• No results found

RESULTATEN SCHOLEN WAARVAN DE SCHOOLLEIDER EN LERAREN HEBBEN DEELGENOMEN

In document Strategisch personeelsbeleid in het vo (pagina 70-73)

resultaten besturen, schoolleiders en

6.2 RESULTATEN SCHOLEN WAARVAN DE SCHOOLLEIDER EN LERAREN HEBBEN DEELGENOMEN

In dit deel worden de resultaten vergeleken van schoolleiders en leraren van de 39 scholen waarvan zowel schoolleiders als leraren hebben deelgenomen aan het onderzoek. Deze vergelijking maakt het mogelijk om de mate van doorwerking van beleid in de school zichtbaar te maken. Tabel 6.3 vergelijkt de scores van schoolleiders en leraren. In Tabel 6.4 is weergegeven welk deel van de schoolleiders een vergelijkbare score rapporteert als de leraren in zijn/haar school en in welk deel van de gevallen het oordeel van de schoolleiders significant hoger of lager is dan dat van de leraren in zijn/haar school.

Tabel 6.3. Vergelijking scores scholen waarvan schoolleiders en leraren hebben deelgenomen (n=39

scholen)

Schoolleiders Leraren

Gem. S.D. Gem. S.D. Afstemming personeelsbeleid op onderwijskundige doelen 3.92 .60 3.17 .81

Duurzame inzetbaarheid (arbeidsrisico’s) 2.82 .56 2.64 .69

Maatregelen duurzame inzetbaarheid (arbeidsrisico’s) 3.21 .68 2.67 .87

Autonomie leraren 3.54 .54 3.09 .96

Duurzame inzetbaarheid leraren (toegerust + gemotiveerd) 3.75 .52 4.03 .69 Duurzame inzetbaarheid schoolleid. (toegerust + gemotiveerd) 4.24 .43 3.78 .95

Ontwikkelperspectief leraren 3.92 .43 3.33 .75

Toepassing strategisch personeelsbeleid door schoolleiders 4.37 .80 3.73 .80

Leiderschap van schoolleiders 4.27 .36 3.51 .81

*Alle gerapporteerde verschillen zijn significant.

6.2.1 Afstemming van strategisch personeelsbeleid op onderwijskundige doelen

Schoolleiders (3,92 op schaal 1-5; 7,6 op schaal 1-10) beoordelen de afstemming van strategisch personeelsbeleid op de onderwijskundige doelen van de school significant positiever dan leraren (3,17 op schaal 1-5; 5,9 op schaal 1-10). Van de schoolleiders heeft 36% een min of meer gelijke score als de leraren in zijn/haar school. In 3% van de scholen oordeelt de schoolleider significant lager dan leraren en in 61% van de scholen is het oordeel van schoolleiders significant hoger dan dat van leraren.

6.2.2 Strategisch personeelsbeleid en duurzame inzetbaarheid van medewerkers

Schoolleiders beoordelen het voorkomen van arbeidsrisico’s met een score van 2,82 (5,1 op schaal 1- 10). De score van leraren is 2,64 (4,7 op schaal 1-10). Dit betekent dat schoolleiders vaker dan leraren rapporteren dat arbeidsrisico’s voorkomen. Dit verschil is significant. In 68% van de scholen zijn de scores van schoolleiders en hun leraren min of meer aan elkaar gelijk. In 10% van de scholen scoren

schoolleiders significant lager dan leraren en in 22% van de scholen scoren schoolleiders significant hoger dan leraren.

Het beleid gericht op het omgaan met arbeidsrisico’s wordt door schoolleiders beoordeeld met een score van 3,21 (6,0 op schaal 1-10) en door leraren met een score van 2,67 (4,8 op schaal 1-10). Dit verschil is significant. In 45% van de scholen zijn de scores van schoolleiders en leraren min of meer aan elkaar gelijk. In 13% van de scholen scoren schoolleiders significant lager dan leraren en in 42% van de scholen scoren schoolleiders significant hoger dan leraren.

De autonomie van leraren wordt door schoolleiders (3,54 op schaal 1-5; 6,6 op schaal 1-10) significant positiever beoordeeld dan door leraren (3,09 op schaal 1-5; 5,7 op schaal 1-10). In 44% van de scholen zijn de scores van schoolleiders en leraren min of meer gelijk. In 3% van de scholen scoren schoolleiders significant lager dan leraren en in de meerderheid van de scholen (53%) scoren schoolleiders significant hoger dan leraren.

De mate waarin leraren toegerust zijn voor hun werk en gemotiveerd zijn om zich professioneel te ontwikkelen wordt significant positiever beoordeeld door leraren (4,03 op schaal 1-5; 7,8 op schaal 1- 10) dan door schoolleiders (3,75 op schaal 1-5; 7,2 op schaal 1-10). In 62% van de scholen zijn de scores van schoolleiders en leraren min of meer gelijk. In 28% van de scholen scoren schoolleiders significant lager dan leraren en in 10% van de scholen scoren schoolleiders significant hoger dan leraren.

De mate waarin schoolleiders toegerust zijn voor hun werk en gemotiveerd zijn om zich professioneel te ontwikkelen wordt door schoolleiders beoordeeld met een score van 4,24 (8,3 op schaal 1-10) en door leraren met een score van 3,78 (7,3 op schaal 1-10). Dit verschil is significant. In 54% van de scholen zijn de scores van schoolleiders en leraren min of meer gelijk. In 3% van de scholen scoren schoolleiders significant lager dan leraren en in 47% van de scholen scoren schoolleiders significant hoger dan leraren.

6.2.3 Strategisch personeelsbeleid en het ontwikkelperspectief van leraren

Schoolleiders beoordelen het ontwikkelperspectief van leraren gemiddeld met een score van 3,92 (7,6 op schaal 1-10). Leraren hebben een gemiddelde score van 3,33 (6,2 op schaal 1-10). Dit verschil is significant. In 53% van de scholen zijn de scores van schoolleiders en leraren min of meer gelijk. In de overige 47% van de scholen scoren schoolleiders significant hoger dan leraren.

6.2.4 Kwaliteit van implementatie van strategisch personeelsbeleid door schoolleiders

De kwaliteit van implementatie van strategisch personeelsbeleid door schoolleiders wordt door

schoolleiders (4,37 op schaal 1-5; 8,6 op schaal 1-10) significant positiever beoordeeld dan door leraren (3,73 op schaal 1-5; 7,1 op schaal 1-10). In 41% van de scholen zijn de scores van schoolleiders min of meer gelijk. In 3% van de scholen scoren schoolleiders significant lager dan leraren en in 56% van de scholen scoren schoolleiders significant hoger dan leraren.

Het leiderschap van schoolleiders wordt door schoolleiders beoordeeld met een score van 4,27 (8,4 op schaal 1-10) en door leraren met een score van 3,51 (6,6 op schaal 1-10). Dit verschil is significant. In 42% van de scholen zijn de scores van schoolleiders en leraren min of meer gelijk. In 3% van de scholen scoren schoolleiders significant lager dan leraren en in de overige 55% van de scholen scoren

schoolleiders significant hoger dan leraren.

Tabel 6.4. Percentage scholen naar verschilscores schoolleiders en leraren (n=39 scholen)

L > S L = S L < S

Afstemming personeelsbeleid op onderwijskundige doelen 3% 36% 61%

Duurzame inzetbaarheid (arbeidsrisico’s) 10% 68% 22%

Maatregelen duurzame inzetbaarheid (arbeidsrisico’s) 13% 45% 42%

Autonomie leraren 3% 44% 53%

Duurzame inzetbaarheid leraren (toegerust + gemotiveerd) 28% 62% 10% Duurzame inzetbaarheid schoolleid. (toegerust +

gemotiveerd)

3% 54% 43%

Ontwikkelperspectief leraren 0% 53% 47%

Toepassing strategisch personeelsbeleid door schoolleiders 3% 41% 56%

Leiderschap van schoolleiders 3% 42% 55%

* Enkel scholen meegerekend waarbij meer dan één leraar heeft deelgenomen

** Verschilscore berekend als score schoolleiders min score leraren. Kolom 1: verschilscoremeer dan één 0,5 punt onder 0; kolom 2: verschilscore tussen -0,5 en +0,5; kolom 3: verschilscore hoger dan 0,5 punt boven 0.

*** L=leraren; S=schoolleiders.

6.2.5 Conclusie resultaten scholen waarvan de schoolleider en leraren hebben deelgenomen

Tabel 6.3 laat hetzelfde patroon zien als we in 6.1.6 hebben besproken. Op alle onderdelen verschillen schoolleiders en leraren significant van elkaar. Met uitzondering van duurzame inzetbaarheid van leraren scoren schoolleiders op alle onderdelen hoger dan leraren. Het verschil is net als in 6.1.6 het grootst voor leiderschap van schoolleiders, afstemming van personeelsbeleid op onderwijskundige doelen en toepassing van strategisch personeelsbeleid door schoolleiders en het kleinst voor de beoordeling van arbeidsrisico’s. Tabel 6.4 laat zien dat het percentage scholen waarbij leraren en schoolleiders min of meer aan elkaar gelijk zijn varieert tussen 36% (afstemming personeelsbeleid op onderwijskundige doelen) en 68% (inschatting arbeidsrisico’s). Het percentage scholen waarin de schoolleider significant lager scoort dan de leraren is 0% in het geval van het ontwikkelperspectief van leraren en loopt op tot 28% in het geval van de duurzame inzetbaarheid van leraren. Het percentage scholen waarin de schoolleider significant hoger scoort dan de leraren varieert sterk, van 10% in het geval van de duurzame inzetbaarheid van leraren tot 61% in het geval van afstemming van het

personeelsbeleid op de onderwijskundige doelen. Ook de toepassing van strategisch personeelsbeleid door schoolleiders (56%) en leiderschap van schoolleiders (55%) scoren in dit opzicht hoog.

Dit hoofdstuk geeft een overall beeld van de staat van het strategisch

In document Strategisch personeelsbeleid in het vo (pagina 70-73)