• No results found

Relatie tussen een bouwstof, grond of

In document HUM Besluit bodemkwaliteit (pagina 169-173)

niveau Besluit bodemkwaliteit

Bijlage 2: Relatie tussen een bouwstof, grond of

baggerspecie en afval

Wanneer is iets afval?

Op blz. 78 van de Nota van toelichting van het Bbk wordt dit beschreven.

Hier wordt gesteld:

In de Kaderrichtlijn afvalstoffen )Richtlijn nr. 75/442/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen (PbEG 1975, L 194)’ zijn afvalstoffen gedefinieerd als: elke stof of elk voorwerp behorende tot de in bijlage I genoemde categorieën waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.

De categorieën in bijlage I zijn zeer ruim omschreven en bovendien is als laatste categorie omschreven “alle stoffen, materialen of producten die niet onder de hierboven vermelde categorieën vallen”, zodat er vrijwel niets is dat niet in beginsel onder de Kaderrichtlijn afvalstoffen kan vallen.

Het doorslaggevende criterium is de vraag of de houder (de producent of de natuurlijke of rechtspersoon die de afvalstoffen in bezit heeft) zich van die stoffen ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Dat criterium wordt in de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie en, in navolging van dat Hof, door de Nederlandse Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State zeer ruim uitgelegd.

Als recent voorbeeld daarvan kan de uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak Van de Walle (C-1/03) worden genoemd. Daarin oordeelde het Hof van Justitie dat per ongeluk door koolwaterstoffen verontreinigde bodem zelfs voordat die is ontgraven als afvalstof moet worden beschouwd. In het licht van de richtlijn en deze jurisprudentie moet ervan uit worden gegaan dat grond en bagger- specie na het ontgraven ervan in de meeste gevallen als afvalstof dienen te worden beschouwd. Om die reden zijn de voorschriften in dit besluit opgesteld met als uitgangspunt dat dit besluit aan alle eisen voldoet die aan afvalstoffen worden gesteld: degene die grond of baggerspecie toepast, hoeft zich dan niet (of in elk geval zo min mogelijk) af te vragen of hij al dan niet met een afvalstof bezig is.

Uitgangspunt is dus dat ontgraven grond in beginsel een afvalstof is. Dit betekent dat de afvalstoffenregelgeving hierop van toepassing is, tenzij dit expliciet

Bouwstoffen

Op blz. 81 van de Nota van toelichting van het Bbk staat over bouwstoffen het volgende:

Voor bouwstoffen geldt dat in dit besluit geen onderscheid wordt gemaakt tussen primaire bouwstoffen en afvalstoffen. Beide moeten op dezelfde wijze voldoen aan de milieuhygiënische eisen om als bouwstof te mogen worden toegepast. Voor zover bouwstoffen tevens afvalstoffen zijn, moet daarnaast wel worden voldaan aan de eisen die de Kaderrichtlijn afvalstoffen stelt. Afvalstoffen spelen op twee manieren een rol in de bouwstoffenstroom. Ten eerste worden afvalstoffen gerecycled tot nieuw toe te passen bouwstoffen of als grond- stof toegepast voor de productie van nieuwe bouwstoffen. Ten tweede kunnen sommige bouwstoffen die vrijkomen uit een ouder werk direct worden hergebruikt, zonder verdere bewerking tot nieuw product. Op beide manieren wordt het gebruik van primaire hulpbronnen verminderd en worden afvalstoffen nuttig toegepast. Hierin heeft dit besluit voor het onderdeel bouwstoffen dezelfde doelstelling als de Kaderrichtlijn afvalstoffen.

(De verwachting is dat binnen afzienbare tijd een aangepaste/nieuwe Kaderrichtlijn afvalstoffen wordt vastgesteld. Als daarna de Wet milieubeheer en het landelijk Afvalbeheerplan II worden aangepast, wordt ook deze bijlage aangepast. )

Hieruit blijkt dat ook bouwstoffen een afvalstof kunnen zijn. Omdat het in onze handhavingspraktijk bij niet-vormgegeven bouwstoffen meestal om secun- daire bouwstoffen gaat, is de afvalstoffenregelgeving ook hierop van toepassing, tenzij dit expliciet wordt uitgezonderd.

Aanpassingen n.a.v. het Bbk

In de art. 68 t/m 70 van het Bbk staat aangegeven dat een aantal Besluiten worden aangepast aan het Bbk. Hierbij wordt gesproken over het Inrichtingen- en vergunningenbesluit, Besluit vrijstelling stortverbod buiten inrichtingen en het Besluit stortplaatsen en stort- verboden afvalstoffen. Hier is aangegeven dat enkele bepalingen uit deze Besluiten zodanig worden aangepast dat zij niet van toepassing zijn als grond, baggerspecie of bouwstoffen worden toegepast binnen de kaders van het Bbk. Het betreft hier alleen handelingen die toepassing van deze stoffen betreffen. Dit betekent dat de afvalstoffenregelgeving voor de overige onderdelen, bijvoorbeeld voor het transport, wel van toepassing blijft. Op blz. 72, par. 5.3.3. van de Nota van Toelichting wordt aangegeven dat de uitzonderingen op de afvalstoffen- regelgeving alleen gelden als er sprake is van een toepassing in werken met een functioneel karakter. De volgende onderdelen van de afvalstoffenregelgeving is dan niet van toepassing:

Stortverbod ex. art. 10.2 Wm; -

Besluit stortplaatsen en stortverboden. -

Het vierde aspect dat wordt genoemd op blz. 72 is hierbij erg illustratief: Een voorgenomen toepassing van IBC-bouwstoffen moet worden gemeld op grond van het Bbk. Tevens geldt een meldingsplicht voor de afgifte van afvalstoffen.

Conclusie is dat bijna iedere partij grond of secundaire bouwstof tevens afvalstof is.

Op alle handelingen met grond, baggerspecie en bouwstoffen (die tevens afval zijn) zijn de bepalingen van de afvalstoffenregelgeving van toepassing, uitgezonderd op de toepassing zelf als dit plaatsvindt binnen de kaders van het Bbk.

Zie voor meer informatie ook Tweede Kamerstuk 30015 en 2928, nummer 25, vergaderjaar 2007-2008.

Beslisboom of een geproduceerd materiaal een afvalstof dan wel een bijproduct is

In de voorgaande pagina’s is vanuit het Bbk bekeken of een bouwstof, grond of baggerspecie als afvalstof moet worden gezien. Deze vraag kan ook (of moet misschien wel) worden beantwoord vanuit de Kaderrichtlijn Afvalstoffen en het landelijk afvalbeheerplan. De hierna opgenomen beslisboom geeft aanwijzingen hoe dit hierin is geregeld. Hierin wordt vooral ingegaan

Het betreft een product

Is het beoogde materiaal- gebruik legaal?

Werd het materiaal doelbewust geproduceerd?* Materiaal is een productieresidu: Onderstaande maatstaven hanteren

Is het gebruik van het materiaal zeker?

Is het materiaal gebruiksklaar, zonder verdere bewerking? **

Wordt het materiaal geproduceerd als integrerend deel van het

productieproces? Het betreft een

bijproduct

Het betreft een afvalstof

Het betreft een afvalstof NEE JA NEE JA NEE JA JA

* Werd het productieproces gewijzigd om het materiaal te produceren?

** M.u.v. een normale bewerking als integrerend deel van het productieproces

op de vraag of een geproduceerd (of vrijgekomen) stof een afvalstof of een product betreft.

Voor absolute zekerheid moet worden getoetst aan de Kaderrichtlijn Afvalstoffen en het landelijk afvalbeheerplan.

In onderstaand schema is de relatie tussen de afvalstoffenregelgeving en het Bbk weergegeven.

Materiaal Afval? Transport? Afgifte? Toepassen op grond van Bbk? Bbk van toepassing Afvalregelgeving niet van toepassing

Afvalregelgeving m.b.t. transport van toepassing Afvalregelgeving m.b.t. afgifte van toepassing Afvalregelgeving stortverbod NEE JA JA NEE JA NEE NEE JA

Per saneringsgeval moet worden nagegaan in welke bodemfunctieklasse het gebied is ingedeeld waarin het is gelegen of dat er sprake is van LMW’s.

Veelal zal het bevoegd gezag Wbb in de sanerings- beschikking aansluiten bij de generieke of gebieds- specifieke LMW’s. Dat neemt niet weg dat het bevoegd gezag een eigen motiveringsplicht heeft bij het vaststellen van de saneringsdoelstelling en dat een afwijkende doelstelling voor een concreet geval of specifiek gebied tot de mogelijkheden behoort. In dat geval geldt het strengste beleid. Bij een gemeente die kiest voor het generieke kader maar die geen bodem- functiekaart heeft vastgesteld, betekent dit dat de (generieke) Achtergrondwaarde als terugsaneerwaarde moet worden toegepast.

Indien bij een sanering vóór 1 oktober 2008 een beschikking instemming saneringsplan is afgegeven door het bevoegd gezag (of voor deze datum een BUS melding is ontvangen door het bevoegd gezag), dan blijven de oude BGW’s nog gelden, tenzij hierover in de beschikking door het bevoegd gezag afwijkende voorschriften zijn opgenomen.

Hergebruik van niet-ernstig verontreinigde grond van saneringslocaties

Op saneringslocaties kan niet-ernstig verontreinigde grond (of baggerspecie) vrijkomen. De kwaliteit van deze grond kan voldoen aan de bodemkwaliteitsklasse wonen of industrie.

Deze grond mag in zijn algemeenheid op grond van het Bbk ter plaatse worden hergebruikt als het past binnen Afstemming bodemsaneringsbeleid op

hergebruiksbeleid Bbk

Over de afstemming van het bodemsaneringsbeleid op het hergebruiksbeleid van het Bbk kan

www.bodemplus.nl worden geraadpleegd. Uitgangspunt is het volgende:

Met het oog op vereenvoudiging en modernisering van bodemregelgeving is het wenselijk dat de Maximale Waarden voor hergebruik van grond en baggerspecie die het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) kent, óók worden gebruikt als terugsaneerwaarde voor immobiele veront- reinigingen in de bovengrond. De circulaire bodem- sanering en de Regeling uniforme saneringen zijn hier per 1 oktober 2008 op aangepast.

Tot 1 oktober 2008 werden de landelijk geldende bodem- gebruikswaarden (BGW’s) als terugsaneerwaarden gebruikt. Deze BGW’s bepaalden ook de kwaliteit van de grond in de leeflaag en van de aanvulgrond. Vanaf 1 oktober 2008 worden de Maximale Waarden dus ook gebruikt bij bodemsanering, waarmee sprake is van een eenduidig en afgestemd beleidskader voor bodem- sanering en hergebruik van grond en baggerspecie. Gemeenten moeten in het kader van het Bbk kiezen voor generiek of gebiedsspecifiek beleid. In het eerste geval gelden de landelijke normen voor de Achtergrondwaarde, de bodemfunctieklasse Wonen en de bodemfunctieklasse Industrie, die zijn opgenomen in de Regeling bodem- kwaliteit. In het tweede geval stelt een gemeente eigen Lokale Maximale Waarden (LMW’s) vast.

Bijlage 3: Hergebruik van niet-

In document HUM Besluit bodemkwaliteit (pagina 169-173)