• No results found

Regionale verdeling, afname van het pachtareaal en pacht in procenten van

4 ROL EN BETEKENIS VAN PACHT OP HET LANDBOUWBEDRIJF

4.3 Regionale verdeling, afname van het pachtareaal en pacht in procenten van

Tabel 4.10 geeft een overzicht van het percentage pachtbedrijven in procenten van het totaal aantal landbouwbedrijven per landbouwgebied. Opvallend zijn de grote verschillen per landbouwgebied, de daling van het percentage pachtbedrijven in de periode 1979- 1999, en de sterke daling in de periode 1990- 1999.

Tabel 4.10: Percentage pachters van totaal aantal bedrijven per regio, per landbouwgebied Percentage Index 1979 1990 1999 1979 1990 1999 Bouwhoek en Hogeland 78 68 50 100 87 64 Veenkoloniën en Oldambt 66 62 40 100 94 61 Noordelijk weidegebied 61 53 41 100 86 66 Oostelijk veehouderij 43 38 35 100 87 80 Centraal veehouderij 45 39 28 100 85 62 IJsselmeerpolders 77 75 58 100 97 75 Westelijk Holland 41 33 23 100 81 55 Waterland en droogmakerijen 64 58 43 100 90 67 Hollands/Utrechts weide 47 41 33 100 88 70 Rivierengebied 53 47 35 100 88 66 Zuidwestelijk akkerbouw 73 66 52 100 91 71 Zuidwest Brabant 52 46 34 100 88 65 Zuidelijk Veehouderij 50 41 34 100 83 69 Zuid Limburg 82 73 56 100 90 69 Totaal 53 46 36 100 87 68

Bron: Landbouwtelling, diverse jaren

Tabel 4.11 geeft een overzicht van het percentage pachtgrond in procenten van de totale oppervlakte landbouwgrond per landbouwgebied. Opvallend zijn de grote verschillen per landbouwgebied en de daling van het percentage pachtgrond in de periode 1979-1999.

Tabel 4.11: Percentage pachtgrond van totaal oppervlakte grond per regio en de index, per landbouwgebied Percentage Index 1979 1990 1999 1979 1990 1999 Bouwhoek en Hogeland 51 38 30 100 74 58 Veenkolonien en Oldambt 38 30 25 100 78 65 Noordelijk weidegebied 43 31 26 100 72 59 Oostelijk veehouderij 26 21 24 100 80 90 Centraal veehouderij 36 28 26 100 80 72 IJsselmeerpolders 55 58 47 100 106 85 Westelijk Holland 41 32 29 100 78 71 Waterland en droogmakerijen 51 36 30 100 70 59 Hollands/Utrechts weide 36 24 21 100 69 59 Rivierengebied 46 36 31 100 79 69 Zuidwestelijk akkerbouw 53 42 37 100 79 70 Zuidwest Brabant 36 29 28 100 81 78 Zuidelijk Veehouderij 30 23 25 100 76 83 Zuid Limburg 61 42 43 100 69 70 Totaal 40 31 28 100 78 71

Landbouwtelling, eigen bewerking

Tabel 4.12 geeft een overzicht van de procentuele afname van het aantal pachters en het pachtareaal per landbouwgebied in de periode 1979-1999. Gemiddeld is de afname van het aantal pachters 2% per jaar en de afname van het pachtareaal 1,7% per jaar. Opvallend is de grote spreiding.

Tabel 4.12: Procentuele afname per jaar van het aandeel pacht in totale oppervlakte landbouwgrond en het aandeel pachters in totaal aantal landbouwers per landbouwgebied in de periode 1979-1999

Aantal pachters Pachtareaal

Bouwhoek en Hogeland -2,3 -2,7 Veenkolonien en Oldambt -2,5 -2,2 Noordelijk weidegebied -2,1 -2,6 Oostelijk veehouderij -1,1 -0,5 Centraal veehouderij -2,4 -1,6 IJsselmeerpolders -1,5 -0,8 Westelijk Holland -3,0 -1,7 Waterland en droogmakerijen -2,0 -2,7 Hollands/Utrechts weide -1,8 -2,6 Rivierengebied -2,1 -1,9 Zuidwestelijk akkerbouw -1,7 -1,8 Zuidwest Brabant -2,1 -1,2 Zuidelijk Veehouderij -1,9 -1,0 Zuid Limburg -1,9 -1,8 Totaal -2,0 -1,7

Landbouwtelling, eigen bewerking

Het belang van de uitgaven aan pacht kan van bedrijf tot bedrijf sterk verschillen. Hieronder gaan we nader in op de betekenis van de uitgaven voor pacht voor akkerbouw- en graasdierbedrijven. Tabel 4.13 geeft een overzicht van de uitgaven voor pacht uitgedrukt in

procenten van respectievelijk de opbrengsten, kosten, uitgaven, en netto kasstroom voor de graasdierhouderij- en de akkerbouwbedrijven12.

Tabel 4.13: Pacht als percentage van de bruto opbrengsten, kosten, uitgaven en netto kasstroom

Bedrijfstype Aandeel pacht

Opbrengsten Kosten Uitgaven Netto kasstroom Graasdieren 1990 32.2 6.2 1.5 3.2 1.2 1995 30.5 7.4 1.6 3.2 175 1999 33.7 8.2 1.9 3.9 0.7 Akkerbouw 1990 53.8 11.9 5.7 9.6 110 1995 53.9 11.8 5.9 9.9 -0.5 1999 44.8 17.3 5.5 8.9 505

Bron: LEI, eigen bewerking

Uit de tabel volgt dat voor graasdierbedrijven het aandeel pacht in procenten van de oppervlakte van de bedrijven licht is toegenomen. Ook de uitgaven voor pacht in procenten van de opbrengsten, kosten en uitgaven zijn in de periode tussen 1990 en 1999 toegenomen. Opvallend is de sterke toename van de uitgaven voor pacht in procenten van de opbrengsten bij akkerbouwbedrijven in 1999. Dit is een vooral gevolg van de lage opbrengsten (veroorzaakt door lage prijzen) in de akkerbouw. De uitgaven voor pacht in procenten van de kosten en uitgaven zijn tamelijk stabiel. Daarentegen fluctueert het aandeel van pacht in procenten van de netto kasstroom van jaar tot jaar zeer sterk. Voor akkerbouw is deze fluctuatie sterker dan voor de graasdierbedrijven, en is zelfs sprake van een negatieve aandeel van de uitgaven voor pacht in de netto kasstroom.

4.4 Samenvatting en conclusies

In afgelopen 20 jaar is in toenemende mate een steeds groter deel van het pachtareaal in gebruik gekomen bij de grotere bedrijven. In 1999 hadden bedrijven met een oppervlakte tot 20 ha 17% van het pachtareaal, en was 36% van het pachtareaal in gebruik bij bedrijven groter dan 50 ha. Geconcludeerd kan worden dat: (1) pacht geen belemmering vormt voor de ontwikkeling in de bedrijfsgroottestructuur van de landbouw; (2) pacht in toenemende mate in handen komt van de grotere bedrijven; en (3) bedrijfsvergroting door pacht mogelijk wordt. Hoewel in de periode 1990-1999 het aantal pachtbedrijven met circa 22% is afgenomen nam de productiewaarde van de pachtbedrijven met bijna 24% toe. In 1999 nam circa 30% van de pachtbedrijven 60% van de productiewaarde van alle pachtbedrijven voor zijn rekening, en ruim 10% van de bedrijven zelfs 35% van de productiewaarde. Pachtbedrijven zijn dus sterk vertegenwoordigd in de bovenkant van de bedrijfsgroottestructuur. Hieruit mag geconcludeerd worden dat een steeds groter aandeel van de productiewaarde (gemeten in nge) van pachtbedrijven door de grotere pachtbedrijven geproduceerd wordt.

Er zijn - zowel absoluut als relatief - meer kleine eigendomsbedrijven dan kleine pachtbedrijven. In 1999 was 48% van de pachtbedrijven en 36% van de eigendomsbedrijven groter dan 50 nge. Dat betekent dat er - in ha gemeten - relatief gezien meer grote

pachtbedrijven dan eigendomsbedrijven zijn. De eigendomsbedrijven waren met 81 nge gemiddeld iets groter dan het gemiddelde van pachtbedrijven (75 nge).

Aan de onderkant van de bedrijfsgrootteverdeling zijn de verschillen tussen pacht- en eigendomsbedrijven groter dan aan de bovenkant. Het aantal bedrijven in de grootteklasse 3 - 16 nge is bij eigendomsbedrijven aanzienlijk groter dan bij pachtbedrijven. Voor de totale productieomvang in nge zijn deze bedrijven van geringe betekenis. Bijna eenvijfde van de pachtbedrijven was in 1999 groter dan 100 nge, en deze produceerden ruim 60% van de totale productiewaarde van pachtbedrijven. Bij de eigendomsbedrijven was bijna een kwart van de bedrijven groter dan 100 nge, en deze produceerden eveneens ruim 60% van de totale productiewaarde van eigendomsbedrijven. Bij pachtbedrijven wordt dus een relatief vrijwel gelijk percentage van de totale productieomvang door relatief minder bedrijven geproduceerd. Omdat het schuldenniveau van eigendomsbedrijven dikwijls hoger is dan dat van pachtbedrijven lopen eigendomsbedrijven eerder tegen kredietbeperkingen van de banken aan. Deze kredietrestricties beperken de groei van eigendomsbedrijven meer dan die van pachtbedrijven. De hoge prijzen voor landbouwgrond leiden bij eigendomsbedrijven tot een toename van de schulden in verhouding tot de opbrengsten.

De uitgaven voor pacht in procenten van de opbrengsten, kosten en uitgaven zijn in de periode tussen 1990 en 1999 toegenomen. Opvallend is de sterke toename van de uitgaven voor pacht in procenten van de opbrengsten bij akkerbouwbedrijven in 1999. Dit is een vooral gevolg van de lage opbrengsten (veroorzaakt door lage prijzen) in de akkerbouw. De uitgaven voor pacht in procenten van de kosten en de uitgaven zijn tamelijk stabiel. Daarentegen fluctueert het aandeel van pacht in procenten van de netto kasstroom van jaar tot jaar zeer sterk. Voor akkerbouw is deze fluctuatie groter dan voor graasdieren.

5 RENDEMENT VOOR DE VERPACHTER