Hoofdstuk 5 Analyse van de huidige situatie
5.2 Risicomanagement binnen de eigen organisatie
40
5.2 Risicomanagement binnen de eigen organisatie
Inmiddels is risicomanagement een steeds meer gehanteerd begrip binnen Defensie. Op dit moment
wordt het alleen toegepast op veiligheid van werknemers en op het gebied van compliance in de
daarvoor vasgestelde beleidsstukken. (Ministerie van Defensie, 2019) .Maar er wordt momenteel een
algemene richtlijn opgesteld voor integraal risicomanagement. (Ministerie van Defensie, 2021).
5.2.1 Risicomanagement DOSCO
DOSCO heeft als Defensieonderdeel een Risicomanager welke is geplaatst in de staf. Het
risicomanagement systeem is toegespitst op de eigen bedrijfsvoering van DOSCO. Er wordt, zoals al
eerder aangegeven, gebruik gemaakt van het risicomodel ISO 31000 (International Standards
Organisation, 2018). Deze keuze is gemaakt omdat deze norm wordt voorgeschreven door Defensie,
zowel in de vastgelegde procedures op het gebied van veiligheid gezondheid en milieu als in een nu
nog concept aanwijzing voor integraal risicomanagement (Ministerie van Defensie, 2019; Ministerie
van Defensie, 2021). Momenteel wordt er nog niet extern ge-audit, echter wordt dit na volledige
invoering binnen Defensie niet uitgesloten.
De geconstateerde risico’s worden besproken in de riskboard en jaarlijks wordt een rapportage met
daarin geconstateerde risico’s inclusief maatregelen opgesteld. De meest recente rapportage in het
Risico- en Compliance jaarplan DOSCO 2021 (RCJP DOSCO 2021) laat zien dat op het gebied van
vastgoed risico’s worden geïdentificeerd. (DOSCO, 2020). Deze risico’s (Tabel 1) staan allen
toegewezen als actie aan de directeur DVM. De gebruikte normering en risicoscores staan
opgenomen in bijlage 2. Om eenduidigheid te blijven hanteren zal in de verdere weging van risico’s
binnen dit onderzoek dezelfde normering worden aangehouden.
Deelrisico Oorzaak Gevolg Risicoscore
Deelrisico 1:
Informatievoorziening
Vastgoed. Onvoldoende
inzicht in de stand van
beheer en onderhoud van
de vastgoedportefeuille
• Kwaliteit van de
informatie is
onvoldoende.
• Niet alle gewenste
gegevens zijn
beschikbaar (bijv.
bezettingsgegevens)
.
Geen adequate invulling
van vastgoedprocessen,
waardoor geen juiste
keuzes gemaakt kunnen
worden
(vastgoedmanagement).
Groot effect en
grote
41
Deelrisico 2: Onderhoud
van gebouwen en
installaties: Degradatie van
gebouwen en installaties
• Kwaliteit van de
informatie is
onvoldoende.
• Niet alle gewenste
gegevens zijn
beschikbaar (bijv.
bezettingsgegevens).
Geen adequate invulling
van vastgoedprocessen,
waardoor geen juiste
keuzes gemaakt kunnen
worden
(vastgoedmanagement).
Groot effect en
grote
waarschijnlijkheid
Deelrisico 3:
Vastgoedkeuringen:
Wettelijke keuringen van
installaties zijn niet op orde
en beschikbare informatie
rondom status keuringen is
onvoldoende.
• Capaciteitsgebrek
RVB.
• Gebrek aan
toegangsverlening
en begeleiding op
objecten.
Onveilige installaties
met mogelijke sancties
vanuit bevoegd gezag.
Aanzienlijk effect
en grote
waarschijnlijkheid
TABEL 1:RISICO'S OP HET GEBIED VAN VASTGOED DEFENSIE,(BRON:RISICO- EN COMPLIANCE
JAARPLAN DOSCO2021)
In hetzelfde document worden de voorgestelde mitigerende maatregelen benoemd inclusief de
actiehouder. Voor deze 3 deelrisico’s is dat de directeur DVM. Respectievelijk worden de volgende
mitigerende maatregelen benoemd:
1. De invoering van een nieuwe applicatie bij het RVB, wat nog enkele jaren in beslag neemt en
binnen Defensie beter inzichtelijk maken wat de belegging en gebruik is van het diverse
vastgoed door middel van structurele metingen van het vastgoedgebruik en borging van die
informatie;
2. Invulling geven aan het strategisch vastgoedplan 2020, ophoging van het onderhoudsbudget
en het thema gericht aanpakken van probleemgebieden zoals keukens en legering;
3. Opdracht geven aan het RVB om haar processen beter in te regelen, communicatie met de
DO en om keurende instanties beter te begeleiden en aanpassing van de
keuringsrapportages en applicatie
De voorgestelde mitigerende maatregelen zijn opvallend. Diverse zaken liggen niet binnen het
beslissingsdomein van de actiehouder. Directeur DVM heeft geen rechtstreekse zeggenschap over
applicaties en processen van het RVB. Hij kan, door de verplichte afname van diensten bij het RVB,
hooguit een stevig gesprek aangaan. Hierdoor wordt de uitvoering van de maatregelen voor deelrisico
1 en 3 al moeilijk uit te voeren. Hetzelfde geldt voor het onderhoudsbudget en de financiële middelen
voor het strategisch vastgoedplan 2020 (Defensie, 2019). Hierbij is de Directeur DVM afhankelijk van
42
het hogere niveau. Blijft alleen als uitvoerbaar over de structurele metingen van het vastgoedgebruik,
het thematisch aanpakken van probleemgebieden en aanpassing van de keuringsrapportages.
5.2.2 Vastgoed georiënteerd risicomanagement Defensie
Op het gebied van vastgoed komt risicomanagement op twee onderdelen duidelijk naar voren. Bij
beide gevallen valt op dat het incidentele toepassingen zijn, specifiek voor een bepaald project dan
wel proces. Dit is dan ook een opmerking van de algemene rekenkamer de laatste jaren. In de
doorlichting van Defensie gaf men aan dat er onvoldoende aandacht is voor risicomanagement
(Algemene Rekenkamer, 2019)
De projecten waar momenteel wel duidelijk risicomanagement bij vastgoed wordt toegepast is ten
eerste het strategisch vastgoedplan (Defensie, 2019). Hier is een overduidelijke risicomanagement
component opgenomen. Aangezien dit een langdurige planning is met grote hoeveelheden
overheidsgeld is per project een moment van afweging ingebouwd, dit wordt ook bevestigd in het
interview met het sectiehoofd Specialties van het RVB (Bijlage 6).
Ten tweede wordt op dit moment een onderhoudssystematiek- en normering kwaliteit Vastgoed
gehanteerd, binnen het RVB en DVM ook wel gebrekenzeef genoemd. Dit is een afwegingsystematiek
waarbij op basis van de waarde en het gebruik van een locatie wordt bepaald of gemelde
tekortkomingen direct worden opgepakt dan wel worden uitgesteld en meegenomen met het reguliere
onderhoud. (DVM, 2018) Deze wordt ook in diverse interviews genoemd. (Bijlage 3, 4 en 5)
De gebrekenzeef is een onderhoudssystematiek op basis van de NEN 2767 die bij Defensie is
opgesteld. (DVM, 2018) De systematiek draait om het vinden van de juiste acceptatiegraad op basis
van een afweging van kosten en risico. Daarmee wordt gestuurd op de aspecten die zowel voor de
klant (gebruiker) als voor de eigenaar (Defensie) van belang zijn. Hiervoor zijn alle gebouwen van
Defensie voorzien van een kwaliteitslabel. Er is gekozen voor vijf verschillende labels om de gehele
portefeuille te kunnen classificeren:
• MINIMAAL: Sloop van het gebouw is binnen 2 jaar voorzien;
• SOBER: functie van het gebouw valt binnen "werken vuil" zoals (munitie)bunkers, magazijnen
en (voertuig)werkplaatsen;
• BASIS: functie van het gebouw valt binnen "werken schoon" zoals kantoren, legering- en
lesgebouwen;
• PLUS REPRESENTATIEF: gebouw heeft een belangrijke representatieve functie voor de
organisatie;
• PLUS OPERATIONEEL: gebouwen zijn van essentieel belang voor de operationele
inzetbaarheid van Defensie.
43
Op basis van die labels wordt op de verschillende aspecten de ondergrens van een aspect vastgelegd
en of op basis van een melding direct actie moet worden ondernomen. Een voorbeeld is verslechterd
schilderwerk aan een kozijn, bij een werkplaats wordt dit wel geregistreerd zodat bij het volgende
geplande onderhoud actie kan worden ondernomen maar dit wordt dus niet direct opgepakt. Betreft
het een plus representatief gebouw, zoals een monument dan wordt er direct actie op ondernomen.
De classificatie kan op onderdelen verschillend zijn. Dat een airco in een monument met kantoren
uitvalt is jammer maar heeft even geen prioriteit, maar gebeurt dit in een verkeersleiderstoren wordt er
direct ingegrepen. Op deze wijze probeert Defensie de onderhoudskosten te beheersen en het geld
en de capaciteit daar in te zetten waar op basis van de functie van het gebouw het de meeste
toegevoegde waarde heeft. In principe zou kunnen worden gesteld dat deze classificatie een
operationeel risico behandeld. De classificatie is bepaald aan de hand van de benodigde minimale
eisen om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren.
FIGUUR 17: SCHEMATISCHE WEERGAVE GEBREKENZEEF DEFENSIE, EIGEN ILLUSTRATIE
De gebrekenzeef sluit aan bij het handboek BOEI-inspecties (RVB, 2018) wat wordt gehanteerd door
het RVB. Dat handboek beschrijft op welke wijze het RVB zijn conditiemetingen uitvoert voor de klant
en voor de eigen gebouwen. Ook dat handboek is gebaseerd op de NEN 2767 alleen dan op de oude
versie uit 2013. Wat bij de BOEI-inspecties anders wordt uitgevoerd is een integrale benadering van
de locaties. Conditiemetingen worden uitgevoerd niet alleen voor de staat van het vastgoed conform
NEN 2767 maar ook andere beheerszaken zoals brandveiligheid en milieuvergunningen worden
meegenomen.
44
In document
Missie Vastgoed : Risico's in de vastgoedketen van Defensie
(pagina 41-45)