• No results found

Ruimtelijke schematisatie de Noordelijke Friese Wouden

4 Fase 2 Modelsysteem

4.2 Ruimtelijke schematisatie de Noordelijke Friese Wouden

In Figuur 4.1 is een stroomdiagram weergegeven van de verschillende onderdelen van de ruimtelijke schematisatie van Fase 2 van het modelsysteem. Als basisinformatie voor de schematisatie is gebruik gemaakt van LGN4 voor het landgebruik, de 1:50000 bodemkaart voor de bodem en grondwatertrap en de bodemchemische eigenschappen van de bodem uit het model STONE. Voor de berekeningen met het INITIATOR-model (o.a. mestverdeling en ammoniakvervluchtiging) is de NFW ingedeeld in een aantal homogene ruimtelijke eenheden. Voor de beschrijving van deze schematisatie wordt de lezer verwezen naar Kros et al., (2007). De ruimtelijke schematisatie van het INITIATOR-model voor de Noordelijke Friese Wouden levert 4756 homogene ruimtelijke eenheden op (Figuur 4.1; Kros et al., 2007).

De vier kaarten met basisinformatie voor de schematisatie van het Fase 2 model zijn met een GIS-procedure gecombineerd tot één kaart met unieke combinaties. De informatie van deze unieke combinaties zijn vervolgens vertaald naar de informatie welke wordt gebruikt in de ruimtelijke indeling van het model STONE (Kroon et al., 2001). Bij de vertaling van de kenmerken van de unieke combinaties naar de informatiekenmerken in STONE zijn de 1: 50 000 bodemtypes vertaald naar de 21 PAWN-bodemeenheden, de grondwatertrappen van de 1: 50 000 bodemkaart vertaald naar 11 grondwatertrappen welke in STONE worden aangehouden (Gt I, II, II*, III, III*, IV, V, V*, VI, VII en VII*) en de landgebruiksvormen in LGN4 teruggebracht naar de vier landgebruiksvormen in STONE (grasland, maïs, akkerbouw en natuur). Daarnaast zijn de plotkenmerken mineralisatiecapaciteit

32 Alterra-rapport 1609 één van deze kenmerken (bijv. bebouwd gebied of open water) zijn buiten

beschouwing gelaten. Deze stap levert voor de Noordelijke Friese Wouden 1042 unieke combinaties op. Omdat een aantal unieke combinaties in de Noordelijke Friese Wouden niet in STONE voorkomen zijn voor deze combinaties de best passende STONE-plot geselecteerd op basis van overeenkomsten in landgebruik, bodem, Gt, MIN, CEC, FBV en bodem >1 m. Het gevolg hiervan is dat uiteindelijk 398 unieke combinaties uit STONE konden worden geselecteerd (zie Bijlage 2).

Berekende bemesting INITIATOR Bodemkaart 1:50 000 Bodemkaart 1:50 000 GWT Landgebruik LGN4 toekennen: - 21 PAWN-bodem - 4 landgebruiksvormen - 11 grondwatertrappen + verwijderen bebouwing, wegen, open water e.d. uit de unieke combinaties 1042 unieke combinaties

koppelen aan unieke combinaties van STONE- plots

 als unieke combinatie in STONE niet voorkomt, dan koppelen aan meest gelijkende STONE-plot 398 unieke combinaties

Koppeling 398 UC's uit de STONE 2.1 UC's Haal invoer voor de

bodemmodellen SWAP en ANIMO uit STONE 2.1 en leg de bemestings combinaties op run ANIMO 4756 bemestings combinaties MIN, CEC, FBV en bodem >1 m uit STONE

Figuur 4.2 De ligging van de geselecteerde STONE-plots in de Noordelijke Friese Wouden (in wit zijn de delen van het gebied weergegeven waarvoor geen simulaties zijn uitgevoerd)

In Figuur 4.2 zijn de geselecteerde STONE-plots voor de Noordelijke Friese Wouden ruimtelijk weergegeven. Van de 398 geselecteerde STONE-plots in het gebied Noordelijke Friese Wouden komen slechts 124 plots overeen met de 349 STONE-plots van het Fase 1 modelsysteem (zie hoofdstuk 3). Wel beslaan deze 124 plots bijna de helft van het totale oppervlak van het gebied. Dit betekent dat ruim 50 % van het oppervlak van de regionale schematisatie van het gebied niet overeenkomt

34 Alterra-rapport 1609 van STONE (250 x 250 meter) en het reduceren van het aantal plots in STONE (zie

Bijlage 1).

In het Fase 2 modelsysteem zijn de rekenresultaten gebaseerd op de modelparametrisatie van de STONE-plots. Voor de STONE-plots welke buiten het studiegebied zijn geselecteerd kan de parametrisatie voor de nutriëntenconcentraties in kwel- en infiltratiewater afwijken van de plots welke in de Noordelijke Friese Wouden liggen. Hiervoor was het nodig om voor de STONE-plots, welke buiten het studiegebied liggen, de invoerbestanden met gegevens over kwel en infiltratie over te nemen van plots welke in het studiegebied liggen.

Omdat de combinatie bedrijf-perceel in de Noordelijke Friese Wouden een unieke bemestingsgift (kan) oplever(t)(en) zijn de 4756 bemestingscombinaties aan de desbetreffende plot opgelegd. Voor al deze combinaties is eveneens een atmosferische depositie door het model INITIATOR bepaald. Ook deze depositie is opgelegd aan de desbetreffende plot. Dit betekent dus dat uiteindelijk 4756 rekeneenheden zijn doorgerekend.

4.3 Resultaten waterkwaliteitsmodule voor het landsysteem

4.3.1 Grondwater

In Figuur 4.3 is de door het Fase 2 modelsysteem berekende gebiedsgemiddelde nitraatconcentratie voor het bovenste grondwater voor het toetsingsjaar 2004 weergegeven. Uit deze berekeningen blijkt dat over de gehele toetsingsperiode (2004) de berekende nitraatconcentratie beneden de norm van de Nitraatrichtlijn van 50 mg/l NO3 is. Over de toetsingsperiode wordt een gebiedsgemiddelde nitraatconcentratie van ca. 15 mg/l NO3 berekend. In tegenstelling tot het Fase 1

modelsysteem is het fase 2 modelsysteem in staat om de temporele variatie van de nitraatconcentraties binnen een jaar te voorspellen (Figuur 4.3).

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec 0 10 20 30 40 50

Nitraatconcentratie bovenste grondwater (mg.l-1 NO3)

Maand in 2004

Figuur 4.3 Berekende gebiedsgemiddelde nitraatconcentratie voor de Noordelijke Friese Wouden voor het toetsingsjaar 2004 volgens het Fase 2 modelsysteem

De verwachte gebiedsgemiddelde nitraatconcentratie valt ruim binnen de norm van 50 mg/l NO3. Echter, niet alle gebieden binnen de Noordelijke Friese Wouden

voldoen aan de norm van de Nitraatrichtlijn. In Figuur 4.4 is de ruimtelijke verdeling en de cumulatieve frequentieverdeling van de verwachte nitraatconcentratie in het bovenste grondwater voor het toetsjaar 2004 weergegeven. Op basis van deze verdeling valt af te leiden dat voor het jaar 2004 voor circa 1 % van het oppervlak van de NFW een nitraatconcentratie > 50 mg/l NO3 wordt berekend. Deze hogere

36 Alterra-rapport 1609 0 25 50 75 100 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Percentage van het oppervlak

Nitraatconcentratie bovenste grondwater (mg.l-1 NO3)

Figuur 4.4 Ruimtelijke weergave van de berekende nitraatconcentratie (links) en berekende cumulatieve frequentieverdeling van de nitraatconcentratie voor het bovenste grondwater (rechts) voor het jaar 2004 voor de Noordelijke Friese Wouden volgens het Fase 2 modelsysteem

4.3.2 Oppervlaktewater

In Figuur 4.5 en 4.6 zijn de gemeten en berekende gebiedsgemiddelde stikstof- en fosforconcentraties voor het gebied de Noordelijke Friese Wouden voor het toetsjaar 2004 weergegeven. De door het Fase 2 modelsysteem berekende concentraties gelden, net als voor het fase 1 modelsysteem, voor dat deel van het water wat vanuit het landsysteem afwatert op het oppervlaktewatersysteem. Doordat er geen oppervlaktewatermodel in het Fase 2 modelsysteem is opgenomen, worden de (verdwijn- en vastleggings)processen in het oppervlaktewater niet berekend (zie ook hoofdstuk 3). We verwachten daarom dat de gesimuleerde concentraties hoger zijn dan de gemeten concentraties.

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec 0 5 10 15 Meetpunt 11 Meetpunt 37 Meetpunt 66 Meetpunt 67 Meetpunt 254 Meetpunt 281

Berekende belasting van het oppervlaktewater Stikstofconcentratie van het oppervlaktewater (mg.l-1 N)

Maand in 2004

Figuur 4.5 Gemeten en berekende gebiedsgemiddelde stikstofconcentraties voor het toetsjaar 2004 voor de Noordelijke Friese Wouden volgens het Fase 2 modelsysteem

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec 0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 0.9 1 Meetpunt 11 Meetpunt 37 Meetpunt 66 Meetpunt 67 Meetpunt 254 Meetpunt 281

Berekende belasting van het oppervlaktewater Fosforconcentratie van het oppervlaktewater (mg.l-1 P)

Maand in 2004

38 Alterra-rapport 1609 Voor het toetsjaar 2004 wordt door het fase 2 modelsysteem een stikstofbelasting

van het oppervlaktewater van 5.0 mg/l N voor totaal-stikstof berekend. Voor datzelfde jaar werd in de zes waarnemingslocaties een gemiddelde stikstofconcentratie van 2.9 mg/l N voor totaal-stikstof waargenomen. Daarnaast wordt voor het toetsjaar 2004 door het fase 2 modelsysteem een fosforbelasting van het oppervlaktewater van 0.35 mg/l P voor totaal-fosfor berekend. Voor datzelfde jaar werd in de zes waarnemingslocaties een gemiddelde fosforconcentratie van 0.13 mg/l P voor totaal-fosfor waargenomen. Dat zowel voor stikstof als voor fosfor hogere concentraties worden berekend dan gemeten komt overeen met de verwachting omdat retentie niet is meegenomen in het fase 2 modelsysteem.

In tegenstelling tot het fase 1 modelsysteem is het fase 2 modelsysteem wel in staat om temporele variatie binnen een jaar te voorspellen. De berekende variatie in stikstofbelasting komt in grote lijnen overeen met de waarnemingen: hogere N- concentraties in het winterseizoen en lagere N-concentraties in het zomerseizoen (figuur 4.5). Voor de berekende en gemeten P-concentraties is er veel minder verschil tussen concentraties in het winter- en zomerseizoen waarneembaar (figuur 4.6). Net als bij de berekende nitraatconcentraties in het bovenste grondwater geldt ook voor de berekende stikstof- en fosforbelasting van het oppervlaktewater dat naast temporele variatie tevens ruimtelijke variatie binnen in het gebied wordt berekend. In figuur 4.7 en 4.8 is respectievelijk de ruimtelijke weergave en de cumulatieve frequentieverdeling van de berekende stikstofbelasting en fosforbelasting van het oppervlaktewater voor het jaar 2004 weergegeven.

0 5 10 15 20 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Percentage van het oppervlak

Stikstofbelasting van het oppervlaktewater (mg.l-1 N)

Figuur 4.7 Ruimtelijke weergave van de berekende stikstofbelasting (links) en de berekende cumulatieve frequentieverdeling van de stikstofbelasting (rechts) van het oppervlaktewater voor het jaar 2004 voor de Noordelijke Friese Wouden volgens het Fase 2 modelsysteem

0 0.5 1 1.5 2 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Percentage van het oppervlak

Fosforbelasting van het oppervlaktewater (mg.l-1 P)

Figuur 4.8 Ruimtelijke weergave van de berekende fosforbelasting (links) en de berekende cumulatieve frequentieverdeling van de fosforbelasting (rechts) van het oppervlaktewater voor het jaar 2004 voor de Noordelijke Friese Wouden volgens het Fase 2 modelsysteem

Uit Figuur 4.7 en 4.8 blijkt dat voor het toetsjaar 2004 de helft van het oppervlak van de NFW een stikstofbelasting heeft die hoger is dan 5 mg/l N en dat ca. 15 % van het oppervlak van het gebied een fosforbelasting heeft die hoger is dan 0.5 mg/l P. De hoge stikstofbelasting lijkt met name in de veengronden op te treden, terwijl de hoge fosforbelasting op met name de kleigronden lijken op te treden. Hoe hoog de stikstof- en fosforconcentratie in het oppervlaktewater is bij deze belasting hangt af van de retentieprocessen in het oppervlaktewater. Omdat in het Fase 2 modelsysteem geen oppervlaktewatermodule is opgenomen kan hierover geen uitspraak worden gedaan.

Het Fase 2 modelsysteem komt tegemoet aan een aantal tekortkomingen van het Fase 1 modelsysteem. Zo is het mogelijk om met het Fase 2 modelsysteem de variatie van nitraatuitspoeling en nutriëntenbelasting van het oppervlaktewater binnen in een jaar te voorspellen. Daarnaast is de grove resolutie van het Fase 1 modelsysteem (basisgridcelgrootte van 250 x 250 meter) in het fase 2 modelsysteem ruimtelijk verfijnd (basisgridcelgrootte van 25 x 25 meter). Wel is de parametrisatie van het Fase 2 modelsysteem conform het model STONE, dus afgestemd op landelijk (grove) schaalniveau.

40 Alterra-rapport 1609

4.3.3 Nutriëntenbalansen

Stikstof

In Tabel 4.1 is de stikstofbalans voor de Noordelijke Friese Wouden, welke door het Fase 2 modelsysteem wordt berekend, weergegeven. De balansposten zijn zowel in kilogram als in kilogram per hectare weergegeven. De stikstofbalans is opgesteld voor het toetsjaar 2004. Uit Tabel 4.1 blijkt dat ca. 7 % van de totale aanvoer van stikstof via oppervlakkige afspoeling en uitspoeling in het oppervlaktewater terechtkomt, terwijl ca. 0.1 % naar het (diepe) grondwater uitspoelt. Het resterende deel van de stikstofafvoer komt tot rekening van denitrificatie (40 %), netto gewasopname (45 %) en ammoniakvervluchtiging (7 %). De gezamenlijke verliesposten voor stikstof voor het toetsjaar 2004 zijn groter dan de aanvoer van stikstof. Over deze periode wordt een negatieve berging (netto afbraak van organisch materiaal in de bodem) van ca. 1 % berekend.

Tabel 4.1 Stikstofbalans van het landsysteem van de Noordelijke Friese Wouden voor het toetsjaar 2004 zoals berekend door het Fase 2 modelsysteem (oppervlakte balansgebied 45381 ha)

IN UIT

103 kg kg.ha-1 103 kg kg.ha-1

Atmosferische depositie 1102 24 Ammoniakvervluchtiging 1281 28

Bemesting 18007 397 Denitrificatie 7698 170

Infiltratie 36 1 Netto gewasonttrekking 8722 192

Kwel 160 4 Wegzijging 22 1

Belasting opp.water 1397 31

Totaal 19305 425 Totaal 19120 421

Berging 185 4

Fosfor

In Tabel 4.2 is de fosforbalans voor het gebied de Noordelijke Friese Wouden, welke door het Fase 2 modelsysteem wordt berekend, weergegeven. De balansposten zijn zowel in kilogram als in kilogram per hectare weergegeven. De fosforbalans is opgesteld voor het toetsjaar 2004. Uit Tabel 4.2 blijkt dat ca. 5 % van de totale aanvoer van fosfor via oppervlakkige afspoeling en uitspoeling in het oppervlaktewater terechtkomt, terwijl minder dan 0.1 % naar het (diepe) grondwater uitspoelt. Het resterende deel van de fosforafvoer komt voor rekening van de netto gewasopname (160 %). De gezamenlijke verliesposten voor fosfor voor het toetsjaar 2004 zijn groter dan de aanvoer van fosfor. Over deze periode wordt een netto berging van ca. 65 % berekend, dus een vermindering van de fosfaatvoorraad in de bodem.

Tabel 4.2 Fosforbalans van het landsysteem van de Noordelijke Friese Wouden voor het toetsjaar 2004 zoals berekend door het Fase 2 modelsysteem (oppervlakte balansgebied 45381 ha)

IN UIT

103 kg kg.ha-1 UIT 103 kg kg.ha-1

Bemesting 1775 39 Netto gewasonttrekking 2869 63

Infiltratie 0 0 Wegzijging 1 0

Kwel 17 0 Belasting opp.water 98 2

Totaal 1791 40 Totaal 2968 65