• No results found

Reglement op het Beleid der Regering' \an Nederlandsen Indië

In document IET STELSEL VAN BESTUUE (pagina 61-81)

A

Aanslag. Overal waar de landrente geheven wordt volgens den gemeentelijken of dorpsaanslag wordt daarmede voorloopig voortgegaan. De grondslagen voor den aan-slag in de landrente worden bij algemeene verordeningen vastgesteld. 59.

Aardbeving. Zie Onteigening.

Abolitie. Voorzooveel mlandsche vorsten en hoofden betrett, heeft de Gouverneur-Generaal ook het regt van am-nestie en abolitie. 52.

Achteloosheid. Zie Ontslag.

Adeldom. Geene Europesohe titels van adeldom worden erkend dan die door den koning zijn verleend. 114.

Administratief gezag. Welke zaken aan hetzelve onderworpen blijven en door wien beslist worden de geschillen over bevoegdheid tusschen de regterlijke en administrative

magt, 83. . Administrative betrekkingen der Zeemagt in JN. 1. tot het

Dep. van Marine. Zie Betrekking.

Adviesen. In welke zaken de Gouverneur-Generaal de ad-viesen kan en moet vragen van den Raad van N. I.

iü. 28. 29. 45. 46. 47. 52. 53. 75. 77. 82. 95. 109.

en van het Hooggeregtshof van N. I. 52. 53.

Zie ook Overleg en Overeenstemming.

62 ALPHABETISCH REGISTER OP HET

Afkondiging. Magt van den Gouverneur-Generaal, om de afkondiging of uitvoering uit te stellen van wetten of koninklijke besluiten en bevelen. 22. Hij moet daar-omtrent in overeenstemming met den Eaad van Indië handelen. 29. Wat hij verpligt is te doen wanneer zijne handeling wordt afgekeurd. 25.

Door wien alle algemeene verordeningen worden af-gekondigd; waardoor die afkondiging geschiedt en wanneer dezelve gerekend wordt bekend te zijn. 31.

Op welke wijze moet worden afgekondigd eene wet of een koninklijk besluit. 32, en eene ordonnantie van den Gouverneur-Generaal. 33.

Zie ook Staatsblad van Nederlandsch Indië.

Afschaffing der slavernij in geheel Nederlandsch Indië op 1 Januarij 1860. 115. De algemeene verordeningen, het pandelingschap betreffende / waar dit nog niet kan worden afgeschaft, hebben de strekking om die afschaf-fing te bevorderen. 118.

Afwezendheid. Voorziening bij ziekte of afwezendheid van den Gouverneur-Generaal, den IA Gouv.-Gen. en van den Vice-President van den Eaad van N. I. 13.

Afzetting. Dezelve wordt uitgesproken in het vonnis, bij hetwelk een regterlijk ambtenaar tot eene lijf- of ont-eerende straf is veroordeeld. 97.

Afzonderlijke wijken. Zie Oosterlingen.

Algemeene begrooting. De Gouv.-Gen. is verpligt den Raad van N. I. te raadplegen over de algemeene begrooting van ontvangsten en uitgaven. 28 § c.

Algemeen belang. Het Reglement van orde voor de gaderingen van den Raad van N. I. behelst de ver-pligting van geheimhouding in zoover het algemeen belang dit vordert. 7. Over zaken van algemeen be-lang vraagt de Gouverneur-Generaal het advies van dien Raad. 28. De Gouv.-Gen. handelt op eigen geza°-en verantwoordelijkheid wanneer verwijl gewigtio-e aloe-meene belangen zou in gevaar brengen. 30. °Bij°de vijfjarige herziening der verordeningen, de persoonlijke diensten der inboorlingen betreffende, worden daarin

KEGERINGS-KEGLEMENT VAN NED. INDIE. 6 8

trapsgewijze de verminderingen gebragt, bestaanbaar met het algemeen belang. 57.

Zie ook Openbare rast.

Algemeen, bestuur. Zie I l l e hoofdstuk 64—66. De Gouv.-Gen. is verpligt den Eaad van Indië te raadplegen ten aanzien van alle Instruction en Eeglementen, het alge-meen of gewestelijk bestuur betreffende, 28 § a. De verschillende takken van het algemeen burgerlijk be-stuur worden beheerd door Directeuren. 64.

Algemeène handel. Toegankelijkheid der havens van N. I., geopend voor den algemeenen handel, voor de schepen van alle met Nederland bevriende volken. 130.

Algemeen nut. Zie Onteigening..

Algemeène Rekenkamer. Hare bestemming, zamenstelling en instructie, 66.

Zie ook President der Alg. Rekenkamer en Geld-middelen.

Algemeène Secretaris. Zijne verrigtingen in de vergade-ring, bedoeld bij art. 15 1er opdragt van de tijdelijke waarneming der waardigheid van Gouv.-Generaal aan een der leden van den Eaad. 15. Hij wordt geroepen om inlichtingen te geven in de vergadering van den Eaad, belegd om te onderzoeken, of het vermoeden dat de Gouv.-Gen. krankzinnig i s , gegrond is. 17.

De twee laatste alin. van art. 8 zijn op hem toepas-selijk. 18. De algemeène verordeningen worden door hem gewaarmerkt. 81. 32. 33.

Zie ook Verboden graden.

Algemeène Verordeningen. Dezelve worden vastgesteld door de wetgevende magt iu Nederland (wetten); door den koning alleen (koninklijke besluiten); door den Gou-verneur-Generaal (ordonnantiën). 31. Afkondiging en werking der algemeène verordeningen. 31. De Gouv.-Gen. zorgt voor derzelver uitvoering. 27. Hare toe-passelijkheid op plaatsen waar het regt van zelfbestuur aan de inlandsche vorsten en volken gelaten is. 27.

Overeenstemming met den Eaad van Indië wordt ge-vorderd voor de vaststelling, wijziging, uitlegging,

schor-64 ALPHABETISCH REGISTER OP HET

sing en intrekking van alle algemeene verordeningen, alsmede voor het uitstellen harer afkondiging 29.

De Gouverneur-Generaal is bevoegd, om algemeene verordeningen vast te stellen omtrent alle onderwerpen, waarvan de regeling niet door de wet, noch door den koning is geschied of moet geschieden. 20; en, in dringende omstandigheden, ook omtrent onderwerpen, waarvan de regeling door de wft moet geschieden of aan den koning is voorbehouden, zoolang die regeling niet heeft plaats gehad. 21.

Voorts mag hij de afkondiging of uitvoering uit stellen van wetten of kon. besluiten en bevelen. 2 2 ; en wetten, bij algemeene verordening, geheel of ge-deeltelijk buiten werking te stellen, 23; gelijk mede verordeningen door den koning of, in zijnen naam, door Kommissarissen-Generaal vastgesteld of goedge-keurd. 24; hoedanige verordeningen van den Gouv,-Gen. (namelijk die, bedoeld in de art. 2 1 , 23, 24), verbindende kracht behouden tot dat hare intrekking door den Gouv.-Gen. is afgekondigd. 26.

Bij algemeene verordening worden geregeld:

a. de bevordering en het ontslag van de officieren der landmagt. 42.

b. de pensioenen en gagementen van de landmagt. 42.

c. de benoeming, het ontslag en de pensioenering der ambtenaren. 4,9.

d. de toepasselijk verklaring der verbodsbepaling van art.

3 op de ambtenaren. 51.

e. het verleenen van zeebrieven en jaarpassen. 54.

f. de belastingen. 58.

ff. de grondslagen van den aanslag in de landrente. 59.

h. de uitgifte van gronden in huur. 62.

i. de regtspraak in burgerlijke en militaire zaken. 75. 76.

k. de onteigening ten algemeenen nutte. 77.

I. de vervolging of veroordeeling tot straf. 88.

m. het hooger beroep der arresten van het Hooggeregts-hof in burgerlijke zaken aan den Hoogen Raad der Nederlanden. 103.

KEGERINGS -REGLEMENT VAN NED. INDIE. 65

* t e S ;ag ^e n 1 0?r t 0 e l a t i n g V a n A n d e r s en o- het toezigt der regering op de drukpers en de re-els aer verantwoordelijkheid wegens de onbelemmerde toe-lating van in Nederland gedrukte stukken 110 P- de medewerking der ingezetenen, bij de schutterijen

ingelijfd tot de handhaving van het Nederland eh gezag in Indië. 113.

q. de maatregelen tot voorbereiding en geleidelijke traps-gewijze uitvoering van de afschaffing der slavernij en (1er daartoe betrekkelijke vergoedingen 115

r. de regten en verpligtingen der meesters ten aanzien aer in indië aanwezige slaven. 117.

». het pandelingschap en deszelfs afschaffing. 118 t. de mngting van het openbaar onderwijs 1 5

». de^ regels tot het geven van voldoend openbaar la-er onderwijs aan de Europesehe bevolking. 127

De voor de schepen van met Nederland'bevriende volken toegankelijke havens van N. I. moeten de alae

-meene verordeningen naleven. 130 e

Ambten. De Gouv.-Gen. is verpligt den Raad van N I te raadplegen ten aanzien van benoemingen lot <rewi«r-tige ambten. 28 § ƒ . o ' s

Zie ook Staatsambten.

Ambtenaren Zij worden, in den regel, door den Gouv-Gen oenoemd, ontslagen en op pensioen gesteld. 49.

Zie ook Reglementen en keuren.

Gezagvoerders.

Gezaghebbers.

Ambtsmisdrijf. Tegen welke ambtenaren, in het geval van ambtsmisdrijf, geen vervolging kan plaats hebben dan na magtiging van den Gouv.-Gen. 100.

De Gouv.-Gen. en Lt.-Gouv.-Gen. staan wegens ambts-misdrijven teregt voor den Hoogen raad der Neder-landen. 101.

AmUstitels van de ambtenaren met het hoogste ffewestelük gezag bekleed. 6 8 ; en van de Regenten. 69

Amnestie. Zie aboutie.

6 6 ALPHABETISCH REGISTER OP HET

Arabieren. Dezelve worden gelijk gesteld met inlanders.^ 109.

Arbeidsverdeeling. Zorg deswege opgedragen aan den Gouv.-Gen. 56 § 3. Zie ook Belooning, Vrije arbeid.

Arresten. Gevallen, waarin de arresten van het Hoogge-regtshof van N. I. in burgerlijke zaken onderworpen zijn aan hooger beroep bij den Hoogen Raad der Nederlanden. 103.

Authentieke akten. Wederkeerige uitvoerbaarheid van der-zelver grossen in N. I. en in Nederland. 104.

Autoriteiten Bevoegdheid van den Gouv.-Gen. om, in

"eval van oorlog of opstand, autoriteiten tijdelijk op te heffen. 43.

B

Batavia is de zetel van het Hooggeregtshof van Ned. Indie.

93. De Vice-President en twee leden van den Eaad van Indie moeten steeds ter hoofdplaats aanwezig blijven. 36.

Beginselen. Als door den koning vastgesteld worden be-schouwd de aangenomene gewigtige beginselen van Eegering. 24. Zie ook Regtspraak.

Begrooting. 7Àe Algemeene begrooting. Jaarwedde. Soldijen-Behoeften. Zie Persoonlijke diensten.

Bekwaamheid. Zie Voorwaarden. Regent.

Belang. Zie /llgemeen belang.

Belasting. Handhaving van het stelsel van belasting, in 's konin^s naam door Kommissarissen-Geueraal vast-gesteld, hoezeer niet uitdrukkelijk door den koning-bekrachtigd. 24. In Nederlandsch Indië mogen geene belastingen geheven worden dan die bij algemeene verordeningen zijn bepaald. 58.

Zie ook Markten. Inlandsche Christenen.

Beleg. Ingeval van oorlog of opstand heeft de Gouverneur-Generaal bepaaldelijk de magt, om N. I. geheel of ge-deeltelijk ook in staat van beleg te verklaren. 43.

Beloften. Eed door den Gouv.-Gen., den Lt.-Gouv.-Gen., den Vice-President en' de leden van den Eaad van N. I. af te leggen, dat zij geene giften of gaven zullen beloven, noch beloften of geschenken aannemen zullen. 5. 6. 11.

REGERINGS-REGLEMENT VAN NED. INLHE. 6 7

Belooning. Van den kultuurarbeid der inlanders. 56.

Belijdenis. Zie Godsdienst.

Benoemingen. 7Ae Koning.

Gouverneur- Generaal.

Ambten.

Ambtenaren.

Officieren.

President van het Hooggeregtshof.

Beroep. Zie Hooger beroep.

Bescherming der inlandsche bevolking tegen willekeur. 55, Aanspraak van alle ingezetenen op bescherming van persoon en goederen. 108. Vrije belijdenis van gods-dienstige meeningen, behoudens de bescherming der maatschappij en harer leden tegen de overtreding der algemeene verordeningen op het strafregt. 119.

Beslissende stem van den Gouverneur-Generaal in de ver-gadering van den Kaad van Indië. 30.

Beslissingen van den Gouverneur-Generaal. Hij alleen be-slist op 's Raads adviesen. 28. alsmede omtrent ge-schillen over bevoegdheid tusschen de regterlijke en administrative magt. 82. tusschen de regtbanken en inlandsche priesters en hoofden, eu tusschen den bur-gerlijken en militairen regter. 83.

Besluiten. Alle bij de invoering van dit Reglement ver-bindende besluiten worden gehandhaafd tot dat zij door andere zijn vervangen. 132.

Zie ook Algemeene verordeningen. Koninklijke be-sluiten. Verwijdering. Verblijf.

Bestuur. Zie Algemeen bestuur.

Gemeentelijk bestuur.

Gewestelijk bestuur.

Plaatselijk bestuur.

Burgerlijk bestuur.

Besturende ambtenaren. Hun pligt jegens de inlandsche be-volking. 55.

Beteekening aan den betrokken persoon van het besluit tot deszelfs verwijdering en van het bevel tot zijne in-hechtenisneming. 45. 47.

5*

68 ALPHABETISCH REGISTER OP HET

Betrekking. Administrative betrekking van de in N. I.

aanwezige Zeemagt tot het Dep. van Marine. 41. De Gouv.-Geu. regelt de betrekking der ambtenaren met het hoogste gewestelijk gezag bekleed tot de verschil-lende collégien en ambtenaren, tot de militaire gezag-hebbers en tot de bevelgezag-hebbers van 's Rijks schepen van oorlog. 68.

Betrekkingen. Zie Staatkundige betrekkingen.

Bevel. Zie Gevangenneming.

Inhechtenisneming.

Koning.

Hegterlijke bevelen.

Vonnissen.

Bevelhebbers. De bevelhebbers der Zee- en Landmagt wor-den geroepen in de vergadering, in welke aan een der leden van den Eaad van N. I. de tijdelijke waarneming der waardigheid van Gouv.-Gen. wordt opgedragen. 15.

Bevoegdheid. Van de bevoegdheid der Regering, lie hoofd-stuk, 20—63.

Zie ook Beslissingen van den Gouv.-Gen. en Gouver-neur- Generaal.

Bevoegde magt. Zie Ingezetenen.

Bevordering. Zie Officieren.

Bezittingen buiten Java en Madura. De Gouv.-Gen. kan in die buitenbezittingen de burgerlijke of militaire gezag-hebbers magtigen tot het nemen van voorloopige maatregelen van den aard, bedoeld bij art. 43. Buiten Java en Madura is het verlof van den h oogsten ge-westelijken gezaghebber noodig tot het instellen van burgerlijke regtsvorderingen en van vervolgingen tot straf tegen inlandsche vorsten en hoofden. 84. De hoogste gezagvoerders in die bezittingen zijn bevoegd ingeval de dadelijke uitvoering van een doodvonnis gebiedend noodzakelijk is, dezelve te gelasten. 92.

Niemand mag zich buiten Java en Madura vestigen zonder vergunning van den hoogsten gewestelijken gezaghebber. 105. Het verbod om pandelingen te nemen tot zekerheid van schuld wordt door den Gouv.-Gen.

REGKRINGS-KEGL1ÎMENT VAN NED. INDIE. 6 9

op die gedeelten van de bezittingen buiten Java en Madura toegepast, waar de maatschappelijke toestand het gedoogt. 118.

Bezittingen van liet Rijk in Azië. Zie Gebied van N. 1.

Bezoldiging. Zie Jaarwedde.

Bezwaren. De Gouv.-Gen. zorgt, dat, zooveel doenlijk, opgeheven worden de bezwaren, bestaande legen de op hoog gezag ingevoerde kultures. 56 § 5. De tegen den President, Vice-President en de leden van het Hooggeregtshof bestaande bezwaren, wanneer die naar het oordeel van den Gouv.-Gen. tot ontslag moeten leiden, worden hem medegedeeld ten dienste zijner schriftelijke verantwoording. 95.

Bloedverwantschap. Zie Verboden graden.

Borg. De Gouv.-Gen. mag geen borg zijn voor eenige ondernemingen, ten grondslag hebbende eenige met de Indische Regering om winst of voordeel aangegane overeenkomst. 3. Die bepaling is toepasselijk op den Lt.-Gouvr.-Gen., 4., den "Vice-President en de leden van den Raad van Indië. 9; en kan op andere amb-tenaren toepasselijk gemaakt worden. 51.

Bosschen. De Gouv.-Gen. vestigt zijne bijzondere aandacht op de bosschen van djattihout. 61

Brand. Zie Onteigening.

Brievenpost. Zie Geheim, post.

Buitengewone maatregelen. Zie Maatregelen.

Buiten werking stellen. De Gouv.-Gen. is bevoegd om in dringende omstandigheden buiten werking te stellen wetten. 23. alsmede verordeningen des konings of van Kommissarissen-Generaal. 24.

Burgerlijk bestuur. Door wie de verschillende takken van het algemeen burgerlijk bestuur beheerd worden. 64.

Burgerlijke dood. Geenerlei straf heeft den burgerlijken dood ten gevolge. 89.

Burgerlijke geschillen. Zie Geschillen, Inlandsche Priesters of hoofden.

Burgerlijk gezag. In de gewesten van N. I. is dat gezag, zoolang niet anders is bepaald, het hoogste. 68.

70 A L P H A H K T I S C H R E G I S T E R O P H E *

Burgerlijke gezaghebbers. Zie Bezittingen buitenJava en Madura

•Burgerlijk regt voor Europeanen en Inlanders. 75.

Zie ook Wetten.

Burgerlijke regten. Twistgedingen over dezelve behooren bij uitsluiting tot de kennis van de regterlijke magt.

78. Geenerlei straf heeft bet verlies van alle burger-lijke regten ten gevolge. 89.

Burgerlijke regter. Beslissing van geschillen tusschen den burgerlijken en militairen regter. 83.

Burgerlijke regtsvorderingen. Zie Regtsvorderingen.

Burgerlijke zaken. Zie Arresten.

Burgerlijk regt.

Hooggeregtshof.

c.

Chinezen worden gelijk gesteld met inlanders. 109.

Zie ook Vreemde Oosterlingen.

Christelijke kerkgenootschappen. Inrigting en bestuur van dezelve. 122.

Christenen. Alle Christenen, geene inlanders zijnde, of met dezen gelijk gesteld, worden met Europeanen ge-lijk gesteld. 109. Inlandsche Christenen blijven onder-worpen aan hunne hoofden en staan met opzigt tot regten, lasten en verpligtingen met de overige inlanders gelijk, die het christendom niet belijden. 109.

Christen-leeraars, priesters en zendelingen Dezelve moeten voorzien zijn van eene bijzondere toelating, om hun dienstwerk te verrigten. 123.

Contraseign. Strafbaarheid van den Gouv.-Gen. wegens uitvoering van kon. besluiten of beschikkingen, °niet voorzien van de vereischte mede-onderteekenin'o- van een der Ministers. 38 s 1.

D.

Dagelijksch beleid der zaken. Opdragt van hetzelve bij ziekte of alwezendheid van den Gouv.-Gen. 13.

Deelhebber. De Gouv.-Gen. mag regtstreeks noch zijdelings deelhebber zijn in eenige winst- of voordeel beoogende

REGERINGS-REGLEMENT VAN NED. INDIE. 71 onderneming, krachtens overeenkomst met de Indische Kegering. 3. Deze bepaling is . toepasselijk op den Lt.-Gouv.-Gen. 4 . , op den Vice-President en deleden van den Eaad van N. I. 9., en kan op andere amb-tenaren toepasselijk gemaakt worden. 51.

Departementen, van algemeen bestuur. Zie Directeuren.

Departement van Marine. Admistrative betrekking van de in N. I. aanwezige Zeemagt tot dit Dep. 41.

Dessas. Zie Dorpen.

Diensten. Zie Persoonlijke diensten.

Dienstdoende leden van den Baad van N. I. Hun getal. 10.

Directeuren. De verschillende takken van het algemeen burgerlijk bestuur worden beheerd door Directeuren.

64. Dezelve worden geroepen in de vergadering, in welke aan een der leden van den Eaad de tijdelijke waarneming der waardigheid van Gouv.-Gen. wordt opgedragen. 15.

Discretïonaire magt van den Gouverneur-Generaal. Zie Gou-verneur- Generaal.

Dispensatie. Magt van den Gouv.-Gen. om, voor zooveel regtszaken betreft, dispensatie te verleenen. 53.

Zie ook Verboden graden.

Districten. Verdeeling der regentschappen in districten. 70.

Districtshoofden. Hunne instructie en betrekking tot de Europesche ambtenaren, worden door den Gouv.-Gen.

vastgesteld. 70.

Djattihout. Zie Bosschen.

Dood. {Burgerlijke). Zie Straf.

Doodvonnis. Uitvoering van hetzelve. 92.

Doorvoer. De tariven van doorvoer worden vastgesteld door de wet. 129.

Dorpen. Gronden tot de dessas behoorende, kunnen met in huur uitgegeven worden. 62.

Zie ook Kleine stukken grands.

Dorpsaanslag. Zie Aanslag.

Dringende omstandigheden. Bevoegdheid van den Gouv.-Gen. in zoodanige of soortgelijke omstandigheden. 10.

21. 23. 24. 30. 43. 77. 129.

7 a ALPHABETISCH REGISTER OP HET

Drukpers. Eegeling van het toezigt der Regering op dezelve. 110. •

E .

Eed Formulier van den eed voor den Gouv.-Gen. 5 ; den Lt -Gouv.-Gen. 6; den Vice-President en de leden van den Eaad van N. I. 1 1 , en den Voorzitter en de leden der vergadering tot verkiezing van een der leden van dien Eaad tot tijdelijk waarnemend Gouv.-Gen. 15.

Zie ook • Waarneming.

Eerbied. Ieder in Ned. Indië is verpligt den Gouv.-Gen.

als des konings vertegenwoordiger te eerbiedigen. 1.

De Vice-President en de leden van den Eaad zweeren eerbied aan den Gouv.-Gen. 11.

Eerbiediging van bestaande regten en gebruiken. De be-schikking over door inlanders ontgonnen gronden, waarop op hoog gezag kultures plaats hebben, moet geschieden met billijkheid en eerbiediging van regten en gebruiken. 56 § 2, De Gouv.-Gen. waakt, met eerbiediging van verkregen regten, dat op de markten (passars) geene belastingen worden geheven. 60.

Zie ook Gebruiken.

Regten.

Instellingen.

Wetten.

Eerlijkheid.. Zie Regent. Foorwaarden.

Eigenaar van landerijen. De Gouv.-Gen., de Lt.-Goiiv.-Gen.

en de Vice-President en leden van den Eaad mogen zulks niet zijn. 3. 4. 9.

Eigendom. Zie Twistgeding.

Regterlijke magt.

Onteigening.

Eigèndomsregten des Rijks op de bosschen van djattiftout.

Zorg van den Gouv.-Gen. voor dezelve. 61.

Eilanden van den O. I. Archipel. Zie Gouvernementsvestigingen Europeanen. Regtspraak over Europeanen. 75. Wie met hen worden gelijk gesteld. 109. Onderwijs aan dezelve.

126. 137.

BEGERINGS-REGLEMENT VAN NED. INDIE. 7 3

Europesche regter. • Waarop hij bij zijne regtspraak over inlanders letten moet. 75.

Europesche titels van adeldom. Zie Adeldom.

F.

Formulier. Van het onderschrift der afkondiging van eene wet of van een kon. besluit. 32; van afkondiging eener ordonnantie van den Gouv.-Gen. 33.

Zie ook Eed.

Forum privilegiatum. Zie Hooggeregtshqf.

G.

Gagementen. Regelen omtrent het toekennen van dezelve. 42.

Gaven. Zie Beloften.

Gebied van N. I. Kolonien en bezittingen in Azië, dat gebied uitmakende. 1.

Gebruiken. De persoonlijke diensten moeten in overeen-stemming met dezelve geregeld worden. 57. De aan-stelling van een Eegent geschiedt onder zoodanigen ambfcstitel als de inlandsche gebruiken medebrengen.

69; evenzoo die der districtshoofden. 70. Naar^die gebruiken wordt ook door den Europesehen regter ge-vonnisd. 75.

Zie Eerbiediging van bestaande regten en gebruiken.

Regten.

Instellingen.

Godsdienstige wetten.

Gedrukte stukken. Toelating van elders dan in Nederland-en van in Nederland gedrukte stukkNederland-en. 110.

Geheim. Onschendbaarheid van het geheim der brieven. 87.

Geheimhouding. Zie Reglement van orde voor de vergade-ringen van den Raad van N. I.

Gehoorzaamheid. De Gouv.-Gen., de Lt.Gouv.-Gen. en de Vice-President en leden van den Raad van N. I. zwee-ren dezelve aan den koning. 5. 6. 11.

Zie ook Getrouwheid.

Gekommitteerden. Zie Kommissièn.

=

7 4 ALPHABETISCH REGISTER OP HET

Geldmiddelen. De algemeene Eekenkamer is belast met het toezigt over het beheer der koloniale geldmiddelen. 66.

Zie ook Wetten. Verantwoording.

Gelijkgestelde personen. Welke personen met Europeanen, en welke met inlanders worden gelijk gesteld. 109.

Gemeene weide. Zie Weide.

Gemeentelijke aanslag. Zie Aanslag.

Gemeenten. Eegt van de inlandsche gemeenten, om hare hoofden en bestuurders te verkiezen en hare huishou-delijke belangen te regelen. 71.

Zie ook Kultures.

Gemeentelijke verordeningen. De inlandsche Christenen blij-ven aan dezelve onderworpen eblij-ven als de inlanders, die het christendom niet belijden. 109.

Geneesheer van den Gouv.-Gen. Zie Kommissie.

Geneeskundige dienst. (Hoofd der) Zie Kommissie.

Geregtelijke akten. Derzelver beteekening aan daarbij be-trokken personen. 45. 47.

Geschillen. Zie Beslissingen van den Gouv.-Gen.

Priesters.

Getrouwheid aan den koning wordt gezworen door den Gouv.-Gen., den Lt.-Gouv.-Gen., den Vice-President en de leden van den Eaad. 5. 6. 11.

Zie ook Grondwet.

Gelingen. Als zoodanig worden opgeroepen degenen, die licht kunnen verspreiden over het vermoeden , dat de

Gelingen. Als zoodanig worden opgeroepen degenen, die licht kunnen verspreiden over het vermoeden , dat de

In document IET STELSEL VAN BESTUUE (pagina 61-81)