• No results found

Rode draad opdracht 2: Compostpower

Het doel van dit experiment is de schimmelgroei-remmende kracht van verschillende grond/compostsamenstellingen bepalen. We gaan daarom wortelplantjes kweken op aarde gemengd met compost. Daarna gaan we een schimmel toevoegen (Rhizoctonia solani) die maakt dat jonge kiemplantjes omvallen en doodgaan.

In compost bevinden zich (als het goede compost is) veel schimmels en bacteriën, veel bodemleven dus. Dit bodemleven kan de plant beschermen tegen ziekteverwekkers doordat het de ziekteverwekkende schimmel bijvoorbeeld opeet.

Dit experiment is van Wageningen Universiteit, de volledige proefbeschrijving kun je vinden op ►URL23 of download het van ►vaklokaal NLT,

webbijlage_8_compostpower_handleiding_leerling_1_.pdf

Puntsgewijze opzet experiment:

• Bestudeer de volledige proefbeschrijving en verdeel de verschillende bakjes over een aantal groepjes.

• Meng compost en aarde in de gewenste hoeveelheden. Denk erom dat jullie voor de controle aarde niet hele donkere nemen omdat er in zo’n grond juist al veel organische stof aanwezig is.

• Doe de aarde in verschillende bakken. Noteer met een watervaste stift in welke bak wat zit.

Bestudeer goed hoe je de worteltjes moet zaaien en ga dan pas verder. Zaai worteltjes in rijen volgens figuur 25

• Maak een schema voor het verzorgen van de planten, In dit schema staat:

o Een logboek zodat je weet wie wanneer gemeten heeft en hoe lang dat duurde.

o Een tijdschema voor het controleren en verzorgen van de planten: in het begin moet er worden opgelet of er al plantjes opkomen. Ook moet de bak vochtig worden gehouden met een plantenspuit. Later moet er steeds worden gecontroleerd hoeveel plantjes zijn omgevallen. o Waar en welke waarnemingen gaan jullie noteren, denk

aan het maken van foto’s.

o Let op dat de bakken vochtig blijven

• Laat jullie plan controleren en bespreek het met de docent. Jullie zijn samen verantwoordelijk voor het verzorgen van je planten. Als je de planten laat verdrogen is je onderzoek mislukt en heb je niets.

• Voer gedurende 5 weken (langer mag uiteraard ook) je metingen uit.

Wanneer je dit voorschrift volgt krijg je:

• drie bakjes met alleen de grond (controle)

• drie bakjes met mengsel met weinig compost

• drie bakjes met mengsel met veel compost.

• Indien je twee soorten compost gebruikt:

• drie bakjes met alleen de grond (controle)

• drie bakjes met mengsel met veel compost van soort A

• drie bakjes met mengsel met veel compost van soort B.

Wanneer je met een voldoende grote groep bent (10-15) kun je dit experiment over twee groepen verdelen en ze allebei doen.

In de bakjes worden in de lengterichting twee rijen worteltjes gezaaid met een tussenruimte van tien cm en op vijf cm van de rand van het bakje. Ze worden steeds in groepjes van ongeveer tien zaadjes gezaaid. De afstand tussen de groepjes is ongeveer twee cm. Het eerste groepje worteltjes zaai je op twee cm van de bovenkant van de bak en ongeveer een halve cm diep.

Figuur 25. Zaaien van de wortelzaadjes

De bakken moeten op een lichte plek staan, bijvoorbeeld in het raamkozijn en ze moeten regelmatig water krijgen met de plantenspuit.

Zodra de eerste plantjes opkomen wordt de schimmel er bij gedaan. We begraven een stukje Agar met schimmel (ongeveer 0,5 cm diep) tegen de voorste plantjes in de rij. (De schimmel Rhizoctonia solani is verkrijgbaar via Wageningen Universiteit profielwerkstuk vraagbaak, minstens 3 weken van tevoren aanvragen i.v.m. opkweken.) De stukjes moeten allemaal even groot zijn. Vervolgens moet je de omgeving vochtig maken (en vochtig houden). Hierdoor kan de schimmel goed groeien.

Gebruik werkblad ‘Compostpower' te downloaden van het ►vaklokaal NLT.

Na een week kan de eerste meting worden uitgevoerd. Je meet vanaf de plaats waar je de schimmel hebt geplaatst tot waar het laatste groepje plantjes is omgevallen. Meet daarna

tweemaal per week de omgevallen plantjes. Noteer de waarden overzichtelijk in een tabel De laatste meting vindt plaats als in één van de bakken de schimmel het laatste groepje plantjes heeft bereikt. In figuur 26 is een voorbeeld te zien van dit experiment.

Uit de waarnemingen kan de snelheid van de

schimmelaantasting worden bepaald in cm per dag. Door de

10 cm

5 cm 2 cm

snelheid van aantasting voor de verschillende mengsels te vergelijken kan een uitspraak worden gedaan over het ziekteremmend effect van de verschillende soorten of concentraties compost.

Figuur 26. Voorbeeld van een proef met drie verschillende compostmengsels. Linksonder staat de controle (CO1). Daarin is de schimmel duidelijk het verst gevorderd. Het compostmengsel rechtsonder is het meest ziektewerend (C71).

Afronden experiment:

Verwerk de gegevens, trek een conclusie en schrijf met elkaar een verslag in Word. Dit verslag moet het volgende bevatten (zie ook ►werkinstructie onderzoeksverslag in de NLT Toolbox):

• Inleiding met informatie over het nut van een hoger organisch koolstofgehalte van de grond en informatie over rhizoctonia solani.

• Korte beschrijving van het experiment.

• Tabellen met resultaten van het experiment met aantal cm omgevallen wortelplantjes tegen de tijd.

• Diagrammen (Excel) met aantal cm omgevallen wortelplantjes tegen de tijd.

• Beschrijving van het resultaat aan het einde van je experiment: met foto’s.

• Conclusie: vermeld hierin in welke bakken volgens jullie waarnemingen de schimmelgroei het snelst ging. Bespreek ook waarom jullie resultaten zo zijn, of ze afwijken etc.

• Logboek.

Maak een PowerPoint (met de inhoud van het Word verslag) en geef een presentatie aan de gehele groep. Gebruik hiervoor ►werkinstructie presenteren – algemeen en ►werkinstructie powerpointpresentatie in de NLT Toolbox.