• No results found

Recreatieschap Spaarnwoude verdient aan festivals

ecosysteemdiensten op gebiedsniveau

6 Achtergronden evaluatie recreatie als ecosysteemdienst

6.1.5 Recreatieschap Spaarnwoude verdient aan festivals

Spaarnwoude is een 1800 hectare groot recreatiegebied onder de rook van Amsterdam. Het gebied is eind jaren zestig van de vorige eeuw aangelegd als groene buffer tegen de opkomende verstedelijking van Haarlem, Velsen en Amsterdam. Het gebied bestaat uit uitgestrekt polderland, bossen, veen- weidegebieden, recreatieterreinen, graslanden, rietlanden, moerassen en veel water. Het gebied als geheel maakt deel uit van de EHS. Recreatie Noord-Holland beheert het recreatieschap Spaarnwoude. De provincie Noord-Holland en vijf gemeenten nemen deel in de gemeenschappelijke regeling

Recreatieschap Spaarnwoude en vormen samen ook het bestuur. De ecosysteemdienst recreatie

Spaarnwoude heeft een uitgebreide infrastructuur om te wandelen, fietsen, skeeleren en paardrijden. Hiertoe zijn diverse bewegwijzerde routes uitgezet. Ook een mountainbikeparcours, klimwand en wielercircuit zijn aangelegd. Op diverse plaatsen kan worden gevist, gezwommen en gesurft. Er zijn diverse strandjes, botenhellingen, een modelbotenvijver, vissteigers, kanoroutes, kinderbadjes en een waterspeelplaats aanwezig. Ook kent het gebied een informatieboerderij. In Spaarnwoude zijn

tientallen ondernemers actief: zij exploiteren onder meer de golfbaan, overdekte skibaan, maneges, diverse outdooractiviteiten, restaurants en ook verblijfsrecreatie. Regelmatig worden festivals georganiseerd in Spaarnwoude. Meest bekend zijn Mysteryland, Awakenings en Dancevalley, die respectievelijk 60.000, 35.000 en 24.000 bezoekers trekken. Spaarnwoude trekt jaarlijks 5,4 miljoen

bezoeken. Wat betreft keuzes in het natuurbeheer is de recreatieve beleving relevant. Jan Hylkema, directeur van Recreatie Noord-Holland, wijst daarbij op onder meer de rietlanden, het heideveen en wilgenbos, de hakhoutbosjes, natuurvriendelijke oevers, de omvorming van bosvakken en de natuurontwikkeling rondom Fort Benoorden Spaarndam.

Inkomsten en uitgaven aan recreatie

Een hoogwaardig ingericht gebied als Spaarnwoude kent hoge kosten. Het beheer kostte in 2012 circa 4 miljoen euro6, 69% van de (jaarlijkse) lasten. In 2012 vielen de inkomsten van Spaarnwoude met circa 5,8 miljoen euro enkele tonnen lager uit dan de uitgaven. Opvallend is dat Spaarnwoude de helft van haar inkomsten uit exploitatieopbrengsten haalt. Jan Hylkema geeft aan dat sommige beheerders van andere gebieden dit ook weten te realiseren, maar dat zijn alle gebieden van aanzienlijk kleinere omvang dan Spaarnwoude. Spaarnwoude is uniek in Nederland als natuurgebied met inkomsten uit de markt ter grootte van bijna drie miljoen euro. Wat betreft exploitatieopbrengsten zijn erfpachten en festivals de belangrijkste kurken waar het recreatieschap op drijft. Hylkema vraagt voor erfpachten marktconforme tarieven, die verband houden met de gunstige ligging nabij Amsterdam. Dat betekent dat ondernemers een flinke prijs betalen. Zo levert de golfbaan levert jaarlijks 400.000 euro op aan pacht. Stelregel is een pacht van circa 5% van de omzet van de ondernemer. Erfpachten en festivals vormen respectievelijk 33% en 13% van de inkomsten van Spaarnwoude, de overheidsbijdragen van de provincie en vijf participerende gemeenten zijn goed voor 35%.

Door tegenvallende renteopbrengsten en voorziene vervangingsinvesteringen is het recreatieschap genoodzaakt tot een bezuinigingsopgave. Hiertoe zet het recreatieschap extra in op uitbesteding van beheer aan de sociale werkvoorziening, uitvoeren van taken door vrijwilligers (bezoekboerderij, wilgenknotteams) en samenwerking met andere recreatieschappen, bijvoorbeeld wat betreft de inzet van BOA’s (buitengewone opsporingsambtenaren). Doel van de bezuinigingsopgave is om het

recreatieschap binnen vijf jaar (2013-2018) financieel toekomstbestendig te maken. Het duurzaam in evenwicht brengen van de begroting vraagt om stevige ingrepen en duidelijke keuzes ten aanzien van het omvormen of afstoten van voorzieningen en gebiedsdelen. Hiervoor getroffen maatregelen die de ecosysteemdienst recreatie beïnvloeden zijn:

• het onderhoud beperken tot basisvoorzieningen. Zogenaamde plusvoorzieningen kunnen alleen nog met externe financiering onderhouden worden;

• aanpassing aan het recreatief netwerk door minder wandel- en fietsverbindingen met dure inrichting als bruggen en asfaltverharding;

• uitstel van groot onderhoud aan bruggen en wegen;

• uit beheer nemen van toiletgebouwen op niet-intensieve terreinen; • laten vervallen van onderhoud aan routes en bebording;

• niet vervangen van speeltoestellen en zitmeubilair.

Festivals: kansen en beperkingen

Naast het doorvoeren van bezuinigingsmaatregelen heeft het bestuur ook gekozen voor het creëren van meer financiële ruimte voor het recreatieschap door de verwerving van inkomsten. Recreatie Noord-Holland zet daarbij in op grootschalige festivals in het groen. Sinds de jaren negentig richt zij zich op terreinverhuur voor evenementen. Jan Hylkema merkt nog steeds een toenemende vraag van het publiek naar dancefestivals en ook organisatoren lopen warm voor het groen van Spaarnwoude als decor voor festivals: het aantal aanvragen laat een gestage groei zien. Het economisch belang is aanzienlijk: Spaarnwoude weet € 570.000,- aan inkomsten uit festivals te halen en daarmee een rendement te realiseren van 85% op evenementen. Het recreatieschap vraagt marktconforme tarieven

6

Dit betreft het totale beheer. De kosten van beheersactiviteiten specifiek voor recreatie zijn niet goed te scheiden van andere beheeractiviteiten.

Financieringsmechanismen ingezet door Spaarnwoude:

• geld krijgen: overheidssubsidies in de vorm van participantenbijdrage • neveninkomsten (natuur is decor): festivals

• oogsten: erfpachten

• bezuinigen: op arbeid door inzet vrijwilligers + door uit te besteden

die neerkomen op circa 4 à 5 euro per betalende bezoeker. Dit vanuit het besef dat Spaarnwoude heel gunstig ligt nabij Amsterdam en Schiphol, goed ontsloten is door snelwegen en het terrein zich met haar weilanden, grote ligweiden en bosschages goed leent voor festivals.

Om Spaarnwoude geschikt te maken zijn de dagrecreatieterreinen gerenoveerd. Relevante inves- teringen betreffen het vernieuwen van de drainage en het aanleggen van extra verhardingen voor logistiek en ontsluitingspaden. Deze investeringen worden grotendeels gezamenlijk met de organisatoren van evenementen gedaan. De jaarlijkse uitgaven van 95.000 euro betreffen voor- namelijk personele kosten voor begeleiding en toezicht voorafgaand, tijdens en na het evenement. Begeleiding is waardevol voor evenementenorganisaties, zo beseft Hylkema. Het recreatieschap neemt dan ook veelal de rol van intermediair op zich om de evenementenorganisatie in contact te brengen met de gemeente voor het doorlopen van wettelijke procedures en het uitwerken van veiligheids- plannen (verkeersafwikkeling, EHBO, politie-inzet, etc). Daar zit vaak een flink team op. De ervaring van recreatie Noord-Holland is dat het voor het draagvlak belangrijk is om bestuurders te betrekken door hen regelmatig mee te nemen naar een evenement. Recreatieschap Spaarnwoude bevindt zich in de ‘luxe’-positie dat de gemeenten die de vergunningen moeten verlenen, ook participeren in het recreatieschap. Ze weten dat als ze festivals niet toestaan, ze zelf meer moeten bijdragen/betalen. Gemeenten beseffen ook dat festivals goed zijn voor de bekendheid van het gebied. Naast

naamsbekendheid en goodwill is voor Hylkema ook relevant dat festivals een andere doelgroep trekken dan de mensen die gedurende het jaar Spaarnwoude bezoeken om te wandelen of te fietsen. Die festivalbezoekers hebben vijf jaar later kinderen en vormen dan de doelgroep het jaarrond. Recreatie Noord-Holland meent dat de markt voor festivals in een natuurlijke setting verder kan groeien. Ook Spaarnwoude oriënteert zich op verdere uitbreiding: bijvoorbeeld door meer in te zetten op meerdaagse festivals. Ook onderzoekt zij de mogelijkheid om zich te verbreden tot popconcerten. De logistieke afhandeling van verkeersstromen is massaler bij popconcerten, omdat het publiek veel meer geconcentreerd in de tijd komt en gaat. Door zijn ervaringen met verdienmogelijkheden in de natuur wordt Hylkema regelmatig door andere natuurbeheerders gevraagd een blik te werpen op exploitatieplannen. Hylkema kijkt altijd eerst naar wat voor soort gebied het betreft. In blauwgrasland is weinig mogelijk, veel andere natuurlijke omgeving lenen zich wel voor recreatief ondernemerschap. Hylkema merkt dat het voor natuurbeheerders soms lastig is om te redeneren in financieel-

economische termen. Zij moeten leren de taal van ondernemers te spreken en leren te denken in rendement. Als het gaat om het exploiteren van horeca heeft een terreinbeherende organisatie soms een theehuisje voor ogen, waar de ondernemer een aanzienlijk grotere gelegenheid nodig heeft om rendabel te kunnen zijn. Aan bruiloften in het weekend kun je verdienen, een terras dat uitkijkt op een aantrekkelijk stukje natuur trekt bezoekers aan. Het denken vanuit de recreant vraagt vaak om een net andere blik. Simpele rekensommetjes over tafelbezetting en omzet, op basis van richtlijnen uit de horecasector helpen de beheerder om grootser te leren denken. Ook meedenken in de zin van ingroeimodellen voor het betalen van pacht/huur door ondernemers hoort daarbij. Spaarnwoude overlegt met haar ondernemers ook op welk tijdstip zij hun pacht willen betalen. Het in een keer ophoesten van de pacht is lastig, de meeste ondernemers kiezen ervoor om in de zomerperiode te betalen, wanneer zij volop omzet draaien.