• No results found

Reglement Vrijwillige Bijdragen

Artikel 1. Werkingssfeer

1. Het Reglement Vrijwillige Bijdragen is de uitvoeringsregeling uit hoofde van artikel 22 van het Reglement 2015 van Stichting Pensioenfonds Randstad.

2. Alle in het Reglement 2015 van Stichting Pensioenfonds Randstad gehanteerde begrippen en definities zijn op dit Reglement Vrijwillige Bijdragen van toepassing, tenzij hier in het

Reglement Vrijwillige Bijdragen uitdrukkelijk van wordt afgeweken.

Artikel 2. Verwerving van extra pensioenaanspraken door middel van vrijwillige bijdragen

1. De deelnemer heeft met inachtneming van het in dit reglement bepaalde de mogelijkheid vrijwillige bijdragen te leveren ten behoeve van de vorming van extra pensioenaanspraken in relatie tot de in artikel 3, 4, 5 en 6 genoemde mogelijkheden.

2. Het Reglement Vrijwillige Bijdragen betreft de uitvoering van een premieovereenkomst zoals vastgelegd in de Pensioenwet.

3. Vrijwillige bijdragen van de deelnemer worden actuarieel omgezet in extra aanspraken op ouderdomspensioen en/of nabestaandenpensioen die na het moment van storting worden toegevoegd aan de reguliere pensioenaanspraken.

4. De omzetting van vrijwillige bijdragen in extra pensioenaanspraken vindt plaats op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Hiertoe worden door het bestuur, na advies van de actuaris van het fonds, inkoopfactoren vastgesteld, volgens welke bedoelde omzetting voor alle deelnemers op uniforme wijze geschiedt. Deze inkoopfactoren zijn vastgelegd in Bijlage 1 bij dit reglement. Jaarlijks kan door het bestuur van het fonds besloten worden tot aanpassing van deze inkoopfactoren.

5. Over de storting van vrijwillige bijdragen en de vorming van extra pensioenaanspraken zijn geen administratiekosten verschuldigd.

6. De uit vrijwillige bijdragen te verwerven extra pensioenaanspraken maken integraal onderdeel uit van de opgebouwde pensioenaanspraken. Ten aanzien van omstandigheden zoals de jaarlijkse aanpassing van extra pensioenaanspraken, beëindiging van het deelnemerschap, overdracht van opgebouwde aanspraken, overlijden van de deelnemer en alle andere situaties zijn de relevante bepalingen uit het Reglement 2015 van Stichting Pensioenfonds Randstad van overeenkomstige toepassing.

7. De extra aanspraken op ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen gaan met inbegrip van

Artikel 3. Vrijwillige bijdragen over incidentele beloningscomponenten

1. De deelnemer heeft de mogelijkheid om vrijwillige bijdragen te storten ten behoeve van de vorming van pensioenaanspraken over incidentele beloningscomponenten. Als incidentele beloningscomponenten waarover vrijwillige bijdragen in de zin van dit artikel mogelijk zijn, worden aangemerkt de eindejaarsuitkering en de bonusuitkering welke mogelijk aan de deelnemer uitgekeerd worden.

2. De deelnemer dient uiterlijk op de laatste kalenderdag van de maand vóór de maand waarin uitbetaling van de incidentele beloningscomponent plaatsvindt, het fonds schriftelijk te informeren omtrent zijn wens tot inhouding en storting van vrijwillige bijdragen.

3. De hoogte van de vrijwillige bijdrage is leeftijdsafhankelijk, waarbij de leeftijd van de deelnemer in hele jaren (naar beneden afgerond) op het moment van de storting van de vrijwillige bijdrage als uitgangspunt geldt. De hoogte van de vrijwillige bijdrage wordt uitgedrukt in een percentage van de incidentele beloning en is in de onderstaande tabel per leeftijdsgroep weergegeven. De deelnemer dient een keuze te maken tussen een 100%-bijdrage, dan wel een 50%-bijdrage conform de onderstaande tabel.

Leeftijdsgroep 100% bijdrage 50% bijdrage

15 tot en met 19 jaar 3,30% 1,55%

4. De vrijwillige bijdrage wordt ingehouden op de bruto uitbetaling van de incidentele beloning en wordt op de eerste kalenderdag van de maand volgend op de maand van uitbetaling van de incidentele beloning aangewend ten behoeve van extra pensioenaanspraken.

Artikel 4. Vrijwillige bijdragen ter verwerving van ouderdomspensioen over eerdere diensttijd

1. De deelnemer kan het bestuur van het fonds verzoeken vast te stellen of er in zijn geval sprake is van in het verleden doorgebrachte diensttijd bij de werkgever die niet als

deelnemingstijd in aanmerking is genomen. Een eventueel hieruit voortvloeiend pensioentekort wordt vastgesteld op basis van de gemiddelde pensioengrondslag en de destijds geldende deelnemingsfactor, met inachtneming van hetgeen is bepaald ten aanzien van de grenzen voor maximale pensioenopbouw zoals die gelden in het jaar waarin de vrijwillige bijdragen worden gedaan.

2. In het kader van dit artikel mogen slechts aanvullende bijdragen worden gestort voor zover er sprake is van een pensioentekort in de zin van lid 1. Het is niet toegestaan om aanvullende bijdragen te storten ter compensatie van neerwaartse aanpassing van pensioenaanspraken in de zin van artikel 18 van het Reglement.

3. Ter zake van het conform lid 1 vastgestelde pensioentekort wordt op basis van de leeftijd van de deelnemer in hele jaren (naar beneden afgerond) op het moment van de (eerste) storting van de vrijwillige bijdrage en de in Bijlage 1 vastgelegde inkoopfactoren een te storten vrijwillige bijdrage vastgesteld welke geacht wordt een compensatie te vormen van het vastgestelde pensioentekort.

4. De deelnemer heeft ten aanzien van de storting van de vrijwillige bijdrage de keuze tussen de navolgende betaalwijzen:

o door middel van een betaling van de volledige bijdrage ineens;

o door middel van een betaling in 12 gelijke maandelijkse termijnen;

o door middel van een betaling in 24 gelijke maandelijkse termijnen.

Bij keuze voor een betaling in 12 dan wel 24 maandelijkse termijnen wordt aan de deelnemer geen rentevergoeding in rekening gebracht. Na ontvangst van elke betaling wordt de vrijwillige bijdrage aangewend ten behoeve van de vorming van een extra aanspraak op

ouderdomspensioen.

Artikel 5. Vrijwillige bijdragen ter verwerving van nabestaandenpensioen

1. De deelnemer heeft de mogelijkheid om vrijwillige bijdragen te storten ten behoeve van een aanspraak op nabestaandenpensioen.

2. De deelnemer dient het fonds schriftelijk te informeren omtrent zijn wens tot inhouding en storting van vrijwillige bijdragen. Inhouding en storting vinden plaats tot het moment van schriftelijke wederopzegging dan wel tot het moment van beëindiging van het dienstverband.

3. De hoogte van de vrijwillige bijdrage is leeftijdsafhankelijk, waarbij de leeftijd van de deelnemer in hele jaren (naar beneden afgerond) op het moment van de eerste storting van de vrijwillige bijdrage als uitgangspunt geldt. De hoogte van de vrijwillige bijdrage wordt uitgedrukt in een percentage van de pensioengrondslag, eventueel te vermenigvuldigen met de van toepassing zijnde deelnemingsfactor. De hoogte van de vrijwillige bijdrage op jaarbasis is in de onderstaande tabel per leeftijdsgroep weergegeven.

Leeftijdsgroep Bijdrage

4. De vrijwillige bijdrage wordt ingehouden op de maandelijkse bruto salarisbetaling en wordt op de eerste kalenderdag van de maand volgend op de maand van uitbetaling van het salaris aangewend ten behoeve van de vorming van een pensioenaanspraak op

nabestaandenpensioen.

Artikel 6. Vrijwillige bijdragen ter verwerving van nabestaandenpensioen over eerdere deelnemingstijd

2. De deelnemer kan het bestuur van het fonds verzoeken vast te stellen of er in zijn geval sprake is van deelnemingstijd gedurende welke geen opbouw van nabestaandenpensioen op basis van kapitaaldekking heeft plaatsgevonden. Een eventueel hieruit voortvloeiend tekort aan nabestaandenpensioen wordt vastgesteld als zijnde het verschil tussen het maximaal

behaalbare nabestaandenpensioen ter hoogte van 70% van het opgebouwde

ouderdomspensioen en het geheel van feitelijk opgebouwd nabestaandenpensioen en bijzonder nabestaandenpensioen, met inachtneming van hetgeen is bepaald ten aanzien van de grenzen voor maximale pensioenopbouw zoals die gelden in het jaar waarin de vrijwillige bijdragen worden gedaan.

3. In het kader van dit artikel mogen slechts aanvullende bijdragen worden gestort voor zover er sprake is van een tekort aan nabestaandenpensioen in de zin van lid 1. Het is niet toegestaan om aanvullende bijdragen te storten ter compensatie van neerwaartse aanpassing van pensioenaanspraken in de zin van artikel 18 van het Reglement.

3. Ter zake van het conform lid 1 vastgestelde pensioentekort wordt op basis van de leeftijd van de deelnemer in hele jaren (naar beneden afgerond) op het moment van de (eerste) storting van de vrijwillige bijdrage en de in Bijlage 1 vastgelegde inkoopfactoren een te storten vrijwillige bijdrage vastgesteld welke geacht wordt een compensatie te vormen van het vastgestelde tekort aan nabestaandenpensioen.

4. De deelnemer heeft ten aanzien van de storting van de vrijwillige bijdrage de keuze tussen de navolgende betaalwijzen:

o door middel van een betaling van de volledige bijdrage ineens;

o door middel van een betaling in 12 gelijke maandelijkse termijnen;

o door middel van een betaling in 24 gelijke maandelijkse termijnen.

Bij keuze voor een betaling in 12 dan wel 24 maandelijkse termijnen wordt aan de deelnemer geen rentevergoeding in rekening gebracht. Na ontvangst van elke betaling wordt de vrijwillige bijdrage aangewend ten behoeve van de vorming van een extra aanspraak op

nabestaandenpensioen.

Artikel 7. Vrijwillige bijdragen uit levensloopkapitaal

1. De deelnemer wordt de mogelijkheid geboden om gedurende het dienstverband en uiterlijk op de pensioeningangsdatum vrijwillige bijdragen te storten uit niet-aangewend kapitaal dat tot stand is gekomen uit deelname aan levensloopregelingen. Storting vindt plaats ten behoeve van de vorming van extra pensioenaanspraken mits dat voor deelnemer past binnen de kaders van hoofdstuk IIB Wet op de Loonbelasting 1964.

2. De vrijwillige bijdragen uit levensloopkapitaal kunnen worden aangewend ter verwerving van extra aanspraken op ouderdomspensioen en / of nabestaandenpensioen mits de

pensioenregeling daarna een pensioenregeling blijft in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964.

3. Voor de verwerving van pensioenaanspraken uit vrijwillige bijdragen door middel van niet-aangewend kapitaal dat tot stand is gekomen uit deelname aan levensloopregelingen zijn de bepalingen en inkoopfactoren van het Reglement Vrijwillige Bijdragen van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8. Oneigenlijke handelingen

De ingevolge het Reglement Vrijwillige Bijdragen extra verkregen pensioenaanspraken en het opgebouwde nabestaandenpensioen kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij de krachtens de Pensioenwet en anders dan ten behoeve van uitstel van betaling op grond van artikel 25, vierde lid, van de Invorderingswet 1990.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking per 1 januari 2015.

Bijlage 1 – Inkoopfactoren

De factoren voor inkoop van pensioenaanspraken op grond van het Reglement Vrijwillige Bijdragen zijn per 1 januari 2015 als volgt door het bestuur vastgesteld.

De in te kopen pensioenaanspraken worden vastgesteld als het quotiënt van de vrijwillige bijdrage en een leeftijdsafhankelijke factor. De leeftijdsafhankelijke factoren worden in onderstaande tabel weergegeven. De factoren voor inkoop ouderdomspensioen hebben betrekking op de vrijwillige bijdragen ingevolge de artikelen 3 en 4 van het Reglement Vrijwillige Bijdragen.

De factoren voor inkoop nabestaandenpensioen hebben betrekking op de vrijwillige bijdragen artikelen 5 en 6 van het Reglement Vrijwillige Bijdragen.

De leeftijd wordt bepaald op basis van de leeftijd van de (gewezen) deelnemer in hele jaren (naar beneden afgerond) op het moment van de storting van de vrijwillige bijdrage.

1A Inkoopfactoren bij pensioenleeftijd 65 jaar Leeftijd Factor voor inkoop

ouderdomspensioen Factor voor inkoop nabestaandenpensioen

Leeftijd Factor voor inkoop

ouderdomspensioen Factor voor inkoop nabestaandenpensioen

54 14,8013 3,2521

55 15,2286 3,3388

56 15,6719 3,4238

57 16,1307 3,5071

58 16,6053 3,5881

59 17,0950 3,6665

60 17,5978 3,7430

61 18,1140 3,8149

62 18,6395 3,8834

63 19,1704 3,9479

64 19,7045 4,0082

65 20,2423 4,0629