• No results found

5.Casebeschrijving: Cameratoezicht in Nederland

7.4 Reflectie op de theorie

De discours coalities benadering biedt een interessant en nuttige invalshoek op

beleidsverandering. Er zitten echter wel een aantal lastige aspecten aan. Allereerst levert het discours gestuurd kijken naar een beleidsveld soms problemen op. Een discours coalitie is moeilijk waarneembaar doordat er eigenlijk continu een tweedeling is waar te nemen. Bij het privacy-discours zegt de één dat er sprake is van een inbreuk en de ander zegt dat er geen sprake is van een inbreuk. Bij veiligheid zegt de één dat cameratoezicht effectief is terwijl de ander daar juist vraagtekens bij zet.

De enige manier om dan tot conclusies te komen is bij een stemming in de Kamer en het meerderheidsprincipe als leidend te nemen. De discussie gaat dan op een bepaald moment een bepaalde kant uit, maar of daarmee vast te stellen is dat er sprake is van een dominante discours is natuurlijk betwistbaar.

Het lastige van het analyseren van discussies als deze is dat er een aantal verschillende lijnen door elkaar heen lopen. Iemand kan tegenstander zijn van cameratoezicht, omdat hij denkt dat het niet effectief is voor de veiligheid. Iemand anders kan tegenstander zijn omdat hij

van mening is dat het een inbreuk is op de privacy. Deze twee kunnen hand in hand gaan maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Deze twee personen zitten in een ander discours maar willen hetzelfde bereiken en kunnen dat ook bereiken.

Een tweede kanttekening is dat hetgeen dat de indeling naar argumentatie beoogt het vaststellen van een discours lastig maakt. Iemand kan voorstander zijn van cameratoezicht bezien vanuit het veiligheidsperspectief, maar kan tegelijkertijd ook vinden dat het een inbreuk maakt op de privacy vanuit een privacy-discours. Het feit dat dit mogelijk is in de discoursbenadering is een erg sterk punt van deze benadering. Het maakt echter het formuleren van een discours lastig. Personen die zichzelf in beide waarden kunnen vinden zorgen voor nuance verschillen. Iedereen legt het accent net anders. Het is echter moeilijk om een story line te formuleren waar genuanceerde meningen en de extremere meningen allebei inpassen.

Een laatste kanttekening die bij de theorie geplaatst kan worden is dat er wellicht

onvoldoende aandacht is voor incidenten of crises in deze benadering. Vooral uit de media- analyse op maandniveau kwamen drie incidenten naar voren die leiden tot een opleving van de discussie. Allereerst is er een incident waarbij er een buschauffeur mishandeld wordt. Dit leidt vervolgens tot een convenant. Een tweede incident is het plaatsen van camera’s in de cel van Volkert van der Graaf. De discussie over veiligheid versus privacy kwam hierdoor mooi op gang. Tot slot is er ook nog een derde incident. In een tv-programma wordt aangetoond dat de beveiliging op Schiphol niet in orde is. Hierop wordt de beveiliging op Schiphol aangescherpt. Deze manier van handelen, waarbij een incident leidend is voor het voeren van nieuw beleid, wordt in wetenschappelijke literatuur ook wel de risicoregelreflex (Helsloot, 2010) genoemd. De drie gebeurtenissen leiden alle drie tot discussie en op kleine schaal ook tot beleidsveranderingen. De gebeurtenissen zijn echter moeilijk te vertalen in één van de drie in de literatuur beschreven dynamische gebeurtenissen.

De reflectie op de theorie heeft zich nu beperkt tot het reflecteren op de discours coalitions benadering. Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek is het echter ook mogelijk om te reflecteren op het denken over discoursen.

De analyse van Howarth dat beleidsdomeinen radicaal contigent van aard zijn en dat er structurele besluiteloosheid heerst, lijkt te worden bevestigd in dit onderzoek. Dat de opkomst van cameratoezicht op zichzelf leidt tot het smeden en breken van coalities is duidelijk. Deelnemers aan de discussie rond cameratoezicht zijn continu bezig met het maken van coalities. Het is echter niet zo dat dit duidelijk leidt tot exclusie of inclusie van actoren zoals Howarth dit beschrijft. In het beleidsdomein cameratoezicht lijkt men allereerst veel meer bezig met inclusie van privacyaspecten in een veiligheidsmaatregel. Dit verschuift naar verloop van tijd naar exclusie van privacyaspecten. De inclusie en exclusie die Howarth veronderstelt zit in de discours coalitions benadering veel meer in de story lines. Een waarde wordt meegenomen of juist uitgesloten. Hierdoor blijft de ruimte bestaan dat een actor

verschillende petten op kan hebben tijdens een discours. Als voorstander van veiligheid én van privacy bijvoorbeeld. Het principe van inclusie en exclusie is hanteerbaar alleen omdat actoren niet langer centraal staan. Het gaat op dat moment om de inclusie en exclusie van waarden of thema’s in plaats van die van actoren.

Aan de hand van Howarth is ook de logic of difference besproken. Hierin staat centraal dat de machthebber bezwaren, problemen en eisen inkadert in een beleidsdomein. Een

machthebber probeert hiermee te bewerkstelligen dat er geen verstoring van het regime of beleid optreedt. Het opvallende aan het beleidsdomein cameratoezicht is dat in eerste instantie het privacy-geluid dominant is in de discussie. Men wil cameratoezicht toepassen, maar privacy moet gewaarborgd zijn. De machthebber wil privacy gewaarborgd zien. De bezwaren, problemen en eisen zijn in zekere zin dus dominant. Dit is niet geheel in lijn met de logic of difference. Hier wordt verondersteld dat er een beleid is waarmee men iets wil bereiken en dan tegen bezwaren aanloopt. Deze situatie verandert naar verloop van tijd in de situatie zoals deze beschreven wordt in de logic of difference. Men wil cameratoezicht toepassen en ziet privacy als voorwaarde die ingekaderd dient te worden. Op het moment dat privacy ingekaderd lijkt te zijn, gebeurt er echter iets geks. De machthebber wil minder privacy in het kader hebben. Dit gaat in tegen het principe van de logic of difference en het is dan ook interessant of dit een het privacy-perspectief de mogelijkheid biedt om aan belang terug te winnen binnen de discussie.

7.5 Vervolgonderzoek

Zowel het wetenschappelijke veld van discoursanalyses en de rol hiervan in

veranderingsprocessen als het beleidsveld cameratoezicht, bieden genoeg mogelijkheden voor vervolgonderzoek. Allereerst zou het interessant zijn deze studie over een paar jaar te herhalen. Op het moment dat deze master thesis geschreven wordt zijn er op het gebied van zowel privacy als veiligheid interessante ontwikkelingen die wellicht hun weerslag gaan krijgen op het beleid rondom cameratoezicht.

Op het gebied van privacy is er veel discussie ontstaan doordat er naakt foto’s zijn gelekt van veel (voornamelijk Amerikaanse) actrices. Er zijn bovendien veel onthullingen geweest van zaken waar overheden (veiligheidsdiensten) zich toegang tot hebben weten te verschaffen. Aan de andere kant zijn er vanuit het veiligheidsperspectief ook een aantal gebeurtenissen die van invloed zouden kunnen zijn op de discussie. Allereerst wordt er in de media en door veiligheidsdiensten gesproken van een potentiële terroristische dreiging van ISIS

(Islamitische Staat). Nog veel groter is de aandacht voor Nederlandse jongeren die naar Syrië vertrekken en bij terugkomst groten problemen zouden veroorzaken. Het zou interessant zijn om over een paar jaar te kijken welke gevolgen deze ontwikkelingen aan beide zijden van het spanningsveld hebben gehad voor de discussie.

Verder zou het tevens interessant zijn om te kijken hoe de rol van discoursen in de

en leiderschap. Dit zijn concepten die vaak gebruikt worden in onderzoeken naar

hervormingen. Er lijkt een belangrijke rol weggelegd te zijn voor de minister van Veiligheid en Justitie in de totale discussie. Een punt dat in deze benadering niet specifiek onderzocht wordt.

Een ander punt dat gemaakt kan worden ten aanzien van vervolgonderzoek is dat er op het gebied van verander-/hervormingsliteratuur behoefte is aan integratie van concepten. Er wordt met enorm veel net verschillende concepten, invalshoeken en methoden gewerkt. Er wordt gebruik gemaakt van barrières en factoren die hervormingen faciliteren,

beleidsentrepreneurs, Advocacy Coalitions, institutionele verandering, Discours Coalitions, beleidsarena enzovoorts. Een interessant literatuuronderzoek zou zijn om alle deze

concepten in kaart te brengen en vervolgens te kijken waar deze concepten overlappen en misschien wel op elkaar aansluiten. Het is nu soms een oerwoud van concepten. Dit is natuurlijk een ambitieus streven, maar zou het denken over verandering en hervorming wellicht wel naar een hoger plan kunnen tillen.