• No results found

4. Het dorpsplan in de praktijk

4.2.3 De rol van de actoren

De actoren die betrokken zijn bij het dorpsplan zijn tevens van invloed op de uiteindelijke wer- king van het dorpsplan. De positie in het netwerk, de beschikbaarheid van geld en de beschik- baarheid van kennis en vaardigheden kwamen bij de theoretische benadering van dorpsplan- nen (hoofdstuk 3) aan de orde als factoren die de rol van de actoren bepalen. In deze para-

graaf zal dieper worden ingegaan op de manier waarop deze drie factoren in de situatie van Rietmolen een rol hebben gespeeld.

Figuur 4.5. De kerk speelt een belang-

rijke rol in Rietmolen, net zo- als ook bij de herinrichting

van de Van Everdingenst aatr .

r Bij de SGR is voorzitter Lansink het vaste aanspreekpunt met betrekking tot de communicatie met de gemeente, bijvoorbeeld met betrekking tot het dorpsplan. In de ogen van gemeentelijk contactambtenaar Van Eck gaat het om een enthousiast persoon die gedreven is om zich sterk te maken voor de dorpsbelangen. Door zijn betrokkenheid bij veel andere dorpsvereni- gingen is hij een bekend sleutelfiguur in het dorp en heeft hij een sterkepositie in het netwe k. Mensen weten hem te vinden omdat hij ook uit de regio komt en een sterke binding met het dorp heeft. Zoals in de vorige sub-paragraaf al is vermeld heeft contactambtenaar Van Eck geen grote rol in de communicatie tussen het dorp en de gemeente. De meeste contacten lopen direct via de betrokken ambtenaren en bestuurders. Hij heeft ook geen persoonlijke bin- ding met de regio en is niet betrokken bij de kleine kernen. Voorzitter Lansink ervaart de hou- ding van de gemeente met betrekking tot het dorpsplan wel als enthousiast. De betrokken externe adviseur in deze was Mart Schouten. In het project ‘Dorpen met VISIE’ had hij een on- afhankelijke positie en had geen binding in Neede of Rietmolen. Wel werd hij erkend als een deskundige gesprekspartner en auteur van het dorpsplan. De 20 bewoners die door het be- stuur van SGR verzocht werden mee te werken aan het dorpsplan waren allen zeer betrokken en creatief. De bewoners waren echter geselecteerd door het bestuur. Vanwege de diversiteit die in deze werkgroep aanwezig was, met betrekking tot achtergrond, kennis en creativiteit, werd deze groep betrokkenen gedragen door zowel het dorp als de gemeente en werd hun positie in het netwerk waarin het dorpsplan tot stand kwam ook erkend. De betrokkenheid van de overige dorpsbewoners was, zoals eerder genoemd, beperkt. Door een aantal gesprekken met buurtbewoners kan worden geïllustreerd dat de meeste van hen zich niet geroepen voelen zo sterk hun stem te laten horen. Sommigen van hen gaven ook aan dat het uiteindelijk toch een zaak van de politiek zou zijn, ‘hoe hard het dorp ook roept’.

De beschikbaarheid van geld was een voorwaarde om het dorpsplan in Rietmolen op te stellen. Zoals in het projecten ‘Dorpen met VISIE’ gebruikelijk, stelden zowel de VKK A/L als de gemeente geld beschikbaar voor het dorpsplan. Door de gemeente werden daarbij geen voorwaarden gesteld aan het dorpsplan. De voorwaarde die duidelijk wel aanwezig was, was dat de plan- vorming volgens de methodiek van ‘Dorpen met VISIE’ zou verlopen. Met deelname aan dit project vormde de PALED-methode een duidelijk uitgangs- punt. Zowel de gemeente als SGR hebben dit als positief ervaren, volgens beide informanten. Een opvallende speler in het machtsspel vormde volgens voorzitter Lansink de parochiekerk. Hierbij ging het met name om de uitvoeringsplannen voor de herinrichting van de ‘Van Everdingenstraat’. Vanwege het feit dat de kerk eigenaar was van voor de uitvoering noodzakelijke grond, had zij een sterkere positie in de onderhandelingen.

Uiteindelijk is dat niet ten koste gegaan van de andere dorpsbelangen maar gaat in dit geval het gezegde ‘wie betaalt bepaalt’ voor een deel wel op voor de situatie in Rietmolen.

Adviseur Mart Schouten beschikte op basis van zijn ruime ervaring over veelkennis en

vaardigheden. Zowel de gemeente als SGR hebben dit als een goede basis voor het dorpsplan ervaren, maar wijzen erop dat de communicatie uiteindelijk aankomt op het contact tussen de gemeente en SGR zelf. Datzelfde geldt ook voor de kennis en vaardigheden die aanwezig waren bij de groep van 20 betrokken bewoners. Na de presentatie van het dorpsplan moeten

de gemeente en de dorpsbelangenorganisatie samen toch alleen verder. De ervaringen die de twee partijen met elkaar hebben opgedaan, zijn dan van grotere invloed op de werking van het dorpsplan. Daarbij komt het hoofdzakelijk aan op de kennis en vaardigheden van de voorzitter van SGR, de heer Lansink. Zijn ervaringen bij overige besturen van dorpsverenigingen en zijn opgedane kennis bij SGR bepalen mede zijn kennis en vaardigheden. Professioneel heeft hij geen achtergrond op het gebied van belangenbehartiging of dorpsplannen.

In het volgende overzicht worden de bovenstaande fac oren kort samengevat. Welke factoren hebben gezien uit de rol van de actoren de werking van het dorpsplan bepaald?

t

Positie in het netwerk

x Voorzitter Lansink vormde bij de dorpsbelangenorganisatie de belangrijkste actor met betrekking tot het dorpsplan. Zijn positie wordt versterkt door zijn binding met het dorp en het verenigingsleven.

x Contactambtenaar Van Eck vormt dan wel het officiële aanspreekpunt binnen de gemeente maar is voor SGR niet noodzakelijk geweest voor het contact met de gemeente. Bij de gemeente heeft Van Eck een sterke positie als sectorhoofd ‘Ruimte’, maar hij heeft vanwege zijn beperkte betrokkenheid met de kleine kern geen sterke posi- tie in het dorp.

Beschikbaarheid van geld

x Door het beschikbaar stellen van geld, door de VKK A/L, vormde de PALED-methode bij deelname aan het project ‘Dorpen met VISIE’ een voorwaarde. Door de betrokkenen is dat als positief ervaren.

x De parochiekerk heeft als grondeigenaar een belangrijke rol gespeeld in de uitvoerings- fase van een deel van het dorpsplan.

Beschikbaarheid van kennis en vaardigheden

x Extern adviseur Mart Schouten heeft een sterke positie ten aanzien van kennis en vaardig- heden en heeft een belangrijke input gehad in de planvorming ten bate van het dorpsplan. In de uiteindelijke implementatie van het dorpsplan en in de communicatie tussen de gemeente en het dorp speelt hij geen rol.

x Bij de uiteindelijke communicatie komt het voor een groot deel aan op de kennis en vaar- digheden van de voorzitter van de dorpsbelangenorganisatie. Voorzitter Lansink put zijn kennis en vaardigheden uit ervaringen bij Gemeenschap Rietmolen en uit ervaringen uit verenigingsbesturen in het dorp.