• No results found

7. Het effect van afhaalpunten op de bestaande Nederlandse detailhandelsstructuur

7.3 Ruimtelijke effecten van scenario’s

Om de scenario’s uit paragraaf 7.2 meer op de praktijk aan te laten sluiten en meer beeldend te maken, worden de scenario’s uitgewerkt in geografische kaarten. Het is daarbij interessant om te zien wat de ruimtelijke gevolgen zijn van de verschillende scenario’s. Zoals in hoofdstuk drie is gezegd, wordt de gemeente Nijmegen als uitgangspunt gebruikt voor de te maken kaarten. In de onderstaande paragrafen wordt elk scenario uitgewerkt in kaarten. Allereerst wordt er hieronder een kaart weergegeven waarin de bestaande detailhandelsstructuur van gemeente Nijmegen is te zien. De detailhandelsstructuur kenmerkt zich door een binnenstad, een stadsdeelcentrum, een aantal wijkwinkelcentra, een aantal buurtwinkelcentra en een paar aanvullende verzorgingspunten. Laat duidelijk zijn dat het niet van belang is om exacte aantallen (bijvoorbeeld in het totaal verkoop vloer oppervlak, in vierkante meters, van winkels) weer te geven, het gaat immers om het beeld dat geschetst wordt. Het aantal stippen en de grote van de stippen geven een beeld van de huidige situatie. In de scenario’s ziet men dit beeld veranderen. Ook bij de uitwerking van de scenario’s in kaarten is het niet de bedoeling om exacte aantallen weer te geven. Ook hier gaat het om het beeld dat de kaart schetst (bijvoorbeeld minder buurtwinkelcentra en meer stadsdeelcentra) en niet om bijvoorbeeld het exacte aantal afhaalpunten of afhaalclusters. Dit is immers ook niet mogelijk aangezien het om toekomstbeelden gaat die niet in exacte getallen kunnen worden vastgelegd. Daarbij komt dat er ook geen jaartallen bij de scenario’s worden geplaatst. Een andere kanttekening die bij de vier scenario’s moet worden gemaakt is dat er geen conclusies aan verbonden worden. Het dient puur als een verkenning van de toekomst. Ook wordt er geen voorkeur uitgesproken, dit is immers niet het doel.

Het viertal scenario’s volgt in chronologische volgorde, oftewel paragraaf 7.3.1 correspondeert met scenario 1, paragraaf 7.3.2 correspondeert met scenario 2, etc.

68 Figuur 7.4 Bestaande Nijmeegse detailhandelsstructuur

Bron: DTNP, 2010; bewerking Helmink, 2012.

7.3.1 Een verwachte toekomst (beeldend)

Het eerste scenario kenmerkt zich zoals gezegd door een lichte groei van de online aankopen. Het gemak van producten thuis laten bezorgen heeft een meerwaarde gekregen. Doordat consumenten hun online bestelde producten eenvoudig en goedkoop thuis kunnen laten bezorgen, bestaan er geen afhaalpunten in dit scenario. Bestaande afhaalpunten verdwijnen. Daar staat echter tegenover dat de fysieke winkels populair blijven. Toch verdwijnen er kleine buurt- en wijkcentra uit het straatbeeld doordat het internet als aankoopkanaal een deel van de omzet van fysieke winkels wegneemt. In het onderstaande figuur is deze ontwikkeling weergegeven. Wanneer men het figuur vergelijkt met de huidige situatie (figuur 7.4), dan zijn inderdaad de kleine buurt- en wijkwinkelcentra weggevallen en zijn de fysieke winkels geconcentreerd in grotere centra. Waar er voorheen maar één stadsdeelcentrum bestond, zijn er nu drietal bijgekomen. Daarnaast beschikken enkele wijken nog over een wijkwinkelcentrum.

69 Figuur 7.5 Een verwachte toekomst (scenario 1)

Bron: DTNP, 2010; bewerking Helmink, 2012.

7.3.2 Een fysieke toekomst (beeldend)

In het tweede scenario blijven fysieke winkels wederom bestaan. Ze blijven een meerwaarde houden en zullen niet uit het straatbeeld verdwijnen. Waar er in het eerste scenario een meerwaarde voor thuisbezorging van online bestelde producten bestond, bestaat er nu een meerwaarde voor het afhalen van online bestelde producten. Doordat consumenten niet met al het gemak van de wereld hun online bestelde producten thuis kunnen laten bezorgen, besluit men het heft in eigen handen te nemen en de producten af te halen bij afhaalpunten. Wat in het onderstaande figuur te zien is, is dat afhaalpunten zich enerzijds nestellen in de bestaande detailhandelsstructuur (denk aan ‘cross channel’ verkoop) en anderzijds ontstaan er afhaalclusters. Afhaalpunten clusteren zich vanwege schaalvoordelen. Naast een detailhandelsstructuur spreekt men in dit scenario tevens van een afhaalpuntenstructuur. Door de komst van afhaalpunten verdwijnt er een deel van de omzet van de fysieke winkels. Hierdoor verdwijnen er, net zoals in het eerste scenario, kleine buurt- en wijkwinkelcentra uit het straatbeeld. Fysieke winkels concentreren zich samen met afhaalpunten in grotere centra.

70 Figuur 7.6 Een fysieke toekomst (scenario 2)

Bron: DTNP, 2010; bewerking Helmink, 2012.

7.3.3 Een futuristische toekomst (beeldend)

Het derde scenario kenmerkt zich door een enorme verandering. In dit scenario worden fysieke winkels door de consument niet meer als een meerwaarde ervaren. Dit met als gevolg dat de complete bestaande detailhandelsstructuur verdwenen is. Consumenten schaffen hun producten niet meer in fysieke winkels aan, maar doen al hun aankopen via het internet. Het internet fungeert in dit scenario als het enige aankoopkanaal dat men voorhanden heeft. Waar men in het tweede scenario nog de voorkeur had om online bestelde producten af te halen, is dat in dit scenario niet aan de orde. Thuis laten bezorgen is immers eenvoudig, goedkoop en producten kunnen op ieder geschikt moment worden bezorgd. Door deze ontwikkeling spreekt men niet meer van een fysieke detailhandelsstructuur, maar van een digitale detailhandelsstructuur waarin ieder huis een bezorgpunt is voor online bestelde producten.

71 Figuur 7.7 Een futuristische toekomst (scenario 3)

Bron: DTNP, 2010; bewerking Helmink, 2012.

7.3.4 Een toekomst van oud en nieuw (beeldend)

In het vierde scenario bestaan er, net zoals in het derde scenario, geen fysieke winkels meer. Het internet als aankoopkanaal heeft de fysieke winkels volledig verdrukt en uit het straatbeeld doen laten verdwijnen. Het verschil met het derde scenario zit hem in het feit dat online bestelde producten niet eenvoudig, goedkoop en op ieder geschikt moment thuis kunnen worden bezorgd. Er heeft geen innovatie plaatsgevonden in de logistieke sector. Consumenten geven daarom de voorkeur aan het afhalen van hun bestelde producten. Om te voorzien in gebruikersgemak ontstaat er een fijnmazige afhaalpuntenstructuur. Een afhaalpunt op iedere hoek van de straat. Zoals gezegd gaat men met dit scenario terug in de tijd en wel naar de tijd dat er nog geen supermarkten bestonden en dat er op iedere hoek van de straat wel een winkeltje te vinden was.

72 Figuur 7.8 Een toekomst van oud en nieuw (scenario 4)

73