• No results found

De review in vogelvlucht

In document Van de straat aan het werk (pagina 58-61)

4 Effectiviteitsreview activering in Maatschappe- Maatschappe-lijke Opvang, GGZ en Verslavingszorg

4.3 De review in vogelvlucht

We hebben een effectiviteitsreview uitgevoerd op Rotterdams, nationaal en internationaal niveau. Aangezien er bij voorbaat weinig effect- en uitkomstenmetingen verwacht werden van in Rotterdam uitgevoerde interventies, is voor deze brede opzet gekozen. We hebben onze blik met opzet ook op verwante sectoren gericht. Vanuit onze kennis verwachtten we meer onderzoeksresultaten over de effecten van activering van verwante, soms deels overlappende doelgroepen (psychiatrisch patiënten, werknemers sociale werkvoorziening) te vinden.

Analyse op Rotterdams niveau

De review bevestigde ons vermoeden dat er op Rotterdams niveau heel weinig onderzoek is gedaan naar de effecten van dagbesteding en werkvoorzieningen.

In de review is een aantal onderzoeken opgenomen.

Allereerst het onderzoek ‘Ambulante Woonbegeleiding voor Verslaafden. Evaluatie van het project (z)onderdak’ (IVO, 2007) waarbinnen ook stilgestaan is bij de (on)vervulde zorgbehoefte van cliënten op het gebied van dagbesteding en bij de vraag of het aanbod aan activering ook daadwerkelijk aansluit bij de behoefte van cliënten. De (z)onderdak bewoners zien werk als iets heel belangrijks. Een van de conclusies van het onderzoek is dat ‘het percentage cliënten dat geen dagactiviteit heeft uiteenloopt van minder dan een derde tot ongeveer de helft per organisatie.’ Uit een overzicht van onvervulde zorgvraag, zoals ervaren door de cliënten, blijkt dat 41% van de cliënten behoefte heeft aan hulp bij

het vinden van werk. Slechts 29% van de cliënten heeft daadwerkelijk hulp op dat gebied ontvangen. 7% van de cliënten heeft wel hulp ontvangen, maar had meer hulp gewenst.

Verder zijn er enkele onderzoeken (in de categorie practice based) naar active-ringsprojecten in Rotterdam beschikbaar. Allereerst een project begeleid leren bij RO Zadkine voor mensen met een psychiatrische achtergrond en een viertal Rotterdamse interventies (‘uitzendbureau’ Topscore, Veegproject De Plantage, Meubelproject Sandford

& Zo en Via Kunst) die in de studie ‘Aan de slag in de rafelrand. Werk en activering voor daklozen en verslaafden’ (2005) zijn uitgewerkt. Dit is een landelijke verkennende studie naar werk en activeringsprojecten, uitgevoerd aan de hand van literatuurstudie, analyse van projectbeschrijvingen, jaarverslagen, gemeentelijke documenten en interviews met medewerkers en deelnemers.

De review bevat tot slot van enkele organisaties de gegevens over activering zoals gepubliceerd in (jaar)verslagen (zoals van de Stichting Ontmoeting, en ‘Home Sweet Home’(CVD). Op dit punt is verdere uitbouw van de review nog nodig en ook goed te realiseren (zie ook 4.5).

Analyse op nationaal en internationaal niveau

Op nationaal en internationaal niveau is zoals te verwachten veel onderzoek gedaan naar activering, hoewel ook hier opvalt dat specifiek onderzoek naar dagbesteding en werk voor dak- en thuislozen achterblijft bij de aandacht voor de activiteiten van mensen met psychiatrische beperkingen.

Het Nederlandse deel van de review bevat naast de genoemde Rotterdamse onder-zoeken vier evaluaties en een praktijkonderzoek van 26 projecten. Onderzoekspopulaties zijn meestal (ex-)verslaafden en mensen met psychische problemen. In het buitenland (Verenigde Staten, Europa) is meer onderzoek verricht op het gebied van activering (Vocational Rehabilitation). De onderzoeken leveren grotendeels ook wetenschappelijk

‘harder’ bewijs op, daar vaak gebruikgemaakt is van onderzoek met quasi-experimenteel design (met gebruikmaking van controlegroepen) of RCT’s (Randomized Control Trials).

Opvallend genoeg zijn in de Verenigde Staten de doelgroepen van onderzoek naar activering ook gevarieerder. Naast literatuur over algemene groepen verslaafde daklozen en daklozen met psychische beperkingen, is er een aantal publicaties over dakloze veteranen, dakloze alleenstaande moeders en thuisloze jongeren.

In de review worden achtereenvolgens beschreven, eerst voor Nederlands en daarna voor internationaal onderzoek:

• outputresultaten

• analyses van werkzame factoren:

ƒ (onderzoek naar de werkzaamheid van) methodieken

ƒ (onderzoek naar) succesfactoren

• outcomeresultaten van het Nederlands en internationale onderzoek (in een gecombi-neerd overzicht)

Output

Er zijn grote verschillen in het bereik van de projecten. In Nederland ‘draaien’ een paar zeer kleinschalige projecten met intensieve begeleiding, waarbij bijvoorbeeld acht tot zestien mensen bereikt worden. Daarnaast zijn er negen grootschalige projecten (met een bereik van 100 – 660 deelnemers) en een zeer grootschalig project (1450 deelnemers). De gevonden outputresultaten in de effectiviteitsreview hebben vooral betrekking op het aantal mensen dat heeft deelgenomen en welke aantallen zijn doorgestroomd naar een gesubsidieerde of betaalde baan. Het is moeilijk om outputresultaten van verschillende projecten te vergelijken. Outputresultaten zeggen alleen iets in relatie tot de doelstelling en schaalgrootte van een project. Voor zover de doelstellingen helder geformuleerd zijn, lijken de meeste projecten hun doelen te bereiken. Die variëren van het aanbieden van structuur tot uitstroom naar betaald werk. Ook tussen de projecten die vooral gericht zijn op dat laatste, zijn er verschillen. Projecten die proberen aan te sluiten bij het ritme van de verslaafden, daklozen of mensen met een psychische beperking en die coulant zijn voor tijdelijke afhakers, kunnen een lagere uitstroom naar betaald werk laten zien dan

strengere projecten. De resultaten van de eerstgenoemde projecten kunnen anderzijds wellicht duurzamer zijn, doordat uiteindelijk een betere ‘match’ wordt gevonden. Er is echter nog niet of nauwelijks onderzoek gedaan naar de duurzaamheid van de behaalde outputresultaten, zo blijkt uit de review.

Werkzame factoren

Wat maakt dat een interventie werkt? In Nederland zijn verschillende onderzoeken gedaan naar werkzame methodieken, naar succesfactoren of naar de condities waaronder een interventie werkt. Momenteel loopt er bovendien een onderzoek van het Trimbos Instituut en Movisie naar werkzame interventies in het kader van het kennisprogramma maatschap-pelijke opvang.

De best uitgewerkte methodieken zijn vrijwel allemaal ontwikkeld in de GGZ, wat niet verwonderlijk is gezien de langere en veel uitgebreidere onderzoekstraditie in dit veld, vergeleken met die in de maatschappelijke opvang. In de Verenigde Staten is uitvoerig RCT en quasi-experimenteel onderzoek verricht naar een aantal rehabilitatieme-thodieken(Vocational Rehabilitation), in Nederland is dit onderzoek de laatste jaren ook op gang gekomen. Er is nog relatief weinig onderzoek gedaan naar de resultaten van de verschillende programma’s op de lange termijn.

De review bevat informatie over Nederlands en internationaal - veelal Amerikaans - onderzoek naar methoden, onder meer:

• Supported Employment - SE: ontwikkeld als alternatief model voor het werken in sociale werkplaatsen. Met dit model kunnen mensen toch in reguliere bedrijven aan de slag.

• Individual Placement and Support – IPS: arbeidsintegratieprogramma voor mensen met ernstige psychische stoornissen.

• Ontwikkelingsgerichte rehabilitatie - Individuele rehabilitatiebenadering (IRB): gaat uit van een heldere taakverdeling tussen behandeling (het minimaliseren van ziekte) en

rehabilitatie (het maximaliseren van gezondheid). De kern van de ontwikkelingsgerich-te rehabilitatie is samen met de cliënt werken aan zijn hersontwikkelingsgerich-telproces met als uitgangs-punt de wensen en behoeften van deze cliënt.

• Assertive Community Treatment (ACT): 30 jaar oude benadering, recentelijk sterk opgekomen in de verslavingszorg in Nederland. Een ambulant, multidisciplinair team van hulpverleners draagt gezamenlijk de zorg voor een groep patiënten. Het vinden van dagbesteding of werk vormt een belangrijk onderdeel van deze behandeling.

• Systematisch rehabilitatiegericht handelen (SRH): een vraag- en behoeftegerichte vorm van werken, waarbij zowel interventies plaatsvinden die het individu ondersteu-nen bij zijn (gewenste) kwaliteit van leven, als interventies die gericht zijn op de kwaliteit van de omgeving. SRH is tevens een procesmethodiek, vooral ontwikkeld om herstelprocessen van cliënten en samenwerkingsprocessen tussen cliënten, hun naast-betrokkenen en hulpverleners op gang te houden.

Minder toegepaste benaderingen die in de review zijn opgenomen, zijn o.a.:

• Herstel, behandeling en rehabilitatie in (leef)werkgemeenschappen: onderzoek naar wanneer en hoe herstel, behandeling en rehabilitatie in (leef)werkgemeenschappen zinvol is.

• Menu Approach: richt zich op alle psychiatrisch patiënten (‘zero exclusion policy’), ook op degenen die niet gemotiveerd zijn om te werken. Zij doen dit door een breed scala aan dagactiviteiten aan te bieden, waarbij het bijvoorbeeld mogelijk is om slechts een dag te werken (uitbetaling aan het einde van de dag) of om te werken in een be-schermde omgeving (projecten specifiek voor deze doelgroep opgezet). Bij deze methode staat het opdoen van positieve ervaringen voorop.

• Compensated Work Therapy - CWT: Het Veterans Construction Team (VCT) is een innovatieve vorm van Compensated Work Therapy (CWT) voor werkloze en dakloze veteranen die een geschiedenis hebben van verslaving en/of een psychiatrische of medische ziekte. De veteranen werken in een team aan concrete bouwprojecten met een contract en onder supervisie van een ervaren persoon. De belangrijkste pijlers van het programma zijn voortdurende sociale ondersteuning en het opbouwen van eigen-waarde, uitdagend werk, en een relatief hoog loon.

4.4 Uitkomsten interventies uit nationaal en internationaal

In document Van de straat aan het werk (pagina 58-61)