• No results found

Samen leren vanuit leidende principes

3 Huiselijk geweld verdient meer slagkracht

3.3 Samen leren vanuit leidende principes

Wat het verleden duidelijk heeft gemaakt is dat er geen eenvoudige oplossingen zijn voor complexe problemen. Het is een proces van zoeken en doen, uitpro-beren, reflecteren en aanpassen. Niet op eigen houtje maar met elkaar, dat wil zeggen uitwisselen met elkaar wat werkt en wat niet. Het is een proces van continue verbetering, maar dit moet wel vanuit een focus. Die focus of richting kan worden gegeven door overeenstemming over gedeelde uitgangspunten of leidende principes.

De kwaliteit in de samenwerking neemt toe als iedereen dezelfde leidende prin-cipes hanteert.

Uit de casuïstiekbesprekingen kwamen de volgende leidende principes naar voren:

De leefwereld centraal. Dit wil zeggen flexibiliteit en maatwerk als dat nodig is om daarmee optimaal te kunnen aansluiten op de concrete leefsituatie in elke Er zijn echter ook een aantal structurele knelpunten waardoor gezinnen en

rela-ties met geweldsproblematiek waar (nog) geen sprake is van urgentie en crisis, onvoldoende begeleiding en bescherming krijgen. De gemeente wil preventief werken en er vroeg bij zijn, wat nogmaals benadrukt is in het Manifest Stop geweld tegen vrouwen. Dat lukt in de praktijk volgens de gesproken professio-nals nog onvoldoende.

Uit het onderzoek komen verschillende knelpunten naar voren.

Ten eerste is de toegang tot de juiste hulp en bescherming te complex: te veel loketten en doorverwijzing, waardoor onvoldoende bescherming en hulp worden geboden. Slachtoffers moeten langs te veel loketten en instanties (de hulp komt te laat of is niet adequaat doordat er te veel wordt doorgeschoven).

Ten tweede sluit het proces van indicatiestelling niet aan bij de problematiek van huiselijk geweld: de indicatiestelling is gebaseerd op de mate van individuele zelfredzaamheid, terwijl het bij huiselijk geweld gaat om onveiligheid en relatie- of gezinsdynamiek. Het is onvoldoende mogelijk binnen de huidige indicatie-systematiek integraal en systeemgericht maatwerk te leveren: binnen de huidige Wmo-systematiek ligt daarom niet de oplossing.

Ten derde is de regiefunctie op wijkniveau (dikwijls) onduidelijk en de samen-werking tussen Veilig Thuis, wijkteams, jeugdbescherming, politie en andere netwerkpartners problematisch. Deels hangt dit samen met onduidelijk-heid over elkaars taken en bevoegdheden, waardoor ook mechanismen van opschalen en afschalen problematisch zijn. Ook zijn er problemen in de infor-matiedeling door het ontbreken van duidelijke afspraken.

Blijven leren. Om de samenwerking tussen de verschillende netwerkpartners te verbeteren is samen reflecteren van belang. In navolging van Utrecht47 zou er een infrastructuur moeten zijn waarin netwerkpartners bij elkaar komen op inhoudelijke bijeenkomsten en datasessies, en pilots worden georganiseerd.

Sluit aan bij goede lokale successen om van te leren en op te reflecteren. Er zijn goede voorbeelden van samenwerking in de wijk tussen politie en wijkteams, of van wijkteamoverstijgende samenwerking als partners of gezinsleden in verschillende wijken wonen. Een vervolg veranderstrategie zou kunnen zijn:

nieuwe manieren van samenwerken uitproberen en bij gebleken succes breder invoeren.

3.4 Oplossingsrichtingen

Het belangrijkste is dat de slagkracht van de hulpverleners wordt verhoogd.

Dit is mogelijk door een laagdrempelige toegang en korte lijnen naar hulp en bescherming, en een ontkokerde financiering.

Meer mogelijkheden tot parallel werken i.p.v. volgtijdelijk, d.w.z. de oplos-singsrichting is dat elke melding bij Veilig Thuis ook tegelijkertijd op wijkni-veau wordt opgepakt zodat hulp en bescherming tegelijk kunnen starten en er wordt samengewerkt.

Op wijkniveau moet de netwerksamenwerking (weer) versterkt worden en dit houdt eveneens in dat de mogelijkheden tot informatiedeling worden vergroot.

47 Gemeente Utrecht, Kritische blik, januari 2020 (geraadpleegd april 2020: https://www.swvutrechtpo.nl/

uploads/partners/kritische-blik-magazine.pdf

specifieke casus. Meer ruimte om te doen wat nodig is in plaats van te moeten voldoen aan standaardprotocollen en productienormen.

Voorkomen is beter dan genezen. Hoe eerder steun, hulp en bescherming, hoe beter. Het is niet makkelijk voor mensen die met geweld in de relatie of het gezin te maken hebben ermee naar buiten te treden en hulp te zoeken. Daarom is laagdrempelige toegang tot hulpverlening noodzakelijk.

Geen tijd te verliezen. Dit betekent geen wachtlijsten voor mensen die aankloppen met huiselijk geweld. Direct handelen gaat voor het aanvragen van een indicatie (bijvoorbeeld via spoedarrangementen). Doorverwijzen is geen optie.

Het geheel is meer dan de som der delen. Huiselijk geweld is complex. Het eerste contact is heel belangrijk, waarbij het hele (gezins- of relatie)systeem, de onder-linge interactie, aandacht behoeft. Dit vereist hoge kwaliteit van professionals en specialisten aan de voorkant, met gedegen kennis van huiselijk geweld, die werken vanuit de gefaseerde ketenzorg: eerst voldoende veiligheid, daarna gezamenlijk werken aan duurzame veiligheid en herstel.

Niet na elkaar maar met elkaar. Ketenpartners werken samen met één gezin en niet naast of na elkaar. Effectieve samenwerking, zoals tussen wijkagent en wijkteam, mag niet afhankelijk zijn van personen maar wordt vastgelegd in stedelijke afspraken met organisaties om zo samen te werken. Zorg voor een duidelijke regiefunctie. Regie betekent ook knopen kunnen doorhakken als organisaties er samen niet uitkomen.

rapeut, VTRR, politie, Wmo’er, Fier en Arosa, reclassering, ggz. Er is een coör-dinator.

Van belang is dat snel hulp wordt verleend. Hoe dit precies moet worden gere-geld vraagt nadere uitwerking. Een manier is de melding bij Veilig Thuis tege-lijkertijd ook naar deze wijkteamoverstijgende netwerken huiselijk geweld te sturen. Op die manier wordt er een schakel in de keten tussenuit gehaald zodat er minder doorverwijzing is en sneller kan worden gehandeld. In het wijk-teamoverstijgende netwerk zitten bijvoorbeeld twee wijkteammedewerkers die de meldingen die binnenkomen direct oppakken en aan de slag kunnen, bij mensen op huisbezoek kunnen, en hulp kunnen inzetten. De lijnen zijn kort. Er kan samengewerkt worden met de (wijk)politie als er ernstige veiligheidspro-blematiek speelt. Dit geeft de medewerker meer vertrouwen en de veiligheids-vraagstukken liggen zo sneller op tafel. Als kindproblematiek op de voorgrond staat, kan iemand van jeugdbescherming mee, of bij psychiatrische problema-tiek iemand van de ggz.

Naast directe hulp is er ook regelmatig, eens in de twee of drie weken, een casus-overleg, zo mogelijk met alle betrokkenen (ook de cliënt). Dit casusoverleg is gericht op gezamenlijk doen, concrete afspraken worden gemaakt en knopen worden doorgehakt. De teams krijgen een slagvaardig karakter: per casus schuiven alleen die professionals aan die daadwerkelijk een bijdrage kunnen leveren aan oplossingen voor de situatie. De regierol moet duidelijk belegd zijn. Er worden heldere afspraken gemaakt over ieders inzet, en er wordt een grondslag gelegd voor informatiedeling als er geen toestemming is van cliënt.

Als betrokkenen het niet eens kunnen worden of er is een maatwerkoplossing mogelijk die niet binnen de bestaande (financiële) kaders gerealiseerd kan

Een arrangement huiselijk geweld voor een (gezins)systeemaanpak is nood-zakelijk om de juiste bescherming en hulp te kunnen bieden. Dit vergt een ontkokerde financieringsstroom buiten de huidige Wmo-indicatiesystema-tiek om.

De voorwaarden voor maatwerk moeten worden vergroot: flexibiliteit in inzet van budgetten en menskracht, onorthodoxe oplossingen voor structu-rele problemen op het vlak van huiselijk geweld, zoals time-out-woningen, (de-)escalatiemogelijkheden scheppen en stimuleren dat professionals die gebruiken.

De volgende stap is het dichterbij brengen van deze oplossingsrichtingen. Uit het onderzoek kwamen drie concrete gewenste veranderingen naar voren:

ontwikkel wijkteamoverstijgende netwerken huiselijk geweld (ongeveer tien), creëer verschillende vormen van laagdrempelige toegang in de wijk en ontwikkel een arrangement huiselijk geweld en kindermishandeling buiten de Wmo-systematiek om.

Wijkteamoverstijgende netwerken huiselijk geweld

De wijkteamoverstijgende netwerken huiselijk geweld hebben tot doel direct hulp en bescherming te bieden, zowel doordat wijkteammedewerkers huiselijk geweld direct erop afgaan, als door de netwerksamenwerking.

Een netwerk huiselijk geweld is een multidisciplinair team dat gericht is op huiselijk geweld en kindermishandeling, en valt binnen de wijkteamstructuur.

De leden bestaan onder meer uit gezinscoaches, maatschappelijk werkers/

agogen met specialisatie huiselijk geweld, een gedragsdeskundige,

systeemthe-elkaar te ontmoeten, en waar ervaringsdeskundigen ondersteuning kunnen bieden naast de aanwezige ambulante zorg.

Van indicatiestelling naar arrangement huiselijk geweld en kindermishandeling In geval van geweld in een relatie of gezin is een systeemgerichte benadering essentieel, waarbij een integraal plan wordt opgesteld waarvoor ook integrale financiering nodig is. Bovendien gaat het niet alleen om hulp verlenen, maar ook, of zelfs eerst, om het waarborgen van voldoende veiligheid. Geweld in rela-ties en in gezinnen bestaat uit verschillende relatiedynamieken, en kent verschil-lende risicofactoren en beschermende factoren. Een andere manier dan de op zelfredzaamheid en individuen gerichte Wmo-systematiek om tot een arran-gement huiselijk geweld te komen, zou kunnen zijn om inhoudelijke profielen als uitgangspunt te nemen en daar verschillende treden voor in te bouwen. Het arrangement huiselijk geweld wordt ontwikkeld vanuit de inhoud en niet vanuit het procedurele denken. Uitgangspunt is dat het arrangement is gericht op het bieden van directe bescherming, duurzame veiligheid waarbij zorg en bescher-ming integraal worden ingezet, en het is bovendien gericht op herstel van alle gezinsleden. Normatieve en inhoudelijke afwegingen staan voorop, waarbij beide partners of de betrokken gezinsleden uitgangspunt zijn.50

Binnen het hele spectrum van huiselijk geweld doemen verschillende (elkaar deels overlappende) profielen op, zoals 1. dwangmatige controle binnen de relatie of het gezin (wat voortgezet wordt na het verbreken van de relatie,

stal-50 Een zorg-/beschermingsarrangement zet de samenwerking en afstemming langs inhoudelijke criteria op (Lünnemann et al., 2005; Lünnemann, 2009b). Doordat in de arrangementen de leefwereld leidend is en niet de systeemwereld, is meer maatwerk mogelijk (Siegers, 2016).

worden, dan heeft de casusregisseur opschalingsmogelijkheden zodat stagnatie voorkomen kan worden.

Naast de directe samenwerkingspartners is er ook verbinding met de specia-listen bij CSG, CHG en ZVHRR.

Laagdrempelige toegang

Laagdrempelige toegang betekent dat vrouwen, mannen en kinderen zonder voorportalen naar het wijkteam kunnen en daar indien nodig direct hulp krijgen, ongeacht of er een melding van huiselijk geweld ligt bij Veilig Thuis. Het is belangrijk dat er plekken in de wijk zijn waar slachtoffers en plegers naartoe kunnen voor een gesprek of voor bescherming. Dit zijn plekken naast de hier-boven genoemde wijkteamoverstijgende teams huiselijk geweld. Het kunnen Huizen in de wijk zijn, of spreekuren in de wijk bij een gezondheidscentrum of andere laagdrempelige plekken. Ook het CHG zou, net als het CSG, een laag-drempelige plek moeten zijn.48 Het gaat om laagdrempelige voorzieningen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten.49 Daarnaast moet worden voorkomen dat vrouwen (met kinderen) gaan zwerven omdat er geen opvangplek is. Toegang tot opvang moet eenvoudig en direct toegankelijk zijn, zeker ’s avonds en ’s nachts. Vrouwen die voldoende zelfredzaam zijn en waar de dreiging niet acuut is, zouden tijdelijke huisvesting/opvang moeten krijgen, bijvoorbeeld in omge-bouwde scholen of kantoren. In die huisvesting zou een plek moeten zijn om

48 Vanuit de ervaringsdeskundigen werd de zorg uitgesproken dat het CHG een ver van de vrouwen afstaand centrum zou worden, en benadrukt dat er juist behoefte is aan laagdrempelige (opvang) voorzieningen.

49 De werkgroep Stop geweld tegen vrouwen heeft hier ook ideeën voor aangedragen.