000.000 x 100% = 5%

A meldt een totaal kapitaalbelang van 5%

• rechtstreeks reëel 5%

• rechtstreeks potentieel 0%

• middellijk reëel 0%

• middellijk potentieel 0%

Ten aanzien van het percentage stemrecht het volgende. Aangezien in de statu­

ten een 1% regeling is opgenomen, welke bepaalt dat overdracht van aandelen niet mogelijk is indien de verkrijger reeds 1% van het geplaatste kapitaal van uit­

gevende instelling Y houdt. Dit betekent dat A nooit meer dan 1% van het ge­

plaatste kapitaal kan verkrijgen. De eerste meldingsplichtige drempelwaarde (5%) wordt niet bereikt, waardoor A niet meldingsplichtig is voor het stemrecht.

A meldt een totaal stemrecht van ­%

• rechtstreeks reëel ­%

100 aandelen nominaal € 10; 5.000 royeerbare certificaten van aandelen nomi­

naal € 10 en 00 converteerbare obligaties die per obligatie recht geven op  aan­

delen van nominaal € 10. Via een gecontroleerde onderneming van B worden de volgende aandelen gehouden: 50 aandelen nominaal € 10 en  calloptiecontracten van ieder 100 aandelen nominaal € 10.

50 Het totale kapitaalbelang wordt als volgt opgebouwd en berekend:

nominale waarde

Indien het geplaatste kapitaal van uitgevende instelling Z € 00 000 bedraagt, is het percentage dat B houdt 8,75%. Op het meldingsformulier Wft vult B vervol­

gens in:

een totaal kapitaalbelang van 8,75 %

• rechtstreeks reëel 5,5 %

• rechtstreeks potentieel  %

• middellijk reëel 0,5 %

• middellijk potentieel 1,0 %

De gecontroleerde onderneming houdt aandelen met een nominale waarde van

€  500, hetgeen slechts 1,5% van het uitstaande kapitaal van uitgevende instel­

ling Z is, en dus niet meldingsplichtig omdat toerekening plaatsvindt naar de moedermaatschappij (zie paragraaf .5.) Ten aanzien van het percentage stem­

recht het volgende. Een aandeel met een nominale waarde van € 10 geeft recht op één stem in de AVA. Voor de berekening van het percentage stemrechten ziet de verdeling er als volgt uit (de certificaten worden nu rechtstreeks potentieel gehouden!):

In beginsel beschikt B over in totaal 8,75% stemrecht, waarvan 8% potentieel.

Echter, een meldingsplichtige dient (zeker ingeval hij beschikt over certificaten van aandelen) na te gaan of er een statutaire stemrechtbeperking is dan wel een

51 x%­regeling. Zoals in de meeste gevallen, is ook in dit voorbeeld een 1% regeling in de statuten opgenomen, inhoudende dat een persoon ten hoogste 1% van het totale geplaatste kapitaal kan verkrijgen. Dit betekent in het onderhavige geval dat B weliswaar reëel over 0,75% stemrecht beschikt (0,50% rechtstreeks en 0,5%

middellijk), maar nooit meer dan 1% van het geplaatste kapitaal kan verkrijgen.

Het totale percentage stemrecht waarover B beschikt blijft dus onder de eerste meldingsplichtige drempelwaarde van 5%, waardoor B niet meldingsplichtig wordt voor het stemrecht.B meldt een totaal stemrecht van ­%

• rechtstreeks reëel ­%

• rechtstreeks potentieel ­%

• middellijk reëel ­%

• middellijk potentieel ­%

Bij de toerekenregels wordt aangekruist:

het kapitaalbelang en/of stemrecht waarover een gecontroleerde onderneming beschikt;

Voorbeeld 3

BV X krijgt de beschikking over 5% kapitaalbelang en stemrecht in uitgevende instelling Y. De aandelen van BV X zijn voor 51% in handen van Stichting Admini­

stratiekantoor Z. Deze stichting heeft de aandelen gecertificeerd. De certificaten zijn volledig in handen van natuurlijke persoon A. Natuurlijke persoon A is voorts enig bestuurder van Stichting Administratiekantoor Z. Bovendien blijkt uit de ad­

ministratievoorwaarden dat de certificaten vrijelijk royeerbaar zijn in aandelen BV X. BV X wordt meldingsplichtig (rechtstreeks en reëel) ter zake van het kapi­

taalbelang en stemrecht in uitgevende instelling Y, waarover zij de beschikking heeft verkregen. Vervolgens is de vraag of BV X kwalificeert als gecontroleerde onderneming van Stichting Administratiekantoor Z in verband waarmee deze stichting eveneens, maar dan middellijk, meldingsplichtig zou worden op grond van de toerekenregel opgenomen in artikel 5:45, derde lid, Wft. Hoewel Z meer dan de helft van de aandelen in BV X houdt, kan deze BV niet als haar gecontro­

leerde onderneming worden beschouwd omdat zij de aandelen in deze BV houdt voor rekening van natuurlijke persoon A (zie paragraaf .5.). Stichting Admini­

stratiekantoor Z wordt derhalve niet meldingsplichtig. Echter, nu de door de na­

tuurlijke persoon A gehouden certificaten vrijelijk royeerbaar zijn en A bovendien enig bestuurder is van Stichting Administratiekantoor Z, en derhalve kan bepalen hoe de aan de aandelen van BV X verbonden rechten kunnen worden uitgeoe­

fend, moet BV X worden beschouwd als gecontroleerde onderneming van natuur­

lijke persoon A (zie voor een nadere toelichting paragraaf .5.). Dit betekent dat A eveneens meldingsplichtig wordt ter zake van het kapitaalbelang en stemrecht in uitgevende instelling Y, waarover BV X de beschikking heeft verkregen. Het meldingsformulier wordt als volgt ingevuld.

5

A meldt een totaal kapitaalbelang van 5%

• rechtstreeks reëel ­%

• rechtstreeks potentieel ­%

• middellijk reëel 5%

• middellijk potentieel ­%

A meldt een totaal stemrecht van 5%

• rechtstreeks reëel ­ %

• rechtstreeks potentieel ­ %

• middellijk reëel 5%

• middellijk potentieel ­%

Bij de toerekenregels wordt aangekruist:

het kapitaalbelang en/of stemrecht waarover een gecontroleerde onderneming beschikt;

Voorbeeld 4

Stichting X verkrijgt de beschikking over 10% kapitaalbelang en stemrecht in uit­

gevende instelling Y. Ter zake heeft X een financieringsovereenkomst gesloten met kredietinstelling A in verband waarmee ter meerdere zekerheid door X een pandrecht op de aandelen Y is gevestigd ten gunste van A. Bij de pandovereen­

komst is niet bepaald dat A de aan de aandelen van uitgevende instelling Y ver­

bonden stemrechten kan uitoefenen. Verder heeft natuurlijke persoon B zich jegens kredietinstelling A garant gesteld in verband met de op de Stichting X rus­

bonden stemrechten kan uitoefenen. Verder heeft natuurlijke persoon B zich jegens kredietinstelling A garant gesteld in verband met de op de Stichting X rus­

GERELATEERDE DOCUMENTEN