• No results found

In de rekening van de vorige dienstjaren wordt weergegeven hoe de overgedragen kredieten van de vorige jaren van 01 januari tot en met 31 december werden uitgevoerd.

De rekening van de vorige dienstjaren totaliseert in uitgaven de definitieve vastleggingen en de aanrekeningen, rekening houdend met de opsplitsing in de gewone en de buitengewone begroting.

Wat de ontvangsten betreft, wordt het begrotingsresultaat van de gewone en de

buitengewone begroting opgenomen met daartegenover het boekhoudkundig resultaat van hetzelfde jaar als vastgesteld recht.

In de rekening van de vorige dienstjaren worden voor de uitgaven de volgende gegevens per begrotingsartikel en per dienstjaar opgenomen:

 De functionele (Center) en economische (Artikel) code van de algemene rekening;

 De omschrijving van de functionele code;

 De omschrijving van het artikel (economische code);

 De overdrachten van de vorige rekening;

 De definitieve vastleggingen tijdens het eigen dienstjaar;

 De niet gebruikte kredieten;

 De aanrekeningen;

 De naar het volgende dienstjaar 2019 over te dragen kredieten.

De kredieten van de vorige dienstjaren werden niet voorzien in de begroting van het eigen dienstjaar. Het gaat hier over overgedragen waarden van de vorige dienstjaren.

Een vastlegging is een verplichting voortvloeiend uit de wet, een overeenkomst of een eenzijdige beslissing van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Door de vastlegging wordt het volledige of gedeeltelijke begrotingskrediet voor een welbepaalde bestemming voorbehouden.

Door de aanrekening wordt het werkelijk verschuldigde bedrag tijdens het dienstjaar op de begrotingsrekening geboekt. Het is dat bedrag dat tijdens het dienstjaar in principe is uitbetaald.

De niet gebruikte kredieten van de vorige dienstjaren vertegenwoordigen het verschil tussen de overdrachten van de vorige rekening en de definitieve vastleggingen tijdens het eigen dienstjaar. Het betreft annulaties van overdrachten die het gevolg zijn van een gewijzigd engagement van de instelling of die het gevolg zijn van correcties van vastgelegde bedragen.

Het invorderingsrecht is elk bedrag dat met zekerheid, door een welbepaalde derde, tijdens een bepaald dienstjaar aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie verschuldigd is.

Het vastgesteld recht is het invorderingsrecht dat geboekt is.

De onverhaalbare posten en oninvorderbare rechten zijn ofwel:

 de vastgestelde rechten die omwille van materiële vergissingen vervallen;

 de bedragen te betalen door schuldenaren van wie insolventie bewezen is;

 alle andere verminderingen die behoorlijk zijn toegestaan door het College.

b. De uitgaven van de vorige dienstjaren b.1. De gewone dienst

Na de afsluiting van de rekening 2018 werd een bedrag van 4.432.304,98 EUR, zijnde openstaande vastleggingen, naar de rekening 2019 overgedragen. Van dit bedrag blijft eind 2019 nog 1.622.315,36 EUR onbetaald. Dit bedrag is als volgt samengesteld:

Dienstjaar 2015 – 15.206,12 EUR Het betreft, in grote lijnen:

 bij de algemene directie Onderwijs en Vorming:

 liften COOVI;

 bij de algemene directie Cultuur, Jeugd en Sport:

 Subsidie voor The Brussels Art Institute vzw;

 Gemeenschapscentra: bijstand Office 365;

Dienstjaar 2016 – 14.705,91 EUR Het betreft, in grote lijnen:

 bij de algemene directie Cultuur, Jeugd en Sport:

 Sport: diverse subsidies;

 bij de algemene directie Welzijn, Gezondheid en Gezin

 Gezin: Nederlands op de werkvloer, subsidie tijdelijke huisvesting KDV Bambino;

Dienstjaar 2017 – 264.626,52 EUR Het betreft, in grote lijnen:

 bij de diensten Leidend ambtenaar:

 Asset Management

 bij de algemene directie Onderwijs en Vorming:

 Subsidie huur modulaire units/klaslokalen en diverse andere subsidies;

 bij de algemene directie Cultuur, Jeugd en Sport:

6

 bij de directie Gebouwen en Patrimonium

 Diverse herstellingen;

Dienstjaar 2018 – 1.327.776,81 EUR Het betreft, in grote lijnen:

 bij de diensten Leidend ambtenaar:

 Diverse documentaties

 bij de directie Personeel en HRM:

 HRM: coachingopdracht medewerkers

 bij de dienst Communicatie en IT:

 Advertenties, drukwerken en voorzieningen woontours;

 bij de algemene directie Onderwijs en Vorming:

 Adviezen en advertenties;

 Diverse subsidies;

 OCB: Subsidie uitrol BRUZZ Ket;

 bij de algemene directie Cultuur, Jeugd en Sport:

 Coaching team onthaal GC De Kriekelaar, catering en onroerende voorheffing;

 Sociaal Cultureel Werk: boeken;

 Gemeenschapscentra: Studies en begeleiding

 Sociaal cultureel werk: Obib documentatie

 Jeugd: subsidie Volta vzw;

 Sport: diverse begeleidingen, waaronder deze van Sportwerk Vlaanderen, en diverse subsidies;

 bij de algemene directie Welzijn, Gezondheid en Gezin

 Opleiding VIB, fotoreportages en begeleidingen;

 Gezin: huur, lezing, camerabewaking KDV Onze Guitjes en tijdelijke huisvesting KDV De Boomhut

 bij de directie Gebouwen en Patrimonium

 Onroerende voorheffing en diverse herstellingen;

b.2. De buitengewone dienst

Na afsluiting van de rekening 2018 werd een bedrag van 63.953.525,07 EUR, zijnde openstaande vastleggingen, naar de rekening 2019 overgedragen. Hiervan blijft eind 2019 nog 26.729.532,18 EUR onbetaald.

De voorbehouden kredieten vinden hun oorsprong in verschillende dienstjaren. Het gaat grotendeels om projecten waarvan de realisatie over verschillende jaren is gespreid o.m.

met betrekking tot het eigen patrimonium (o.m. voor eigen onderwijsinstellingen en gemeenschapscentra), doch ook mbt investeringssubsidies. In dit laatste geval gaat het over nog niet afgewerkte dossiers voor jeugdinfrastructuur en sportinfrastructuur, maar ook voor welzijnsinstellingen, kinderdagverblijven en voorschoolse instellingen alsook voor onderwijsinstellingen (capaciteitsuitbreiding).

De overige over te dragen kredieten moeten worden voorbehouden voor de betaling van facturen van investeringsgoederen.

c. De ontvangsten van de vorige dienstjaren

In de rekening van de ‘vorige dienstjaren’ wordt het algemeen begrotingsresultaat en boekhoudkundig resultaat van de gewone en van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2018 opgenomen.

Het begrotingsresultaat is het verschil tussen enerzijds de vastgestelde rechten, verminderd met de onverhaalbare posten en de oninvorderbare ontvangsten en anderzijds de vastleggingen.

Het boekhoudkundig resultaat is het verschil tussen enerzijds de vastgestelde rechten, verminderd met de onverhaalbare posten en de oninvorderbare ontvangsten, en

anderzijds de aangerekende uitgaven. Het boekhoudkundig resultaat is geen overschot, maar is het saldo van de vastgelegde bedragen die nog niet werden uitbetaald.

c.1. De gewone ontvangsten

Het algemeen begrotingsresultaat 2018 van de gewone dienst bedraagt na de

verschillende begrotingswijzigingen 4.213.792,26 EUR. Dit bedrag is de raming van het begrotingsoverschot op de begroting 2018 en wordt als te voorziene ontvangst genomen.

Daartegenover vindt men het boekhoudkundig resultaat 2018. Dit sluit af met een positief resultaat van 8.646.097,24 EUR.

c.2. De buitengewone ontvangsten

8