• No results found

Deze richtlijn heeft alleen betrekking op niet-renderende kredietovereenkomsten. Het mag kredietgevers niet worden toegestaan met consumenten gesloten renderende

Onderwerp, toepassingsgebied en definities

2. Deze richtlijn heeft alleen betrekking op niet-renderende kredietovereenkomsten. Het mag kredietgevers niet worden toegestaan met consumenten gesloten renderende

2. Deze richtlijn heeft alleen betrekking op niet-renderende kredietovereenkomsten. Het mag kredietgevers niet worden toegestaan met consumenten gesloten renderende kredietovereenkomsten over te dragen aan derden.

Artikel 2

Toepassingsgebied

1. De artikelen 3 tot en met 22 en de artikelen 34 tot en met 43 van deze richtlijn zijn van toepassing op:

(a) kredietservicers die optreden namens een kredietkoper met betrekking tot de rechten van een kredietgever op grond van een niet-renderende kredietovereenkomst of van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, in overeenstemming met het toepasselijke Unierecht of nationale recht, die gesloten is door een in de Unie gevestigde kredietinstelling ▌;

(b) kredietkopers van de rechten van een kredietgever op grond van een niet-renderende kredietovereenkomst of van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, die is gesloten door een in de Unie gevestigde kredietinstelling ▌, in overeenstemming met het toepasselijke Unierecht en nationale recht.

3. Met betrekking tot kredietovereenkomsten die binnen het toepassingsgebied vallen, doet deze richtlijn geen afbreuk aan de beginselen van het verbintenissenrecht of het burgerrecht die in de nationale wetgeving zijn opgenomen met betrekking tot de

PE697.982/ 24

NL

overdracht van de rechten van kredietgevers krachtens een kredietovereenkomst of van de kredietovereenkomst zelf, en evenmin aan de bescherming die wordt geboden aan consumenten of kredietnemers op grond van, in het bijzonder, Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad1, Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad2, Richtlijn 2014/17/EU, Richtlijn 2008/48/EG, Richtlijn 93/13/EEG en de nationale omzettingsbepalingen ervan of andere relevante Uniewetgeving en nationale wetgeving inzake consumentenbescherming en de rechten van kredietnemers.

3 bis. Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de beperkingen in de nationale wetgeving van de lidstaten met betrekking tot de overdracht van de rechten van de kredietgever krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst die niet achterstallig is, minder dan 90 dagen achterstallig is of niet is beëindigd in overeenstemming met het nationaal burgerlijk recht, of met betrekking tot de overdracht van een dergelijke niet-renderende kredietovereenkomst.

3 ter. Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de vereisten in de nationale wetgeving van de lidstaten met betrekking tot de servicing van de rechten van de kredietgever krachtens een kredietovereenkomst of van de kredietovereenkomst zelf, indien de kredietkoper een special purpose entity voor securitisatiedoeleinden is in de zin van artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad3, op voorwaarde dat deze nationale wetgeving:

i) hetzelfde niveau van consumentenbescherming biedt;

ii) waarborgt dat de bevoegde autoriteiten de nodige informatie van

1 Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1).

2 Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) (PB L 177 van 4.7.2008, blz. 6).

3 Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de

Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 35).

PE697.982/ 25

NL

kredietservicers krijgen;

iii)kredietservicers niet verhindert zichzelf een paspoort te verstrekken voor servicing in andere lidstaten.

4. De artikelen 3 tot en met 8, 9 tot en met 22 en 34 tot en met 43 van deze richtlijn zijn niet van toepassing op:

(a) het servicen van de rechten van een kredietgever krachtens een kredietovereenkomst of van de kredietovereenkomst zelf, door:

i) een in de Unie gevestigde kredietinstelling ▌;

ii) een beheerder van alternatieve beleggingsinstellingen (abi-beheerder) die over een vergunning beschikt of een notificatie heeft gedaan overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU, of een beheermaatschappij of een beleggingsmaatschappij die over een vergunning beschikt overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG, op voorwaarde dat de beleggingsmaatschappij geen beheermaatschappij overeenkomstig die richtlijn heeft aangewezen, namens het fonds dat zij beheren;

iii) een niet-kredietinstelling die is onderworpen aan toezicht door de bevoegde nationale autoriteit van een lidstaat overeenkomstig artikel 20 van Richtlijn 2008/48/EG of artikel 35 van Richtlijn 2014/17/EU bij het uitvoeren van activiteiten in die lidstaat.

(b) het servicen van de rechten van een kredietgever krachtens een kredietovereenkomst of van de kredietovereenkomst zelf die niet is gesloten door een in de Unie gevestigde kredietinstelling ▌, behalve wanneer de rechten van de kredietgever krachtens een kredietovereenkomst of de kredietovereenkomst zelf worden vervangen door een kredietovereenkomst die door een dergelijke instelling ▌is afgesloten;

(c) de aankoop van de rechten van een kredietgever krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst of van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf door een in de Unie gevestigde kredietinstelling ▌;

(d) de overdracht van de rechten van een kredietgever krachtens een kredietovereenkomst of van de kredietovereenkomst zelf vóór de in artikel 41,

PE697.982/ 26

NL

lid 2, tweede alinea, bedoelde datum.

4 bis. Het servicen van de rechten van de kredietgever krachtens een kredietovereenkomst of van de kredietovereenkomst zelf, door beroepsbeoefenaars zoals notarissen en deurwaarders als gedefinieerd in het nationale recht of advocaten in de zin van artikel 1, lid 2, onder a), van Richtlijn 98/5/EG van het Europees Parlement en de Raad1 mag, onderhevig aan het toezicht van elke lidstaat, door de lidstaten worden uitgezonderd van de toepassing van deze richtlijn wanneer zij als onderdeel van hun beroep de activiteiten verrichten die worden genoemd in artikel 3, lid 9, van deze richtlijn.

Artikel 3

Definities In deze richtlijn wordt verstaan onder:

(1) “kredietinstelling”: een kredietinstelling in de zin van artikel 4, lid 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 575/20132;

(2) “kredietgever”: een kredietinstelling ▌die een krediet heeft verleend, of een kredietkoper;

(3) “kredietnemer”: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een kredietovereenkomst heeft gesloten met een kredietgever, met inbegrip van zijn rechtsopvolger of rechtverkrijgende;

(4 bis) “kredietnemer met betalingsmoeilijkheden”: een natuurlijke of rechtspersoon die een kredietovereenkomst heeft gesloten die is aangemerkt of

1 Richtlijn 98/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven (PB L 77 van

14.3.1998, blz. 36).

2 Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en

beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

PE697.982/ 27

NL

waarschijnlijk zal worden aangemerkt als “niet-renderend” in de zin van punt 11 bis;

(5) “kredietovereenkomst”: een overeenkomst zoals oorspronkelijk afgesloten, gewijzigd of vervangen, waarbij een kredietinstelling of een andere kredietgever een krediet verleent of toezegt in de vorm van een uitgestelde betaling, een lening of een andere soortgelijke financieringsregeling;

(5 bis) “kredietservicingovereenkomst”: een schriftelijk contract tussen een kredietgever en een kredietservicer betreffende de door de kredietservicer in opdracht van de kredietgever te verrichten diensten;

(7) “kredietkoper”: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die geen kredietinstelling of dochteronderneming van een kredietinstelling is en die de rechten van een kredietgever krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst of de niet-renderende kredietovereenkomst zelf koopt in het kader van de uitoefening van zijn handels-, bedrijfs- of beroepsactiviteiten, in overeenstemming met de toepasselijke Unie- en nationale wetgeving;

(7 bis) “kredietservicingaanbieder”: een derde partij die door een kredietservicer wordt gebruikt om een van de in punt 7 ter vermelde activiteiten uit te voeren;

(7 ter) “kredietservicer”: een rechtspersoon die in het kader van zijn bedrijfsactiviteiten namens de kredietgever of namens zichzelf de rechten en verplichtingen met betrekking tot de rechten van de kredietgever krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst of de niet-renderende kredietovereenkomst zelf beheert en de nakoming ervan afdwingt, en die ten minste één of meer van de volgende activiteiten verricht:

(a) het innen en invorderen van verschuldigde betalingen van de kredietnemer in verband met de rechten van de kredietgever krachtens een kredietovereenkomst of in verband met de kredietovereenkomst zelf indien dit geen betalingsdiensten zijn in de zin van bijlage I bij Richtlijn 2015/2366, in overeenstemming met de nationale wetgeving;

(b) het opnieuw onderhandelen met de kredietnemers over de voorwaarden met betrekking tot de rechten van een kredietgever krachtens een

PE697.982/ 28

NL

kredietovereenkomst of de kredietovereenkomst zelf, in overeenstemming met de door de kredietgever gegeven instructies en in overeenstemming met de vereisten die in de nationale wetgeving zijn vastgelegd, indien hij geen kredietbemiddelaar is in de zin van artikel 4, punt 5, van Richtlijn 2014/17/EU of artikel 3, onder f), van Richtlijn 2008/48/EG;

(c) het beheren van eventuele klachten met betrekking tot de rechten van de kredietgever krachtens een kredietovereenkomst of met betrekking tot de kredietovereenkomst zelf;

(d) het in kennis stellen van de kredietnemer van alle wijzigingen in rentevoeten, kosten of verschuldigde betalingen in verband met de rechten van de kredietgever krachtens een kredietovereenkomst of in verband met de kredietovereenkomst zelf;

(9) “lidstaat van herkomst”: met betrekking tot de kredietservicer, de lidstaat waar zijn statutaire zetel is gevestigd, of, indien de kredietservicer volgens zijn nationale recht geen statutaire zetel heeft, de lidstaat waar zijn hoofdkantoor is gevestigd of, met betrekking tot de kredietkoper, de lidstaat waar de kredietkoper woonachtig of gevestigd is;

(10) “lidstaat van ontvangst”: de lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar de kredietservicer een bijkantoor heeft, een kredietservicingaanbieder in de zin van artikel 10 heeft aangewezen of waar de kredietnemer woonachtig of gevestigd is ten tijde van het afsluiten van de kredietovereenkomst;

(11) “consument”: een natuurlijk persoon die bij kredietovereenkomsten in de zin van deze richtlijn handelt voor doeleinden die buiten zijn handels- bedrijfs- of beroepsactiviteiten vallen;

(11 bis) “niet-renderende kredietovereenkomst”: een kredietvordering die voldoet aan de criteria van bijlage V, deel 2, punt 213 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie1 om als niet-renderende blootstelling te

1 Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU)

PE697.982/ 29

NL

worden aangemerkt.

Titel II

Kredietservicers

Hoofdstuk I