• No results found

Sinds de inwerkingtreding van de Flora- en Faunawet, nu ruim twee jaar geleden, hebben de provincies nieuwe taken en bevoegdheden gekregen. Hiertoe behoort onder andere de mogelijkheid om een ontheffing te verlenen voor het verrichten van bij wet verboden handelingen. Een voorbeeld is het doden van vossen om schade te voorkomen. Kort voor het inwerking treden van de Flora- en Faunawet heeft de provincie Utrecht de notitie Implementatie Flora- en faunawet vastgesteld (figuur 1). Daarin staat voor soorten die schade kunnen veroorzaken vermeld, in welke gevallen ontheffingen verleend kunnen worden. In Utrecht waren de beleidsregels dus gereed op het moment dat de Flora- en Faunawet in werking trad. In het geval van de vos in relatie tot weidevogels staat in die notitie dat: “wanneer het waarschijnlijk is dat de weidevogelstand door predatie van vossen terugloopt, er voor die plaatsen ontheffingen worden verleend”.

Om deze beleidslijn operationeel te maken moeten enkele vragen worden beantwoord. Immers, om welke plaatsen gaat het en wanneer is het waarschijnlijk dat door vos- senpredatie de weidevogelstand terugloopt? In de provincie Utrecht zijn enkele gebieden bekend waar de weidevogelstand sterk is achteruitgegaan in combinatie met de aan- wezigheid van vossen. Het gaat om gebieden die als zeer goede weidevogelgebieden bekend staan en waar voorheen geen vossen voorkwamen, maar waar ze recent zijn ver- schenen.

Ten behoeve van het nieuw op te stellen streekplan heeft de provincie Utrecht een weidevogelkaart vervaardigd met de

gebieden met belangrijke weidevogelpopula- ties (figuur 1). Deze kaart is bedoeld voor het provinciale ruimtelijke beleid, maar lijkt ook bruikbaar voor het operationeel maken van de hier beschreven beleidslijn. Op de kaart neemt de belangrijkheid van een gebied voor weidevogels toe naarmate de kleur

donkerder is. In combinatie met figuur 2 is te zien in hoeverre de grenzen van deze gebieden samenvallen met die van de wild- beheerseenheden. Dit is een belangrijk gegeven in verband met de praktische uit- voerbaarheid van en de mogelijkheid tot controle op een verleende ontheffing. In veel gevallen zijn de grenzen op een verantwoor- de wijze te combineren, maar in enkele gevallen niet. Op deze wijze zijn de gebieden

met belangrijke weidevogelpopulaties aan- gewezen in combinatie met een voor het beheer praktische omgrenzing. De ervaring dat bij het verschijnen van vossen in goede weidevogelgebieden de weidevogelstand sterk terug kan lopen, was voor de provincie Utrecht aanleiding om vanaf maart 2003 het doden van vossen in die gebieden toe te staan. Het gaat met name om gebieden waar vossen voorheen niet of nauwelijks voorkwamen, of waar ze tot nu toe nog steeds niet voorkomen.

Figuur 1.Kwaliteit van de weidevogelgebieden (voor zover geïnventariseerd, binnen de blauwe lijntjes) in de provincie Utrecht.

Figuur 2Het vossenbeheer in de provincie Utrecht en de werkgebieden van de Wildbeheereenheden. Het grootste deel van de Utrechtse Heuvelrug (donker, binnen stippellijn) is ‘basisleefgebied’ voor de vos, hij wordt er met rust gelaten. De gelige zones eromheen vormen ‘overgangszones’, waar afschot van een bepaald aantal vossen is toegestaan, om uitzwerven van vossen naar weidevogelgebieden te voorkomen. In het meest oostelijke gebied, in de Gelderse vallei, wordt de vos in principe met rust gelaten, maar kan op basis van een goed onderbouwde aanvraag in relatie tot vossenschade aan bijvoorbeeld pluimvee- bedrijven, ontheffing worden verleend voor lokaal afschot van vossen. In alle overige gebieden wordt geprobeerd de vos geheel weg te krijgen.

In figuur 2 staan de gebieden aangegeven waar, op basis van het hier genoemde pro- vinciale besluit, het doden van vossen is toe- gestaan. Tegen dit besluit is in 2003 bezwaar gemaakt en beroep aangetekend. Het bezwaar is door de bezwarencommissie niet gegrond verklaard, maar de rechter heeft het beroep wel gegrond verklaard, om diverse redenen. De belangrijkste reden was dat het provinciaal besluit niet op een goedgekeurd Faunabeheerplan was gebaseerd. Intussen heeft de Faunabeheereenheid Utrecht echter een Faunabeheerplan opgesteld, dat door Provinciale Staten is goedgekeurd. De inmiddels verleende ontheffingen voor afschot van vossen hebben betrekking op verschillende deelgebieden in de provincie Utrecht. De gedachte bij de verleende ont- heffingen is, dat verschillende diersoorten beschermd moeten worden: weidevogels en vossen. Daarnaast zijn de ontheffingen gebaseerd op de hiervoor genoemde ervaring dat vossen, wanneer ze verschijnen in belangrijke weidevogelgebieden, aan de weidevogelstand een belangrijke slag kunnen toebrengen.

Uitgangspunt van het beleid is dus dat we zowel het duurzaam voortbestaan van vossen als van weidevogels willen realiseren. Daartoe is het gebied van de Utrechtse Heuvelrug aangeduid als basisleefgebied van de vos. In dit basisleefgebied mag de vos in principe niet gedood worden. Het westen en het noorden van de provincie Utrecht zijn aangeduid als weidevogelgebied. In die gebieden wordt een minimale stand van de vos nagestreefd. In een deel van die belang- rijke weidevogelgebieden is nog nooit een vos gesignaleerd, maar we gaan er van uit dat het verschijnen van de vos in die

gebieden een risico voor de weidevogels met zich meebrengt. Dan zijn er de tussenliggen- de gebieden: de overgangszones. In deze gebieden wordt afschot van een bepaald aantal vossen toegestaan. Dit aantal, het quotum, verschilt van gebied tot gebied en is gebaseerd op een geschatte vossendichtheid en de natuurlijke aanwas. Doel is de ‘uit- stroming’ van jonge vossen richting weide- vogelgebieden te voorkomen. Tenslotte is er het gebied van de Gelderse vallei. Hier wordt de vos in principe met rust gelaten, maar kan op basis van een goed onderbouwde aanvraag in relatie tot vossenschade aan bij- voorbeeld pluimveebedrijven, ontheffing worden verleend voor lokaal afschot van vossen.

Tegen de verleende ontheffing op basis van het kersverse Faunabeheerplan is inmiddels ook bezwaar aangetekend en een voorlopige voorziening aangevraagd. Zo’n voorlopige voorziening is bedoeld om het gebruik van de ontheffing niet toe te staan tot het moment waarop de bezwarencommissie, of de rechter in een bodemprocedure, heeft geoordeeld. Toevallig is juist vandaag de uitspraak van de rechter bekend gemaakt; op dit moment ontbreekt weliswaar de argu- mentatie van de rechter nog, maar de voorlo- pige voorziening is niet toegekend.

De ontheffingen voor vossenafschot zijn voor twee jaar verleend. Op deze wijze kan ervaring worden opgedaan met de gekozen aanpak en is er tijd om nieuwe feiten af te wachten over vossen, weidevogels en hun interactie. De uitkomsten van dit vossensym- posium en het eerder genoemde predatie- onderzoek zullen dan beschikbaar zijn en aangevuld kunnen worden met de monito-

ringsgegevens, die in het kader van het Faunabeheerplan verzameld zullen worden. Hiermee kan het beleid over twee jaar beter onderbouwd worden. De provincie hecht dus bijzonder veel waarde aan de presentaties van vandaag en vooral aan de discussies. De meerwaarde van een symposium als dat van vandaag bestaat uit het feit dat onderzoeks- resultaten geconfronteerd en bediscussieerd worden. Daardoor worden de te maken (beleids)keuzes breder ondersteund door de betrokkenen. De discussie en de nieuwe gegevens maken wellicht dat een volgende ontheffing er anders uit zal zien. Misschien verschillen alleen de quota, maar misschien wordt er voor een heel andere systematiek gekozen. Dat is nu nog onbekend. Wel is duidelijk dat daarbij kennis over de betrokken diersoorten hard nodig is. De provincie Utrecht bevindt zich in een pio- niersfase voor wat betreft de uitvoering van de Flora- en Faunawet. Tot nu toe is wel gebleken dat maatwerk op provinciale schaal ook voor een diersoort als de vos goede en bruikbare resultaten oplevert. Het is juist dit regionale maatwerk dat het mogelijk maakt om een positie te kiezen in het spannings- veld tussen de verschillende beschermde soorten, zoals in dit geval de vos en weide- vogels. Voor aanvullende informatie over het Utrechtse beleid verwijs ik naar de provincia-

Alarmerende grutto.

le website (www.provincie-utrecht.nl).

Hoe nu verder? Discussie, conclusies en