• No results found

Regels grensoverschrijdend gedrag

4 Regels, afspraken en protocollen op schoolniveau

4.5. Regels grensoverschrijdend gedrag

Stappenplan incidentenregistratie

1. Wanneer er een incident plaatsvindt, noteert de betrokken leerkracht het incident in Parnassys.

2. Groep – betreffende klas(sen) – betreffende leerling(en) – documenten (meer…) – nieuwe notitie – onderwerp: incident + datum / categorie: incidentenregistratie.

3. Ouders worden altijd in kennis gesteld

4. Het format incidentenregistratie wordt ingevuld. Indien nodig wordt er ook een verslag onder de incidentenregistratie genoteerd.

Incidenten worden geregistreerd in Parnassys, bij notities. Bij onderwerp wordt incident genoteerd en bij de categorie incidentenregistratie. In Parnassys kan de lijst met incidenten gevonden worden bij map en groep. Onderliggende documenten hierbij zijn het protocol schorsing en verwijderen. Ook het pestprotocol van de Tjongerschool kan hier worden gevonden.

Gedragsincidenten registratieformulier Parnassys Plaats

o Klaslokaal

26 o Moedwillig verstoren van activiteit o Misbruik van materiaal

o Onacceptabele kleding

o Onacceptabel gebruik digitale middelen o Verbale agressie (dreigen)

o Pesten

o Liegen/bedrog/spieken o Vechten

o Fysieke agressie (eenzijdig) o Seksuele intimidatie o Gebruik/in bezit van tabak o Gebruik/in bezit van drugs o Gebruik/in bezit van alcohol

o Ongeoorloofd verblijf buiten schoolterrein o Spelen met vuur

o Verlies van privilege o Time out/afzonderen o Nablijven/tijd inhalen

27 o Wegsturen naar……..

o Herstellen schade o Taak doen o Schrijfstraf

o Contact met ouder/verzorger o Schorsing

o Anders, namelijk: ………

Registratie Gedragsincident, versie juli 2010 © 2010, Golly, A., Roosma, A.H., Reijnders, I &, Baard, M.

4.6. Pleinregels

- We spelen alleen op het plein of voetbalveld (dus niet in de bosjes/fietsenhok) - Op het plein fietsen we niet; we lopen met de fiets aan de hand

- Zand hoort alleen in de zandbak

4.7. Pestprotocol

Dit pestprotocol heeft als doel:

- Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.

- Door regels en afspraken zichtbaar te maken, kunnen kinderen (en leerkrachten en ouders), als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken.

- Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan!

Hoe ga je om met pesten op school?

Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden:

• Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/verzorgers (hierna genoemd: ouders).

• De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld.

• Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen.

• Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak.

• Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert dan is de inschakeling van de vertrouwenspersoon Elizabeth

28

Rodenburg nodig. De vertrouwenspersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren.

Het probleem dat pesten heet:

Pesten komt voor in alle groepen van de basisschool met een piek in de leeftijdscategorie van 10 tot 14 jaar. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn:

 Altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen

 Zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot

 Een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven

 Briefjes doorgeven/WhatsApp/Facebook

 Beledigen

 Opmerkingen maken over kleding

 Isoleren/buiten sluiten

 Buiten school opwachten, slaan of schoppen

 Op weg naar huis achternarijden

 Naar het huis van het slachtoffer gaan

 Bezittingen afpakken

 Schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer

 Somatische klachten

Deze lijst kan nog verder worden uitgebreid: je kunt het zo gek niet bedenken of volwassenen en dus ook leerlingen hebben het bedacht. Leerkrachten en ouders moeten daarom alert zijn op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer bepaalde gedragingen hun norm overschrijden.

Hoe doen we het op De Tjongerschool?

Ingrijpen bij plagen

Op De Tjongerschool werken wij met de methode De Vreedzame School. Wij zijn attent op plaagsituaties in en rond de school. Plagen speelt zich soms af op de grens van het aanvaardbare, en kan makkelijk overgaan in ruzie, of zelfs pesten. We besten er in de lessen van blok 1 aandacht aan. Als plagen serieus wordt, ondersteunen wij de geplaagde leerling om het plagen te laten stoppen en spreken de plager aan op zijn of haar gedrag en wordt er contact opgenomen met de ouders. Soms schakelen we een ‘buddy’ in: een medeleerling die de geplaagde leerling helpt er een einde aan te maken. Ook kunnen we de mediatoren vragen te helpen.

Ingrijpen bij pesten: de oplossingsgerichte pestaanpak (OPA)

Hoeveel we ook doen aan preventie, pesten kan altijd nog voorkomen. Als er toch pestincidenten zijn, dan is het uiteraard zaak om eerst na te gaan of aan de preventieve kant nog wel voldoende wordt gedaan, zoals in het voorgaande is beschreven (en of het programma De Vreedzame School (nog) wel goed wordt uitgevoerd). Maar soms is er meer nodig.

In de eerste plaats vragen we altijd aan andere leerlingen om te helpen. Met name populaire leerlingen kunnen belangrijk zijn als ‘verdedigers’. Als er meer nodig is, hanteren wij een aanpak van pesten die goed past bij de uitgangspunten van De Vreedzame School: de Oplossingsgerichte Pestaanpak (OPA). De aanpak bestaat uit een aantal achtereenvolgende gesprekken tussen een leerkracht (of een ander teamlid) en leerlingen. Eerst met de gepeste leerling alleen. Vervolgens met een zorgvuldig samengestelde groep leerlingen, inclusief de pester(s). Dit is de groep die voor

29

verandering en steun gaat zorgen. Belangrijke elementen van de aanpak zijn: geen schuld,

verwijten of straf. We gaan uit van het goede in ieder kind, we moedigen empathie aan, we maken iedereen verantwoordelijk. Het is positief en oplossingsgericht, en de pester krijgt de kans zijn of haar gedrag te veranderen.

In deze aanpak worden meestal de volgende stappen onderscheiden:

1. Gesprek met het gepeste kind. De leerkracht (of een ander teamlid van de school) praat met het gepeste kind over de situatie, vraagt of hij/zij hulp wil, en stelt met hem/haar de steungroep samen. Dit is een gemengde groep van zo’n 5 tot 8 medeleerlingen,

waaronder leerlingen die de gepeste noemt als mogelijke helpers, maar ook de pester en meelopers of buitenstaanders; liefst ook een verdeling van jongens en meisjes.

We vragen in dit gesprek aan de leerling of hij/zij wil dat de ouders op de hoogte zijn van de gesprekken. Als een externe of een andere volwassene (niet de eigen groepsleerkracht) binnen de school deze gesprekken gaat voeren, lichten we de ouders altijd in.

2. Gesprek met de steungroep. Hierbij is het gepeste kind niet aanwezig. In dit gesprek wordt de steungroep uitgenodigd om de gepeste medeleerling te gaan helpen. Ze worden uitgenodigd om met ideeën en voorstellen te komen. Dit alles met als doel dat het pesten moet stoppen.

3. Tweede gesprek met de gepeste. Na ongeveer een week bespreekt de leerkracht hoe het