• No results found

Methoden van dataverzameling

Kennisthema 4: Vermaatschappelijking van natuur en transitieopgaven

5 Kennishiaten en resterende kennisvragen

5.3 Resterende kennisvragen uit de workshop

In de workshop die in het kader van dit onderzoek is georganiseerd, is met de deelnemers

gediscussieerd over de relevante kennisvragen die ze zien voor nu en de toekomst. De kennisvragen zijn gegroepeerd naar de maatschappelijke en beleidsmatige opgaven rondom vermaatschappelijking van natuur die werden gesignaleerd op de middellange en lange termijn.

Kennisvragen t.a.v. opgaven in andere sectoren, zoals energie; landbouw en klimaat

Integratie van natuur in andere (economische) sectoren, zoals landbouw, energie en verstedelijking, is een maatschappelijke en beleidsmatige opgave die de deelnemers verwachten en een beleidswens die ze nu al signaleren. Rond deze trend zijn verschillende kennisvragen gesignaleerd. Bijvoorbeeld: Hoe zijn natuurdoelen te integreren in andere domeinen? Hoe integreren we het natuuraspect in

verschillende transities en initiatieven? Welke rol kan vermaatschappelijking hebben in de transitie van de landbouw, energie en verstedelijking? Wat zijn mogelijke verdienmodellen voor natuurinclusieve economie? Wat is de reikwijdte van natuurinclusief ondernemen? Is het voldoen aan klimaat- doelstellingen ook natuurinclusief?

Kennisvragen t.a.v. ontwikkelingen in de samenleving

De deelnemers signaleren verschillende ontwikkelingen in de samenleving, die naar verwachting invloed zullen hebben op de maatschappelijke betrokkenheid van mensen bij natuur. Een deel hiervan heeft te maken met de ‘drukte’ van mensen in relatie tot de energieke samenleving. Er wordt vanuit veel domeinen een beroep op mensen gedaan. Hoe kan natuur als maatschappelijk doel concurreren met burgerinzet voor zorg, sport, etc.? Een belangrijke doelgroep is de jeugd. Bijvoorbeeld: Wat is het effect van een afname van contact van kinderen met natuur op latere betrokkenheid? Hoe kunnen we betrokkenheid bij natuur (in de jeugd) vergroten?

Een belangrijke opgave en uitdaging die wordt gesignaleerd voor vermaatschappelijking van natuur is de inclusiviteit en mogelijke uitsluiting van bepaalde groepen in de samenleving. Er zijn meerdere kennisvragen die om de aandacht vragen: Hoe bereik je zoveel mogelijk mensen bij vermaatschap- pelijking? Hoe leg je de verbinding tussen mensen en natuur, bij lager opgeleiden, achterstands- wijken, jongeren, in relatie tot een tweedeling in de samenleving?. Hoe inclusief is vermaat- schappelijking? En, wat betekent natuur voor stedelingen? Hieraan gerelateerd is een kennisvraag over de handelingsperspectieven van burgers: Wat kunnen mensen zelf en wat willen ze?

Een andere trend die wordt gesignaleerd is digitalisering: Wat is het effect van digitalisering en technologie op natuurbeleving en -betrokkenheid? Ten slotte zijn er kennisvragen rond de trend van vermaatschappelijking van natuur zelf: Wat levert vermaatschappelijking op? –sociaal; -economisch; - ecologisch? En: Is maatschappelijke betrokkenheid (altijd) een randvoorwaarde voor (natuur)beleid? Of is het soms ook ‘slechts’ complementair of zelfs onnodig? Hoe belangrijk is betrokkenheid?

Kennisvragen t.a.v. ruimteconcurrentie

Druk op de ruimte en ruimteclaims vormen een maatschappelijke en beleidsmatige opgave die om aandacht vraagt. Bijvoorbeeld: Waar liggen de komende jaren ruimtelijke claims en waar leidt dit tot problemen? Hoe gaan we binnen natuurgebieden om met alle ruimteclaims? Hoe zijn de verschillende ruimteclaims te combineren? Wat vergt dat van verschillende partijen in de samenleving?

Kennisvragen t.a.v. belangen en rollen van verschillende actoren

Vermaatschappelijking van natuur is een term die voor mensen niet hetzelfde hoeft te betekenen, het raakt ook aan verschillende belangen. Hoe gaan we om met de grote verschillen in perceptie van wat natuur is, en de consequenties daarvan? Wat is precies vermaatschappelijking van natuur? Is vermaatschappelijking een beleidsdiscours of een empirische realiteit? Wat is het kwantitatieve beeld van vermaatschappelijking?

Hoe beleidsmakers hiermee om kunnen gaan is een opgave die wordt gesignaleerd. Wat is de rol van overheden en hoe kan dat door de overheidslagen heen met verschillende actoren tot oplossingen voor de opgaves leiden? Wat zijn voor overheden de kosten en baten van vermaatschappelijking van natuur?

Hoe burgers bij natuur te betrekken is een opgave die nog verschillende kennisvragen oplevert: Hoe voer je een breed gesprek in de samenleving over wat natuur is en wat dat betekent? En wat zijn de consequenties van keuzes? Als het doel is: meer natuur buiten natuurgebieden: welke actoren kunnen dan wat bijdragen en hoe betrek je ze? Wat kunnen TBO’s met burgerbetrokkenheid? Hoe krijg je vermaatschappelijking binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN)? Hoe kan natuurbehoud aansluiten bij groene behoeften uit de samenleving? Hoe verbindt je (overheids-)ambities met energie in de samenleving? Welke particuliere beheerinnovaties zijn er van burgers? Hoe organiseren zij zich? Inspireren zij anderen? Hoe delen zij kennis?

Ten slotte zijn er vragen rond democratie. Hoe leidt vermaatschappelijking tot meer legitimiteit voor het natuurbeleid? Welke machthebbende partijen zijn bepalend in huidige systeem, welke vergen een verandering voor de opgave van vermaatschappelijking? Wat zijn spanningen tussen representatieve en directe democratie? Hoe kun je korte termijn incentives verbinden met lange termijn doelen? (bijv. natuurinclusieve landbouw, of in de vastgoedsector). Wat is de betekenis van vermaatschappelijking voor beheerkosten en praktijken van beheerders?

Kennisvragen t.a.v. onderzoek en methode

Ten slotte worden kennisvragen gesignaleerd rondom het onderzoek naar vermaatschappelijking zelf. Bijvoorbeeld: Is monitoring van trends mogelijk rondom burgerinitiatieven en natuurinclusieve bedrijvigheid? Hoe onderzoeken we geschaald en integraal de vermaatschappelijking van natuur? Dus vermaatschappelijking als doel, middel en effect? Is opgave- en gebiedsgericht onderzoek mogelijk in plaats van algemeen en landelijk (en dus integraal bestuurlijk en samen met maatschappelijke organisaties, met als doel kennis op maat?) Is er behoefte aan kennisontwikkeling of juist meer aan verspreiding en adaptatie? Hoe zijn de opbrengsten (sociaal, ecologisch, economisch, en qua welbevinden, betrokkenheid, draagvlak, participatie) van vermaatschappelijking te meten of evalueren?