• No results found

HOOFDSTUK 3. RECHTSVERGELIJKEND DEEL

2. M INIMUMDREMPELS EN BELEMMERINGEN

2.1 België

2.1.3 Risico’s en toegang

2.1.3.1 Arbeidsongevallen

108. FORMELE TOEGANG – Er is geen arbeidsongevallenverzekering voor zelfstandigen.170 Toch impliceert dit niet dat zelfstandigen volledig zonder bescherming vallen wanneer zij getroffen worden door een arbeidsongeval. Zij kunnen namelijk terugvallen op de ziekte- en invaliditeitsregeling (zie infra).171

109. EFFECTIEVE TOEGANG – Aangezien zelfstandigen geen formele toegang genieten tot een specifieke arbeidsongevallenverzekering, is er ook geen sprake van effectieve toegang. Zij hebben natuurlijk wel steeds de mogelijkheid om op eigen initiatief aan te sluiten bij een privéverzekering die dit risico dekt.

165 W. VAN EECKHOUTTE, Handboek Belgisch Socialezekerheidsrecht, Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, 160.

166 Artikel 14, §1 Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, BS 25 juli 1969.

167 J. VAN LANGENDONCK, Y. STEVENS, F. LOUCKX en Y. JORENS, Handboek socialezekerheidsrecht (tiende editie), Antwerpen, Intersentia, 2020, 215.

168 F. DE WISPELAERE en J. PACOLET, ESPN Thematic Report on Access to social protection of people working as self-employed or on non-standard contracts: Belgium, European Commission, Brussel, 2017, 10.

169 F. DE WISPELAERE en J. PACOLET, ESPN Thematic Report on Access to social protection of people working as self-employed or on non-standard contracts: Belgium, European Commission, Brussel, 2017, 10.

170 F. DE WISPELAERE en J. PACOLET, ESPN Thematic Report on Access to social protection of people working as self-employed or on non-standard contracts: Belgium, European Commission, Brussel, 2017, 14.

171 J. VAN LANGENDONCK, A. VAN REGENMORTEL en Y. STEVENS, Handboek socialezekerheidsrecht 9e ed., Antwerpen, Intersentia, 2015, 259.

31 2.1.3.2 Ouderdom

110. FORMELE TOEGANG Op vlak van formele toegang tot het pensioenstelsel ondervinden zelfstandigen geen problemen.172 Zij moeten zich verplicht aansluiten van zodra zij onderworpen zijn aan de bijdrageregeling van het Sociaal Statuut der Zelfstandigen.173

111. EFFECTIEVE TOEGANG Bij het bereiken van de pensioenleeftijd van 65 jaar (gelijkgetrokken met de pensioenleeftijd van werknemers174) heeft de zelfstandige recht op een rustpensioen als hij stopt met het uitoefenen van zijn professionele activiteit. Als de leeftijd van 65 jaar wordt bereikt, zijn er geen verdere specifieke vereisten met betrekking tot aantal gepresteerde uren.175 De minimum pensioenleeftijd bij zelfstandigen ligt op 62 jaar als aangetoond kan worden dat de zelfstandige reeds 40 jaar professioneel actief was.176 Dit wordt aangetoond door bijdragestortingen.177

112. Het minimumpensioen en de lengte van het pensioen lopen gelijk tussen het werknemers- en zelfstandigenstelsel.178 Toch zijn de uitkeringen voor zelfstandigen doorgaans substantieel lager dan die van werknemers omwille van de berekeningsbasis.179 Bij het berekenen van de prestaties voor zelfstandigen wordt namelijk een zogenaamde correctiecoëfficiënt gehanteerd.180 Deze (vaste) coëfficiënt werd ingesteld ter neutralisering van de afwezigheid van een werkgeversbijdrage bij de berekening van het zelfstandigenpensioen.181 Bij de toepassing van de coëfficiënt, wordt het arbeidsinkomen waarmee rekening gehouden wordt naar beneden getrokken. De coëfficiënt werd sinds 2003 niet meer aangepast. Daardoor zijn prestaties die zelfstandigen genieten lager dan die waarop zij recht zouden hebben op basis van het volledige

172 F. DE WISPELAERE en J. PACOLET, ESPN Thematic Report on Access to social protection of people working as self-employed or on non-standard contracts: Belgium, European Commission, Brussel, 2017, 12-13.

173 Art. 1 KB nr 72 van 10 november 1967, BS 14 november 1967.

174 J. VAN LANGENDONCK, A. VAN REGENMORTEL en Y. STEVENS, Handboek socialezekerheidsrecht 9e ed., Antwerpen, Intersentia, 2015, 623.

175 MISSOC, Social protection for the self-employed – Belgium, 2019, 14.

176 F. DE WISPELAERE en J. PACOLET, ESPN Thematic Report on Access to social protection of people working as self-employed or on non-standard contracts: Belgium, European Commission, Brussel, 2017, 12.

177 J. VAN LANGENDONCK, A. VAN REGENMORTEL en Y. STEVENS, Handboek socialezekerheidsrecht 9e ed., Antwerpen, Intersentia, 2015, 627.

178 F. DE WISPELAERE en J. PACOLET, ESPN Thematic Report on Access to social protection of people working as self-employed or on non-standard contracts: Belgium, European Commission, Brussel, 2017, 19.

179 MISSOC, Social protection for the self-employed – Belgium, 2019, 14.

180 Art. 9 §2, 3°, §3, 3° en §4 KB 30 januari 1997, BS 6 maart 1997.

181 K. BOUDT en G. VAN LIMBERGHEN, “Een puntensysteem voor de Belgische pensioenregeling van de zelfstandigen: met welk inkomen rekenen?”, TSR 2018, nr. 2, 299.

32

inkomen dat zij gedurende hun beroepsactieve periode verwierven.182 In vele gevallen moet het pensioen zelfs opgetrokken worden om het niveau van het minimumpensioen te bereiken.183 113. Het Algemeen Beheerscomité heeft een advies uitgebracht over het huidige pensioenstelsel van

de zelfstandigen. Zij adviseren een afschaffing of minstens een actualisering van de correctiecoëfficiënt opdat het pensioen van een zelfstandige opnieuw op een evenredige manier berekend kan worden.184

114. AANVULLEND PENSIOEN – Omwille van het feit dat de pensioenen voor zelfstandigen vaak lager liggen dan voor werknemers, mag het belang van een aanvullend pensioen niet onderschat worden.185 Zelfstandigen hebben de mogelijkheid zich aan te melden voor een vrijwillig aanvullend pensioen.186Dit is populair. Ongeveer 46% van de zelfstandigen kiest hiervoor.187 Het aantal zelfstandigen dat kiest voor een aanvullend pensioen, gaat overigens in stijgende lijn.188 2.1.3.3 Werkloosheid

115. FORMELE TOEGANG Zelfstandigen hebben in principe geen formele toegang tot de werkloosheidsverzekering.189 Er is een kleine uitzondering voor zelfstandigen die voorheen als werknemer actief waren. Personen die vroeger in loondienst werkten en daarna zelfstandige werden, kunnen onder bepaalde voorwaarden toch aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering.190 Dit is het zogenaamde recht op terugkeer.191 Het recht op terugkeer vervalt na 15 jaar zelfstandige arbeid.192 De uitkering wordt vanzelfsprekend berekend op het loon dat zij verdienden als werknemer.193

182 Algemeen Beheerscomité Comité Général de Gestion (ABCGG), Advies 2019/07, De correctiecoëfficiënt in het pensioenstelsel voor zelfstandigen, Brussel, 2019, 3-4 en 15.

183 Algemeen Beheerscomité Comité Général de Gestion (ABCGG), Aandachtspunten voor de komende legislatuur, 2019, 8.

184 Algemeen Beheerscomité Comité Général de Gestion (ABCGG), Advies 2019/07, De correctiecoëfficiënt in het pensioenstelsel voor zelfstandigen, Brussel, 2019, 7.

185 F. DE WISPELAERE en J. PACOLET, ESPN Thematic Report on Access to social protection of people working as self-employed or on non-standard contracts: Belgium, European Commission, Brussel, 2017, 19.

186 Art. 52bis KB nr. 72 van 10 november 1967, BS 14 november 1967.

187 F. DE WISPELAERE en J. PACOLET, ESPN Thematic Report on Access to social protection of people working as self-employed or on non-standard contracts: Belgium, European Commission, Brussel, 2017, 4.

188 F. DE WISPELAERE en J. PACOLET, ESPN Thematic Report on Access to social protection of people working as self-employed or on non-standard contracts: Belgium, European Commission, Brussel, 2017, 20.

189 MISSOC, Social protection for the self-employed – Belgium, 2019, 21.

190 https://www.rva.be/nl/documentatie/infoblad/t87#h2_5, geconsulteerd op 22/11/2019.

191 MISSOC, Comparative tables – Belgium, 2019.

192 https://www.rva.be/nl/documentatie/infoblad/t87#h2_5, geconsulteerd op 22/11/2019.

193 https://www.rva.be/nl/documentatie/infoblad/t87#h2_5, geconsulteerd op 22/11/2019.

33

116. OVERBRUGGINGSRECHT – De gebrekkige bescherming voor werkloosheid is problematisch. Om daar enigszins aan tegemoet te komen en toch een bepaalde vorm van bescherming in te bouwen, werd het zogenaamde ‘overbruggingsrecht’ ingesteld.194

117. Indien zelfstandigen te maken krijgen met faillissement (pijler 1)195, collectieve schuldenregeling (pijler 2)196, gedwongen stopzetting of onderbreking (pijler 3)197 of economische moeilijkheden (pijler 4)198, kan een zelfstandige – bij het vervuld zijn van bepaalde voorwaarden – terugvallen op het overbruggingsrecht.199 Het overbruggingsrecht krijgt een aparte invulling naargelang de reden waarom het recht geopend kan worden. In ieder geval heeft de zelfstandige gedurende maximum 12 maanden recht op een tijdelijk vervangingsinkomen.200 Daarnaast behoudt hij gedurende 4 kwartalen zijn rechten op geneeskundige verzorging en verzekering tegen ziekte.201 118. EFFECTIEVE TOEGANG Zelfstandigen hebben in principe geen formele toegang tot het schema

van werkloosheid. Dat wil zeggen dat zij ook geen effectieve toegang genieten.

119. OVERBRUGGINGSRECHT – Hoewel het overbruggingsrecht stricto sensu geen werkloosheidsuitkering is, kan de effectieve toegang hiervoor wel nagegaan worden. Om aanspraak te kunnen maken op dit recht zijn strikte voorwaarden van toepassing. Voor alle pijlers geldt dat de zelfstandige 4 kwartalen gedurende een periode van 16 kwartalen voor het voorval verzekerd was.202 De stopzetting van de activiteit moet ten minste 1 maand duren203 en

194 M. DE JONCKHEERE en G. DEBERSAQUES, Inleiding tot het recht, Brugge, Die Keure, 2019, 97.

195 https://www.rsvz.be/nl/faq/ik-ben-failliet-wat-nu, geconsulteerd op 22/11/2019.

196 Algemeen Beheerscomité Comité Général de Gestion (ABCGG), Advies 2019/03 uitgebracht op vraag van minister van Zelfstandigen, Overbruggingsrecht: uitbreiding van het toepassingsgebied, Brussel, 2019, 2.

197 https://www.rsvz.be/nl/faq/ik-moet-mijn-zaak-gedwongen-onderbreken-stopzetten-wat-nu, geconsulteerd op 22/11/2019; Algemeen Beheerscomité Comité Général de Gestion (ABCGG), Advies 2019/03 uitgebracht op vraag van minister van Zelfstandigen, Overbruggingsrecht: uitbreiding van het toepassingsgebied, Brussel, 2019, 2.

198 https://www.rsvz.be/nl/faq/ik-zet-mijn-zaak-stop-door-economische-moeilijkheden-wat-nu, geconsulteerd op 22/11/2019; Algemeen Beheerscomité Comité Général de Gestion (ABCGG), Advies 2019/03 uitgebracht op vraag van minister van Zelfstandigen, Overbruggingsrecht: uitbreiding van het toepassingsgebied, Brussel, 2019, 2.

199 F. DE WISPELAERE en J. PACOLET, ESPN Thematic Report on Access to social protection of people working as self-employed or on non-standard contracts: Belgium, European Commission, Brussel, 2017, 13.

200 Art. 7 en 9 Overbruggingsrechtbesluit Zelfstandigen; W. VAN EECKHOUTTE, Handboek Belgisch Socialezekerheidsrecht, Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, 133; Art. 6, §3, 1° Wet tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en het koninklijk besluit van 8 januari 2017 tot uitvoering van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen, BS 28 juni 2019.

201 https://www.rsvz.be/nl/faq/ik-ben-failliet-wat-nu, geconsulteerd op 22/11/2019.

202 Art. 5 Wet 2 mei 2019 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en het koninklijk besluit van 8 januari 2017 tot uitvoering van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen, BS 28 juni 2019.

203 Artikel 5, §1, 4° juncto artikel 7 §1 Wet 2 mei 2019 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en het koninklijk besluit van 8 januari 2017 tot uitvoering van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen, BS 28 juni 2019.

34

zelfstandigen mogen geen ander recht op een vervangingsinkomen kunnen doen gelden op hetzelfde moment.204 Daarenboven worden perioden waarin beroep gedaan wordt op het overbruggingsrecht niet meegeteld bij het berekenen van pensioenrechten.205 De effectieve uitkering van het overbruggingsrecht gebeurt maandelijks en stemt overeen met het bedrag van een minimumpensioen.206 Het overbruggingsrecht is beperkt tot maximum 12 maanden gedurende de hele loopbaan.207 Wanneer een zelfstandige kan aantonen dat hij voor meer dan 15 jaar bijdragen betaalde, kan het overbruggingsrecht worden opgetrokken tot maximum 24 maanden.208

120. Twee pijlers van het overbruggingsrecht verdienen extra aandacht. Veel zelfstandigen werden door de COVID-19-crisis gedwongen hun activiteit stop te zetten of hun zaak te sluiten. Dit valt onder de 3e pijler (gedwongen stopzetting of onderbreking). Om de gevolgen van die verplichte stopzetting te compenseren, werd het overbruggingsrecht tijdelijk versoepeld.209 Als de zelfstandige verplicht moet sluiten omwille van maatregelen in verband met COVID-19, is er niet langer een minimumperiode vereist alvorens aanspraak gemaakt kan worden op een uitkering.210 Vanaf de eerste dag van de sluiting kan de zelfstandige een uitkering genieten. Daarnaast wordt ook een cumul met een vervangingsinkomen toegelaten. In bepaalde gevallen is de cumul beperkt tot 1.614,10 euro per maand.211 Tot slot worden eerdere perioden waarin het overbruggingsrecht verkregen werd, niet in rekening gebracht. Het overbruggingsrecht wordt daarenboven niet meegeteld bij de maximumperiode van 12 maanden waarin zelfstandigen een overbruggingsrecht kunnen genieten.212

204 W. VAN EECKHOUTTE, Handboek Belgisch Socialezekerheidsrecht, Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, 382.; Art.

5, 5° Wet 22 december 2016 houdende de invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.

205 Algemeen beheerscomité Comité Général de Gestion (ABCGG), Aandachtspunten voor de komende legislatuur (1 juli 2019), 2019, 14.

206 Algemeen Beheers Comité Comité Général de Gestion (ABCGG), Advies 2019/03 uitgebracht op vraag van minister van Zelfstandigen, Overbruggingsrecht: uitbreiding van het toepassingsgebied, Brussel, 2019, 2.

207 Artikel 6 Wet 2 mei 2019 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en het koninklijk besluit van 8 januari 2017 tot uitvoering van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen, BS 28 juni 2019.

208 Artikel 7, §3, derde lid Wet 2 mei 2019 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en het koninklijk besluit van 8 januari 2017 tot uitvoering van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen, BS 28 juni 2019.

209 Wet 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen, BS 24 maart 2020.

210 Vlaamse Overheid agentschap innoveren & ondernemen, Overbruggingsrecht voor zelfstandigen (coronavirus), 2020, 1.

211 O.a. voor zelfstandigen in bijberoep; Vlaamse Overheid agentschap innoveren & ondernemen, Overbruggingsrecht voor zelfstandigen (coronavirus), 2020, 2.

212 Artikel 5, §1-§2 Wet 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen, BS 24 maart 2020.

35

121. Ook de 4e pijler (economische moeilijkheden) verdient extra aandacht. Experten benadrukten reeds dat het – bij het tegengaan van het risico op in-work poverty – bevorderlijk zou kunnen zijn het overbruggingsrecht uit te breiden naar periodes van moeilijkheden vóór de zelfstandige volledig failliet is gegaan of zijn activiteit moet stopzetten.213 Door de 4e pijler wordt daar deels in voorzien. Toch vallen nog vele zelfstandigen uit de boot met betrekking tot deze 4e pijler omwille van transparantieproblemen en het feit dat bij de 4e pijler een maximuminkomensgrens van 13.847,38 euro wordt gehanteerd. 214 Zelfstandigen wiens inkomen boven 13.847,38 euro ligt, kunnen geen aanspraak maken op het overbruggingsrecht voor de 4e pijler.215 Het Algemeen Beheerscomité voor zelfstandigen adviseerde in 2019 om dit maximumbedrag verdubbelen. Zo zou elke zelfstandige die in economische moeilijkheden terechtkomt, aanspraak kunnen maken op een overbruggingsrecht wanneer het jaarlijks inkomen onder 27.694,76 euro ligt. 216

122. Het overbruggingsrecht is een goed voorbeeld van een correctiemechanisme dat tegemoetkomt aan een belemmerde toegang tot de sociale zekerheid. Toch kan dit recht geoptimaliseerd worden.

De tijdelijke versoepelingen ingevoerd omwille van de COVID-19-crisis, bieden perspectief om na te denken over een blijvende versoepeling.

2.1.3.4 Ziekte

123. FORMELE TOEGANG Zelfstandigen vallen volledig binnen het formele toepassingsgebied van de ziekteverzekering217 en zijn verplicht gedekt voor dit risico.218 Zij ondervinden geen problemen met betrekking tot formele toegang. Sinds 2008 worden zelfstandigen gedekt door hetzelfde stelsel als dat van werknemers.219

124. EFFECTIEVE TOEGANG Hoewel de formele toegang tot de ziekteverzekering gelijk is getrokken, zijn er nog steeds een aantal verschillen op vlak van effectieve toegang.220

213 F. DE WISPELAERE en J. PACOLET, ESPN Thematic Report on Access to social protection of people working as self-employed or on non-standard contracts: Belgium, European Commission, Brussel, 2017, 21.

214 Algemeen Beheerscomité Comité Général de Gestion (ABCGG), Advies 2019/03 uitgebracht op vraag van minister van Zelfstandigen, Overbruggingsrecht: uitbreiding van het toepassingsgebied, Brussel, 2019, 7.

215 Algemeen Beheerscomité Comité Général de Gestion (ABCGG), Advies 2019/03 uitgebracht op vraag van minister van Zelfstandigen, Overbruggingsrecht: uitbreiding van het toepassingsgebied, Brussel, 2019, 7.

216 Algemeen Beheerscomité Comité Général de Gestion (ABCGG), Advies 2019/03 uitgebracht op vraag van minister van Zelfstandigen, Overbruggingsrecht: uitbreiding van het toepassingsgebied, Brussel, 2019, 4

217 Artikel 32 Ziektewet.

218 MISSOC, Social protection for the self-employed – Belgium, 2019, 7.

219 D. HEYLEN en I; VERREYT, Sociaal recht in essentie (zesde editie), Antwerpen, Intersentia, 2018, 473.

220 W. VAN EECKHOUTTE, Handboek Belgisch Socialezekerheidsrecht, Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, 241.

36

125. HERVORMING – In 2019 werd aan een belangrijk verschil reeds tegemoet gekomen. Voorheen werd de toegang voor zelfstandigen belemmerd door een wachtperiode van 30 dagen.221 Vanaf 1 januari 2019 werd deze periode aanzienlijk ingekort. Als de ziekte langer dan 7 dagen duurt, kan de zelfstandige retroactief aanspraak maken op een ziekte-uitkering vanaf de eerste dag.222 126. Zelfstandigen genieten dus nog niet meteen dekking voor korte periodes van ongeschiktheid. Een

periode van ziekte van minder dan 7 dagen geeft geen recht op prestaties.223 Om retroactief prestaties te kunnen genieten voor ziekte die langer dan 7 dagen duurt, moeten een aantal voorwaarden vervuld zijn. Zo moet de zelfstandige onder andere minimum 30 dagen bij een ziekenfonds zijn aangesloten.224 Verder is een professionele activiteit van minstens 6 maanden vereist.

127. De uitkering neemt de vorm aan van een forfaitair dagbedrag.225 Het dagbedrag ligt beduidend lager dan de uitkering die werknemers genieten.226 Dit komt doordat de uitkeringen waarop zelfstandigen recht hebben, hetzelfde zijn als het minimumbedrag dat aan gewone werknemers betaald wordt na 6 maanden van ziekte.227 Bij werknemers wordt een eerste periode van ziekte overigens gewaarborgd door de werkgever.228 In een latere periode neemt de verzekering een percentage van het loon aan.229

128. De ziekteverzekering heeft in principe een maximale duurtijd van 1 jaar, waarna de zelfstandige invaliditeit kan laten vaststellen.230 Ook bij werknemers is dit het geval. De uitkeringen bij

221 B. DE MICHELI, F. FIGARI, F. IUDICONE, A. LOMBARDI, M. MATSAGANIS, M. RAITONO en P. VESAN, Acces to social protection for all forms of employment, assessing the options for a possible EU initiative, Fondazione G.

Brodolini, European Commission, Brussel, 2018, 36.

222https://www.liantis.be/nl/zelfstandig-worden/sociale-bijdragen/rechten/arbeidsongeschiktheid, geconsulteerd op 21/11/2019.

223 Artikel 7 Arbeidsongeschiktheidsbesluit Zelfstandigen

224 J. VAN LANGENDONCK, A. VAN REGENMORTEL en Y.STEVENS, Handboek sociale zekerheidsrecht 9e editie, Antwerpen, Intersentia, 2015, 606.

225 W. VAN EECKHOUTTE, Handboek Belgisch Socialezekerheidsrecht, Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, 242.

226 B. DE MICHELI, F. FIGARI, F. IUDICONE, A. LOMBARDI, M. MATSAGANIS, M. RAITONO en P. VESAN, Acces to social protection for all forms of employment, assessing the options for a possible EU initiative, Fondazione G.

Brodolini, European Commission, Brussel, 2018, 36.

227 S. SPASOVA, D., BOUGET, D., GHAILANI en B., VANHERCKE, Access to social protection for people working on non-standard contracts and as self-employed in Europe. A study of national policies, European Social Policy Network (ESPN), European Commission, Brussel, 2017, 54.

228 J. VAN LANGENDONCK, Y. STEVENS, F. LOUCKX en Y. JORENS, Handboek socialezekerheidsrecht (tiende editie), Antwerpen, Intersentia, 2020, 447.

229 Artikel 87 Wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 (Ziekteverzekeringswet), BS 27 augustus 1994.

230 W. VAN EECKHOUTTE, Handboek Belgisch Socialezekerheidsrecht, Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, 242-243.

37

invaliditeit zijn gunstiger voor zelfstandigen en liggen dichter bij de uitkeringen die werknemers genieten.231