• No results found

De regionale indeling van 43 centrumgemeenten bestaat al vele jaren. Centrumgemeenten en de regiogemeenten hebben ervaring opgedaan in het samenwerken aan een sluitend aanbod maatschap-pelijke opvang. Die samenwerking is geïntensiveerd in 2008 bij de totstandkoming van regionale Stedelijke Kompassen. Van de ervaringen kan geprofiteerd worden nu het beschermd wonen onder hetzelfde regime gaat vallen . Het integreren van maatschappelijke opvang en beschermd wonen in één beleidsplan is in de samenwerking met regiogemeenten efficiënt. Regiogemeenten hebben be-perkte ambtelijke capaciteit voor het specifieke beleidsterrein maatschappelijke opvang en beschermd wonen. Zeker als de regiogemeente erg klein van inwoneraantal is in verhouding tot de grote cen-trumgemeente. De beleidsmedewerkers van de centrumgemeente zitten volop in de ontwikkelingen, terwijl de beleidsmedewerker van de regiogemeente slechts hooguit enkele uren per week zich in de materie kan verdiepen. Centrumgemeenten zoeken doorgaans naar de juiste samenwerkingsintensiteit en de juiste samenwerkingsvorm met de regio, die tegemoetkomt aan dit verschil.

Beleidsmatig is afstemming nodig. Belangrijk in het kader van preventie, herstelondersteuning en na-zorg is dat in de hele regio het beleid rond begeleiding, dagbesteding, schuldhulp en welzijn zodanig is dat ook de doelgroep B&O hiervan kan profiteren. Verder kan de centrumgemeente zorgdragen voor consultatieve ondersteuning van wijkgerichte teams inzake cliënten met multi-problematiek, dak-loosheid of psychiatrische problematiek. De regiogemeenten kunnen zich inspannen om huisvesting te realiseren, hetzij voor nieuwe voorzieningen, hetzij voor individuele cliënten die zelfstandig kunnen gaan wonen. Ook is regionale samenwerking mogelijk in de aanpak van Verwarde Personen. Deze sa-menwerking kan mogelijk genoemd worden in het beleidsplan Opvang en Bescherming, bijvoorbeeld het werken met een crisisplan en crisiskaart, eventuele kortdurende opnames als time-out voor een verward iemand, betrokkenheid van medewerkers bij de primaire screening en dergelijke.

Een punt van aandacht zijn de gevolgen van maatschappelijk gewenste resultaten voor de kosten-ontwikkeling. Goede doorstroomresultaten vanuit opvang en bescherming naar zelfstandig wonen kunnen leiden tot stijgende kosten voor regiogemeenten: bijvoorbeeld meer bijstandsgerechtigden en meer een beroep doen op de Wmo voor ambulante (woon)begeleiding. Dat geldt trouwens ook in het geval er meer uitstroom uit de behandel-GGZ komt richting beschermd wonen. Dat is maatschappelijk gezien uitstekend (goed voor cliënt én vermindering van zorgkosten). Maar het cliëntenbestand van het beschermd wonen groeit en dat is duurder voor de centrumgemeente.

Ook in de uitvoering is samenwerking gewenst. Voor de instroom in beschermd wonen en maatschap-pelijke opvang kan er een belangrijke rol zijn voor professionals in regiogemeenten: een bijdrage leveren aan de hulpvraagverheldering (onderzoek) met relevante informatie en het ondersteunen van cliënten (voorlichten, meegaan). Dat geldt voor de uitstroom ook. Als cliënten na intramuraal wonen weer in een regiogemeente gaan wonen, is er in het primaire proces een goede overdracht nodig. Een warme overdracht van het ondersteuningstraject houdt in persoonlijk overleg tussen cliënt, voormalige hulpverlener en nieuwe hulpverlener.

Brede samenwerking in de regio

Om de verschillende ambities te kunnen bereiken is het nodig om de regionale samenwerking te optimaliseren. Het gaat daarbij om samenwerking tussen zorgverzekeraars en gemeenten, maar ook tussen centrum- en regiogemeenten, zorgaanbieders, cliënten- en familieorganisaties, woningcorpora-ties, arbeidsorganisawoningcorpora-ties, onderwijsinstellingen, et cetera. Integraalwerken is een cruciale stap om tot innovatie op regionaal niveau te komen. In de landelijke werkafspraken hervorming langdurige zorg zijn onder andere opgenomen:

• Goed regelen van de cliëntparticipatie (versterken van het cliëntperspectief).

• Zorgdragen van sluitend voorzieningenaanbod (niemand tussen wal en schip).

• Bewaken van de zorgcontinuïteit voor huidige cliënten.

Deze werkafspraken hervorming langdurige zorg vormen de basis voor de regionale samenwerkings-afspraken tussen gemeenten, zorgverzekeraars, zorgkantoren, aanbieders en cliënten. In deze samen-werkingsafspraken is er aandacht voor het volgende:

• Cliënten die beschermd wonen nodig hebben, bijvoorbeeld als ze een kliniek verlaten, moeten daar snel terecht kunnen.

• Omgekeerd dienen cliënten in beschermd wonen snel de voor hen noodzakelijke geneeskundige GGZ-behandeling te kunnen krijgen, als dat nodig is ook intramuraal. Dit geldt ongeacht het wette-lijk kader van waaruit een cliënt op dat moment zorg of ondersteuning ontvangt (Zvw, Wmo 2015, Wlz, Justitie of Jeugdwet). Het gaat dus om goede aansluiting tussen systemen.

Tussen gemeenten onderling zijn afspraken nodig om de overgang tussen beschermd wonen en ambu-lante begeleiding en vice versa goed te laten verlopen. Goede samenwerking tussen centrumgemeen-ten, regiogemeenten en woningcorporaties is daarbij essentieel.

Samenwerking met zorgverzekeraars

Tussen de gemeenten en zorgverzekeraars in de regio zijn afspraken gewenst die niet direct betrekking hebben op beschermd wonen of opvang, maar wel op preventie en nazorg. Het gaat bijvoorbeeld om zorg op het grensvlak van behandeling en begeleiding, samenhang tussen FACT-teams en wijkteams, crisiszorg en crisispreventie.

Samenwerking met andere regio’s

Samenwerking met andere regio’s of centrumgemeenten kan veel opleveren. Voor de uitwerking van veel ambities is veel inzet en denkkracht nodig. Omdat veel van de ambities precies dezelfde zullen zijn als die in andere regio’s is het verstandig om elkaar op te zoeken en gezamenlijk oplossingen en aanpakken te bedenken, zoals:

• Het opzetten van een centrale toegang voor opvang en bescherming samen.

• Het loskoppelen van dagbesteding van het beschermd wonen qua organisatie en financiering.

• Een visie op het mogelijk houden van pgb’s voor beschermende woonvormen.

• Het ontwikkelen van nieuwe woon- en ondersteuningsvormen om ambulantisering te stimuleren ter voorkoming van opname in intramurale voorzieningen.

• Het zorgdragen voor meer woningen.

6 Organisatie van het aanbod