• No results found

Ruimtelijke trends

In document Kennis van wonen (pagina 49-52)

Hoofdstuk 3 Trends in de regio Groningen-Assen

3.4 Ruimtelijke trends

Wanneer het gaat over trends die van invloed zijn op de woningmarkt zijn het de ruimtelijke aspec-ten die wellicht het meest zichtbaar zullen zijn in de nabije toekomst. Ruimtelijke trends zijn fysieke processen die langzaam maar zeker zijn waar te nemen om ons heen. Ruimtelijke trends zijn de uit-komst van en worden gestuurd door economische, demografische en andere maatschappelijke ont-wikkelingen.

3.4.1 Toenemende aandacht voor duurzaamheid

Duurzaamheid is een containerbegrip. Het kan gaan om ecologische, economische en sociaal-culturele duurzaamheid (Berenschot, 2008). In deze paragraaf gaat het over de samenhang tussen deze begrippen. Het meest voor de hand liggende aspect met betrekking tot duurzaamheid is kli-maatverandering. Naar verwachting stijgt de zeespiegel, wijzigt de biodiversiteit en veranderen de neerslagpatronen en de temperatuur in Nederland. Klimaatverandering heeft daardoor nadrukkelijk gevolgen voor het wonen. Nieuwe bouwlocaties moeten zorgvuldig worden gekozen en het bouw-proces zelf zal milieuvriendelijker worden. Hierbij kan gedacht worden aan CO2-neutraal bouwen en recycling van materialen (ondermeer via Cradle to Cradle). Daarnaast zal in de toekomst minder snel buitengebied worden aangetast als 'uitleglocatie' voor woningbouw en zal de nadruk liggen op her-structurering van en 'inbreiding' in bestaande woonwijken.

3.4.2 Toenemende aandacht voor kwaliteit

Een andere belangrijke ruimtelijke trend is de verschuiving in de aandacht van kwantiteit naar kwali-teit. De beleving en inrichting van landschap en woonmilieus zal naar verwachting steeds meer aan-dacht krijgen. Dit komt voort uit de onder velen bestaande indruk dat Nederland verrommelt. Onder verrommeling wordt verstaan: ongebreidelde uitbreiding of urban sprawl, het volbouwen van zicht-assen en identiteitloze landschappen (Berenschot, 2008). Verrommeling vraagt om een andere be-nadering van de ruimte. Door functies (wonen, werken, winkelen, recreëren) te bundelen kan onge-breidelde groei worden tegengegaan en wordt de diversiteit van gebieden bevorderd. Functiemen-ging lijkt daarom een belangrijk instrument te zijn voor het bevorderen van ruimtelijke kwaliteit in landschap en woonmilieus.

3.4.3 Veranderende ruimtelijke structuur

Tenslotte zijn er nog een aantal ontwikkelingen die bijdragen aan een veranderende ruimtelijke structuur (Berenschot, 2008). Zo verdwijnt de herkenbare scheiding tussen stad en land langzamer-hand. Ondanks restrictieve ruimtelijke ordening in het buitengebied en het stimuleren van herstruc-turering zijn dorpen en steden de afgelopen decennia steeds verder naar elkaar toegegroeid. Dit gegeven versterkt de hiervoor genoemde verrommeling. Door de uitwaartse groei van steden en de toegenomen mobiliteit leven burgers steeds minder in één plaats. Volgens het RPB (2007) zijn "de daily urban systems van burgers groter en regionaal geworden". Er ontstaat een metropolitaan ste-delijk gebied of urban field waarbij afzonderlijke steden in netwerken opereren. Door de opkomst van ICT worden activiteiten footloose, hetgeen inhoudt dat het belang van het begrip locatie zal af-nemen.

3.5 Resumé

Zonder de pretentie te hebben volledig te zijn is in dit hoofdstuk geprobeerd een overzicht te geven van de trends die afkomen op de regio Groningen-Assen. Hierbij is grotendeels gebruikgemaakt van het rapport 'Onderzoek naar trendmatige ontwikkelingen en de gevolgen voor de regio Groningen-Assen' van Bureau Berenschot (2008). Voor dit hoofdstuk is echter alleen uitgegaan van specifieke trends die direct of indirect van invloed zijn op woonwensen, woonbehoeften en de woningmarkt.

Demografische trends zijn met name in kwantitatief opzicht cruciaal om de toekomstige woning-bouwopgave in te kunnen schatten. Een teruglopende bevolkingsgroei en uiteindelijk een bevol-kingsdaling betekent op termijn een afnemende woningbehoefte. Door gezinsverdunning en toena-me van het aantal eenpersoonshuishoudens wordt dit voorlopig echter gemaskeerd. Tegelijkertijd betekent gezinsverdunning - samen met ontgroening en vergrijzing - dat er andere eisen aan wonin-gen worden gesteld. Hierbij kan gedacht worden aan omvang, voorzieninwonin-gen en gebruiksgemak van woningen. In die zin hebben demografische trends ook gevolgen voor de kwalitatieve woningbehoef-te.

Verwachte structurele economische trends zijn welvaartsgroei, sectorale verschuivingen en een toe-nemend belang van de factor kennis in de arbeidsmarkt. Wanneer de welvaart stijgt zullen naar ver-wachting ook de wensen van de woonconsument toenemen. Een verdere verschuiving van de pro-ductie- naar de dienstensector en een toename van kennis (in de zin van een groter aantal hoger opgeleiden) kan eveneens leiden tot nieuwe woonconcepten en woonmilieus. Tenslotte leiden ook maatschappelijke en ruimtelijke trends ertoe dat de woonconsument steeds hogere eisen stelt aan woning en woonomgeving. De woning vraagt om een gedifferentieerder ruimtegebruik en een hoge-re woonkwaliteit. Woningen vervullen niet meer alleen een primaihoge-re functie in de zin van het bieden van onderdak, maar zijn veelal ook object van recreatieve en werkfuncties. Door technologische ontwikkelingen in de communicatie zijn bovendien nieuwe activiteiten als e-work en e-shopping ont-staan. De afstand tussen woon- en werkplek wordt daarmee minder cruciaal. Het belang van de loca-tie voor de woning is hiermee afgenomen.

In de volgende hoofdstukken zal worden getracht te beschrijven wat voor specifieke woonwensen er bestaan onder de doelgroep van dit onderzoek, de hoger opgeleiden. Daaruit dient te worden afge-leid wat voor woonproducten er ontwikkeld zouden moeten worden. Om te beginnen wordt in hoofdstuk 4 een woningmarktanalyse van de regio Groningen-Assen gegeven. Hierbij wordt onder-meer gekeken naar het bestaande aanbod aan woonmilieus.

In document Kennis van wonen (pagina 49-52)