Voor de tweede deelvraag geldt dat deze in beperkte mate naar voren is gekomen tijdens het gesprek.
De resultaten hebben daarom betrekking op het totale overzicht en niet op specifieke elementen uit het
overzicht. In Tabel 6 zijn de resultaten weergegeven.
Tabel 6.
Visie van de respondenten over de eerste versie van het competentieoverzicht.
Experts
Leerplanontwikkelaars (onderbouw) VO van SLO (n=2)
Competentiestijl Verschillende mate van abstractie tussen de ontwikkelcompetenties Mogelijke verbeterpunten Mate van abstractie zoals "onderzoekende houding"
Opstellen van meetbare operationaliseringen
Aansluiting bij docenten Niet alle termen en concepten hoeven bekend te zijn bij docenten Ontbrekende operationaliseringen 3S-model, samenhang tussen de verschillende curriculumniveaus
Tabel 6 geeft aan dat de meest belangrijke kritieken op het overzicht te maken hebben met de
verschillen tussen de formuleringen. Hierbij is het van belang dat de formuleringen van de
ontwikkelcompetenties hetzelfde abstractieniveau hebben. De leerplanontwikkelaars geven aan dat ze
de voorkeur geven aan "onderzoekende houding" en niet aan "formuleren van leerdoelen". Het
formuleren van leerdoelen kan gezien worden als een activiteit, die al dan niet uitgevoerd dient te
worden, terwijl een onderzoekende houding ook een attitude beschrijft en daardoor abstracter is dan
een enkele activiteit. Een belangrijk punt is dat de ontwikkelcompetenties op een meetbare manier
geformuleerd dienen te worden. Momenteel is het meer een overzicht in plaats van een instrument.
Voor het in kaart brengen van de huidige ontwikkelcompetenties is dit noodzakelijk. Ter illustratie
wordt aangegeven dat hiervoor een rubric gebruikt kan worden.
Verder wordt door de experts aangegeven dat bepaalde (belangrijke) ontwikkelcompetenties
nog ontbreken, zoals ontwikkelcompetenties die zijn gebaseerd op het Student, Society en Subject
model (Tyler, 1949) en de samenhang tussen de verschillende curriculumniveaus (Van den Akker,
2003).
Naast de ontwikkelcompetenties die gebaseerd zijn op Tyler (1949) en Van den Akker (2003) gaven
de experts aan dat er ook ontwikkelcompetenties ontbraken die te maken hebben met de vier
onderdelen van curriculaire samenhang zoals door Abbenhuis et al. (2008) is beschreven. In
Abbenhuis et al. wordt beschreven dat curriculaire samenhang kan bestaan uit:
1. Samenhang in het curriculum
2. Samenhang tussen curriculumniveaus
3. Samenhang tussen onderdelen van het curriculum (horizontaal en verticaal)
4. Samenhang tussen curriculumvernieuwing en andere onderwijs(kundige) initiatieven.
Door het toevoegen van de nieuwe competenties past de huidige groepsnaam, schoolspecifieke
curriculumontwikkelcompetenties, volgens de experts niet meer bij de ontwikkelcompetenties die
onder deze groep vallen. Ze geven aan dat de groepsnaam veranderd dient te worden.
Tot slot geven de experts aan dat de gebruikte begrippen in het overzicht niet bij alle docenten
bekend hoeven te zijn. Een begrip als "rationale" komt niet voor in de dagelijkse (les)praktijk van
docenten. Een beschrijving van de begrippen draagt bij aan het beoogde gebruik door docenten.
5.8 Conclusie
Aan de hand van de resultaten van het eerste deelonderzoek kan geconcludeerd worden dat de
opgestelde competentie-indeling zelf nog niet valide is. Er is nog sprake van ambigue benamingen en
overlap tussen groepen. Door het veranderen van de indeling wordt de aansluiting bij de
SBL-competenties verbeterd, waardoor de verwachte praktische bruikbaarheid voor docenten mogelijk
vergroot wordt. Daarnaast vergroot deze aansluiting mogelijk ook het draagvlak binnen SLO, waar
deze competenties ook bekend zijn.
Door het valideren van de indeling zijn een aantal namen aangepast. Dit resulteerde in een
aangepaste weergave van de indeling. In Figuur 4 is weergegeven op welke manier de oorspronkelijke
indeling is veranderd in de aangepaste versie. Bij het aanpassen zijn de aandachtspunten van de
experts meegenomen. De schoolspecifieke ontwikkelcompetenties zijn hernoemd tot curriculaire
samenhang competenties, aangezien de competenties in deze groep zorgen voor de samenhang binnen
en tussen curricula. Deze groep beschrijft daarnaast ook een specifiekere invulling van de fasen en
activiteiten in het ADDIE-model, zoals ook in de eerste versie van de competentiedriehoek het geval
was.
In Figuur 4 is door middel van kleurgebruik weergegeven op welke wijze de
competentiedriehoek is veranderd. Hierbij staat de lichtgroene kleur voor een verandering in de naam
van de ontwikkelcompetentiegroep, oranje voor een verwijderde ontwikkelcompetentiegroep en geel
voor een toegevoegde ontwikkelcompetentiegroep.
Figuur 4. Revisie van de competentiedriehoek.
Naast het aanpassen van de competentiedriehoek blijkt uit dit deelonderzoek ook dat de samenhang
tussen de competentiedriehoek en de leerfuncties van Kessels weergegeven dient te worden. Deze
koppeling is nodig, omdat dit, volgens de experts, bijdraagt aan het draagvlak voor de nieuw
opgestelde competentie-indeling binnen SLO. Daarnaast hebben de experts aangegeven dat de relatie
tussen SBL en de competentiedriehoek er voor zorgt dat de indeling aansluit bij de voorkennis van de
docenten. Tabel 7 geeft beide deze koppelingen weer. Na Tabel 7 wordt een korte toelichting gegeven
over deze koppeling.
Ontwikkel competenties Algemene ontwikkel competenties Specifieke ontwikkel competenties Communicatie competenties Inter-persoonlijke competenties Procesmatige competenties Vakinhoudelijke kennis Vakdidactische competenties Schoolspecifieke curriculum ontwikkel competenties Ontwikkel competenties Generieke ontwikkel competenties Specifieke ontwikkel competenties Intra-persoonlijke competenties Inter-persoonlijke competenties Procesmatige competenties Vakinhoudelijke competenties Vakdidactische competenties Curriculaire samenhang competenties Aangepast in
Tabel 7.
Aansluiting nieuwe indeling bij de leerfuncties van Kessels en SBL competenties.
Bestaande competentie-indelingen
Leerfuncties van Kessels SBL competenties
Intra-persoonlijke competenties Reflectieve vaardigheden en metacognities Zelfregulatie van motivatie en affectie Rust en stabiliteit
Creatieve onrust
Intra-persoonlijke competenties
Inter-persoonlijke competenties Communicatieve vaardigheden Rust en stabiliteit
Creatieve onrust
Inter-persoonlijk
Samenwerken met collega's Samenwerken met de omgeving
Procesmatige competenties Probleem oplossen Organisatorisch
Curriculaire samenhang competenties Materiedeskundigheid Probleem oplossen
Vakinhoudelijke competenties Materiedeskundigheid Probleem oplossen
Pedagogisch
Vakinhoudelijk en didactisch
Vakdidactische competenties Materiedeskundigheid Probleem oplossen
Pedagogisch
Vakinhoudelijk en didactisch