Wilt u nog even nakijken of u alle vragen heeft ingevuld.
Situatie 3. U rijdt met uw vrachtauto op de autosnelweg in een colonne van
vrachtauto’s. Dat komt door het inhaalverbod.
.ja wisselend nee 1. U vindt het een vervelende situatie 1a 2a 3a
2. U vindt het een relaxte situatie 1a 2a 3a
3. U hoeft minder op te letten 1a 2a 3a
4. U voelt zich door het inhaalverbod in uw vrijheid aangetast 1a 2a 3a
5. U heeft het gevoel dat u tijd verliest 1a 2a 3a
6. U heeft het gevoel dat u niet lekker in eigen tempo kunt rijden. 1a 2a 3a
7. U heeft het gevoel dat u lekker rond kunt kijken 1a 2a 3a
8. Colonne rijden geeft u een ontspannen gevoel 1a 2a 3a
9. U heeft een machteloos gevoel 1a 2a 3a
10. U vindt het een gevaarlijke situatie 1a 2a 3a
11. U heeft het gevoel dat u niet met respect behandeld wordt 1a 2a 3a
12. U begint zich te ergeren aan de situatie 1a 2a 3a
13. U begint boos te worden 1a 2a 3a
14. U heeft zin om een invoegende luxe wagen er niet tussen te laten, maar u doet het wel
1a 2a 3a
15. U gaat dicht op uw voorganger rijden 1a 2a 3a
16. U heeft de neiging te gaan inhalen, maar doet het niet 1a 2a 3a
17. U gaat toch proberen in te halen 1a 2a 3a
18. Als het inhaalverbod afgelopen is, gaat u sneller rijden om de schade in te halen
1a 2a 3a
19. In stilte vervloekt u het inhaalverbod 1a 2a 3a
20. De situatie laat u onverschillig 1a 2a 3a
21. U heeft spijt dat u het inhaalverbod niet heeft kunnen vermijden 1a 2a 3a
22. U bent opgelucht als het inhaalverbod is afgelopen 1a 2a 3a
23. U heeft geen zin zich druk te maken over deze situatie 1a 2a 3a
III. Stellingen
Onderstaande uitspraken gaan over de rol van gevoelens bij het vrachtauto rijden. Kunt u met een kruisje aangeven in hoeverre u het eens of oneens bent met deze uitspraken? Denk niet te lang na, en geef de eerste reactie die bij u opkomt.
volledig mee eens deels mee eens noch eens, noch oneens deels mee oneens volledig mee oneens 1.Ik geniet van vrachtauto rijden 1a 2a 3a 4a 5a
2. Voordat ik ga rijden ben ik meestal in goede stemming
1a 2a 3a 4a 5a
3. Voordat ik ga rijden voel ik me meestal kalm en ontspannen
1a 2a 3a 4a 5a
4. Voordat ik ga rijden voel ik me wel eens gejaagd
1a 2a 3a 4a 5a
5. Voordat ik ga rijden voel ik me nooit moe 1a 2a 3a 4a 5a
6. Voordat ik ga rijden ben ik meestal fris en fit
1a 2a 3a 4a 5a
7. Voordat ik ga rijden voel ik me soms geërgerd
1a 2a 3a 4a 5a
8. Tijdens het rijden ben ik meestal in een goede stemming
1a 2a 3a 4a 5a
9. Tijdens het rijden voel ik me meestal kalm en ontspannen
1a 2a 3a 4a 5a
10. Tijdens het rijden voel ik me wel eens gejaagd
1a 2a 3a 4a 5a
11. Tijdens het rijden voel ik me nooit moe 1a 2a 3a 4a 5a
12. Tijdens de rit ben ik meestal fris en fit 1a 2a 3a 4a 5a
13. Tijdens het rijden voel ik me soms geërgerd
1a 2a 3a 4a 5a
14. Tijdens het rijden voel ik me altijd 100% veilig
1a 2a 3a 4a 5a
15. Ik ben er trots op dat ik veilig hard kan rijden
1a 2a 3a 4a 5a
16. Ik ben er trots op dat ik me niet door anderen laat opjagen om harder te rijden
1a 2a 3a 4a 5a
17. Ik geniet van hard rijden 1a 2a 3a 4a 5a
18. Als ik iemand die langzaam rijdt niet voorbij kan, erger ik mij
volledig mee eens deels mee eens noch eens, noch oneens deels mee oneens volledig mee oneens 19. Als ik iemand die langzaam rijdt niet
voorbij kan, ga ik toeteren of met mijn lichten knipperen om hem opzij te laten gaan
1a 2a 3a 4a 5a
20. Als ik iemand die langzaam rijdt niet voorbij kan, ga ik dicht op hem rijden om hem opzij te laten gaan
1a 2a 3a 4a 5a
21. Als ik met opzet een overtreding bega, voel ik achteraf wel spijt
1a 2a 3a 4a 5a
22. Als ik iemand benadeel in het verkeer, voel ik me achteraf wel schuldig
1a 2a 3a 4a 5a
23. Als ik me gejaagd voel, ga ik wel eens harder rijden
1a 2a 3a 4a 5a
24. Als ik me geërgerd voel, ga ik wel eens harder rijden
1a 2a 3a 4a 5a
25. Als ik me moe voel, ga ik wel eens harder rijden
1a 2a 3a 4a 5a
26. Als ik boos word, moet ik mijn best doen om niet agressief te reageren
1a 2a 3a 4a 5a
27. Als ik boos word, moet ik mijn best doen om niet te gaan toeteren of met mijn lichten te knipperen
1a 2a 3a 4a 5a
28. Planners hebben weinig begrip van mijn werk
1a 2a 3a 4a 5a
29. Ik geniet vooral van mijn vrijheid 1a 2a 3a 4a 5a
30. Ik ontmoet in mijn werk vooral prettige mensen
1a 2a 3a 4a 5a
31. De meeste mensen hebben weinig begrip van mijn werk
1a 2a 3a 4a 5a
De volgende stellingen hebben betrekking op de wisselende inhaalverboden op autosnelwegen
32. Door de inhaalverboden op autosnelwegen word ik vaker gehinderd door luxe wagens
1a 2a 3a 4a 5a
33. Deze inhaalverboden maken het rijden ontspannender
1a 2a 3a 4a 5a
34. Deze inhaalverboden dragen bij mij bij aan een geërgerde stemming
1a 2a 3a 4a 5a
35. Zoals ik rijd bij die inhaalverboden irriteer ik andere weggebruikers
volledig mee eens deels mee eens noch eens, noch oneens deels mee oneens volledig mee oneens 36. Zoals ik rijd bij die inhaalverboden,
veroorzaak ik agressie bij andere weggebruikers
1a 2a 3a 4a 5a
37. Als ik geïrriteerd ben op de weg, komt dat soms door die inhaalverboden
1a 2a 3a 4a 5a
38. Als ik boos reageer op de weg, komt dat soms door zo’n inhaalverbod
1a 2a 3a 4a 5a
39. Uit onvrede over zo’n inhaalverbod gedraag ik me wel eens hinderlijk
1a 2a 3a 4a 5a
40. Zonder die inhaalverboden zou mijn vak leuker zijn
1a 2a 3a 4a 5a
41. Ik voel me in mijn vrijheid aangetast door die inhaalverboden
1a 2a 3a 4a 5a
42. Ik probeer die inhaalverboden te vermijden 1a 2a 3a 4a 5a
De volgende stellingen hebben betrekking op de snelheidsbegrenzer
43. De snelheidsbegrenzer draagt bij mij bij aan een geërgerde stemming
1a 2a 3a 4a 5a
44. Mijn snelheidsbegrenzer leidt soms tot irritatie bij andere weggebruikers
1a 2a 3a 4a 5a
45. Mijn snelheidsbegrenzer is soms de oorzaak van agressie door andere weggebruikers
1a 2a 3a 4a 5a
46. De snelheidsbegrenzer maakt het rijden ontspannender
1a 2a 3a 4a 5a
47. Uit onvrede over mijn snelheidsbegrenzer gedraag ik me wel eens hinderlijk
1a 2a 3a 4a 5a
48. Als ik geïrriteerd ben op de weg komt dat soms door mijn snelheidsbegrenzer
1a 2a 3a 4a 5a
49. Als ik kwaad reageer op de weg komt dat soms door mijn snelheidsbegrenzer
1a 2a 3a 4a 5a
50. Zonder snelheidsbegrenzer zou mijn vak leuker zijn
1a 2a 3a 4a 5a
51. Ik voel me in mijn vrijheid aangetast door de snelheidsbegrenzer
1a 2a 3a 4a 5a
52. Als ik kon kiezen koos ik eerder voor de snelheidsbegrenzer dan voor de
inhaalverboden
1a 2a 3a 4a 5a
53. Ik ben vaker geïrriteerd door de snelheidsbegrenzer dan door de inhaalverboden
IV. Uw reacties in situaties waarbij de snelheidsbegrenzer een rol speelt
Er worden drie gebeurtenissen beschreven die met de snelheidsbegrenzer te maken hebben. Vervolgens volgt de beschrijving van wat u in zo’n situatie voelt of doet.
Vul met een kruisje in wat u bij een dergelijke situatie voelt of doet. Het antwoord kan zijn: ‘ja’, ‘wisselend’ of ‘nee’.