• No results found

6. Discussie

6.3. Samenhang tussen sociaal-demografische variabelen, werkgerelateerde variabelen

Wanneer werkgerelateerde variabelen mee opgenomen worden in de analyse, blijven de sociaal-demografische variabelen dezelfde samenhang met gecijferdheid vertonen dan wanneer uitsluitend de sociaal-demografische variabelen opgenomen worden.

Leren vindt eveneens plaats op, door en voor het werk (e.g., Tynjäla, 2013). Daardoor werd verwacht dat alle activiteiten die verband houden met gecijferdheid op, door en voor het werk een positieve samenhang zouden vertonen met het gecijferdheidsniveau van de Vlaamse volwassenen. In tegenstelling tot deze verwachtingen, blijken enkel het gebruik of berekenen van breuken, decimalen of percentages (BDPW), het opmaken van curves, grafieken en tabellen (CGTW), gebruik van een zakrekenmachine (ZRMW) en het gebruik van eenvoudige algebra of formules (AFW) een positieve samenhang te vertonen met het gecijferdheidsniveau. Deze activiteiten, behalve het gebruik van een zakrekenmachine, kunnen worden gelinkt aan de inhoudscomponenten van gecijferdheid die terug te vinden zijn in de literatuur (Ginsburg et al., 2006). Het gebruik van breuken, decimalen of percentages valt onder de inhoudscomponent getallenkennis en begrip van bewerkingen. Het gebruik van tabellen en eenvoudige algebra valt onder de inhoudscomponent patronen, functies en algebra. De inhoudscomponent meten en vormenleer omvat het gebruik van formules en de inhoudscomponent data, statistiek en kans bevat het gebruik van grafieken en curves (Ginsburg et al., 2006). Deze activiteiten maken deel uit van gecijferdheid en dit kan mogelijks een bijdrage leveren aan het feit waarom deze activiteiten een significante samenhang vertonen met het gecijferdheidsniveau van de Vlaamse volwassenen. Het gebruik van een zakrekenmachine kan niet teruggekoppeld worden aan de inhoudscomponenten van gecijferdheid. Maar gecijferdheidsvaardigheden verschillen echter naargelang wat er zich in de context afspeelt (Alatorre et al., 2009; Evans et al., z.d.; Ginsburg et al., 2006). Een zakrekenmachine kan op het werk op andere manieren en voor andere doeleinden gebruikt worden dan bijvoorbeeld in het dagelijks leven, waardoor dit hier wel een significante samenhang met het gecijferdheidsniveau vertoont.

37 De activiteiten die geen significante samenhang vertonen met het gecijferdheidsniveau (i.e., het berekenen van prijzen, kosten en budgetten (PKBW) en het gebruik van gevorderde wiskunde of statistiek (GWSW)), behoren niet tot de inhoudscomponenten van gecijferdheid (Ginsburg et al., 2006). Een andere verklaring voor het resultaat omtrent het gebruik van gevorderde wiskunde is dat dit verder gaat dan de gecijferdheid die nodig is om volwaardig in de maatschappij te kunnen functioneren (Hoogland, 2012; Ojosse, 2011; Oonk et al., 2007; Van Groenestijn, z.d.). De maatschappij maakt echter vooral gebruik van grafieken, diagrammen, tabellen en procenten als communicatiemiddel (Coben, 2003) en daar valt gevorderde wiskunde niet onder.

6.4. SAMENHANG TUSSEN SOCIAAL-DEMOGRAFISCHE VARIABELEN,

VARIABELEN UIT HET DAGELIJKS LEVEN, WERKGERELATEERDE

VARIABELEN EN GECIJFERDHEID

De sociaal-demografische variabelen blijven dezelfde samenhang met het gecijferdheidsniveau van de Vlaamse volwassenen vertonen wanneer de dagelijks leven– en werkgerelateerde variabelen mee opgenomen zijn in de analyse. Het gebruik van gevorderde wiskunde en statisitek blijven zowel in het dagelijks leven als op het werk een niet significante samenhang vertonen.

Uit de resultaten blijkt dat de sociaal-demografische variabelen samenhangen met het gecijferdheidsniveau en dat leren inderdaad plaatsvindt op, door en voor het werk (e.g., Tynjäla, 2013) alsook tijdens informele leermomenten in het dagelijks leven (e.g., Schulz & Stamov Roßnagel, 2010). Hierdoor wordt voldaan aan de verwachting dat alle drie de clusters van variabelen samenhangen met het gecijferdheidsniveau. In tegenstelling tot de verwachtingen, vertonen immers niet alle activiteiten die plaatvinden in het dagelijks leven en op het werk een significante samenhang met het gecijferdheidsniveau. De literatuur suggereert dat dit komt doordat de nodige gecijferdheidsvaardigheden verschillen naargelang wat er zich in de context afspeelt (Alatorre et al., 2009; Evans et al., z.d.; Ginsburg et al., 2006;

38

Tout & Gal, 2015). Bepaalde vaardigheden zijn belangrijker in het dagelijks leven en andere op het werk. Opvallend is dat het berekenen van prijzen, kosten en budgetten in het dagelijks leven (PKBDL) geen significante samenhang meer vertoont indien de drie clusters van variabelen opgenomen worden. Het gebruik van een zakrekenmachine op het werk blijft een significante samenhang vertonen met het gecijferdheidsniveau, terwijl het gebruik in het dagelijks leven niet significant is. De literatuur suggereert dat dit te maken kan hebben met wat er zich afspeelt in de context waarin deze vaardigheid gebruikt wordt (Ginsburg et al., 2006). Het belang van bepaalde gecijferdheidsvaardigheden verschilt immers naargelang wat er zich afspeelt in een bepaalde context (Alatorre et al., 2009; Evans et al., z.d.; Tout & Gal, 2015). Het gebruik van breuken, decimalen en procenten (BDP), curves, grafieken en tabellen (CGT), eenvoudige algebra en formules (AF) blijven zowel in het dagelijks leven als op het werk een positieve samenhang vertonen met het gecijferdheidsniveau. Dit kan te verklaren zijn doordat deze vaardigheden te plaatsen zijn onder de vier groepen van gecijferdheidsvaardigheden die volwassenen in de 21ste eeuw gebruiken: (1) kennis van

getallen en begrip van bewerkingen, (2) patronen, functies en algebra, (3) meten en vormen en (4) data en statistiek (Ginsburg et al., 2006). Deze vier vaardigheden zijn de omschreven inhoudscomponenten van gecijferdheid (Ginsburg et al., 2006). Grafieken, tabellen en diagrammen kunnen lezen is immers een essentiële vaardigheid (Condelli, 2006). Deze wiskundige informatie wordt vaak als communicatiemiddel gebruikt in de maatschappij (Coben, 2003). Dit kan bijvoorbeeld gaan om maatwijzers juist aflezen om de juiste schoenmaat te kennen. Het gebruik van breuken, decimalen en procenten vallen onder de algemene gecijferdheidsvaardigheid kennis van getallen en begrip van bewerkingen (Ginsburg et al., 2006). Het gebruik van curves, tabellen en eenvoudige algebra valt onder de algemene gecijferdheidsvaaridgheid omtrent patronen, functies en algebra (Ginsburg et al., 2006). Terwijl het gebruik van grafieken onder de algemene gecijferheidsvaaridgheid data en statistiek valt. Tot slot valt het gebruiken van formules onder meten en vormenleer (Ginsburg et al., 2006).

39